Historisch Archief 1877-1940
Het vloeibare goud van Zuid-Frankrijk
Olijven
De Var, de breede stroom welke eertijds de
grens tusschen Frankrijk en het graafschap Nice
vormde, vult kolkend eri draaiend bijna de
geheele bedding met bruingeel water, waarin, allerlei,
van de bergen meegevoerde plantendeelen drijven,
als ik langzaam over de lange brug loop en af eiL
toe blijf staan om de gelige vlek te zien, die hij tot
ver in zee op het blauwe water maakt.
De voorjaarsregens zijn overvloedig geweest en
de bergstroomen hebben druk werk om alles te
verzwelgen. De Brague, een nietig vlietje soms,
maar dat plotseling geweldig uit den band
kan «pringen en dan de geheele vlakte overstroomt,
de Brague draagt druk geaffaireerd zijn water
naar de dichtbije zee. Verderop, voorbij het schil
derachtige Cagnes, dat op Kenoir lag te wachten
om, waarschijnlijk tegen zijn bedoeling, een
Fransch Laren en Blaricum te worden een
eindje buiten dit dorp vloeit de pittoreske Loup.
En net bij de brug, een oogenblik voordat dit
stroompje besluit zich in zee te werpen staat de
zware, oud-Provencaalsche oliemolen, die het
doel van mijn tocht is. |
Twee dingen hebben daarin bij het voorbijgaan
altijd bijzonder mijn aandacht getrokken: ten
. eerste, dat het dak aan den eenen kant overmatig
lang is en met de helling waarop het gebouwtje
staat mee naar beneden glooit: ten tweede, dat er
Anna Benavente
weer besprenkeld met olijfolie, 's Avonds in de
soep, die meestal geen vleesch heeft gezien, brengt
nogmaals de olijfolie de. vettigheid aan, en het is
ook daarin, dat de kleine vischjes, welke in de
frituur gaan, hun prachtig goudbruine kleur
krijgen.
Behalve tot de maag spreekt de olijf ook en
dat wel zeer sterk tot de verbeelding. Schooner
boomgaarden zijn er niet, dan de hellingen waarop
de als in torment gedraaide stammen de boomen
stroompje, om eventueel door de kracht van het
water het rad in beweging te kunnen brengen.
Toch moet geconstateerd worden, dat tegen
woordig vele oliemolens een machine-installatie
hebben. Volgens mijn zegsman, de eigenaar van
de moulin a l'huile" aan de Loup, is het rende
ment echter niet grooter en kan men op de
ouderwetsche manier jvan zijn voorvaderen olijfolie
bereiden zonder dat men bij zijn modern aange
legde collega's achterop komt.
* *
*
Eenmaal in den molen aangekomen gaan de
olijven bij 25 dubbele Decaliter dat is de klas
sieke maat itx het steenen bassin waar de
molensteen ze een uur ronddraait. Daarna wordt
de geplette massa er uit genomen en in de
scourtins" gedaan. Dit zijn uit cocosvezelen gevlochten
ronde, dubbele matjes, die van onderen en van
boven een opening hebben. De brij wordt dus in
de mandjes gestopt, welke 'n stuk of zeven hoog
op elkaar gestapeld in .een pers gaan. die langzaam,
langzaam op de massa begint te drukken. Kn
meteen komt het product der eerste kwaliteit, de
prachtige ,,huile vierge" te voorschijn. Natuurlijk
is deze niet terstond voor de consumptie gereed,
doch moet eerst door watten of papier gefiltreerd
worden, daar er allerlei ongerechtigheden^ als
De bassins als cascades afloopend
uit het stompe schoorsteentje altijd een trage,
dik-gele zwalm kwam kronkelen. Voor beide
dingen zal ik later de oplossing hooren.
1 De olyf is voor Zuid-Frankrijk eenigszins dat,
wat voor ons Hollanders de zware zwartbonte koe
. is: zij leveren beide onder meer het vet waarin
? onze spijzen bereid worden. Dat er in het Zuiden
: geen weidegronden zijn, en er hier en daar een
armtierig koebeest een naargeestig en huiszittend
leven leidt om tenminste den menschen van het
land van een. beetje melk te kunnen voorzien:
dat alles zou de meridionaal al vanzelfsprekend op
den olijf aanwijzen. Doch bovendien wordt zuivel
hier niet zoo geapprecieerd; en gaan zelfs de
kinderen met een fleschje wijn in hun tasch naar
' school.
Wat die olijf voor het Zuiden is, kan niet met
twee woorden worden gezegd. Het is de maid of all
work", die er bij alle gelegenheden aan te pas komt.
Te beginnen met het ontbijt: dan dien je die
donkerpaarse, bij het zwarte-af, kleine vruchtjes te
nuttigen in gezelschap van een homp knabbelig
fluitbrood en, natuurlijk, een glas wijn. De
pitten moet je dan hard door den tuit van je mond
wegblazen, zóó, dat ze een tik op de tegels geven
waarmee de kamers hier geplaveid zijn.
Voor het déjeuner begin je natuurlijk met een
hors d'oeuvre waarop weer olijven voorkomen;
je biefstuk wordt bij een rechtgeaarden Provencaal
in de olijfolie gebakken ! En hij is heerlijk, dat
moet ieder zonder voorbehoud toegeven. De
tomaten, de sla, alles wordt met de goudgele olie
overgoten. Om vier uur, bij het goüter", dat onze
namiddagthee vervangt, wordt de pan bagnat"
Onder: In het bassin draait de molensteen rond
Boven :\^De geplette massa in de scourtins"
onder de pers
voorkomen. Door het schemerig grijsgroen
deikleine, spitse bladeren zie je bijna overal het azuur
der Middellandsche Zee fonkelen ! De vrucht, klein.
donkerpaars in de Zee-Alpen, en gewoonlijk tot
de soort der Caületier" of ,.Blanquetier"
behoorend. wordt door den boomgaardenier en zijn
familie opgeraapt, nadat een jongen in do takken
geklauterd is en er hevig aan het schudden is
gegaan.
Daarop worden er zakken moe gevuld welke al
naar gelang de ..olivier" aan een steil bergpad of
aan den grooten weg gelegen is, op de flanken van
muilezels en op oen ..camionnette" geladen wordtin
om naar den oliemolen te worden vervoerd. Nu
loopt de olijvenoogst van. December tot Juni. De
vrucht welke tot het laatsi. aan don boom hoeft
kunnen rijpon en er niet -- zooals midden in den
winter onvoldoende rijp a.fvalt, IK stijf gezwollen
door de olie, welke bij het transport al vanzelf
begint uit te druipen. . . .
Do molens liggen gewoonlijk aan 0011
borgvruchten worden opgeraapt
cocosvezels en zoo, in terecht gekomen zijn. Hier
mee heeft een olie-molenaar het schoonste geleverd,
dat hij opbrengen kan; de volle, rijke olie, door
geen enkele behandeling of kunstgreep geforceerd.
De brij, welke dit geleverd heeft, is echter nog niet
tot op het laatste uitgeput. Er is nog een heele
massa goede, en ook zuivere olijfolie uit te be
reiden, de zoogenaamde 2de kwaliteit". Hier
voor zet men een gangspil aan het werk, die de
,,pate" nog eens ten tweede male perst, met pit en
al en heel, heel sterk, waardoor er nog een product
van goede, hoewel niet superieure kwaliteit te voor
schijn komt. Op deze brij wordt heet water ge
goten, en terstond drijft de olie nu boven. Een
breede. platte schep met korten steel, in het dialect
van Nice couperla" geheeten, schept met groot
gemak de olie van de oppervlakte.
Nu gaat het er om, om het laatste greintje rende
ment uit de olijvenbrij te kunnen trekken. De nu
bijna droge massa wordt met geplette pit en al
weder in een anderen molen godaan en onder
voortdurend toestroomen van wator gaat er
opnieuw een molensteen overheen om het laatste
stukje1 van do kern. (lat nog niet verpletterd
mocht zijn, te vermorzelen. De olijvenpit is
namelijk eveneens sterk oliehoudend. Door oen
opening in het bassin waardoor do steen rond
draait komt do brij hierna in eommimiceerende
,,mal-axeur" terecht, waarin zij door harkjes
rondKcdraaid wordt, welke de zware pit doen zakken
on de lichtere, oliehoudende pulp bovendrijven.
Gescheiden, van de nu imtteloozo kern, stroomt
deze massa, naar buiten, w.iarbij /.ij in een 7.001'
ingewikkeld stelsel van bassins on kanalen
terecht komt.
(Slot op pag. 14)