De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 26 mei pagina 17

26 mei 1934 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

de aderen hebben, dat ze hun vernist uiterlijk en welopgevoede gebaren slechts danken aan de gratie van een goedgesalarieerde betrekking, maar dat het instituut, dat ze deze betrek king schenkt, even wankel en ver molmd is als de mannetjes zelf. Voor de lichtvaardigheid waarmee jij en alle anderen zich aan deze etalagepoppen verslingeren, moet je nu boeten, arme Hetty. En ik beklaag je, ik heb meer medelijden met je dan je verdient. Het zijn wel harde lessen die het leven je thans toedient. Ik begrijp hoe je te moede bent, nu. . . Maar nu is het te laat. Het is niet alleen de crisis. Het is niet alleen het feit, dat hij zijn werk verloor. Dat vind je bijna recht vaardig voor hem, want je ging hem gauw genoeg doorzien. Zijn kort stondige hartstocht was het product van een paar vooroordeelen, meer niet. Dezelfde vooroordeelen hebben later alles tusschen jullie vergiftigd; lüj was laf, klein, fantasieloos, con ventioneel. En nu, als je eens een oogenblik met jezelf alleen durft te zijn, zie je niets dan triestigheid en vervuiling; is het eenige vreugde volle waaraan je denken kunt, het avontuurtje dat je met een bijna onbekende had; de eenige keer in je leven dat je een klein beetje uit de band sprong. Arme Hetty. Hij" was allang niet Hij" meer toen hij werkloos werd. Maar hij was ,,je man", zoo hate lijk als vriendinnen dat zeggen kuniien, en hij zou dat nu wel eeuwig blijven. nu je drie kin deren van hem had, die je heelemaal opeischten, die ver zorgd moesten worden, zoo goed als het in deze omstandigheden maar ging. Er was geen sprake van luxe meer; armoede, doodgewone ar moede. Je offerde alles op; het was makkelijker dan het leek, want zelf wilde je niets meer, je was dood moe, je hoopte maar n ding: geen grootere ellende, niet het uiterste, hon ger, ziekte, op straat staan. Hoe je er zelf uitzag kon je niet meer schelen; geld moest er zijn, geld. ... Je bléjf echter offeren, dag-in dag-uit, en dat Was erg.. . . Wat een dwaasheid om dan, op een doodgewone dag terwijl de kin deren naar school waren, en Hij" voor de zooveelste keer de straat op om met zijn soortgenooten niets te doen, dat is: te kletsen en werk te zoeken waar het toch niet te vinden was, wat een kinderachtige onzin om dan opeens je bruidsjapon voor de dag te halen uit de doos waarin hij sedert jaren opgeborgen lag, zelden aangeroerd omdat het je zooveel pijnlijke emoties gaf. Waarom trok je nu die witte, reeds een beetje gelige japon aan over je verslonste en stukkende ondergoed, en ging je nog n keer voor de spiegel staan om te zien hoe zij je zat? En nu je spiegelkast reeds lang wegens tijdsomstandigheden" van de hand gedaan was, zag je niet eens dat je daarbij pantoffels aanhad. Zag je het niet, Hetty? Maar je beet op je lip. Er kwamen roode vlekken in je gezicht. Deed het je pijn? Xeen, dit weeë. vermoeide gevoel kon je geen pijn noemen; eerder misselijkheid. Wat zou zoo'n bruidsjapon waard zijn? Had zij alles bij elkaar niet meer dan honderd gulden gekost? De heerlijke zware taftzijdo had nog niets geleden, en desnoods kon men haar verven, beige of lichtgrijs, Zooals nu mode was. zou het goed doen, want de coupe was ook vandaag nog onverbeterbaar. Ge verfd zou zij prachtig staan. Maar haar niet, anderen Ze zou haar moeten verkoopen, afstand doen ervan. . Wat kon ze ervoor vragen; vijftig, veertig gulden? Wie heeft er van daag nog veertig gulden over voor iets tweedehandsch ! Veertig geeft' geen mensen. Vijf en twintig misschien. Je inoogt blij zijn als je dit krijgt. En nog. . . . wat kun je daar niet veel voor doen. Het zou beteekenen: een maand lang adem scheppen, aller lei voor de kinderen, een beetje verademing, een klein beetje rust. Uit, die japon ! Waarom blijf je er nog langer in staan, gek mensch. Plaats een advertentie; je riskeert een gulden, maar je hebt kans op het twintigvoud. En wat zou je eraan hebben het ding te houden? De zij bederft, er kan mot in komen, en wat zegt het je nog. ... Je had nooit moeten trouwen. Had je kunnen ver moeden dat het leven zooveel ellende en teleurstelling voor je gereed hield? lüskeer een gulden, een héle gulden. Dat beteekent: een week van nog grooter zuinigheid, nóg meer beknibbelen op alles. Alsof dat mogelijk was. De kinderen raken ondervoed. De jongste ziet er lang niet zoo goed uit als de oudste toen hij van gelijke leeftijd was. Daarom juist: riskeer die gulden; je krijgt er vijf en twintig voor in de plaats. Of niets. Men vindt het natuurlijk te duur voor een oude bruidsjapon; welke vrouw vindt het prettig een bruidskleed te dragen dat reeds voor een ander heeft gediend? Dat reeds door andere handen. . . . Bah, wat is het leven een bedrog ! Maar hél armen menschen, wat moeten die dan doen? Er zijn nog altijd degelijke families die liever tweedehandsch iets goeds en moois koopen, dan slechte confectiewaar al is ze nieuw. Maar 't zijn alleen arme lui die op zulke advertenties ingaan; je kunt onmogelijk meer vragen dan twintig gulden. Twintig. Drie weken verademing; ook drie weken zijn lang, als je een beetje tot rust kunt komen met je zorgen. .Luister eens lletty. dat is alles goed en wel. . . . doch je verzuimt liet beste van liet leven, (ield is niet alles, zelfs niet bij jouw armoede. Als je een beetje levensvreugde terug kon winnen, een beetje innerlijke warmte, teederheid. Je bent moedei', huishoudmachine. sloot' geworden; als je eens probeerde weer vrouw t& zijn. Je bént niet heelemaal verlept, er is nog iets aan je te redden, nogiets op te kalefateren. Misschien dat dit je man wat meer moed geeft, hem herinnert aan zijn vroegere kantoorbediende-idealen, een man" van hem maakt, en ditmaal een echte, die er op uit gaat om de wereld te veroveren voor zijn geliefde. En wie weet. . . . Denk aan je bruids japon, het kleed van toen. . . . Zeg Erna," hoorde ik mijzelf opeens luid zeggen, kan een vrouw met een beetje handigheid uit een oude bruidsjapon geen aardige des sous maken ? Zonder extra-onkosten ?" Onthutst keek Erna mij aan. Zij kon niet meer vermoeden hoe ik opeens aan zoo'n extravagante vraag kwam; juist op het oogenblik dat haar romanhelden het hoogtepunt van hun discussie over ..zullen of niet zullen" genaderd waren en hun voorgenomen gelukkige echtverceniging aan een zijden draad hing. Wat spookt er toch allemaal door je kop," zei ze eindelijk. Je bent onuitstaanbaar vanavond. Zit een uur lang advertenties te lezen zonder een woord te zeggen en met, een inspanning alsof het godweet wat gold; en als je je verwaardigt eindelijk eens te spreken, dan is het om te vragen of. ... Bah, je weet zélf niet hoe banaal je soms kunt zijn." Mijn afkomst," antwoordde ik bitter. Ik kan niet uitstaan dat juist zij altijd keft over banaal dit en banaal dat. Juist zij, de dochter van een. kolonel. De proletariër verloochent zich nooit," zei ik om haar te krenken, Ik ben maar een gemeen soldaat in de gelederen der verfijnden, dat weet je wel." Je bent gemeen en onuitstaan baar," verweet ze. En onverwacht smeet ze haar boek dicht, stond op en ging de deur uit. Erna !" riep ik nog. Ze gaf geen antwoord en ik was te trotsch om haar achterna te gaan. Ze zou wel terugkomen als haar kwade bui over was, en de enkele dingen die ze nog aantrekkelijk in mij vond het in haar voorstelling weer gewonnen hadden van de andere die ze onhebbelijkheden geliefde te noemen. Mijn kostbare eigenaardig heden. . . . Maar welke vrouw Wist die te respecteeren? Ach vrouwen, ze leef den lustig aan de oppervlakte der dingen, wat wisten ze van al de emo ties die een mannenziel beroeren tot in haar diepste diepte? Zij, die volgens Nietzsche slechts een storm achtig vlies op een ondiep water" zijn ! Je deed het verstandigst- je niets. aan te trekken van hun kuren. Ze waren ontoegankelijk voor tragiek. Nog nooit heeft een. vrouw een werke lijk drama geschreven; dat was wel het beste bewijs. Maar ze lieten je alleen, ze lieten je doodkalm stikken als je ze te dicht wou brengen bij de plaatsen waar dit leven gloeit en schroeit. In eenzaamheid moet de man zijn tragische rol spelen, in zijn ellende allén, terwijl Erna zeker naar een van haar, --- hi-hi, heele maal niet banale, - - vriendinnen toe was. Dat eeri irum nooit genoeg' beseffen kan. hoe zijn eenige ware vijand ..vrouw" lieet: hoe zijn eenige zorg moet zijn. voorzichtig maar secuur zichzelf los te Diaken uit de vele draden waarmee hij aan vrouwen verstrikt zit.. (Slot -volgt)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl