De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 26 mei pagina 18

26 mei 1934 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 De Groene Amsterdammer van 26 Mei 1934 N o. 2973 i , Af , Radio en grammofoon Marianne Oswald H. van Loon Binnenkort optreden in Nederland Ruim drie jaar geleden kwam Marianne Oswald voor het eerst naar Parijs. Columbia van de grammofoon platen introduceerde haar als een nieuw ontdekte voordrachtskunste nares. Daar verscheen een robbedoes van een jonge vrouw, fel in haar révolte tegen de samenleving, hard en hoekig, vurig .en ongebreideld. Technisch was er veel op aan te merMarianne Oswald ken, de ongeschoolde stem, het wezen onverzorgd. En ze scheen niet van zins concessies aan het publiek te doen. Het gelaat beantwoordde niet aan de nonnen van schoonheid en van geheel de verschijning ging een lust in kerven en aanstoot geven uit. Zij leek een wilde kat en het wilde koperroode haar hing haar toomeloos om en over het bleek gezicht, waarin de tartende oogen en de karmijnroode lippen leefden. De menschen, die haar het eerst hoorden, het eerst tegenover haar kwamen, wisten met deze indringster geen raad. Alles was direct, spontaan en blindelings en het Fransch haar toen niet vertrouwd. Zij sprak met een zwaar accent en haar school was onmiskenbaar het Duitsche expressionnisme. Het was van stonde af aan haar verdienste deze geestelijke afkomst niet te verloochenen. Zij wilde niets verbloemen ter wille van een toen nog, zacht gezegd, twijfel achtig succes. Zij zette alles op n kaart en ze heeft het gewonnen. Ofschoon geenszins door de natuur begenadigd, wist ze in korten tijd Parijs te veroveren. Het pleit mag nu voorgoed te haren gunste beslist geacht worden. Haar vertrek binnen korten tijd naar Nederland was aanleiding, haar in het hotel, waar je naar haar zeggen niet het gevoel hebt in een hotel te zijn, te gaan opzoeken. In het gesprek leert men de trekken pas recht kennen. Die van Marianne Oswald zijn van hevige bewegelijkheid. Op het tooneel verruimt deze zich soms tot bewogen heid. Maar straks over den open baren" kant aan haar. Het masker van Marianne Oswald is wild en opgejaagd. Men kan, haar sprekende en hoorende spreken, de gewaarwording niet van zich afzetten, dat zij een smartelijke jeugd moet hebben gehad. Dit ongetemde kind heeft zich aan de dingen gekneusd. Die schrammen en builen draagt ze door het leven mee. Zij vergeeft noch bukt. De verbittering om on recht is haar als het ware naar binnen geslagen. Van den wrok in haat maak te zij een genre. Dat de haat zonder zijn tegenzijde en rechtvaardiging van de liefde is, mag de hoorder haar verwijten. Wie haar in heur sobere intimiteit nadert, krijgt een anderen indruk. De menschelijkheid in het talent spreekt dan een nieuwe taal. De registers van haar voordracht blijken nu rijker geschakeerd. Degene, die het vóór haar gehoor in de ver betenheid zoekt van den hoon, komt dan op andere wijze los. Zij vertelt van haar oorsprong, Lotharingsche uit Sarreguemines, en van de gemeene aanvallen, waaraan ze te Parijs heeft blootgestaan. Aan vankelijk gaf ze accent aan de avonden in de bar van den Boeuf sur Ie Toit. Vandaar is ze in andere etablisse menten gekomen, Folies Wagram, Alcazar, bij Georgius in de Kue de ]a Gaité, in bioscopen. Voor het cabaret, dat weet ze, deugt ze niet en in een groote concertzaal verkiest ze evenmin op te treden. Een klein theater, dat is iets voor haar. Te Brussel heeft ze avonden met Wiener en Doucet, de piano virtuozen, gevuld. Dit was een kolf je naar haar hand. Zoo iets zou ze ook in onze steden verlangen en eerst, zoo mogelijk, voor de radio. Daarbij vergete men niet, dat haar kunst moeilijk te rubriceeren is. Ze onttrekt zich aan de formeele onderscheidingen. Zingen doet ze niet, als een chansonnière mag ze niet worden aangemerkt, eer is het zeggen, rhythmisch, obsedeerend, gesaccadeerd zeggen, zeker niet in den academischen trant der diseuse. De laatste maanden heeft men Héritza, Lucienne Boyer, Damia en de onvolprezen Yvette Guilbert gehoord. Marianne Oswald heeft met Damia de deernis met de verschopten, den weerzin tegen het kruipen gemeen, maar mist de gezwollenheid van Damia. Men kan geneigd zijn haar te vergelijken met de \ vette Guilbert in de jeugd, maar deze had meer stijl, haar vorm was straffer en haar techniek meer beheerscht. In Marianne Oswald blijft ondanks alles een troebel element. Zij moet zich hoeden niet te zeer op de zaal te spelen". Tegemoet komingen aan een zeker deel van het auditorium vermijdend, riskeert zij het andere al te nadrukkelijk om in het gevlei te komen. Dit opkomen voor de arme sloebers, de zwervers en de tobbers, wien het in den bol kan slaan, is, gelijk dat haet, dien menschen uit het hart gegrepen. Zij worden niet moe haar toe te juichen en tot meer aan te sporen. Al na de eerste nummers onploft als voetzoekers uit de zaal geroep om dit en dat. Het nauwe contact stemt Marianne Oswald tot opgetogenheid. Als zij in het effen zwarte kleed uit het achterdoek te voorschijn komt, vleugt er een aarze ling over het gezicht. Met zoodra is ze bemerkt of het klappen ratelt los en met elk optreden blijft deze bijval stijgende. Die stormachtige vlagen dragen haar voort. Helaas verliest zij er ten deele de controle over zich zelf mee. Als ze wat inbond zou ze meer bereiken, zij het niet bij dat element, waarvan zij het moet hebben. Ze is de lievelinge van het volk, maar dit zegt niet, dat wie meer van voordrachtskunst eischen haar afstooten of er onverschillig bij blijven. Jean Cocteau heeft het bewezen, een monodrama voor haar schrijvend, met de vertolking waarvan hij heel tevreden is. Het verhaal van Anna la borine", de kamenier, asschepoester naast haar meesteres, mooi, rijk en door vrienden omgeven: Ah. Madcmoisellc Mademoiselle Anriabelle Mademoiselle Annabella Elle recevait un tas de gens. . . . Elle dépensait un tas d'argent Totdat Anna la bonne, celle qu'on sonne", aan het bed van de patrones geroepen wordt om het verdoovingsmiddel te schenken en ze het heele fleschje leeggiet. En het einde is, dat zij, de nederige, zich laat gaan in die andere verdooving van een wervelende Java. . . . Soerabaja Johnny is het lied van matrozenleed, op een plaat van Columbia vastgelegd. Ze smaalt op goede huwelijken in verband met het gezin in de achterbuurt, waar de ouders het alleen over de flesch eens zijn. Ze schetst met een enkel gebaar het starre, We/.enlooze doen van oom Eustache, den stompzinnige, die van louter verflust in het gekkenhuis belandt. Vol driesten gloed is ze in het lied van des zeeroovers verloofde uit Kurt Weill's Driestuivers-opera en fascineerend is het dreunende rhythme van het werpspel op de kermis, waarin zij haar gal uitspuwt over de slappelingen, die al te gelaten hun lot aanvaarden. Zij durven de ballen te smijten op de poppen, die een advocaat, zonder handen, een generaal, die hinkt, een bankier, welke n oog heeft, voorstellen. En dan barst ze met trillend geheven arm in rukkige drift uit: Tape sur leurs pauvres gueules Parce que vous tes tous trop veules De taper sur les puissants ! Houpla boum, dans la poitrine Houpla boum dans Ie palpitant Houpla boum dans la bobine Houpla boum, tiens dans les dents ! Maar Marianne Oswald onthoudt ons hiervan de toepassing niet. Zij zelf heeft er als ledepop te prijk ge staan. Zij is het mikpunt van andere slagen geworden: Houpla boum, dans la poitrine... . Het hoofd met de rosse haarvacht zinkt op de borst. Gewond, verdiept ze zich in herinneringen: Et moi aussi, vivant Guignol Te rappelles-tu, bel Espagnol ? . . . . Deze heugenis aan Paljas zou men haar gaarne cadeau doen, maar een karakter als het hare moet onver deeld aanvaard of verworpen worden. En het is onmogelijk deze gespannen levenskracht, dit uitdrukkingsver mogen niet te aanvaarden. Toerisme Noordwijk aan Zee, Nieuwe geïl lustreerde Hotel- en Pensiongids, be trouwbare wegwijzer voor hen, die een hotel, pent-i m, villa of huis zoeken in de badplaats Noordwijk. Het geeft een goed overzicht van het geen Noordwijk aan haar gasten biedt als het prachtige strand, de duinen, golf- en tennisbanen, bosschen, enz. . Grand Hotel en Kurhaus Huis ter Duin, Noordwijk aan Zee. Geïl lustreerd vouwblad met vermelding van ligging, attracties en de verbin dingen met het buitenland per boot, trein, auto of vliegtuig. Bulletin de la Cie Gle Transallantique. French line. Maandelijksch bul letin met inlichtingen over de zomerkruistochten in 1934. Generale ver tegenwoordiger voor Nederland: Agence frangaise de Voyages, Lange Houtstraat 5a, Den Haag. Zorgt, dat men dit blijvend van U kan zeggen. Behandelt Uw huid regelmatig met Cremona crème en zeep volgens de eenvoudige, van ouds beproefde Cremona methode Vraagt in uw kapsalon of bij uw drogist een gratis proefstukje cremona-schconheidszeep, waar niet verkrijgbaar, schrijven aan propa ganda afd. Cremonaverkoopcentrale Amsterdam en U ontvangt zoo'n proefstukje gratis franco huis toegestuurd. Ook voor U is Cremona charme een natuurlijk recht!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl