De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 26 mei pagina 6

26 mei 1934 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 26 Mei 1934 N o. 2973 i ..i .'"** Uniforme verkeers regeling Leo A. A. Cohen Inspecteur bij het verkeerswezen Voorbeeld van een Volkenbondsbord" Op 7 December 1928 installeerde MÏe Minister van Waterstaat een Commissie, die de opdracht kreeg "dezen bewindsman ,,te adviseeren omtrent de vraag in hoeverre de Wettelijke bepalingen betreffende het motor- en rijwielverkeer , herziening 'behoeven". Dat deze Commissie niet over n nacht ijs zou gaan, was te ' Voorzien. Zij belegde 'dan ook over de honderd vergaderingen, alvorens haar i-apport ia te dienen. Na bestudeering 'daarvan zond de Regeering in April 1932 een, vrij ingrijpend, ontwerp van wijziging der Motor- en Rijwiel'wet om advies aan Gedeputeerde Staten der Provinciën. Hoe het met dit wetsontwerp thans gesteld is, zou ik u niet kunnen ver1 tellen. In ieder geval is het tot nog toe 1 niet 'bij de Staten-Generaal ingediend, zoodat het m. i. uitgesloten geacht moet worden, dat het nog dit zittings jaar in behandeling zal komen. ! chter, 16 Juli a. s', treedt voor ons land in Werking het' Verdrag van Genève van 30 Maart 1931 tot het brengen van eenheid in de verkeersteekëns. Waar art. l van dit verdrag de betreffende Staten verplicht om het daarbij vastgestelde internationale fteleq neb veilig in «en Levens. verzekering polis van de de soliede" van 105 stelsel van verkeersteekens zoo spoe dig mogelijk in te voeren, heeft de Regeering blijkbaar gemeend die in voering niet te mogen uitstellen tot de groote" wijziging van het Motor en Rijwielreglement, die, uiteraard, eerst na de wijziging van de Motor en Rijwielwet zal plaats vinden. Althans, bij K.B. van 24 Maart 1934, 8. no. 125, zijn de hiertoe vereisehte ; aanvullingen en veranderingen nu reeds in het Motor- en Rijwielregle ment aangebracht. Van deze gelegen- ? heid heeft de Regeering tevens ge bruik gemaakt om dezen Algemeenen Maatregel van Bestuur ook nog op enkele andere punten te herzien: vermoedelijk omdat zij oordeelde, datlanger uitstel van deze laatste desiderata om verschillende redenen even eens minder gewenscht was. Dit Staatsblad heeft, als ik het zoo eens noemen mag, een nogal slechte pers gehad. Verschillende deskundi gen trouwens, van ,,het Verkeer" heeft tegenwoordig iederén verstand l , ??hebben het in de dagbladen en in de tijdschriften onder het mes geno men. Deze beschouwingen hadden overwegend een negatief karakter: men had nl. betrekkelijk weinig oog voor-hetgeen thans tot stand is ge.komen, maar daarentegen des te meer voor alles wat er nog ontbreekt, zooals bijv. een betere regeling van den voorrang op kruispunten, van de verblindende verlichting, van de remeischen, enz. enz. Kortom, van vél waardeering gaven deze critieken nu niet bepaald blijk \ Ik geloof echter, dat thans, nu de gemoederen weder wat tot rust zijn gekomen, de tijd daar is, om nu eindelijk ook eens iets goeds over de nieuwe voorschriften te laten hooren. Het spreekt vanzelf, dat ook ik van meening ben, dat ons Motor- en Rijwielreglement op tal van punten aanvulling of herziening behoeft: men zal het echter met mij eens zijn, dat toch moeilijk van de Regeering verwacht kon worden, dat zij ter wijl een wijziging van de Wet immers zér aanstaande is thans andere! ingrijpende wijzigingen in het Regle ment zou aanbrengen, dan die, welke door de a. s. inwerkingtreding van het verdrag noodzakelijk waren ge worden. M. a. w., alles wat in het Staatsblad no. 125 vermeld staat, en gén ver band met het verdrag houdt, is slechts bijzaak; de quintessens die echter aan de aandacht van de meeste der bovenbedoelde deskundigen" schijnt te zijn ontsnapt ! wordt echter gevormd door ,,§7 bis. Verkeers teekens en verkeersseinen". Het in deze nieuwe paragraaf geregelde is, vooral voor het intercommunaal en internationaal verkeer, van buiten gewoon belang: zoozeer, dat ik bijna zou willen spreken van een mijlpaal in onze verkeerswetgeving. Alvorens nader hierop in te gaan, een enkel woord over den inhoud van het verdrag zelve. De Staten, die het geratificeerd hebben, zijn overeen gekomen om binnen 5 jaar na de inwerkingtreding dat is dus voor ons land vóór 16 Juli 1939 alle verkeersborden en -seinen binnen VRAAGT VOOR UW WON l NGINRICHTIIMG ADVIES EN CATALOGUS L.O.V. TE OOSTERBEEK OF HAAR FILIALEN) Spoor's Mosterd W. A. Spoor Jr, Culemborg. F" F. S l N E M U S Leidschestraat 20-22 AMSTERDAM C. UITGEBREIDE COLLECTIE PYAMA'S. VANAF Fl. 6. 75 HEERENKLEEDING VOOR VADER EN ZOON TOT REDELIJKE PRUZEN ADRIAAN SCHAKEL HEILIGEWEG - TELEFOON 37273 Toen Vader zoonlief had bewogen Ook naar SCHAKEL" toe te gaan Kwam zijn naam bij vaste klanten" Op den HEILIGEWEG" te staan. MEUBELEN UANDKASTEN STALEN SLAAPKAMERS compleet me VERCHROOMDE BUIZEN GELAKTE BUIZEN «.385.KOLDEWEY.COPBIERE LEIDSCHESTR 30 AMSTERDAM hun gebied te vervangen door andere, samengesteld volgens bepaalde richt lijnen. Zoo duidt voortaan een recht hoekig bord altijd een aanwijzing aan: b.v. het teeken van een parkeer terrein. Een rond sein daarentegen mag alleen gebezigd worden om een verbod of een verplichting om iets te doen aan te geven. Een driehoek beteekent gevaar. Verder wordt er zooveel mogelijk gebruik gemaakt van, óók voor den vreemdeling te begrij pen, symbolen. De afbeelding is een voorbeeld van een dergelijk Volken bondsbord", hetwelk door de Amsterdamsche Verkeerspolitie conform de principes van het verdrag is ontwor pen, en reeds sedert eenige maan den in de Leidschestraat toepassing vindt. De Minister van Waterstaat heeft nu de bevoegdheid verkregen en het is te hopen, dat hij hiervan een ruim gebruik zal maken ! om voor alle borden en kenteekens op verkeersgebied, in ons land in gebruik of alsnog in gebruik te nemen, bepaal de modellen vast te stellen. De meeste zal hij, met inachtneming van de normen van het internationale sys teem, nieuw moeten ontwerpen; slechts enkele modellen zijn, als bijlage, bij het verdrag opgenomen. Het gebruik van andere borden of kenteekens is uitdrukkelijk verboden. Zoo zullen wij dus een eind krijgen aan den toestand, dat b.v. te Amster dam parkeerverboden worden aan geduid door ronde borden op paaltjes, te den Haag door kleine rechthoekige bordjes aan de gevels, en in andere plaatsen weer door hélemaal geen ! Ook zal het mogelijk zijn orde te scheppen in den chaos, die er lang zamerhand is ontstaan met betrekking tot de z.g. vluchthcuvelzuilen. Verder heeft de Minister bevoegd heid verkregen om eenheid te brengen in de teekens door de verkeers agenten aan de weggebruikers te geven. Het zal in de toekomst dan niet meer kunnen voorkomen, dat de Amsterdamsche automobilist, voor het eerst in de Residentie ge"komeri, van de teekens van den Haagscheii politieman letterlijk niets begrijpt. Ook ten aanzien van de seinen, gegeven met behulp van al dan niet automatisch werkende toestellen (lichtsignalen), heeft de Minister voort aan, gelijke bevoegdheid. De desbetreffende beschikking van den Minister zal, het kan haast niet anders, door al de afbeeldingen van borden en wat dies meer zij, er als een soort bont prentenboek uitzien. Zij is nog niet in de Staatscourant verschenen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl