Historisch Archief 1877-1940
had voltrokken. De traditioneele rijkdom van
Bolivia., bestaande uit zilver-, tin- en andere
mijnen, heeft zich namelijk in de laatste jaren
gerevaloriseerd. Daartegenover staat, dat het
succesvol aanboren en uitbuiten van petroleum
in. de buurlanden Argentiniëen Peru de aandacht
heeft gevestigd op de sporen van petroleum,
in verschillende gedeelten van het eigenlijke
Bolivia en den Chaco gevonden. De Standard Oil
heeft, sinds jaren een groeiende belangstelling
voor deze streken aan den dag gelegd.
Als derde factor moet in aanmerking genomen
worden de toenemende interesse voor en ontwik
keling van de Boliviaansche provincie Santa
Oruz. Dit is een streek, geheel verschillend van het
Boliviaansche hoogland, die meer gelijkt op Para
guay en het noord-oosten van Argentinië: een
grasstreek, waar honderdduizenden stuks verwilderd
vee grazen in de zoogenaamde llanos", en waar
eenige Europeesche maatschappijen uitgestrekte
landerijen bezitten. Bij een goede en snelle ver
binding met Buenos Aires zouden deze landerijen
zich weldra valoriseereu en een industrie van op
verschillende wijzen geconserveerd vleesch, huiden
enz., als in Paraguay, loonend maken. Maar de
weg van deze Boliviaansche llanos" naar Europa
gaat niet over de Boliviaansche hoogvlakte doch
via het stroomgebied van Rio Paraguay, Rio
Parana en Rio de la Plata.
Ziehier dus de economische verklaring voor het
steeven van Bolivia naar den rechter- of weste
lijken oever van de Paraguay-rivier.
Volgens het zeggen der Paraguayers heeft
Bolivia dit sinds lange jaren zien aankomen,
en zich voorbereid, niet alleen op een conflict
net Paraguay, maar zelfs op een eventueele inter
ventie van buurstaten van Paraguay; heeft zijn
leger georganiseerd en door Duitsche instructeurs
laten drillen; en bovenal: zich buitenlandsche
credieten, uitsluitend in de V. S., verschaft.
Eén ding staat vast: dat Bolivia in de laatste
tien jaren zijn militaire voorposten in den Chaco
in steeds sneller tempo en met «teeds duidelijker
bewustheid heeft voortgeschoven in zuid-oostelijke
richting.
Ziende, dat het mettertijd tot een uitbarsting
zou moeten komen, besloten de andere
Amerikaansche republieken haar bemiddeling aan te
bieden, en om den schijn van baatzuchtigheid
bij die bemiddeling te vermijden onthielden de
buurstaten Argentinië, Brazilië, Chile en Peru
zich van een actieve rol in die bemiddeling, en
werd de actieve bemiddelaars-rol gespeeld door de
V. S., Uruguay, Mexico, Colombia en Cuba. Deze
bemiddeling werd gecristalliseerd in een confe
rentie te Washington, welke einde 1931 bijeen
kwam, en nog aan het beraadslagen was, toen de
Bolivianen, in Juni 1932, plotseling het Para
guaysche fort (d. i.: blokhuis) Pitiantuta over
rompelden. De Paraguayers protesteerden ten
overstaan der conferentie, en heroverden het fort
in Juli van hetzelfde jaar.
De conferentie spatte uiteen; de oorlog begon
in vollen ernst, voorloopig zonder oorlogsverkla
ring omdat geen van beide regeeiingen het odium
daarvan op zich wilde nemen, en vanaf dat
oogenblik werd met afwisselend succes, maar over het
algemeen met terreinwinst voor de Bolivianen,
gestreden.
Het zou geen doel hebben, hier ter plaatse de
geheele Chaco-campagne in kleuren en geuren
te beschrijven; wij moeten volstaan met het zoeken
van een verklaring voor het verloop der campagne.
Om dit te kunnen begrijpen, dient men zich de
volgende feiten voor oogen te houden:
Het Boliviaansche leger was talrijker dan het
Paraguaysche, in overeenstemming met de drie
maal grootere bevolking van Bolivia; het was
uitstekend bewapend en was op Duitsche wijze ge
oefend en gedrild. Tegenover deze voordeelen ston
den groote nadeejen. Het leger bestond, wat de een
voudige soldaten aangaat, grootendeels uit
volbloedIndianen die zich sinds jaren door de heerschende
standen onderdrukt gevoeld hadden, en verschei
den malen tegen deze opstanden hadden georgani
seerd, welke bloedig onderdrukt waren. Velen
dezer Indianen waren, naar aan schrijver dezes
door in Bolivia woonachtige vreemdelingen, die
er getuige van waren geweest, met geweld geprest
voor militairen dienst. Het Boliviaansche leger,
gewoon aan de hoogvlakte, moest strijden in de
laagvlakte, soms in drassige streken, waar malaria
heerscht; het opereerde zeer ver van zijn basis,
en had onder Duitsche instructie geleerd, te
vechten in gesloten formatie.
Het Paraguaysche leger was J'buitengewoon
slecht uitgerust. Het was gering in getale; de sol
daten, die zich bij het uitbreken van den oorlog
in den Chaco bevonden, beliepen niet meer dan
een duizend; zij hadden elk een of twee clips
patronen; de officieren slechts n ronde voor
hun revolvers. Het Paraguaysche leger had bijna
geen machine-geweren en slechts weinige, ver
ouderde kanonnen. Tegenover deze nadeelen
stonden de volgende voordeelen: onder de Para
guaysche soldaten, hoewel nagenoeg in den
zelfden graad Indianen als de Bolivianen, bestaat
geen wrok tegen de meer gegoeden, heerschenden
stand, omdat de Paraguayer de typische kleine
landarbeider, met eigen bezit, is, en zich onafhan
kelijk voelt. De Paraguayers opereerden niet
zoo vsr van hun basis als de Bolivianen, en op
een terrein, dat op het hunne leek.
(Slot óp pag 14)
' -x.
i
V.
;m,fm^"
T'A
>,?
*«*>
*.»* '*?"