Historisch Archief 1877-1940
. 2974
De Groene Amsterdammer van 2 Juni 1934
15
Duitsche vorderingen
C. A. Klaasse
En Hollandsche rechten
Na ruim een maand onderhandelen te Berlijn
zijn de vertegenwoordigers der crediteuren
op-langen-termijn tot de ontstellende conclusie gekomen,
dat het niet mogelijk bleek in gemeen overleg en
met goedkeuring van alle partijen, d.w.z. de ver
schillende crediteurlanden en Duitschland zelve,
tot, een regeling van het transfer te komen. Hetgeen
trouwens bij den aanvang der conferentie wel nie
mand serieus zal hebben verwacht. Wat Duitsch
land wilde aanbieden was zoo weinig, dat daarvoor
nauwelijks enthousiasme aan de zijde der credi
teuren zou kunnen ontstaan, althans niet bij die
crediteurlanden, die, zooals Zwitserland en Neder
land, een sterk passieve handelsbalans met Duitsch
land hebben.
Wanneer men naar positieve resultaten voor
deze conferentie moet zoeken dan zouden het deze
zijn:
een succes, zij het dan ook in de eerste plaats
«uccès d'estime, voor Duitschland is de erkenning
door de crediteuren op grond van zorgvuldig on
derzoek der tegenwoordige en toekomstige
deviezenpositie" dat het aanneembaar is concessies te
doen om de transfermoeilijkheden te helpen over
winnen", een erkenning neergelegd in het com
muniquébetreffende het resultaat der gevoerde
besprekingen;
een succes voor de crediteuren behelzende een
handhaving der verplichtingen waarvoor geen
transfer plaats vindt in den origineelen vorm. Het
groote bezwaar, dat telkens weer is gemaakt tegen
de transferregeling, zooals die tot nu toe en tot
l Juli a.s. geldt, was het feit, dat Duitschland
de«reteerde, dat alle verplichtingen, die onder het
moratorium vielen, gekweten werden geacht zoodra
Storting daarvan in marken bij de
Konversionskasse had plaats gevonden. Die doorn zal ons uit
. het oog worden genomen: zoolang er niet getrans
fereerd is, dan wel een afkoop der verplichtingen
faeeft plaats gevonden, blijven deze in vollen omvan g
»in de valuta, waarin zij luiden, gehandhaafd.
Maar overigens is er niet veel anders gebeurd
dan dat Duitschland zijn aanvankelijk plan heeft
doorgezet om het transfer met ingang van l Juli
?volledig stop te zetten. Dat blijft dus het voor
naamste verschil met de regeling tot nu toe dat
toen 50 resp. 30% (voor het tweede halfjaar 1933
resp. het eerste halfjaar 1934) der renteverplich
tingen in deviezen werd betaald. In de genoemde
tijdvakken bleef 50 resp. 70% geblokkeerd door
storting bij de Konversionskasse, dat zal nu voor
de volle 100% der verplichtingen plaats vinden.
Slechts n uitzondering is daarop gemaakt n.l.
ten. aanzien van de verplichtingen van het Duitsche
Bijk, zoodat andermaal Young- en Dawes-leening
dea dans ontspringen en dit keer ook de andere
Duitsche rijksschulden. Tenslotte zal ook de
Kalileening wel weer buiten schot blijven, niet omdat
Duitschland dat toegeeft maar omdat, volgens de
leeningsvoorwaarden, de payingagents automatisch
in het bezit der noodige deviezen komen. Terwijl
tenslotte de Stillhalteafspraken door de nieuwe
regeling onaangetast blijven.
Dat Duitschland zou blijven staan op volkomen
Stopzetting van het transfer was te voorzien. Vol
gens de Duitsche handelsstatistieken is er immers
geen Pfennig aan deviezen beschikbaar voor den
rentedienst, is er integendeel een. tekort! Nu is
daartegen natuurlijk in te brengen, dat het Duitsch
land's eigen schuld is dat de export sterk is inge
krompen als reactie op de autarkische handels
politiek en de Jodenvervolging, maar een feit blijft
het daarom toch. Wat eerstgenoemden factor betreft
is het trouwens niet waarschijnlijk dat de uitvoer
\ DOOS 20 CT.- TUBE 40 EN 60 CT.
als reactie op de handelspolitieke afsluiting sterker
is ingekrompen dan de invoer, zoodat ook het saldo
der handelsbeweging niet onder dien invloed staat,
en juist om dat saldo gaat het voor de
transfermogelijkheden. Er is nog veel meer tegen te werpen:
Duitschland gaat bij de vraag of de schuldendienst
voldaan kan worden uit van zijn handelsbeweging,
die als een gegeven grootheid aannemend. Het is
allerminst een zotte gedachte van de crediteuren,
dat de dienst hunner schulden primair is, en dat
men de handelsbeweging maar daarnaar moet rich
ten, in plaats van zooals nu die im- en export als
gegeven grootheden te beschouwen. Dat het vooral
kwaad bloed heeft gezet dat groote voorraden arti
kelen door Duitschland werden en worden inge
voerd die, om het euphemistisch te zeggen, niet ge
heel ongeschikt zijn om voor oorlogsdoeleinden te
gebruiken, spreekt vanzelf. Maar anderzijds moet
men niet vergeten, dat vooral in den laatsten tijd de
regeering in zeer sterke mate de voor import be
schikbaar gestelde deviezen heeft besnoeid. Korte
lings werd het basispercentage deviezen, aan im
porteurs ter beschikking te stellen, teruggebracht
tot 10% tegen nog 50% een jaar geleden. Een
tweede punt, dat veel kwaad bloed heeft gezet, is
de ook nu nog regelmatig plaats hebbende terug
koop van obligatiën door Duitschland zelve. Deze
omstandigheid leidde tot de veronderstelling dat,
ondanks de handelsbalanscijfers, Duitschland
blijkbaar nog 'voldoende deviezen had om zijn
schulden tegen een fractie van de nominale waarde
in te koopen. Duitschland heeft daarbij steeds te
zijner verdediging aangevoerd, dat die inkoop plaats
vond in samenhang met transacties van
zusatzlicher Export". Waar tegenover de crediteurlanden
weinig neiging aan den dag legden om dit te
gelooven. Daarbij moet echter eerlijkheidshalve worden
aangeteekend dat dit wantrouwen in Duitschland's
beweringen terzake niet op feiten gebaseerd was
en kon zijn. Want het is voor iemand die niet geval
voor geval in Duitschland zelf onderzoekt niet te
controleeren of de Exportvaluta", waarmee die
terugkoop plaats vindt, al of niet afkomstig is uit
een handelstransactie die alleen tot stand kon
komen dank zij de premie op die Exportvaluta.
Uit den inhoud van het communiquéder besprekin
gen, dat dit punt uitdrukkelijk aanroert, zou men
opmaken* dat de crediteuren minder sceptisch te
genover Duitschland's goede trouw in dit opzicht
zijn komen te staan.
Wat nu ook van dit alles waar of niet waar is,
dat Duitschland het transfer geheel moest of wilde
stopzetten, stond wel vast. Men heeft dat liefst
willen doen in overleg met en onder goedkeuring
van de vertegenwoordigers der crediteuren. Enge
land, Zweden en Frankrijk hebben voorwaardelijk
toegestemd, Amerika vindt het voorstel onbillijk"
en Zwitserland en Nederland hebben botweg af
gewezen. Zoodat tenslotte Duitschland er wel toe
zal moeten komen om eenzijdig per l Juli a.s.
een absoluut transfermoratorium te decreteeren.
Evenzeer als dit te voorzien was, evenzeer kon
toch ook verwacht worden, dat het bij
niet-betalenzonder-meer niet zou blijven. In dat verband moet
men bedenken, dat de Sperrmarken en de scrips
der Konversionskasse in den laatsten tijd een
steeds toenemende beteekenis hebben gekregen
voor den steun aan den Duitschen export. Een stij
gend deel van dien uitvoer kon slechts gehandhaafd
worden door het toekennen van exportsubsidies.
En daarvoor was nu juist het geld van de credi
teuren opperbest te gebruiken. Juist omdat er
zooveel buitenlandsche verplichtingen waren- is
het Duitschland mogelijk geweest om ten aanzien
van den uitvoerhandel den heilzamen" invloed van
valutadepreciatie te ondergaan zonder dat het
noodig was de mark als zoodanig te laten kelderen.
De Sperrmarken en scrips. die de Golddiskontobank
koopt met een flink disagio, kunnen aan exporteurs
ter beschikking gesteld worden, zoodanig, dat zij
voor de opbrengst van hun uitvoer veel meer marken
krijgen dan volgens de Berlijnsche wisselkoersen.
Wil men den exporthandel niet nog meer terrein
laten verliezen, dan kan Duitschland dezen stimu
lans niet missen. Het alleen te laten aankomen op
Sperr- en K egistermarken zoxi beteekenen: zich op
een veel kleiner aanbod in te schieten, zoodat het
te voorzien was, dat men weer in het rentetransfer
een middel voor dit doel zou zoeken. En daarvoor
was het noodig, dat san stopzetting van het transfer
een achterdeurtje verbonden werd, nl. den.
creditexiren aanbieden de geblokkeerde gelden af te koopen
met een flink disagio. Dit is dan ook gebeurd.
Voor Duitschland is het aanbod om de vervallen
rente te fundeeren" in tienjarige obligaties bijzaak,
hoofdzaak de aankoop dier obligatiën of direct de
coupons tegen een koers die voorloopig op 40 pCt
is ingesteld. Terwijl tot nu toe de transferregeling
voor andere landen dan Zwitserland en Nederland
een disagio van 25 resp. 23.5 pCt. opleverde,
wordt dat nu 60 pCt. hetgeen dus voor de
,,zusatzlicher Export" een stevige steun bet eekent.
P Tot zoover de algemeene regeling. Maar de eigen
lijke onderhandelingen komen nog, en wel met elk
land afzonderlijk. Dat was immers de omstandig
heid waarop in de eerste plaats een minnelijke
regeling der materie moest afstuiten: de totaal
verschillende positie der onderscheiden crediteur
landen met betrekking tot de transferkwestie. Van
den beginne af aan hebben wij een voorkeursre
geling" gehad. Zeer terecht hebben onze verte
genwoordigers te Berlijn opgemerkt dat van een
voorkeur allerminst sprake is, hoogstens van een
speciale regeling in verband met onze speciale
positie met betrekking tot de deviezenverhoudingen
in Duitschland. Men moet toch niet vergeten, dat
het punt, waarom hier alles draait, is: de deviezen,
die Duitschland uit zijn zichtbaren en onzichtbaren
export toevloeien, rekening houdend met hetgeen
er na vereffening met de importen overblijft.
Duitschland kan niet betalen omdat er geen
exportsaldo is. Welnu: in de handelsbeweging met
ons land, Zwitserland en enkele andere landen is
er wel zulk een saldo en een zeer omvangrijk saldo
zelfs. Maar bovendien heeft de regeering zich ver
bonden nog extra-invoeren te accepteeren die dus
den beschikbaren deviezenvoorraad van Duitschland
nog weer met een gelijk bedrag vermeerderen.
Zoodat die regeling volkomen logisch is en zeker
niet kan worden aangevochten door andere cre
diteuren. Bezwaar zouden zij kunnen maken
wanneer de ne crediteur niet en de andere wel
betaald werd, maar het gaat niet om betaling doch
om betaling in deviezen, om transfer. En ten aan
zien daarvan moet de zaak heel anders worden
bekeken; de regeling, die wij met Duitschland
troffen, komt daarop neer en gaat ook uit van het
standpunt dat wij onszelf betalen, dat wij zelf de
noodige deviezen voor ons transfer bezorgen.
De onderhandelingen voor ons moeten dus eigen
lijk nog beginnen. Hoewel het natuurlijk geenszins
vaststaat dat na l Juli op den voet als tot nu toe
kan worden voortgegaan ook in dat geval zou
den wij naar verhouding meer extra-invoer moeten
aannemen omdat het nu niet gaat om een
scripgedeelte van 50 of 70, maar om n van 100 %
behoeft men daarover toch niet pessimistisch te
zijn. Het clearingwapen is een machtig wapen, en.
hoewel de regeering het zeer ongaarne zau
hanteeren boezemt het de Duitsche waarschijnlijk al
voldoende gezag in. dat het wapen schietklaar is.
Tot een voorkeursregeling in het voetspoor
van de bestaande zal het dan ook wel weer komen,
het voornaamste marchandeeringsobject zal dan
de omvang der extra-invoeren, die wij moeten toe
laten, zijn. Dat de voorwaardelijke toestemming die
Engeland c.s. hebben gehecht aan Duitschland's
voorstel komt te vervallen zoodra met een i g land
een voorkeursregeling; wordt gemaakt zal wel geen
onoverkomelijk beletsel zijn, want de minnelijke
schikking is nu toch eenmaal mislukt. Dit geldt te
meer omdat aan Engeland een soortgelijke regeling,
als met Zwitserland en Nederland werd getroffen,
bij vorige gelegenheden werd aangeboden doch
door dit land geweigerd in het belang van de
homeniarket der industrie ! Het woord is nu aan onze
regeering. Laat zij zorgen dat de Duitschers ons
niet weer ietwat smalend kunnen toevoegen (zooals
mij eenige malen in Berlijn is overkomen bij ge
sprekken over dit onderwerp): de Zwitsers zullen
het wel weer voor jelui in orde maken.
N.V.ARHHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
HYR KAPITAAL BESCHIKBAAR
DIRECTIE M?5J.VANZlJ5T-f1?J.F.VERSTEEVEN