De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 2 juni pagina 17

2 juni 1934 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

NTIE IJK *K l veel ongevoeligheid kon hij niet opbrengen om haar bruidsjapon te verbranden. Doch hij kon het .kleed ook niet houden. O, dat relikwieën altijd een obsessie moeten worden, die wij nooit geheel kwijt kunnen raken. Hij klaagde zijn nood aan een vriend die hem begreep, zooals slechts vrienden elkander verstaan. Het groote onbekende," zei de vriend. Die japon moet óók verdwijnen in het groote onbekende. Dat is de eenige oplossing voor jou. En.... Als de bruids japon verkocht is, krijgt de nieuwe vrouw voor twintig min n gulden lelies van hun huisvriend. De opbrengst van het kleed. Zoo is de tragiek van het mannenleven; een vrouw haalt er altijd voordeel bij. Ach vrouwen. . Ik schrok. De deur was opengegaan en Erna weer binnen gekomen. Ik had er niets van gemerkt, verzonken als ik was in het drama van de bruids japon. Sliep je?" vroeg ze vriende lijk, alsof er niets gebeurd was. Neen, zoo half en half, door het wachten op jou. Waar ben je geweest 'i'' \ Even bij Hetty. Ze laat je J groeten." Waarom opeens bij Hetty?" Het kwam zoo maar in me [op, en het blijkt dat mijn instinct nog altijd voortreffelijk werkt. Ze had groot nieuws. ..." Ja?" Weet je wat, ik ...Ja domme jongen; ze is verder zaleen advertentie dan wij. Ze gaat de volgende maand plaatsen. Jij be- trouwen." hoeft van niets te Erna begon onzichtbare pluisjes weten...." uit mijn huisjas te trekken en mij Het scheen de daarbij lang en diep in de oogen beste oplossing. De te zien. 2e wist dat haar zachtbruine ander gaf toe. blikken iets onweerstaanbaars had den en dat brunettes in het algemeen, zelfs de kolonelsdochters onder hen, iets onoverwinnelijks bezitten. ? Ik hoop voor Hetty dat ze zender bruidsjapon trouwt," zei ik, terwijl ik zélf hoorde hoe béte het klonk. Maar juist nu scheen Erna het niet te merken, want terwijl ze haar arm om mij heen sloeg, zei ze enkel: En wij, lieveling, wanneer zijn wij zoover?" Als ik geen advertenties meer lees," antwoordde de oprechte stern in mijn binnenste; doch ik wachtte mij wel het in luide woorden te zeggen. Ik kuste haar slechts en trachtte de rest van de wereld een wijle te vergeten. Veel later heb ik gedacht, dat de advertentie best een eenvoudiger, maar daarom niet minder dramati sche oorsprong had kunnen hebben. Waarom is het simpelste altijd het laatste waaraan wij denken? Was het niet de meest voor de hand liggende verklaring dat de bruids japon werd te koop geboden door een bruid wier huwelijk ter elfder ure niet doorging. Omdat. . . . Maar waarom zou mijn huwelijk met Erna niet doorgaan? Schilderkunst Op Arti te Amsterdam Dankbaarheid is een zeer zeldzame eigenschap (ik heb dit pas nog bij een schilder ondervonden) en ik meen mij niet te vergissen, wanneer ik de zeld zaamheid dezer eigenschap toeschrijf daaraan, dat alleen een bepaalde grootte van een karakter'er de weelde daarvan toestaat en dat alle kleine karakters zich onmiddellijk versmald en verschraald gevoelen, wanneer zij deze dankbaarheid moesten bekennen; zij zijn bevreesd iets af te staan, omdat zij dan het gevoel dadelijk krijgen niets meer over te houden; het schijnt hun de uiterste kracht te kosten zichzelven te handhaven en niet op te los sen in de algemeene onbeteekenendheid. Het was daarom een der genoe gens voor mij en het is dat gebleven op Arti een zeldzaam bewijs dezer dankbaarheid aan te treffen en tege lijk een bewijs van gulheid. Zóó zie ik toch het schilderwerk van Mevrouw van Iterson-Knoepfle. Wat wij hier toch vinden aan schilderwerk van haar is een buitengewoon bewijs van dank baarheid jegens haar meester Opsomer en is tevens een bewijs van gulheid van dien leermeester Opsomer. Zaoals ge het altijd aantreft bij zeldzame dingen, dat ge plots en onverwacht een overmaat daarvan vindt, zoo is het hier. De dankbaarheid van .Mevr. van Iterson is werkelijk overdadig en ge stelt u voor haar breed en opengehou den stillevens, snel verwerkelijkt, de vraag: wat is er feitelijk van mevrouw zelf en wat is er van haar leermeester ? Toch zijn er stillevens van haar (en dat zijn misschien niet de besten) waar ge in kunt naproeven, dat deze meer van haar zijn dan van Opsomer en dat zijn die, waarin de kleur minder leven dig is en waarin de zwarte minder diepten hebben, waar ge gevoelt dat de hanteering van het met verf be zwaarde penseel minder training en minder onmiddellijkheid ons duidelijk maakt. In deze stillevens, die meer van mevrouw zijn, gevalt het u ook getroffen te worden door de minder gul-geboden assistentie van den leer meester. Maar, zooals ik schreef, toch blijft u, in 't geheel genomen. bij deze groep het gevoel der dank baarheid van de eene en dat der gulheid van den andere bij .... een zeldzaamheid! Het is altijd een jammerlijk treffen wanneer 't een ander lid van denzelf den stam in denzelfden tijd ongeveer dezelfde onderwerpen lust te schil deren als de tweede. In dit geval heeft Van Raalte voor mij steeds verkeerd. Ik bedoel daarmee niet dat hij zonder persoonlijkheid is, dat ne"er te schrij ven zou voor mijn gevoel onjuist zijn en ik zal het ook niet doen. Ik vermoed zelfs, dat de heer Van Raalte, dien ik niet het genoegen heb persoonlijk te kennen, een man is niet zonder geest en wien in het daaglijksche leven te ontmoeten een pleizier zal zijn. Ik ben daar van uit de verte van overtuigd; wanneer het mij ten deel viel hem toch van uit die verte ergens te zien, meen de ik het gevoel te krijgen, dat een zekere beweeglijkheid des geestes on miskenbaar was op zijn gezicht. Ge vindt bij den heer Van Raalte de eigenschappen eigen aan zijn ras en dat is de voorkeur voor het levendig verkeer van menschen onderling, met een wat rijk woord anders gezegd: voor het dramatische. Maar dat niet alleen vindt ge hier, ge vindt hier ook de lust de stille tegenpartij te portretteeren, de natuur dus weer te geven. De zee hoort van zelve daartoe, en het zou aardig analytisch werk wezen eens een stuk te schrijven over deze drie schilders: Isaac Israëls, Louis Hartz en M. J. van Raalte en overeenkomst en verschil van deze drie u volledig klaar te maken. Het werk van David Schulman is voornamelijk dat landschap, dat wel een geregelden kring van koopers moet hebben. Het is ook dat soort land schap, dat ge zonder aarzelen een Hollandsch product kunt noemen, waar mee de veelvuldigheid van het voor komen zoowel den graad der schilder kunst, dien ge Meraan erkent, wordt duidelijk gemaakt. Ik heb dit alles reeds veel keeren neergeschreven, ik zal u de herhaling van het neergeschrevcne besparen; ik meen. daaren boven, dat velen geen uitleg rioodig hebhen van wat hun zoo gewoon is geworden. PLASSCHAEHT fit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl