Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
'Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 * Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2975
Zaterdag 9 Juni 1934
Spelen met vuur
Er zijn verschillende bedenkelijke
symptomen, dat de parlementaire grond
slag, waarop het kabinet Colijn berust,
wordt ondermijnd: de rede van den
Minister van Binnenlandsche Zaken
te Zwolle en het beleid van de Tweede
Kamer bij het aannemen van het
amendement Teulings op de Winkel
sluitingswet.
Toen ruim een jaar geleden hefc kabinet Colijn
gevormd werd, waren zoowel de leden van dat
kabinet als de partijen uit de Tweede Kamer,
'waaruit dat kabinet was voortgekomen, eenstem
mig van oordeel, dat een nieuwe periode in de
Nederlandsche politiek was aangebroken. De geschil
len tusschen de verschillende politieke partijen,
die gedurende vele jaren den politieken strijd had
den beheerscht, die nog kort te voren in den ver
kiezingsstrijd op den voorgrond hadden gestaan,
zouden naar den achtergrond worden gedrongen
en onder den drang van den economischen nood
zou men het volle licht laten vallen op die nationale
belangen, waarover geen verschil van meening
bestond.
Van uit de Tweede Kamer werd aan den kabinets
formateur gevraagd, hoe het mogelijk was, dat in
het kabinet twee ministers zitting hadden geno
men, die voorstanders waren van nationale ont
wapening, terwijl dat punt toch stellig niet voor
kwam op het regeeringsprogramma.
De formateur antwoordde, dat men in het ver
volg alleen zou mogen spreken van kabinetspolitiek
en niet van de politiek van elk van de verschillende
ministers afzonderlijk.
De Tweede Kamer heeft in den loop van dit zit
tingsjaar bij een groot aantal zeer belangrijke en
zeer ingrijpende wetsontwerpen blijk gegeven, .dat
Zjj bereid is op grond van het vertrouwen, dat zij
beeft in dit ministerie, heel wat meer te slikken,
dan men vroeger voor mogelijk zou hebben ge
houden. En ook de ministers hebben blijk gegeven
van een mate van homogeniteit, die men in een
zoo heterogeen kabinet vroeger voor onmogelijk
zou hebben gehouden.
Is de economische crisis zooveel minder ernstig
geworden dan zij een jaar geleden was, of heeft
die samenwerking te veel van de krachten van de
dames en heeren gevergd, of is misschien de vrees
voor den groei der anti-parlementaire groepen, die
ongetwijfeld het hare tot de toenadering der ver
schillende politieke partijen heeft bijgedragen, zoo
verminderd, dat de stilzwijgend gesloten wapen
stilstand is opgezegd?
Men zou het bijna gelooven, wanneer men let op
de scherpe tegenstellingen, die in den laatsten tijd
aan den dag zijn gekomen en die het gevolg zijn
van gebrek aan tact en gemis aan inzicht in den
ernst der politieke situatie bij onze leidende politici.
Ik sta een oogenblik stil bij twee van deze symp
tomen: de rede van den Minister van Binnenland
sche Zaken voor zijn jongere geestverwanten te
Zwolle en de behandeling van het wetsontwerp tot
wijziging van de Winkelsluitingswet in de Tweede
Kamer.
Minister de Wilde heeft het oirbaar geacht te
Zwolle een feilen aanval te doen op de liberale be
ginselen en uit te spreken, dat naar het oordeel
van den kabinetsformateur de regeeringszorg voor
den radio bij een liberalen minister niet veilig is.
De psychologische verklaring voor deze ontact
volle rede zal wel zijn, dat men in
anti-revolutionnairen kring met leede oogen ziet, dat het beleid
van het kabinet een liberaal karakter draagt en dat
zelfs de minister-president in een onbewaakt oogen
blik in de Tweede Kamer heeft verklaard, dat er
wel wat goeds in de liberale beginselen schuilt.
Bovendien vermoed ik, dat de heer de Wilde niet
wist, dat de pers een verslag van zijn rede zou
geven.
Dat zijn verklaringen, maar geen verontschul
digingen. De minister heeft echter zeer spoedig
ingezien, dat hij zijn mond voorbij gepraat had en
met een ridderlijkheid, die men in hem moet prij
zen, heeft hij openlijk amende honorable gedaan.
Daarmede is de zaak zelf van de baan, maar als
een symptoom van een bedenkelijke mentaliteit
blijft de gebeurtenis in onze herinnering hangen.
Heel wat ernstiger zijn de moeilijkheden, die
zich hebben voorgedaan bij de behandeling van
het wetsontwerp tot technische herziening van de
Winkelsluitingswet.
Niemand minder dan de heer de (ieer en met
hem de heeren Aalberse en Joekes hebben minis
ter Colijn verweten, dat hij, die ten slotte berust had
in de indiening door minister Verschuur van een
wetsontwerp tot vergrooting van het aantal uren,
dat sommige winkels op den Zondag geopend zou
den mogen zijn, ook bereid had moeten zijn als
Minister van Economische Zaken ad interim dat
wetsontwerp in de Tweede Kamer te verde
digen.
Het is echter niet hetzelfde, als minister ter
wille van de homogeniteit van het kabinet te be
rusten in een uitspraak van de meerderheid van
het kabinet, als wel zelf als verdediger van dat be
sluit in de Tweede Kamer op te treden.
Minister Marchant draagt ten gevolge van de
homogeniteit van het kabinet mede zijn deel van
de verantwoordelijkheid voor de begrooting van
defensie, waartegen hij als lid van de Tweede Kamer
op grond van de beginselen, die hij is toegedaan, in
de laatste jaren steeds zijn stem heeft uitgebracht.
Het zou echter een zonderlinge samenloop van
omstandigheden zijn geweest, den heer Marchant
als Minister van Defensie ad interim te belasten
met de verdediging van de begrooting van het
Departement van Defensie.
Het is onbegrijpelijk, dat de heer Teulings heeft
Inhoud:
j. Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Spelen met
vuur.
2. Günther Stein, Vlootconferentie.
3. L. J. Jordaan, Het spook van Genève.
4. Constant van Wessem, Beethoven in het
Stadion.
5. Melis Stoke, Internationale hoffelijkheid.
B. van Vlijmen, Sphinx-Marchant.
6. Ed. de Nève, Engelsche boeken.
j. Dr. P. van. Olst, Physisch ontwikkelen.
Mr. F. Coenen, Kunst en sport.
9. L. J. Jordaan, Alarm.
io-n. A. Plasschaert, Schilderkunst.
12. Mr. H. Scholte, Rubber.
B. Merkelbach, Woonbouw te Rotterdam.
C. A. Klaasse, Werkprogram 1934.
Uit het hladschrijt van Jantje. Alida
Zevenboom, Croquante croquetjes.
17. J. W. de Snijder, Poesjenellenkelder.
18. Mr. E. Elias, Schoonheid van Nederland.
Trudi Schoop.
Charivarius, De leeraar, teekening T. v. d.
Elzen.
Charivarla. Letterraadsel. N., Sprookjes
paleis.
Omslag: Spelproblewen.
13
16
19
20.
Viooltjes
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGERS
Let op den naam f
kunnen meeneri. dat minister Colijn zou hebben kun
nen berusten in een amendement op het wetsont
werp tot technische herziening van de Winkelslui
tingswet, waardoor het beginsel, waartegen hij ver
klaard had bezwaar te hebben, in dat wetsontwerp
werd overgebracht.
De Tweede Kamer had minister Colijn dat echec
moeten besparen, dat trouwens meer een echec is
van het beleid van de meerderheid van de Tweede
Kamer, dan van den .Minister van Economische
Zaken ad interim.
Men kon op zijn vingers narekenen, dat het 7.00
zou afloopeu en dat de winkeliers, die men te hulp
wilde komen, door de aanneming van liet amende
ment niet zouden worden gebaat.
Er bestond geen overwegend bezwaar tegen de
verruiming van het aantal uren. waarop winkels
op Zondag geopend mogen zijn, uit te stellen, dat
de nieuwe Minister van Economische Zaken zou
zijn opgetreden.
Het is een bedenkelijk teeken, dat men
terwille van een beginseluitspraak, die geen enkel
effect kon sorteeren, welbewust den minister
president een echec heeft doen leiden.
Voelen de dames en hoeren, die daarvoor de
verantwoordelijkheid dragen, niet, dat zij. op die
wijze handelende, spelen met vuur in een gebouw,
dat buitengewoon gemakkelijk in vlammen kan
opgaan ? A. C. JOSEPHUS JITTA