De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 9 juni pagina 13

9 juni 1934 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

t woongebouw in den Berg polder te Rotterdam Staalconstructie Architecten : Ir. J. Brinkman, Ju. C. v. d. Vlngt en ir. W. van Tyen; Er is een merkwaardig verschil te constateeren in de recente uitingen van stadsuitbreiding en bouwkunst te Rotterdam en Amsterdam. Niet zoo heel lang geleden leefde men te Amsterdam in de veronderstelling, dat men nergens beter in den lande de nieuwe wijken en uitbreidingen verzorgde dan hier, en dat de tijd gekomen was, dat men rustig de toekomst kon afwachten, daar men alles zoo. organiseerde dat Amsterdam wel superieur zou blijven, althans het bereikte niveau zou weten te handhaven. Met het systeem van erfpacht en gronduitgifte had en heeft déDienst van Publieke Werken, dus de Gemeente, een machtig wapen in handen om allee te regelen en te ordenen, binnen de grenzen van het onder de huidige omstandigheden bereik bare. Politiek en maatschappelijk zijn alle gemeentemaatregelen natuurlijk aan bepaalde grenzen gebonden, maar binnen deze grenzen wist men toch een systeem te ontwerpen waarbij men het beste" zou bereiken. Commissies werden in gesteld, een overleg tusschen alle diensten heeft doorloopend plaats, en niets komt tot stand of het heeft eerst een punt van bespreking uit gemaakt op n van de vele commissievergade ringen. Het is zeker de groote verdienste van den directeur van Publieke Werken, ir. de Graaff, dat het in Amsterdam zoover gekomen is, dat er gezamenlijk gewerkt wordt aan den opbouw van de nieuwe stad, en dat er geen eindelooze ruzies tusschen de verschillende gemeentelijke diensten bestaat, zooals die uit andere groote Gemeenten bekend zijn. Er is echter een groot bezwaar aan dit ordenen en regelen van de verhoudingen in de bouwwereld. Ten eerste worden alle uitingen op architectuur gebied vervlakt tot het middelmatige, en dan nog het middelmatige van een bepaalde getolereerde richting, en ten tweede wordt door het regelen van de verhoudingen tevens een bestendiging van deze verhoudingen verkregen, en dat is waarschijn lijk wel. het grootste bezwaar van dit systeem. Want langzamerhand zullen we het er toch alle maal over eens zijn, dat de verhoudingen in de bouwwereld te Amsterdam verre van ideaal zijn. De balcons B. Merkelbach De~*! eigenbouwer die de huizen en woningen ontwerpt en bouwt en de architect die er zich voor leent om deze producten aesthetisch" te verzorgen, d.w.z. er een geveltje voor te ontwerpen, dat de goedkeuring van de com missie kan verkrijgen, deze samenwerking kan nimmer tot een gezonden, Ie venden stadsopbouw leiden, en hoe eerder deze verhoudingen wijzigen hoe beter het is. Want hiermede wordt een etadsdecor verkregen, dat niet meer dan een decor is, dat de vluchtige bezoeker bevredigt, doch remmend werkt op de ontwikkeling van een gezonde wooncultuur, waarbij woningen, plattegrond, gevel, verkaveling en wijk een onverbrekelijk en natuurlijk geheel vormen. Wij zijn de laatste jaren dan ook in Amster dam niet veel verder gekomen, en dat stil staan achter uitgaan beteekent, blijkt thans over duidelijk, wanneer we de laatste uitingen op architectuur gebied te Rotterdam bezien. In Rotterdam heeft men de reglementeering niet zoover doorgevoerd. De oude liberale Rotterdamsche geest heeft er zich in den grond der zaak altijd tegen verzet. Men heeft er dan in Rotterdam ook niet naar gestreefd het beste er uit te halen wat onder de gegeven omstandigheden bereikbaar was. De alkoof woningen zijn nog daar en worden nog steeds gebouwd, alsof men de slechte reputatie die Rotterdam heeft op het gebied van volks huisvesting, tot eiken prijs wil handhaven. Men streeft er niet overmatig naar om den eigenbouwer in het keurslijf der aesthetische" verzorging te wringen, een soort bauberatung" is het uiterste wat men van plan is den eigen bouwer in den weg te leggen, doch overigens laat men de ontwikkeling zijn vrijen loop. Ik ben niet voldoende met de Rotterdanische verhoudingen in de bouwwereld op de hoogte orn dit tot in alle details te kunnen beoordeelen, doch de algemeene indruk dien men bij een bezoek aan Rotterdam's nieuwe wijken opdoet, is dat de eigenbouwer nog heel wat meer in de melk te brokkelen heeft dan in Amsterdam, en dat niet die waarde aan de wijkeenheid wordt gehecht als te Amsterdam het geval is. Het is bijv. mogelijk gebleken, dat de architecten Brinkman en v. d. Vlugt eenige wit-gepleisterde villa's bouwden, ten midden van baksteenen huizen, zonder dat men het noodig achtte deze weg te stoppen. Het is ook mogelijk gebleken dat deze architecten in samenwerking met ir. W. van Tyen een negen verdiepingen hoog woongebouw in den Bergpolder zetten, waarvan de bouw te Amsterdam in alle opzichten in strijd zou zijn met de bouwverorde ning en waarvan de plannen te Amsterdam zeker reeds bij de eerste de beste commissie zouden zijn blijven steken. .Toen er jaren geleden (in 1929) te Amsterdam Het Woongebouw door een architec ten-vereeniging (,,de S") in een adres aan den O em e e n t eraad op werd gewe zen, dat li o o g b ouw misschien een moge1 ij k h e i d was om tot betere en goedkoopere wonin gen te ko men, wist men niet beter te doen, dan een commissie in te stellen, die dit vraagstuk zou bestudeeren. Vier lange jaren heeft deze commissie gestudeerd, en aan het eind van het vorige jaar verscheen het rapport van de Commissie voor den hoogen bouw ! Dit rapport staat op vrij wel alle punten afwijzend tegenover hoogbouw, de bezwaren zijn, althans volgens de commissie, tallooze, terwijl het volgens het rapport, vrijwel economisch en constructief tot de onmogelijkheden behoort om een, uit een oogpunt van volkshuisvesting, bevredigende op lossing te vinden. Zij besluit dan ook met voor te stellen om. . . . een nieuwe commissie in te stellen, die het vraagstuk op een ruimer basis kan bezien. Dit past volledig in de Amsterdamsche werk methode ! ! In Rotterdam echter werd in 1928 op initiatief van ir. Plate de N .V. Volkswoningbouw Rotterdam opgericht, die zich ten doel stelde mede te werken aan de oplossing van woningproblemen, niet door het instellen van commissies, doch door de moderriiseering van bouwmethode en bedrijfsorganisatie. Deze maatsckappij is sindsdien actief bezig geweest om langs den eenig mogelijken weg tot woningverbetering te komen nl. door te bouwen. Veel van baar plannen leden ook schipbreuk, enkele werden uitgevoerd, maar het belangrijkste is toch wel zoo het juist gereed gekomen woon gebouw in den Bergpolder. Dit gebouw is geen dol experiment, daarvoor zijn de initiatiefnemers te ernstige menschen, het is er ook niet gekomen omdat men een aesthe tisch moment" in het stadsplan verlangde, zooals met den hoogbouw aan het Dan. Willinkplein het geval was, er zijn ook geen terreinen voor laag bouw bij uitgegeven die de exploitatie van den hoogbouw moeten goedmaken, het is niet meer en niet minder dan een zoeken naar de oplossing van het woonprobleem zooals zich dat heden aan ons voordoet. (Slot pag. 14)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl