Historisch Archief 1877-1940
t woongebouw in den Berg
polder te Rotterdam
Staalconstructie
Architecten : Ir. J. Brinkman, Ju. C.
v. d. Vlngt en ir. W. van Tyen;
Er is een merkwaardig verschil te constateeren
in de recente uitingen van stadsuitbreiding en
bouwkunst te Rotterdam en Amsterdam. Niet
zoo heel lang geleden leefde men te Amsterdam
in de veronderstelling, dat men nergens beter in den
lande de nieuwe wijken en uitbreidingen verzorgde
dan hier, en dat de tijd gekomen was, dat men
rustig de toekomst kon afwachten, daar men alles
zoo. organiseerde dat Amsterdam wel superieur
zou blijven, althans het bereikte niveau zou weten
te handhaven.
Met het systeem van erfpacht en gronduitgifte
had en heeft déDienst van Publieke Werken, dus
de Gemeente, een machtig wapen in handen om
allee te regelen en te ordenen, binnen de grenzen
van het onder de huidige omstandigheden bereik
bare. Politiek en maatschappelijk zijn alle
gemeentemaatregelen natuurlijk aan bepaalde grenzen
gebonden, maar binnen deze grenzen wist men
toch een systeem te ontwerpen waarbij men het
beste" zou bereiken. Commissies werden in
gesteld, een overleg tusschen alle diensten heeft
doorloopend plaats, en niets komt tot stand of
het heeft eerst een punt van bespreking uit
gemaakt op n van de vele commissievergade
ringen.
Het is zeker de groote verdienste van den
directeur van Publieke Werken, ir. de Graaff,
dat het in Amsterdam zoover gekomen is, dat er
gezamenlijk gewerkt wordt aan den opbouw van de
nieuwe stad, en dat er geen eindelooze ruzies
tusschen de verschillende gemeentelijke diensten
bestaat, zooals die uit andere groote Gemeenten
bekend zijn.
Er is echter een groot bezwaar aan dit ordenen
en regelen van de verhoudingen in de bouwwereld.
Ten eerste worden alle uitingen op architectuur
gebied vervlakt tot het middelmatige, en dan nog
het middelmatige van een bepaalde getolereerde
richting, en ten tweede wordt door het regelen
van de verhoudingen tevens een bestendiging van
deze verhoudingen verkregen, en dat is waarschijn
lijk wel. het grootste bezwaar van dit systeem.
Want langzamerhand zullen we het er toch alle
maal over eens zijn, dat de verhoudingen in de
bouwwereld te Amsterdam verre van ideaal zijn.
De balcons
B. Merkelbach
De~*! eigenbouwer die de huizen en woningen
ontwerpt en bouwt en de architect die er zich
voor leent om deze producten aesthetisch"
te verzorgen, d.w.z. er een geveltje voor te
ontwerpen, dat de goedkeuring van de com
missie kan verkrijgen, deze samenwerking kan
nimmer tot een gezonden, Ie venden stadsopbouw
leiden, en hoe eerder deze verhoudingen wijzigen
hoe beter het is. Want hiermede wordt een
etadsdecor verkregen, dat niet meer dan een
decor is, dat de vluchtige bezoeker bevredigt,
doch remmend werkt op de ontwikkeling
van een gezonde wooncultuur, waarbij woningen,
plattegrond, gevel, verkaveling en wijk een
onverbrekelijk en natuurlijk geheel vormen.
Wij zijn de laatste jaren dan ook in Amster
dam niet veel verder gekomen, en dat stil staan
achter uitgaan beteekent, blijkt thans over
duidelijk, wanneer we de laatste uitingen op
architectuur gebied te Rotterdam bezien. In
Rotterdam heeft men de reglementeering niet
zoover doorgevoerd. De oude liberale
Rotterdamsche geest heeft er zich in den grond
der zaak altijd tegen verzet. Men heeft er
dan in Rotterdam ook niet naar gestreefd
het beste er uit te halen wat onder de gegeven
omstandigheden bereikbaar was. De alkoof
woningen zijn nog daar en worden nog steeds
gebouwd, alsof men de slechte reputatie die
Rotterdam heeft op het gebied van volks
huisvesting, tot eiken prijs wil handhaven.
Men streeft er niet overmatig naar om den
eigenbouwer in het keurslijf der aesthetische"
verzorging te wringen, een soort bauberatung"
is het uiterste wat men van plan is den eigen
bouwer in den weg te leggen, doch overigens
laat men de ontwikkeling zijn vrijen loop.
Ik ben niet voldoende met de Rotterdanische
verhoudingen in de bouwwereld op de hoogte orn
dit tot in alle details te kunnen beoordeelen, doch
de algemeene indruk dien men bij een bezoek aan
Rotterdam's nieuwe wijken opdoet, is dat de
eigenbouwer nog heel wat meer in de melk te
brokkelen heeft dan in Amsterdam, en dat niet
die waarde aan de wijkeenheid wordt gehecht
als te Amsterdam het geval is.
Het is bijv. mogelijk gebleken, dat de architecten
Brinkman en v. d. Vlugt eenige wit-gepleisterde
villa's bouwden, ten midden van baksteenen
huizen, zonder dat men het noodig achtte deze
weg te stoppen.
Het is ook mogelijk gebleken dat deze architecten
in samenwerking met ir. W. van Tyen een negen
verdiepingen hoog woongebouw in den Bergpolder
zetten, waarvan de bouw te Amsterdam in alle
opzichten in strijd zou zijn met de bouwverorde
ning en waarvan de plannen te Amsterdam zeker
reeds bij de eerste de beste commissie zouden zijn
blijven steken.
.Toen er jaren geleden (in 1929) te Amsterdam
Het Woongebouw
door een
architec
ten-vereeniging (,,de
S") in een
adres aan
den O
em e e n t
eraad op
werd gewe
zen, dat
li o o g b ouw
misschien
een
moge1 ij k h e i d
was om tot
betere en
goedkoopere wonin
gen te ko
men, wist
men niet
beter te doen, dan een commissie in te stellen,
die dit vraagstuk zou bestudeeren.
Vier lange jaren heeft deze commissie gestudeerd,
en aan het eind van het vorige jaar verscheen het
rapport van de Commissie voor den hoogen bouw !
Dit rapport staat op vrij wel alle punten afwijzend
tegenover hoogbouw, de bezwaren zijn, althans
volgens de commissie, tallooze, terwijl het volgens
het rapport, vrijwel economisch en constructief
tot de onmogelijkheden behoort om een, uit een
oogpunt van volkshuisvesting, bevredigende op
lossing te vinden. Zij besluit dan ook met voor te
stellen om. . . . een nieuwe commissie in te stellen,
die het vraagstuk op een ruimer basis kan bezien.
Dit past volledig in de Amsterdamsche werk
methode ! !
In Rotterdam echter werd in 1928 op initiatief
van ir. Plate de N .V. Volkswoningbouw Rotterdam
opgericht, die zich ten doel stelde mede te werken
aan de oplossing van woningproblemen, niet door
het instellen van commissies, doch door de
moderriiseering van bouwmethode en bedrijfsorganisatie.
Deze maatsckappij is sindsdien actief bezig
geweest om langs den eenig mogelijken weg tot
woningverbetering te komen nl. door te bouwen.
Veel van baar plannen leden ook schipbreuk,
enkele werden uitgevoerd, maar het belangrijkste
is toch wel zoo het juist gereed gekomen woon
gebouw in den Bergpolder.
Dit gebouw is geen dol experiment, daarvoor
zijn de initiatiefnemers te ernstige menschen,
het is er ook niet gekomen omdat men een aesthe
tisch moment" in het stadsplan verlangde, zooals
met den hoogbouw aan het Dan. Willinkplein het
geval was, er zijn ook geen terreinen voor laag
bouw bij uitgegeven die de exploitatie van den
hoogbouw moeten goedmaken, het is niet meer en
niet minder dan een zoeken naar de oplossing van
het woonprobleem zooals zich dat heden aan ons
voordoet.
(Slot pag. 14)