De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 9 juni pagina 2

9 juni 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 9 Juni 1934 No. 2975 Vlootconferentie Günther Stein ?Voorbereidende besprekingen tnsschen Japan, de Ver. Staten en Engeland voor de Vlootconferentie van 1935 Tusschen Japan, de Vereenigdo Staten en Engeland vinden besprekingen plaats, die de groote vlootconferentie van 1035 moeten voor bereiden. Het probleem der vlootbesprekingen is hoofdzakelijk geconcentreerd op den Stillen Oceaan, die zich steeds meer tot een tweede wereldcentrum, tot een tweede internationale bron van gevaren naast de Europeesche ontwikkelt. Het probleem der vlootbewapeningen slaat wel is waar naar Europa over, van waaruit Italiaansche en Fransche aanspraken en Duitsche onzekerheden ze nog verder compliceeren. Maar de hoofdvraag van de nieuwe reeks" zal de Japansche zijn. In 1921 te Washington en in 1930 te Londen werd de vlootbewapening der drie groote zee mogendheden door een aantal verdragen bepaald, die den. Sisten December 1936 afloopen, ingeval ze tot einde 1934 ook slechts door n kant op gezegd worden. Voor slagschepen werd tusschen het Britsche Wereldlijk, déVereenigde Staten en Japan de quotumverhouding 10 : 10 : 6 vastgesteld; de ge zamenlijke tonnage der oorlogsvloten een ver houding van 10,2 : 10 : 6,3. Alles tesamen werden rond 2 millioen ton oorlogsschepen daarbij door de drie mogendheden door elkaar gesanctioneerd. Italiëen Frankrijk konden niet in het kader der bepalingen ingevoegd worden. Maar over het geheel was toch een verdragssysteem tot stand gekomen, dat kalmeerende uitwerkingen beloofde, van waaruit men langzamerhand den weg hoopte te vinden tot verdere bepalingen. Deze verwach tingen zijn teleurgesteld geworden. De toentertijd vastgestelde quota hebben de concurrentie van de afzonderlijke mogendheden niet uit den weg geruimd, maar ze hebben ze slechts in een vorm samengeperst, dien ze waar schijnlijk bij den ongunstigen f inancieelen toestand van de afzonderlijke staten zelf zonder-verdragen eigenlijk nauwelijks overschreden zouden hebben. De verdragenlieten den af zonderlijken mogendheden namelijk speling, terwijl ze de veroudering van de afzonderlijke scheepscategorieën na een dertientot twintigjarig bestaan, en daarbij de mogelijkheid van hun vervanging door nieuwen scheepsbouw erkenden. Gedurende langen tijd bleven alle landen ver, zoo al in verschillende mate ver, met i hun vlootsterkte onder de grens, die de verdragen hun voorschreven. In den laatsten tijd echter is overal, van marinekringen uitgaande, een propa ganda begonnen van het bouwen tot aan de grens". Deels spiegelde vrees in marinekringen zich daarin, merkwaardigerwijze in alle drie de landen tegelijk, die een gevaarlijk achterblijven van hun verdedigingssterkte tegenover de voor handen zijnde gevaren constateerden. Deels was het het doel, een zoo gunstig mogelijke uitgangs basis voor de nieuwe vlootconferentie te scheppen. Japan heeft met zijn besluit tot aanbouw van nieuwe schepen het snelste gehandeld. De Ver eenigde Staten volgden met een bouwprogramma, dat tot een milliard dollar zou kunnen kosten. Engeland kwam aarzelend, op een zekeren afstand achteraan. En in alle drie de landen, maar ook in verscheidene staten van het Europeesche conti nent zijn de oorlogsscheepswerven thans weer druk bezig, en de consequenties van de dien overeenkomstige belasting van de staatsbudgets vinden overal minder critici dan anders het geval was, omdat in de eerste plaats de vrees overal is toegenomen, in de tweede plaats echter omdat de daardoor vereischte bezigheid van ar beidskrachten bij de aanhoudende economische crisis overal welkom is. Japan zal op deze manier vermoedelijk tot aan het einde van de verdragen zijn werkelijk quotum in de belangrijkste scheepscategorieën tegenover de Vereenigde Staten en Groot-Brittanniëtot haast 8 : 10 verhoogd hebben. De Japansche, pers is niet pas heden, doch reeds langen tijd vol van eischen naar hoogere quota of zelfs naar onbegrens de pariteit met de andere groote zeemogendheden. Prestige, maar ook werkelijke oorlogsvrees, zijn de belangrijkste factoren. Met betrekking tot de pariteit" mag Japan zich voorloopig tevreden stellen met algemeen» verklaringen, maar het quotum S : 10 zal Japan wel ernstig als het minimum trachten door te voeren. De Vereenigde Staten en Engeland zullen het in menige betrekking, voor alles in den wensch, het Japansche quotum niet te verhoogen, eens zijn. Maar daar ze sterke meeningsverschillen hebben over het uitmeten van de beperking van de afzonderlijke wapensoorten, die met de ver scheidenheid van hun geografische en strategische noodzakelijkheden makkelijk te verklaren zijn, zoo zal het Angelsaksische eenheidsfrorit, dat Japan vreest, waarschijnlijk niet ontstaan. Voor Engeland speelt echter ook het Europeesche probleinencomplex een groote rol, en bij onvoldoende overeenstemming in den kring van Europeesche zeemogendheden zou Engeland grootere vlootvoorraden eischen, dan ze in het belang van de eensgezindheid in den Stillen Oceaan wenschelijk zouden zijn. Maar achter het eigenlijke vlootprobleem ligt ook heden wederom veel meer. Japan, we i gort het wel is waar, politieke vragen, die China en Mantsjoerije betreffen, in de dagorde van de con ferentie op te nemen. De Sowjetunie hoorde wel is waar niet tot de deelnemers van de conferentie van Washington en Londen, en ze zou zoodoende ook niet zonder meer in de nieuwe conferentie betrokken worden. De snelle Duitsche pantserkruisers waren wel is waar toentertijd nog niet het voorwerp van vrees van vreemden, en zouden zonder vergrooting van den vroegeren kring van conferentiedeelnemers ook heden niet in aanmerking kunnen worden genomen. Doch in. de voorloopige besprekingen ten minste, die nu tusschen de mogendheden achter gesloten deuren plaats vinden, strekt hot tech nische" onderhandelingsprogramma zich uit over al deze gebieden. En zoo wordt onder oen nieviw gezichtspunt weer eens bijna het geheole vragencomplex van de internationale politiek ontrold. Vóór alles in den strijd om de plaats, waar de conferentie zal zijn (de Japanners stellen Tokio voor). Dan met betrekking op den kring van deel nemers. Ten slotte en voor alles echter over do dagorde en daarbij over de politieke problemen, die sedert, de conferentie te Londen in den Stillen Oceaan opgekomen zijn. De geheimhouding vaii de onderhandelingen, waarvoor thans de gezanten en de marineattach 'sin de afzonderlijke hoofdsteden hun instructies hebben gekregen, mag daaromtrent niet misleiden, dat een van de gewichtigste, misschien do. gewich tigste conferentie van den naoorlogschen tijd begonnen is. Japan staat in haar middelpunt, l let zal sterker blijken te zijn, dan men aanneemt. Xiot zoozeer, omdat liet voor de mogendheden mot haar export concurrentie zulke groote zorgen mee brengt; want er zijn immers nog steeds bescher mende maatregelen, waarmee zelfs Japans vroegere geallieerden Engeland, haar in elk geval in zekere mate kan bestrijden. Ook niet zoozeer wegens de versterking van Japan door de beheersching van Maiitsjoerije en door zijn toeiiemenden invloed op China; want deze beide factoren van Japarischo sterkte worden door den moeilijken financieelen toestand in Japan zelf. door den graad vau span ning, die zijn politiek op het Aziatische continent heeft geschapen, voor het grootste gedoolto. uitgewischt. Doch Japans positie zal zich bij de nieu we onderhandelingen voor alles daarom als sterker toonen, omdat het zich als factor van het politieke evenwicht in Aziëin een buitengewoon gunstigen diplomatieken toestand bevindt, zoolang de Rus sische militaire macht aan het toenemen is. Dat de sterkte van Rusland, ten minste in militair opzicht, sedert de conferentie van Londen in 1930 erbij gewonnen heeft om niet te spreken van den toestand van verval en van burgeroorlog, die in 1921, tijdens de conferentie te Washington, in Rusland heerschte is wel de algemeene opinie. De nieuwe besprekingen, die de wereld den vrede langen tijd vooruit zullen verzekeren, die dus het evenwicht van de naaste toekomst zullen moeten bepalen, hebben echter ook nog rekening te houden met de mogelijkheid van een verdere aanzienlijke versterking van Rusland zoowel in economisch als in militair opzicht. Aldus is het Japansche wachtwoord, dat Japan als de behoeder van den vrede in Oost-Azic erkend moet worden, niet zoo ongerechtvaardigd, als het in oogenblikken lijken mag, waarin China's zelf standigheid daardoor benadeeld dreigt te worden. Men mag het feit gaarne of ongaarne zien, dat een sterk Japan in het belang van den wereld vrede noodig is, om op te wegen tegen een sterker wordend Rusland in de reusachtige zone van acute en potentieele conflicten dwars door Azi heen. Maar dit feit bestaat. En het is geen teeken van zwakheid, dat Engeland het erkent weinig beteekenis heeft. Met de vlootafschaffing loopt echter het beroem de negen-mogendheden-verdrag niet af, dat de integriteit van China gerandeert; inaar daar het toentertijd de politieke basis van de vlootverdragen was, zoo zal het thans ook wel niet over het hoofd gezien kunnen worden. Men zal het wellicht niet gaarne opgeven, hoezeer zijn krachteloosheid ook gebleken is. Kan men het echter ondanks de ondertusschen tot stand gekomen afscheiding van Mantsjoerije van China stilzwijgend doorvoeren? Dat zou na het rapport van Lytton en de Geneefsche vaststelling op de door Japan begane ver dragsschending zeker niet gemakkelijk zijn; maar de historische herinnering aan menige vroegere onderhandeling over dezelfde Koreaansche kwes tie toont aan, dat ook in dit opzicht niets on mogelijk is. De Vereenigde Staten, van wier overeenstemming met Japan het resultaat van de vlootconferentie hoofdzakelijk afhangt, doen met hun verklaring over de onafhankelijkheid der Philippijnen en voor alles met de aangekondigde taak van de aldaar zijnde versterkingen, die Japan op een beetje overdreven manier als een bedreiging beschouwt, wel is waar slechts afstand van een kostbare en twijfelachtige strategische positie; maar ze hebben daarmee desalniettemin de voor uitzichten der vredestichting in den Stillen Oceaan een beetje vergemakkelijkt. Japan zou wel bereid zijn, tesamen met de andere mogendheden de onafhankelijkheid van de Philippijnen te garandeeren; ongetwijfeld, zooals de Japansche pers verkondigt, slechts voor het geval, dat een dergelijk verdrag voor Mantsjoerije tot stand zou komen. Daarmee zou misschien ook Engeland met betrek king tot zijn vlootbasis Singapore, die door de beperkende regelingen der vroegere conferenties uitgezonderd was, onder Japanschen druk zekere concessies doen. Ze zouden den toestand in den Stillen Oceaan eveneens vergemakkelijken. Een verdere vredesbijdrage zou het zijn, wanneer de Vereenigde Staten de rechtsgelijkheid van immi granten van Japansch ras zouden erkennen. Japan zou voor deze lang gewenschte prestigeaanwinst menige concessie toestaan. De Sovjetunie zal bij de volgende vlootconferen tie en ook reeds in den loop van de verdere voor loopige onderhandelingen waarschijnlijk betrokken worden. Het schijnt heden stellig mogelijk, dat zij binnen korten of langen tijd tot Japan in een wat vriendelijker verhouding zal komen te staan. De terugwerking van een verbetering van de politieke betrekkingen in het ver oostelijke gebied van den Stillen Oceaan op Europa zou ongetwijfeld niet rechtstreeksch zijn, wanneer ze inderdaad ontstaan is. Daartegenover echter kan een mis lukking van de vlootbesprekingen in den Europeeschen kring, die de vermindering van de EngeEsche, daarmee eveneens de Amerikaansche en ten slotte de Japansche vloot onmogelijk maakt ook in den Stillen Oceaan de vooruitzichten tot overeenstemming verminderen. De wereld heeft weer eens aanleiding om maandenlang in spanning te verkeeren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl