De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 16 juni pagina 1

16 juni 1934 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

E GROENE AMSTERDAMMER 'Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2976 Zaterdag 16 Juni 1934 Amsterdam en Haarlem Mr. G. C. J. D. Kropmam Gemeentebegrooting Amsterdam gaat zijn eigen weg, een moeilijken weg, maar niet een onbegaanbaren weg. De tweede editie van de begrooting-1934 is, ondersteund door de overgroote meerderheid van den Amsterdamschen Raad, naar Gedeputeerde Staten ge zonden, Amsterdam wacht welgemoed het ant woord af. Het heeft zijn plicht gedaan, heeft het controlerecht van Gedeputeerde Staten erkend en daarnaar gehandeld, het laatste woord is?wat Amsterdam betreft gesproken. . De moeilijkheden met de Amsterdamsche gemeeutebegrooting zijn intusschen in den lande niet onopgemerkt gebleven, tot in alle détails zijn zij van wege Gedeputeerde Staten gepubliceerd en, daarmee ter beoordeeling gegeven aan des kundigen en.... ondeskundigen. Er zullen ver moedelijk weinig barbierswinkels in Nederland gevonden worden, waar de Amsterdamsche gemeentebegrooting niet is besproken. AmstBvla-ai most dit alles over zich heen laten gaan. De stad heeft een traditie van eeuwen en tot die traditie behoort het handhaven van den stijl, van den bestuurlijken stijl, een belangrijk element in het openbaar bestuur. Het is zeker niet de schuld van Amsterdam, dat in dit geval de stijl uit het oog is verloren, ? vermoedelijk hangt dit hiermee samen, dat de traditie van Amsterdam sterker is dan die van Haarlem. In de wet van 22 December 1933 (S. 715) is bepaald in art. 5, dat indien de begrooting naar het oordeel van Onze met de uitvoering van deze wet belaste ministers gegronde aanleiding geeft tot de verwachting, dat het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven niet zal zijn te handhaven. Onze voornoemde ministers, teneinde de toepassing van de artikelen l en 4 dezer wet zooveel mogelijk te voorkomen, na het betrokken College van Gedeputeerde Staten te hebben gehoord, aan het gemeentebestuur vóór de vaststelling der be grooting zullen meedeelen, aan welke eischen naar hunne meening die begrooting behoort te voldoen". Over deze wetsbepaling zou een en ander te zeggen zijn, Wij zullen het nalaten. Wij willen alleen opmerken, dat in deze bepaling sprake is van het hooren van Gedeputeerde Staten. Daartegen kan uiteraard geen bezwaar bestaan, daar dit College een controleerend orgaan is; Wij willen alleen uiting geven aan onze benieuwdheid, of, nadat (misschien ook wel: vóórdat) Gedeputeerde Staten zijn gehoord de Heeren van Haarlem per perscommu niquédan wel per radiogram hun bedenkingen zullen publiek maken. Men begrijpe ons wél: wij hebben geenerlei bezwaar tegen publiciteit. Oppenheim reeds noem de terecht openbaarheid der handelingen van het gemeentebestuur een der vier beginselen, ,,die ons volk in staat hebben gesteld te toonen, dat zijn kracht nog, gelijk voor eeuwen, schuilt in de plaatselijke gemeenten." En men kan ook niet zeggen, dat in Amsterdam de zaken der gemeente binnen vier muren worden bedisseld en afgedaan. Men kan dit zeker niet /.eggen van de behandeling der Amsterdamsche gemeentebegrooting; aan den eisch der openbaarheid wordt in Amsterdam ten volle voldaan ! Doch geheel iets anders is, wat Gedeputeerde Staten van Holland in den laatsten tijd hebben geïntroduceerd: openbaarheid per perscommuniqu van bezwaren welke dit hooge College heeft tegen de Amsterdamsche begrooting en waaraan het Amsterdamsche gemeentebestuur moet trachten tegemoet te komen. Tot dusver was het verkeer tusschen Amsterdam en Haarlem van een min of meer vertrouwelijk karakter en de behandeling van zaken heeft er niet door geleden: men con fereerde of correspondeerde met elkaar en de moeilijkheden werden overwonnen. Thans zijn de moeilijkheden zeer veel ernstiger dan vroeger, de uiterste [zorg en inspanning wordt in dezen crisis tijd van een gemeentebestuur gevergd en.... Haarlem acht het beter nota's te zenden en te publiceeren, zoodanig, dat de leden van het Am sterdamsche gemeentebestuur voor het eerst de zienswijze van Gedeputeerde Staten vernemen uit het ochtendblad, tijdejis het ontbijt. En daarna ten Stadhuize. Dat is geen stijl meer. Misschien heeft men in Haarlem de verhoudingen een weinig uit het oog verloren en meent men, dat de methode der internationale diplomatie moet worden gevolgd: de Haarlemsche Wilhelmstrasse en de Amster damsche Quai d'Orsay wisselen nota's. Doch daaraan zal Amsterdam niet meedoen! Onze traditie eischt behoud van den stijl. Amsterdam heeft in dezen tijd maar n zorg: Inhoud: T Mr. G. C. J. D. Kropman, Amsterdam en Haarlem. 2. Jan Greshoff, De kunstenaar en de stilte. 3. L. J. Jordaan, De positie van de mark 4. Melis Stoke, Naar het Oosten. Teekeningen Harmsen van Beek5. Spreekzaal. ? B, van Vlijmen, De nieuwe hoopman van Venetië. 6. Nico Rost, Carel von Ossietzky. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Zonnewende. 8. Constant van Wessem, Richard Strauss. g. F. Schoonheijt, Muziekfeest te Leningrad. lo-n. Hendrik de Leeuw, The new deal. 12. Mr. H. Scholte, Tooneelverbond. 13. H. L. Treub, Pontresina. 15. C. A. Klaasse, Wil Duitschland depreciatie ? 16. L. J. Jordaan, Bioscopy. 17. Uit het kladschrift van Jantje. ? Alida Zevenboom, Croquante croquetjes. 18-19. J- Slauerhoff, Kolibri's, Teekeningen J. F. Doeve. 20. Letterraadsel Charivaria. Omslag: Spelproblemen. Viooltjes Voortreffelijke chocolade in den vorm van viooltjes. Een specialifeif. RINGERS Let op den naam f zijn zaken in orde te houden. De begrooting voor 1934 is sluitend, het werk aan de begrooting van 1935 is begonnen. Zoolang het Rijk de onrecht vaardigheid laat bestaan, dat de groote gemeenten zelf zoo goed als alle kosten der werkloosheid be talen, voor Amsterdam ruim twintig millioen?, zal het sluitend maken der begrooting een uiter mate moeilijk werk zijn. Dit uitermate moeilijk werk zal Amsterdam tot stand brengen, daaraan behoeft niemand te twijfelen. En het zal dit publiekelijk doen. met volledige verantwoording. Ook het opmaken van begrootingen is mensehenwerk en de begroot ing voor 1935 zal niet een vol maakt stuk werk zijn. Kritiek moge volgen, ge gronde kritiek zal aanvaard worden. Maar bij alle moeilijkheden, welke wij zullen moeten over winnen, zouden wij gaarne willen behouden datgene wat eeuwenlang in de Amsterdamsche traditie bewaard is gebleven: den bestuurlijken stijl, het gezonde ambtelijk verkeer, - tusschen Amster dam en Haarlem. Dat wij niet wenschen te ruilen voor..... pers communiqué' s.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl