Historisch Archief 1877-1940
S;
THE
Hendrik de Leeuw zet hier
zijn artikelen-serie voort, waar
in hij de economische politiek
van President Roosevelt voor
wantrouwige Hollandsche
oogen uiteenzet. Na vroeger
reeds eenirje persoonlijke in
drukken ran den president te
hebben gegeven e/n daarna in
grooie lijnen van. de j\eiv Deal
'ft.
Hoe de radertjes In elkaar grijpen
Toen President Roosevelt een jaar geleden
met zijn herstelprogramma begon, was zijn doel
eigenlijk drieledig, voorzoover men tenminste
van differentiatie in zijn doeleinden spreken kan.
H« wilde:
. I. Onmiddellijk een einde maken aan den
verschrikkelijken chaos waarin de Vereenigde Staten
vervallen waren in de laatste weken van het
Hoover-bewind, een toestand die bezig was plaats
te maken voor de totale paralyseering van het
bedrijfsleven. (Alle banken hadden moeten sluiten.)
II. Verder wilde de president beginnen met
voorgoed een einde te maken aan de werelddepres
sie door een serie maatregelen, die aan het auto
matisch buiten alle perken doorwoekerende
deflatie- en versoberingseuvel, een einde moesten maken,
althans in dat groote en economisch belangrijke
deel van de wereld, dat aan zijn bestuur onder
worpen was. De rest zou dan vanzelf wel komen.
III. -?Tenslotte wilde hij Amerika doen treden
in een nieuwe aera van sociale wetgeving en
socialen vooruitgang, een gebied waarin onze
vooruitstrevende Vereenigde Staten zeer achterlijk
waren.
Deze maatregelen hingen onwrikbaar samen.
De zaak was hopeloos vastgeloopen, millioenen
en millioenen werkloozen stonden op straat,
zonder dat er een behoorlijke sociale voorziening
in functie was. De Staten stonden aan den voor
avond van een revolutie. (Er kwam er ook een,
maar geen revolutie van den vuist; er kwam er
- '
een van het verstand.) Roosevelt begreep dat hij
echter in n moeite door kon gaan en dat het
hetzelfde werk was om een einde te maken aan
den wanhopigen chaos-van-het-oogenblik, als om
de grondvesten te leggen voor een nieuwe wereld
orde in economischen zin. En onvermijdelijk
sloot hij in het samenstel van zijn plannen ook het
derde punt: het inhalen van den socialen achter
stand,' zoo mogelijk het voorbijstreven van den
toestand die de meest vooruitstrevende landen
van West-Europa, zooals Nederland, in dat
opzicht te zien gaven. Deze kant van de zaak
draagt dan ook bepaald een socialistisch cachet.
Dat moogt u, buiten de grenzen van ons wereld
deel, gerust weten. Hier, in Amerika, zeggen we
dat liever niet hardop, omdat het woord socialis
tisch hier een andere beteekenis heeft en. dit
begrip onvermijdelijk geassocieerd wordt met
revolutie, terrorisme, bommenwerpers, op zijn
minst genomen met onpractische mannen in
fluweelen jassen.
De critiek op Roosevelt want hoe zou het
aan critiek kunnen ontbreken? de vijandige
critiek, dan, maakt Roosevelt er graag een ver
wijt van dat hij een verkapte socialist is. En dat
misschien nog meer om andere redenen dan om
zijn energiek aanpakken op het chapiter van
sociale wetgeving. Zijn groote codes, zijn belang
rijkste anti-deflationistische maatregelen, die moes
ten dienen om landbouw en bedrijf weer uit de ver
stijving des doods te wekken, laten zien dat hij
van staatswege omspringt met de
productie?K
mit*$<iff*Pt
'4'"Mr'
««?jF*»'
'&*:
V "L^'sajes--'
middelen alsof ze zijn eigendom waren. Alsof ze
toebehoorden aan de gemeenschap. Het publieke
welzijn eischt productie-beperking; de aandeel
houders, de wettige eigenaren van een scherp
concurreerende onderneming, eischen kostenver
laging, dus productie-vergrooting. Roosevelt ordon
neert : beperk ! Zoo is het ook op het land, met
de productie van landbouw en veeteelt, zoo is
het ongeveer in het geldwezen, waar de staat
heel raar omspringt met voorschotten, hypotheken
en met de waarde van het geld.
Het is echter ijdel gepraat, om hier te gaan
vechten over de vraag of dit socialisme is, of
niet. Voor mijn part is het dat maar dan in
zeer beperkten zin. Want, primo, alle zaken
waren toch al naar de maan, zoodat degenen die
eerst te commandeeren hadden en nu netjes
moeten doen wat Roosevelt hun zegt, volstrekt
niets verliezen maar er zelfs bij winnen, en secundo,
de vrije beschikking over eigendommen en bedrij
ven wordt allerminst genationaliseerd, maar
zeer zeker aan de wettige eigenaren teruggegeven
??zij het onder de beperking dat er niet meer
op al te dolzinnige wijze mag worden omgesprongen
met het publiek belang wanneer eenmaal
de staatshulp niet meer noodig zal zijn en de
van overheidswege gegeven voorschotten uit
komende winsten zijn terugbetaald.
Ik zei u reeds, dat het de bedoeling was geweest
van President Roosevelt om het deflatieproces
tegen te gaan. Zoo een deflatie-proces heeft veel
weg van die bekende Egyptische slang die in zijn
eigen staart bijt. Het proces eindigt nergens;
het loopt vanzelf door in een vicieuzen cirkel.
Men produceert te veel. ontslaat arbeiders; die
worden werkloos en koopen niet meer. Het
prijzenpeil moet, of gaat, omlaag om die arme
drommels toch weer tot koopen te verleiden.
Daarvoor moeten de loonen opnieuw verlaagd
worden en een nieuwe koopersstakirig is daar
het gevolg van. Met al het verdriet van hypo
theken, die geëxecuteerd moeten worden, van
leeningen die niet terugbetaald kunnen worden,
van wankele banken en steeds hooger stijgenden
onrust.... Ik schilderde u de vorige maal af,
hoe Baas Jochem niet langer Joosje uitstuurde,
maar hoe de President zelf ingreep en met maat
regelen kwam, die den doodsstrijd van onze samen
leving, de paralyse van het kapitalisme, nog
net op tijd wist te keeren.
Die maatregelen waren inflationistisch.
Tenminste, dat is de gangbare opinie op het
Europeesche continent. Laten we zeggen
reflationistisch, en dan zijn we het eens. Wo die Begriffe
fehlen, niet waar. . . . ?
Veel belangrijker dan de monetaire maat
regelen van den President, waar Europa zich
blind op staart en die het gevolg zijn van de rest,
zijn zijn iiidustrieele en agricultureele codes, die
van het principe uitgaan dat er mér moet worden _
verdiend, opdat er meer kan worden omgezet.
Een principe waartegen inderdaad niets is in te
brengen.
Het wezen van de depressie, immers, die nu
in Amerika hopelijk voorgoed achter ons ligt,
is dit, dat het kapitaal staakt. Dat de menschen
die hun geld in het productie-apparaat gestoken
hebben, in den vorm van aandeden, voorschotten,
of aankoop en opslag van goederen, dat niet
meer doen. Dat ze liever op hun geld blijven zitten,
hun kapitaal, of wat ze daarvoor houden, in
handen hebben en da.t niet aan het productie
apparaat toevertrouwen. Maar wat is geld? Een
fictie, een illusie. En dat zag President Roosevelt
terdege in, toen hij begreep dat de a.ngst van de
massa om hun duiten weel' in dat economisch
De illustraties geven een beeld er van h
een foto van het praktische werk, dat op