Historisch Archief 1877-1940
No. 2976
De Groene Amsterdammer van 16 Juni 1934
17
Croquante croquet j es
iV
**t "*
V»"*
V
fe
l
ij
Sc
Alida Zevenboom
Ik heb er nog pijn in mijn rug
van van het grasmaaien. Het was
eien idee van meneer Stiefstra die
het niet langer kon aanzien.dat het
pjantsoentje voor mijn deur een
woestenij werd en ergens een
grasschaar leende en het acteurtje met
het broodmes en ik met een hark er
op uit en wij waren nog geen minuut
aan den gang of de halve buurt was
mee aan het knippen en maaien en
ik heb in de krant ook gestaan want
hoe ze het ruiken weet ik niet, maar
een kwartier later was er al een heer
met een kiektoestel die ons allemaal
nam en nu ziet ons plantsoentje er
uit als een geplukte kip, hier en daar
nog wat bosjes gras en daar weer zoo
kaal als het hoofd van meneer Stiefstra,
maar ik geloof dat wij het gemeente
bestuur een aardig lesje gegeven
hebben maar die pijn in mijn rug
ben ik nog niet kwijt en ik kan er
zelf zoo slecht bij om te wrijven en
nicht uit de Commelinstraat zit thuis
met een verbrand lichaam, want die
hqeft Zondag een zonnebad genomen
en is een en al blaar en blaas en wat
wisten wij vroeger van zonnebaden?
Dat is goed voor wilden die niets
aan hebben en er aan gewend zijn
om in de zon te loopen maar als je
op een bovenhuisje in de Commelin
straat woont waar zon noch god noch
goed mensch komt, dan moet je je
gedekt houden, dat zeg ik. Al dat
gedoe met dat gebaad, maakt een
mensch niet gezonder en ik ben nog
fiks voor mijn jaren en ik mag gerust
aeggen dat nog nooit een zonnestraal
me beschenen heeft anders dan op
mijn gezicht en handen en misschien
op mijn voeten als ik pootjesbaadde
in Zandvoort en u ziet er uit als drie
en veertig, zei van de week dokter
Vos nog tegen me en ik voel me als
acht en twintig van tijd tot tijd als
de wind uit den goeden hoek waait
maar wat ons overkomen is van de
week, zal u niet gelooven als ik het
zeg.
Wij hadden gras gemaaid en toen
ik thuis kwam rook ik al op de
trap dat er onraad was. Een brand
lucht maar ik dacht eerst dat het
misschien de sigaar van meneer
Stiefstra was want hij rookt geen
merk zooals wijlen meneer en hoe
hooger ik kwam, hoe meer brandlucht
en jawel hoe het gekomen is begrijp
ik nog niet mijn test met vuur was
"omgevallen en er was al een aardig
gat in het tapijt gebrand. Gelukkig
kwam net neef Bertus van de Brand
weer oploopen en ik riep al van boven
dat hij gauw moest komen, dat er
brand was en weet u wat hij terug
riep ? Daar heb ik niets mee te maken
ik ben sinds gisteren bij de reserve.
Laat maar branden als je verzekerd
bent." En ik zeg u en ik overdrijf
niet dat ik dacht dat ik er in zou
bhjven en hij kwam boven en ging
, er bij zitten en stak geen hand uit
en ik had hem wel door elkaar kunnen
schudden maar hij zei maar dat de
reglementen hem verboden om een
hand uit te steken en ik had groote
trek om een emmer met water die
Uw zonnebril
m 1. M. SCHMIDT - Opticien, Rokin 72
ik gehaald had, over hem heen te
gooien maar meneer Stiefstra lei me
uit dat de reglementen er zijn om
gehandhaafd te worden en dat je daar
niet van mag afwijken en neef Bertus
hield maar vol dat hij boete zou
krijgen als hij ging blusschen, net als
die gemeente-grasmaaiers niet maaien
mogen al groeit het gras over je hoofd
en daar moet ik toch meer van weten
als dokter Vos komt en als die nu
ook eens bij de reserve komt, mag
hij dan geen patiënt behandelen, ook
al vallen ze voor zijn voeten dood?
Het lijkt me een rare wet en wie wist
er vroeger van al die dingen af ? Maar
toen waren er ook nog bijna geen
gemeente-werklui en was er nog wa,t
aan de gemeente te verdienen eri ik
weet nog heel goed dat wijlen meneer
commissaris was van de gasfabrieken
en van de tram en elk jaar een aardig
inkomen daar van had en meneer
Stiefstra heeft me uitgelegd dat dat
geld nu allemaal weggaat aan pen
sioenen voor de wethouders en dat
moeten wij nu maar opbrengen, zegt
hij, en n ding begrijp ik met mijn
domme verstand niet dat wij nog
altijd niet dokter Maup de Hartogh
hebben aangesteld als wethouder
voor de publieke vermakelijkheden.
Toen neef uit de Commelinstraat
trouwde, hadden wij drie ceremonie
meesters van wie er drie, na een paar
uur, een tikje niet lekker waren.
zal ik maar Keggen, maar zonder cere
moniemeesters zou er niets van de
bruiloft terecht zijn gekomen en zoo
is het ook met de feesten die de ge
meente geeft, zou ik zeggen. Voor
alles hebben wij een wethouder en
voor alles betalen wij belasting.
waarom dan ook geen wethouder die
voor onze pretjes zorgt? Vroeger
had ons soort menschen nog een
verzetje in de kermissen die hier en
daar in de stad gehouden werden en
kon je nog eens draaien en schommelen
en schieten in een schiettcnt maar
als wij nu pret willen hebben, halen
'M', de Kunst er bij en dan is het mis.
Wat is tegenwoordig de pret voor de
menschen met smalle beurzen ? U ziet
het aan nicht die heeft in de zon
liggen bakken eri kan niet .staan en
niet liggen en niet zitten en het kan
zijn dat het aan mij ligt maar ik vind
dat de tegenwoordige pretjes wel erg
bloot zijn, als ik het zoo eens mag
uitdrukken.
Kleine Ali ging van de week ten
nissen, wat vroeger een heel deftig
spel was, en ik schaamde me dood
want ze had geen rokje aan. maar
een kort broekje en ze zei en zij
trok haar neus erg eigenwijs er bij
op, dat ze in Engeland allemaal
zoo liepen maar ik vind het schan
dalig en als ik in de krant zie
watonze zwemsters aan hebben, dan denk
ik wel eens of liet met de wereld niet
op zijn end loopt en ik kan me best
begrijpen dat ze overal aan liet strand
veldwachters neerzetten om er op te
letten dat do menschen niet nog meer
uittrekken. Toen ik nog bij mevrouw
zaliger was, breidden «'ij eenmaal in
de week in de keuken broekjes voor
de naakte negerkinderen ik ge
loof dat wij mi maar broekjes
moesten gaan breien voor onze neef
jes en nichtjes, de zonne- en
luchtbaders !
kladschrift van Jantje
N.V.
GEB R. BREEN
NIEUWENDIJK No. 172en 177
HAARLEMMERSTRAAT N o. 64
Grootste keuze in Horloges,
Uurwerken, Goud en Zilver
Specialiteit in tLECTKISCHE KLOKKEN
REPARATIE-INRICHTINGEN VOOR
UURWERKEN, GOUD EN ZILVER