De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 16 juni pagina 2

16 juni 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 16 Juni 1934 N o. 2976 De stilte en de kunstenaar ASTORIA Jan Greshoff Hoe Arthur van Scliendel werkt v* Het is niet noódig om den strijd tegen het ge weld en het lawaai, waar zooveel over te doen is, aOh te binden: de welgeschapen mensch heeft er geen hinder van, omdat hij een rust in zich draagt, welke hem. dag en nacht ten dienste staat. Daar kan hij de teederheden van zijn gemoed en zijn overpeinzingen in beveiligen, daar vindt hij heul voor alle vermoeienissen en troost voor alle angst. Het is daarmede juist als met het geluk: wij denkeu ten onrechte dat ze beide afhankelijk zijn 'van factoren buiten ons en daarmede bezorgen we ons noodeloos veel zorg en teleurstelling. (Fotoatelier Fraiu'Hali,' Den Haag) Arihur van Schendel Het noodlot van zooveel kinderen van hun tijd, déze tijd is, dat zij niet weten hoe zij hun stilte gebruiken moeten, dat zij bang voor hun beste bezit zijn. In een ijdele jacht trachten zij hun ge weten te ontloopen; zij snakken naar rumoer en vulgaire avonturen om te vergeten, dat zij aan zich zelft aan hun roeping en hun bestemming ontrouw zijn geworden. Zonder hun luidruchtigheid zouden de wereldlingen van verveling, in het beste geval van schaamte, verkwijnen. De innerlijke stilte, voor den kunstenaar een bestaansvoorwaarde, de mogelijkheid voor levensvrede, een redding en het hoogste loon, wordt door die verdwaasden nog meer dan de dood gevreesd. J^L koester van nature een wantrouwen tegen die zich artist noemen en beweren zoo subtiel bewerktuigd te zijn, dat zij allén maar in een be paalde sfeer aan het werk kunnen komen. Nu spreek ik nog niet eens van de kinderachtige nukken uit een achter ons liggende periode: van de bepaalde parfums die moesteft opgesnoven worden, van de bepaalde kleuren, waarin het werkvertrek gekleed moest zijn. De inspiratie, welke van buiten af moet komen' en een absolute geluideloosheid behoeft om zich te openbaren, is allang naast het likeur orgel van Des Esseintes op den requisietenzolder opgeborgen, waar niemand meer naar deze zonder linge herinneringen aan het symbolisme omkijkt. Een kunstenaar, die al te veel omslag maakt, imponeert ons niet meer. De ware broeders her kennen wij niet aan uiterlijke teekenen, maar aan de electriciteit welke van hen uitstraalt. Zelden echter ontmoet men iemand, die zóó geheel vrij staat tegenover alle wereldsche be lemmeringen als Arthur van Schendel; die zóó superieur de feiten naar eigen wil schikt, of als hem dat beter van pas komt, ontkent. In Bellevue beschikte hij beneden over twee groote kamers en suite, 's Avonds om een uur of negen zette hij zich in n daarvan aan tafel. Niet aan een schrijftafel met de vele fraaie attributen des schrijvers, mo numentale inktkokers, brievenwegers, glazen linealen, vloeirollen en ander speelgoed voor groote menschen; maar aan de gewone ovale eetkamertafel, waar we zoo juist het souper aan genuttigd hadden. In het aangrenzend vertrek zaten wij gevieren druk te redeneeren of we maakten een schaterende jazzmuziek en dansten. Het was niet eens strikt noódig om de tusschendeuren te sluiten. Al wat wij deden deerde hem niet, hij hoorde ons niet, de onvervaardheid van dit holbedrijf drong niet tot zijn sereene wereld door. In Sestri-Levante strekte hij zich in badpak onder een parasol op een dekstoel uit, vlak bij het tefeltje waar wij allen omheen zaten te praten; en schreef in liggende houding zonder te bemerken, dat er iemand in zijn nabijheid was; zelfs niet ge hinderd door zijn kleinkinderen, die wild en schreeuwend om hem heen dartelden. Zoo kan hij uren onafgebroken afwezig zijn in zijn arbeid; tot hij plotseling, als de vermoeienis intreedt en de ban verbroken wordt, weer tot deze aarde ontwaakt, eens even met de oogeri knipt, met de hand over het haar strijkt en zich onder de menscheii mengt, alsof er niets gebeurd ware weer van ganscher harte aan hun bedrijf deelnemende. Hij gaat op zijn tijd in het bestaan hier beneden met al zijn vreugde en vreeze volkomen op, maar toch houdt hij altijd iets je ne sais quoi", dat hem (alleen voor wie oog voor zulke subtiele schakee ringen heeft) onderscheidt. Men heeft zich dikwijls verbaasd over de ge regelde productie van dezen schrijver en over den rijkdom daarvan; terwijl toch de kwaliteit wijst op grondige voorstudie, lange overpeinzingen en een rustige, weloverwogen uitvoering. Voor dit alles is tijd noódig. En het is dan ook allén moge lijk om een oeuvre van zulk een omvang en soliditeit op te bouwen door een ononderbroken werk zaamheid. Arthur van Schendel gunt zich de rust en de ontspanning, welke het menschelijk gestel strikt noódig heeft; voor het overige werkt hij. Zonder overdrijving kan men zeggen: dag en nacht. Daar is allereerst de documentatie, welke voor vele van zijn boeken jaren van ernstige, diepgaande studie vereischte. Dit historisch onderzoek werd nog bemoeilijkt door 's schrijvers reizend leven, waardoor niet te allen tijde de bronnen binnen zijn bereik lagen. Als hij begint te schrijven, heeft het geheel, meestal tot in de geringste details, zijn vorm al gekregen. Hij beschouwt het dus slechts als de verzichtbaring van een opbouw, welke in den geest reeds gahsch en al voltrokken werd: zijn geheugen en zijn concentratievermogen grenzen aan het wonderbaarlijke. Het vastleggen der teekens wordt op die manier gereduceerd tot een mechanische functie van secundair belang: voor hij het werk tuig ter hand neemt is het eigenlijke werk al voltooid. Dit zeldzame vermogen strekt zoo ver, dat de vijftig verhalen, welke in de Herinneringen van een Domme Jongen" verzameld worden, alle reeds hun definitieve gestalte gekregen hadden, voor hij met het neerschrijven begon. Hij was alleen Gedurende de zomermaanden het suoerbe orkest HENRI LENNAERTS De groote attractie van het House of Lords te Den Haag =? daardoor in staat deze ongeloof el ij ke bonte serie van vijfhonderd bladzijden druks, rustig achter elkaar af te doen, als ware het bureau-arbeid. En. hij heeft mij zelfs in vertrouwen meegedeeld, dat er nog vijftig verhalen en parabelen, welke hij ook reeds alle kent, in hem wachten om geformuleerd te worden, zoodra een nieuwe roman, die zich onweerstaanbaar naar boven dringt, af zal zijn. Van de geestkracht welke deze werkwijze eischt, kan men zich moeilijk een juist begrip vormen. Er is een intellectueele discipline voor noódig als bijna niemand die verwerven kan en een memorie als slechts aan enkele uitverkorenen gegeven is; maar bovendien moet de schrijver het vermogen bezitten om in een ononderbroken contact te blijven met de werelden, welke hij zelf geschapen heeft en voor hem wezenlijker dan de kleine realiteit, waar wij zonder reden zoo prat op gaan. Hieruit volgt vanzelf de tweede verklaring van het feit dat Van Schendel op ieder uur van den dag ea waar ook werken kan. Het materieele werk geschiedt op kleine stukjes papier, met een scherp gepunt potlood. De letters zien er nauwkeurig en grof als gegra veerd uit, maar ze zijn zoo klein, dat voor het lezea. de schrijver zelf niet zelden zijn toevlucht tot een vergrootglas moet nomen. Is de eerste versie met een oiigeloofelijke gelijkmatigheid voltooid, be gint het copieeren, in inkt en veel grooter, met het oog op de zetterij. Al overschrijvende verbetert Van Schendel wel eens hier en daar een wending, vervangt hij wel eens een. woord door een ander, dat hem beter voldoet; maar het blijft altijd bij kleinigheden en men kan zeggen, dat deze boeken, voor zooverre het hun zichtbare verschijning be treft, aus einem Gusz" verwezenlijkt zijn. Arthur van Schendel is van alle auteurs, die ik ken, wel de bescheidenste. Hij spreekt zelden of nooit over zijn oeuvre. Hij kondigt nimmer aan wat hij van plan is en vertelt nooit van te voren den inhoud van het boek, dat hij wil gaan maken . Hij trekt zich op geregelde tijden terug in een in gespannen arbeid en duikt daar, na verloop van eenige maanden, weer uit op met een vollfdiu, manuscript. Nieuwe uitgaven Het Middenstandsiraagstuk in een nieuw licht, door B. Engelander. N. V. De Arbeiderspers, Amsterdam. Onder de zware crisis van den laatsten tijd, onder alle belemmeringen, die in- en uitvoer beletten en onder de daarbij aansluitende omstandigheden is de middenstand tot politiek bewustzijn gekomen. Zij weten nog weinig van hun plaats ha het ingewikkelde maatschappelijke bestel, zij kennen niet de wetten, die deze maat schappij voortbewegen en waaraan ook zij zijn onderworpen. Intusschen beginnen zij zich ook zelfstandig te verweren, zich te concentreeren en te organiseeren en gaan zij zich voor politiek interesseeren. Daar politieke scholing ontbreekt dreigt het gevaar den verkeerden kant op te gaan. Tot verheldering bij te dragen in den ontwikke lingsgang der maatschappij en daarmee in dien van den middenstand, voorlichting te verstrekken aan de middenstanders, zoowel als aan de arbei ders omtrent hun economische verhouding tot elkaar, is het doel van dit boekje. Verslag over het boekjaar 1933, uitgebracht in de vergadering van aandeelhouders van 5 Juni 1934 der N.V. Levensverzekering-Maatschappij Arnhem", gevestigd te Arnhem. Thuis, tijdschrift gewijd aan de inrichting der woning. Mei 1934 6e jaar. No. 33. Pander & Zonen-uitgave. O. a. met een aardig verslag van de Ideal Home Exhibition London 1934. Gedenkboek van het 75-jarig bestaan van de N. V. Brandverzekering Maatschappij,, Holland van 1859" gevestigd te Dordrecht. Dit boek is gedrukt door de N. V. Drukkerij J. de Longte te Dordrecht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl