De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 23 juni pagina 6

23 juni 1934 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 23 Juni 1934 No. 2977 Ei' Fransche boeken Een opgewekt geschrift Jan van Nijlen Een boek als Clochemerle l) door Gabriel Chevallier, ofschoon het geen meesterwerk kan worden genoemd, noch zelfs een boek met buitengewone verdiensten in het humoristische genre, is toch een zeer vriendelijk en ver heugend verschijnsel. In de eerste 'plaats vanwege de zeldzaamheid. In de sombere tijden waarin we leven doet het werkelijk genoegen eens iemand te zien lachen, ja zelfs te zien schaterlachen. De romans met diep zinnige introspectie, freudiaansche analyse, tragische conflicten waren in de laatste jaren niet meer van de lucht. Ik betwist hunne verdiensten niét ik geef toe, dat ze psychologisch zeer belangrijk zijn, alles goed en wel, maar het werd ten slotte toch een beetje eentonig en vervelend. Cloche merle is tenminste ,weer iets andere. Het onderwerp is niet zeer oor spronkelijk, althans niet in de motie? ven die de schrijver behandelt. Deze vertelt hoe de oprichting door de locale overheid van een urinoir aan leiding geeft tot een serie belachelijke incidenten, die op hunne beurt leiden tot een algemeen conflict, een hatclijken strijd tusschen de twee partijen, waarin het dorp zich verdeelt. Het komt zelfs tot een eoDrt oproer en het is, in een zekeren zin en in het klein gezien, het avontuur van de destijds zoozeer beruchte Dreyfuszaak, die gansch een volk in twee vijandelijke kampen verdeeld. Het is de eeuwige geschiedenis van de domme menschen die gelukkig leven en die, omdat er niets gebeurt, meenen dat hun leven onbelangrijk is en zichzelf allerhande moeilijkheden op den hals halen om de illusie te hebben dat zij in de wereld een rol moeten spelen. Als de' strijd ten einde is, als het dorpje Clochemerle weer zooals vroeger rustig ligt tusschen zijn vruchtbare wjjnbergen, als de menschen die er wonen weer de waarde voelen van den vrede, die voor een tijd werd ver stoord, begrijpt men de zachtzinnige wijsheid die de les is van dit boek. l Ik zei dat de motieven van dit boek niet zeer oorspronkelijk zijn. Inder daad, de personen zijn allen min of meer geknipt naar een bekend model. Men vindt er den zelfvoldanen burge meester die door zijn vrouw wordt aangespoord tot allerlei politieke intrigues, den pedanten humanitairen onderwijzer die correspondent is van confidentieele provinciekrantjes, den conventioneelen dorpskapelaan met zjjn meid, de niet minder conventioneele dorpskwezel, den bekenden, vroolijken drinkebroer, wiens vrouw, de eveneens bekende dorpsvenus, alle hoofden op hol brengt. Men herkent ze dadelijk. In hoevele Fransche romans der negentiende eeuw komen ze niet voor: van Balzac tot Flaubert, van Maupassant tot Zola en Courteline. Ik weet het wel, het aantal mensqhentypes is beperkt, maar toch is het vreemd zoovele geclicheerde types samen te treffen. De fantastische humor zooals wij die kennen uit werken als bijvoorbeeld Les Copains van Jules Romains of La Jument Verte van Marcel Aymé, is dan ook in het boek van Chevallier geheel afwezig. Afgezien van het ge geven, dat nog geen wereldwonder is bevat Clochemerle geen fantasie in den eigenlijken zin van het woord. De wel eens sterk gekruide geestig heid van den auteur is soms al te gemakkelijk en getuigt niet altijd van een bizonder goeden smaak. Hetgeen niet belet dat Clochemerle een zeer opgewekte lectuur is en terecht werd aan den auteur de prijs Courteline toegekend. Het boek is vrij goed geschreven ofschoon de stijl op vele plaatsen een al te groote inspanning verraadt. Het heeft soms den schijn of de auteur den lezer wil verbazen met een li teraire grootspraak die de meest ge wone toestanden in een grotesk dag licht stelt. Dit kan een tijdje aardig zijn, maar niets verveelt spoediger dan een dergelijk procédé. Een aantal gebeurtenissen hadden ook heel wat bondiger kunnen worden verteld. Maar in weerwil van die tekortkol mingen is Clochemerle een boek waar van de lezing een aangename verpoozing is. Ze zijn niet zoo talrijk de hedendaagsche geschriften, waarvan men dit kan getuigen. 1) Gabriel Chevallier, Clochemerle. Les Editions Rieder, Paris. 1934. Spreekzaal Onwaardige concurrentie Is het wel juist gezien van den Directeur van het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs te Amster dam om opdrachten aan te nemen, die feitelijk aan gevestigde kunste naars behooren gegeven te worden? In het jaarverslag 1933 der school vindt men vermeld, dat de Kon. Zilverfabriek te Voorschoten voor de afd. Metaalbewerkingskunst een prijs vraag uitschreef, voor nieuwe model len lepels en vorken, die zeer tot genoegen slaagde en kocht deze firma tevens nog eenige modellen van andere zilverwerkers. De Acade mie Lich. Opvoeding liet op aanvrage een affiche ontwerpen en zijn druk werk op de school verzorgen. Het Koninklijke Oudheidkundige Genootschap schreef onder de leer lingen een prijsvraag, het maken van een penning, ter gelegenheid van haar jubileum uit. De eerste prijs werd onder leiding van den leeraar uitgevoerd. Het Genootschap betuigde haar groote tevredenheid over het welslagen van deze prijsvraag. De naam van den leerling wordt zelfs vermeld. Denaam van den leeraar blijft onbekend. Men is wel benieuwd wat oud leerlingen dezer school van deze opdracntengeverij denken. Nu op het moment de kunstnijveraar niet weet, hoe aan eenige verdienste te komen, worden door deze particuliere bedrijven en zelfs door een bestuur van een Genootschap dat toch zeker zulke opdrachten niet goed mag keuren, prijsvragen en verzoeken aan een directeur verstrekt, die toch zeker van leerlingen niet mag eisenen, dat zij den gevestigden kunstenaar (die zij weldra zelf zullen zijn) het brood uit den mond te halen. Het honorarium voor deze opdrach ten is of voor leerlingenwerk te hoog, of de markt wordt bij te laag honoreeren verknoeid en wordt de opdracht met een appel en een ei betaald omdat het maar leerlingenwerk is. H. VAN DEN BEEG. VRAAGT VOOR UW WON l NGINRICHTING ADVIES EN CATALOGUS AAN L.O.V. TE OOSTERBEEK HAAR FILIALEN) N l LLM IJ LEVENSVERZ.MIJ sCRAVENHAGE AMSTERDAM-UTRECHT ROTTERDAM Fa F. SI N EMU S Leidschestraat 20-22 AMSTERDAM C. Overhemden 2 BOORDEN 1 p. R ES. MANCH. VANAF Fl. 5. incl. HEERENKLEEDING VOOR VADER EN ZOON TOT REDELIJKE PRUZEN ADRIAAN SCHAKEL HEILIGEWEG - TELEFOON 37273 Toen Vader zoonlief had bewogen Ook naar SCHAKEL" toe te gaan Kwam zijn naam bij vaste klanten" Op den HEILI8EWEQ" te staan. Honing met Rijksmerk van OUD-BUSSEM f 1.40 per K.G. s U VOOR TANDFUM Strijk met Uw tong langs Uw tanden. . U voelt een kleverig laagje. Dat is tandfilm. Dit laagie vormt zich voortdurend, ab sorbeert spiisresten en nicotmeaanslag. het is een schuilplaats voor de bacteriën die tandbederf veroorzaken. Wil men tandbe derf tegengaan, dan moet de Tandfilm dagelijks verwijderd worden. Verouderde methodes voor tandreiniging kunnen de film niet verwijderen. Daarom raden tandartsen het gebruik aan van Pepsodent. die de Tandfilm ver wijdert en voor het uiterst teere tandglazuur volkomen onschade lijk is. Hetgeheel nieuw polijstend materiaal in Pepsodent is twee maal zoo zacht als de stoffen die gewoonlijk gebruikt worden. Niets overtreft haar vermogen om de tanden hun natuur lijken glans te hergeven Koopt nog heden een tube Croon t»bïl OW

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl