De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 30 juni pagina 18

30 juni 1934 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 De Groene Amsterdammer Van 30 Juni 1934 N o. 2978 "f ) ,'ir Max Pallenberg Henrik Scholte van minister Marchanl Tussohen Max Pallenberg 'en den eenigen re gisseur die hem, den virtuoos, in grootere virtuosi teit de baas af was, namelijk Max Beinhardt, bestond een zoo sterk geestelijke verwantschap, dat aij bijna physiek uitgedrukt kon worden. Er zijn portretten van beiden, waarbij men de achternamen eenvoudig zou kunnen verwisselen en er zijn tweelingportretten denkbaar, waaronder men voor de variatie Max en Moritz zou kunnen schrijven - wat dan tevens ongeveer overeenkomt met het baldadige meesterschap, waarmede beiden hun kunst bedreven. Eenmaal heeft daarbij Max, de acteur, den anderen Max als regisseur geïmi teerd, namelijk in de voorstelling van Pirandello's Sechs Personen", waarbij het genot, dat beiden krachtens de teugelloosheid van hun voorstellings drift aan de fantastische caricatuur hebben, voor een creatie zorgde, die eigenlijk met het stuk niets meer gemeen had. En eerst toen men het stuk onlangs onder Beinhardt in ons land terug zag, merkte men hoezeer het oude schema om van de Sechs Personen" vóór alles een tooneelburleske te maken, leeg bleef toen Pallenberg de rol niet meer speelde en in hetzelfde kader van een oor spronkelijk tragisch en zelfs zwaartillend stuk Hans Thimig zachtaardiger en onbenulliger deze destijds door Beinhardt geheel uit het verband gelichte, tweede of derde rol van het stuk vertolkte. i Het woord caricatuur dekt overigens Pallenberg's kunst allerminst. Hu had niet de grimmige lust aan het verteekenen. Wat hij verteekende, was eenvoudig de geschreven rol. Maar wat hij er voor in de plaats stelde, was juist de mensch zelf, openhartig ontlarfd onder het masker, dat do kracht van een geboren mime hem verleende. Hij was nimmer voluit komisch, nimmer voluit tragisch, want beide begrippen waren voor hem n en in hem leefde slechts de vulkanische lust aan de gestalte: een onbezorgde, onberedeneerde, persoonlijk-geniale vorm van tooneelspeelkunst, die alleen in bloeitijd van het tooneel mogelijk was. Sociale tendenzen waren hem vreemd en naar men zegt werd de rol, die in het latere Duitschland en Oostenrijk hem, den Bussischen Jood van afkomst, zooveel kwaad heeft gedaan, namelijk de soldaat Schwejk in een overigens vermechaniseerde opvoering, voor hem nauwelijks eenper soonlijk succes. Piscator's regie stuitte op hem, den solo-speler, af. Samenspel kende hij dan ook alleen, wanneer men zich naar hem schikte. Hij schikte'zich alleen naar zijn voorstellingskunst en leefde eenmaal de plastische vorm voor zijn rol in hem, dan kon geen regisseur hem er toe bewegen, ook maar zijn das anders te strikken of een haar Tcekenlng J. F. Doere Speelman 'Marchant: Ik zal eens nieuwe muziekjes moeten aanschaffen, deze lust het publiek blijkbaar niet!" aan zijn pruik te veranderen. Zijn make-up was zijn persoonlijk eigendom: hij boetseerde zoolang aan zich zelf tot zijn lichaam, binnen de grenzen van figuur, die hem slechts een beperkt aantal rollen liet spelen, het stoffelijk hulsel werd voor wat in het diepst van zijn chaotischen geest de inspiratie hem veroorloofde te zijn. Max Pallenberg * * * Het is dan ook niet zonder reden, dat Pallenberg vooral excelleerde in stukken, die weinig kwali teiten hadden, doch hem slechts den opzet leverden voor een gansenen mensch. Cor Ruys. staat hem daarin na: ook Cor Buys is in zijn grootste oogenblikken niet de komiek van emplooi, maar de geniale schepper van zijn evenmensch. Voor zulke virtuozen, die op de planken bijna zichtbaar metamorphoseeren, kan geen rol voorschrijven wat hïj zeggen moet. Hoe belangrijker de geschreven rol, des te sterker blijkbaar de innerlijke weer stand om zich daarmee te moeten verstaan. Er zijn in het genre van Max Pallenberg en zijn beperking was zonder twijfel het feit, dat hij genrespeler bleef ? meer dan eens groote rollen geschre ven en Shakespeare's clowns en Molière's uit bundige karakters komen zijn eigenaard wellicht het meest nabij. Maar hij speelde ze zelden en zijn creaties in dit opzicht bleven vaak een succes d'estime, terwijl zijn Zawadil in een kluchtje van Kadelburg (?De Familie Schimek") en zijn Wau-wau in een stuk Grompie", waarvan nie mand de namen der twee Amerikaansche auteurs onthouden kan, in alle vergankelijkheid, die het noodlot van den acteur is, de waarde eener ver eeuwigde vormgeving kregen, om van de operette-libretti, waarvan hij zich bij voorkeur be diende, nog maar te zwijgen. Zijn Zawadil ken ik niet, Oscar Tourniaire speelde hem, eenmaal in een zomers leegen schouwburg met vermoedelijk weinig minder bezeten drift. De tweede rol speelde Pallenberg hier op een tournee, zonder Reinhardt en voor een halfleege zaal: wat voor een geboren commedia dell' arte-speler als Pallenberg, die als de Middeleeuwsche hofnarren vóór alles het gulle auditorium voor zijn diepzinnige bitsigheden noodig had, beteekende dat hij maar op vijftig procent van zijn volle kracht kon spelen. Want Pallenberg vooral was de mime, die alleen groeide onder de spanning van duizenden op hem ge richte oogen. Men lachte en men juichte om hem minder als echo op een grap of een woord dan wel als die bijna mystische uiting van bevrijding, die op de hoogtepunten van een tooneelcreatie de lach en het applaus kunnen zijn en die de zeld zame natuurkracht van den medicijnman" op het tooneel het heerlijkst doen uitkomen. Dat hij dit zoolang en tot voorbij het hoogtepunt van zijn leven gekend heeft, moge in de herinnering de wrangheid van zijn plotselingen dood verzachten. Niet alleen de politieke omstandigheden immers belaagden hem de laatste jaren. Ook de tijd voor dezen Pallenberg-cultus, die eens door een vindingrijken Duitscher als Empfindsamkeits-Ekzentrik" gekarakteriseerd werd, ging langzamer hand reeds tot het verleden behooren. In een film als Defrauda.nten", waar hij in enkele scènes zijn eenigo rol speelde voor de lens, die muider illusie" toelaat dan de planken, zag men immers reeds te zeer do grenzen van dit teveel aan emphase. Nieuwe uitgaven Wat N.I.L.L.M.IJ. voor U doel", verzameling van korte geschriftjes, die het doel van deze maatschappij uiteenzetten. Lumen, huisorgaan van N.V. Foto-, projectieen kino-handel", No. 2 van den 38en jaargang. Gratis uitgave van Capi, Nijmegen. Het kweeken van de mooiste eenjarige zaaiplanten. Deel G van de serie: Wij en onze planten", onder redactie van A. J. Herwig te Bussum, door J. H. Meijer te Hilversum. Uitgave Kemink en Zonen N.V., Utrecht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl