De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 30 juni pagina 20

30 juni 1934 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

20 De Groene Amsterdammer van 30 Juni 1934 No. 2978 Letterraadsel De kunstenaars en de radio W] 1. .; . »VJ-; .>;T\A ???'H. j^. Uit onderstaande lettergrepen moe:\ \i t«n 16 woorden gevormd worden, wier p. l^ ' ^/f- *f ^ * Ie en 3e letters, de laatste van beneden | <7 t~ o /Cl n '? ?-#? -;' / naar boven gelezen, een versregel van L* XI ' ' *''' ' - J- C- Bloem vormen, (ch en ei is n M ,-, M a - dam - de - d«' - jfé- y - ff - e eepégant - %$*'- & - haa - -V. ..-/': /u* . l/. J*n'-X-M ia»0 - 5ST"- ne - nie it 1. tienduizendtal, 2. verschrikkelijk, 3. strijdende partij, 4. Engelsche lengtemaat, 5. plaatsje in NuordHolland, t^--wxa±uj£aaad, T»- loods, .-by-eHtftfti', 10. palmsoort, 11. heldendieht vaa VergUius, 12. reakfleschjef, 13. plotseling, 14. onbeduidend messen;" 15. bezoldiging, 16. lichaamsgestalte. Voor de inzenders van. de goede oplossing zijn als prijs beschikbaar: Boekwerken of Grammofoonplaten Inzendingen, liefst op een briefkaart, vóór Woensdag a.s: 2 uur. Op adreszijde vermelden: Oplossing letterraadsel. OplosBing Iietterraadsel. De oude, herinnering komt zoo trouw terug. Helene Swarth. 1. Geuldal, 2. uitleggen, 3 rapport, 4. evolutie, 5. Toledo, 6. wervelkolom, 7. uitheemsch, 8. order, 9. Beinier, 10. talent, 11. opponent, 12. Ontario, 13.zestig, 14.Titanen, 15.medegevoel, 16. onbekommerd. Prijswinnaar werd na loting, A. J. de Lange, Laren, die aan het ?ecretariaat van de redactie, doch zonder vermelding Letterraadsel, gelieve op te geven wat verlangd wordt. Gharivaria PAINDELUXE-BROOD ,,De leden treden om de 4 jaren af en zijn aanstonds weder herbenoembaar." ( Bedrijfsradenwet) Concerten van Friedberg voorloopig uitgesteld. De juiste data zullen nog nader worden bekend gemaakt." (Tel.) ,,Het kunstwerk werd weer hersteld. De minister heeft zich beijverd voor het weer in zijn oorspronkelijken staat terug brengen van het altaarstuk." (Volk) De vijf burgerlijke partijen samen vereenigd." (N.R.C.) GAAT DAT ZIEN, GAAT DAT ZIEN ,,De Ossenaar weet nimmer iets, zelfs al heeft hij er op den neus bij gestaan." (Tel.) Het is een griezelige sex-appealramp." (Hbl.) Wat is dat? Dat is het huwelijk, zei de verstokte vrijgezel. Londen kent zijn Pappenheimers", schrijft de N.B.C. Het is het bekende barbertje voor ,,Daran crkenn' ich meine Pappenheimer", (Wallenstein's Tod, III, 15), Wallenstein's antwoord op deze woorden (Gefreiter:) Kein fremder Mund soll zwischen uns sich schieben, den guten Feldherrn und die guten Truppen." Het blad heeft gelijk. Wij verlangen het zoo, en de N.B.C, kent zijn Pappenheimers. Drie stukken van Schiller trokken onze aandacht: Kabale und Liebe en Maria Stuart." (De Res.) Vier: Kabale, Liebe, Maria, Stuart. WAARSCHUWING ,,In het gebruik zijn onze mesjes zeker zoo voordeelig als goedkooperc soorten, waarbij uw huid niet zooveel te lijden heeft." (Pvosp.) , ,Daar is een oud Nederlandsen woord: ende desespereert tiet." (H.D.) Integendeel, dit is vrij nieuw. Het oude is: Dispereert niet, ontsiet uwe vijanden niet, daer en is ter werelt niet dat ons kan hinderen." (Brief van J. P. Coen, 29 Sept. 16IS). CORRESPONDENTIE C. te L. Onder Schrille tegenstellingen" noemt gij opensluitin^. Nu gebruikt Vondel het in zijn slotrei van Lucifer. ,,Een schoener paradijs hier boven open sluiten." Dan is het toch goed r1 Antw. Ja. Gij hebt gelijk. Het Woordenboek zegt: ,,De tegenstrijdig heid is slechts schijnbaar indien men sluiten hier niet opvat in den zin van dichtmaken, maar iets met een sleutel (slot) doen. Het is blijkbaar ontstaan als tegenstelling van dicMsluiten." Vijandige houding van kunste naars tegenover de volmaakte technische hulpmiddelen van dezen tijd Er zijn van die waarheden, waarbij het frappez, frappez toujours geldt. Ben er van is deze: met de ontwikke ling der menschheid, schrijdt sedert duizendten jaren de techniek der schoone kunsten eveneens dermate voort, dat de kunstenaar zijn individueele aandoeningen, een steeds groo tere collectiviteit kan mededeelen. Bepalen we ons tot de muziek. Ook al blijven de innerlijke aandoeningen, die den mensch tot het scheppen van een kunstwerk voert door de eeuwen gelijk zooals liefde, smart etc. de veranderingen, die zich hier vol trekken liggen hoofdzakelijk op het gebied van het technisch apparaat. Om deze waarheid te constateeren, behoeven we ons slechts tot die pri mitieve volken te begeven, die nog op onzen aardbol leven. Ook zij maken muziek, al klinkt die ons vreemd in de ooren. Zeer vreemd zelfs. Zoo, dat we het veelal afschuwelijk vinden. Want onze ooren zijn gewend aan andere instrumenten, om kort te zijn, aan een ander intermediair. De oorzaak is, dat de maatschappe lijke ontwikkeling van een dergelijk natuurvolk dit voorschrijft. Want deze bepaalt op haar beurt, hoe groot de collectiviteit zal zijn, die door den kunstscheppenden mensch zal worden bereikt. We zullen dit even met een paar voorbeelden toelichten. Een ieder zal moeten toegeven, dat de kunst van een middeleeuwschen minnestreel ons volmaakt vreemd is. En niettemin was deze kunst voor de maatschappe lijke ontwikkeling van Europa in dien tijd de uitdrukkingsvorm. Ook om wat verder te gaan in de geschiedenis was de technische vervolmaking van de orkest-apparaten waarvoor oen Mozart of een Haydn schreven, anders dan het volmaakte medium, waarvoor heden ten dage onze componisten werken. Maar om gekeerd was de massa kleiner, waar voor deze componisten schiepen. De bezoekers van deze concerten zoover ze niet tot hofkringen beperkt bleven was een klein aantal patriciërs, want de massa stond grootendeels buiten het muziekleven. De maatschappelijke ontwikkeling der menschheid heeft in den modernen tijd de millioenen-massa dichter bij de cultuur van dit tijdperk gebracht. Het technisch muziek-apparaat, dat in de orkesten zijn vervolmaking had gevonden, riep om andere vormen om deze massa te kunnen bereiken. Ten slotte vielen zoo, door het orkest-apparaat als liet ware een ver lengstuk te geven, de muren van de concertzaal weg en kon de muziek voor het eerste maal in de geschiedenis binnendringen in de huiskamers van den mensch. Door deze technische omwenteling werd het den kunstenaar mogelijk gemaakt tot de millioenen-massa te spreken, om zijn individueel beleven hetwelk omgekeerd wederom is een abstractie, van het beleven der collectiviteit aan moer menschen dan ooit te voren mede te doelen. Deze winstpost mag men gerust op de debetzijde van de balans boeken. Het tragische van het geval in deze overgaiigs-periode nu is, dat de doorsnee-kunsteiiaar van deze ontwikke ling niets begrijpt. Ook nu weer wordt de stelregel bewaarheid, dat de mensch met de problemen van zijn tijd geen raad weet. Of om duidelijker te zijn: hoe weinig musici zelfs de allerhyper-modernsten ??begrijpen iets van het technisch wonder van gram mofoon en radio. Doorgaans zijn ze niet verder ge komen, dan tot de verklaring, dat dit alles geen kunst met een groote K. is. Of erger nog: ze staan er doorgaans vijandig tegenover. In plaats van zich met de ontwikkeling er van vertrouwd te maken, trachten zij deze te remmen, zelfs tegen te werken. De zaken in de radiowereld staaa daardoor voorloopig zoo: men stelt zich er mede tevreden ? zoo goed mogelijk ? bestaande kunstwerken uit te zenden. En ten slotte verwondert zich dan een ieder, dat het concertbezoek af neemt, indien men de studio tot concertzaal of omgekeerd de concert zaal tot studio omschept. Wil men een bewijs voor deze stelling? Daarvoor behoeft men een dag lang slechts een programma van welken omroep ook te volgen. De radio brengt op muzikaal gebied niets eigens en ook niets nieuws. Zij brengt bestaande werken der muziekliteratuur beter of slechter al naar de opstelling van het orkest en de in stelling van dirigent zich beter aan gepast heeft bij de aparte eischen, die dit verlengstuk van technisch medium stelt. Maar zoo zal men ten slotte niet door kunnen gaan. Er zal een ,,Umwertung aller Werte" ook hier moeten komen. Het wachten is nu op d. scheppende kunstenaars, op de com ponisten. Zij mogen zich niet langer afzijdij houden. Zij moeten, al schrijvend) voor instrumenten en orkesten, buiten de enge sfeer van de concertzaal treden en loeren inzien, dat zij door midde van dit verlengstuk aan hot technisch apparaat, thans grootere massa's tot luisteren kunnen dwingen, dau ooi' te voren. Eerst dan ook zal de radio uit de impasse worden bevrijd. Wij weten, dat een dergelijke geestelijke omzwaai in het compo nistenwereldje nog wel wat op zich zal laten wachten. Maar zij kan aan moediging ondervinden en deze kan komen van de kunstzinnige leiding van den omroep, die door opdrachten den componisten moet aanmoedigen. En hiermede zijn we op een ander terrein gekomen. Ook op het gebied der leiding van de omroepvereenigingen zelf. En het moet ons van het hart: ook onder deze grootendeels nieuwe" menschen heerscht een schrikbarend conservatisme. Ook zij zijn zich grootendeels van de groote culturecle missie niet bewust: kunst te brengen tot de massa en wel kunst, die zich aan de eischen van het nieuwe apparaat aanpast. Tot dusverre zien zij slechts het heden en niet de toekomst en een dergelijke geesteshouding zal gevaar lijke g( ilgen met zich meebrengen, maar dit alles is een hoofdstuk op zichzelf, dat noodzakelijk en dringend om een nadere behandeling roept. J. SUIKERMAN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl