De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 7 juli pagina 2

7 juli 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 7 Juli 1934 No. 297» De moord op den heer en mevrouw von Schleicher staat geheel buiten het dreigend verzet van den onderstroom. Alle verhaaltjes over een samenspanning met Rohm, zijn Rijksdagbrand", de door Göring in omloop gebrachte insinuatie dat een vreemde mogendheid in deze samen spanning betrokken zou zijn, lijkt .als {wee drup pels water op het verhaal dat gebleken zou zijn, dat de communisten, zoowel als de socialisten het complot hadden gesmeed om den Rijksdag in brand te steken. Maar men vreesde VóTTSchleicher, zooals men Von Papen ?vreesde, hoewel die twee zeker niet bevriend waren hetgeen het óók onwaarschijnlijk maakt dat Von Schleicher nu reeds relaties zou hebben aangeknoopt met die groe peering van industrieelen en Junkers, die geleidelijk en zoo mogelijk met Hitler samen het commando hadden willen overnemen. _ Een nog ernstiger feit is de executie" van Von Klausner, den leider der Katholieke actie in Duitschland, en intiem medewerker van den vicekanselier Von Papen. Walgingwekkend is het feit. dat de regeering iedere verantwoordelijkheid en consequentie voor deze?terdoodbrenging afwijst en het laat voorkomen alsof Von Klausner zelf moord gepleegd heeft. Door het sper-vuur. dat zijn vrienden en mede werkers neermaaide, is de vice-kanselier tat mario net gemaakt. Het schijnt, dat hij niet weg gaat niet weg mag. Hitler schijnt hem bevolen te hebben aan het werk te blijven, M-ant als facade tegenover het buitenland heeft hij mannen als Von Papen en Von Xeurath, als getitelde conservatieve palfreniers, dringend noodig. Met de bloedige voorbeelden, nu gesteld, voor oogen, zullen deze heeren zich wel wachten tegen den zin van den leider van den bok te komen. Maar de teugels in hajiden nemen, dat doen ,zij niet meer. " . ,.. ' - ~ ' Intusschen wordt de angst voor het buitenland steeds grooter. Vooral in wei-ingelichte kringen. Men is er niet bang voor een overval (al geeft men dat graag voor) maar men is bang vóór de publieke opinie voor zoover men die publieke opinie in feitelijke daden, in de economische politiek, te voelen krijgt. In dat opzicht is de Amerikaausche nota van verleden week (nog vóór de troebelen) inzake de transfer-kwesties van belang. Want daarin wordt voor het eerst duidelijk gezegd, dat Duitschland zijn wapenrusting betaalt met dat gene wat het zijn crediteuren onthoudt. Een der gelijke openhartige reprimande was tot nog toe niet voorgekomen. Het is wel merkwaardig dat in de week na de bloedige ^gebeurtenissen déDuitsche handels delegaties zich beijverd hebben, nog betrekkelijk coulante regelingen aan te bieden. Men ziet het een lijn valt er in al deze gebeur tenissen niet te bespeuren. Het is een moorden in het wild, een slaan naar link» en rechts, naar boven en naar beneden. Men kan dit geen regeeren" meer noemen. Het is geen dictatuur. Het is pure en bloedige tyrannie. Men waant zich terug in vroeger eeuwen, in het Rusland van Iwan. den Verschrikkelijken, in het Turkije der sultans-intriges, in de middeleeuwen,, neen in het ondergaande en zeden-verdorven Romeinsche Keizerrijk, waar de keizers hun moeder en hun beste vrienden lieten vergiftigen en de be velhebber van de paleiswacht zich den volgenden dag tot keizer en halfgod uitriep. Maar nog een andere vergelijking roepen de ratelende salvo's op, diéuit de binnenplaatsen der kazernes .opklinken bij executies na een rechts pleging, die met alle gerechtigheid spot -?zij htet dan ook, dat de neergeschoten jongens nog kort geleden met enthousiasme.hetzelfde béulswerk ver richt hebben, als dat waarvan zij nu het slacht offer zijn, gewo.rden. De associatie diédeze salvo's wakker roepen, dat is hét .mitrailleurgeratel van de _ beslechting11 der geschillen van de Amerikaansche gangsters, bij uitstek een symptoom van den tegenwoordigen tijd. Maar de executies" in een garage in Chicago, van lieden die voor de macht van een grooten gang-leider gevaarlijk waren, of dat' dreigden te worden, waren slechts oplossingen van geschillen die men zou,kunnen betitelen als te zijn van civielrechterlijken aard. In dit geval betreft hét echter de oplossing van geschillen van staats«rechterlijken aard.... Deze vergelijking is sinister. Maar de gebeurte nissen zijn dat ook. De laatste zweem van recht, zelfs de vaagste politieke lijn, is hier-zoelts-In tusschen nadert, als een Mene Tékel de waar schuwende vinger van den dreigenden nood. Prins Hendrik Zeer korten tijd, nadat aan ons kleine Koninklijke gezin de Koningin-Moeder is ontvallen, werd dat gezin andermaal ge troffen door het overlijden van Prins Hendrik. De bulletins omtrent den gezondheidstoe stand, die de laatste dagen wer den gepubliceerd, gaven reeds reden tot ongerustheid". Wan neer men verklaart, dat er geen reden is voor bijzondere onge rustheid, dan geeft men daar mede terloops te kennen, dat er voor ongerustheid alle grond beetaat. Slechts dat Prinses Juliana niet direct uit het buitenland terugkeerde wekte den indruk, datjeen zoo spoedig einde niet viel te verwachten. Maar men hoorde reeds^ aanstonds de onderstelling opperen, dat men met opzet de Prinses had aan geraden niet terug te. komen,' ten einde den patiënt niet onge rust te maken. De positie van een PrinsGemaal is bijzonder eigenaardig. Prins Albert, de echtgenoot van Koningin Victoria, heeft op het bestuur van Engeland een betrekkelijk grooten invloed gehad, omdat Koningin Victoria hem. vaak_ ' over staatszaken placht te raadplegen. Het is niet ' waarschijnlijk, dat zulks ook met Prins Hendrik het geval is geweest. Iri Nederland zou men dat, naar het mij voorkomt, ook niet wenschelijk hebben ge acht. De Koningin heeft haar officieele adviseursT de Ministers, die, behalve aan de Koningin, ook aan de StatêTx-Generaal verantwoording schuldig zijn. Zoo weinig is men er op gesteld, dat de Koningin buiten deze officieele adviseurs om, ook anderen raadpleegt, dat het een gewoonte is geworden, dat de Koningin de vergaderingen van den Raad van State, van welk college zij de pre sidente is, nooit leidt. De adviezen van den Raad van State bereiken de Koningin door tusschenkomst van de Mi nisters, die aldus in de gelegen heid zijn eventueel aanstond» van hun afwijkend gevoelen tedoen blijken. Prins Hendrik maakte deel. uit van den Raad van State. Hij placht de vergaderingen van, dat college slechts zelden bij te wonen. Ook hij was waarschijn lijk van, oordeel, dat het niet tot zijn taak behoorde zich met de staatszaken te bemoeien. Prins Hendrik bepaalde zich tot het vervullen van represen tatieve plichten. Zijn bijzonderebelangstelling had het Roode Kruis, waarvan hij meer dan! 23 jaar de president is ge weest, het reddihgswezeu en depadvinderij. Zijn functie bij het RoodeKruis heeft hij allerminst als~éeii. sinccure opgevat. Hij placht. wanneer hij in Den [Haag was... dagelijks het bureau van het Roode Kruis te bezoeken en de beslommeringen die aan dat voorzitterschap waren verbon den, liet hij niet aan anderen over. Wie raet hem in aanraking kwarn werd ge troffen door zijn gemoedelijkheid en zijn gevoel voor humor. Aan het hof. plegen traditie en protocol een groote rol te spelen. Dat is> onvermijdelijk. Maar de humor van den Prins. bracht in die vormen de note gaie. Aan het hof en in hetr land zal men in de toekomst^ bij menige plechtige gelegenheid" zijn afwezigheid bespeuren. De deelneming van het geheele volk gaat uaaxde Koningin en de Prinses, die in zoo korten tijd zoo zwaar beproefd werden. A?C. JOSEPHUS JITTA. Spreekzaal Stad enlPlatteland Mag ik, al is het wat laat, nog e ven terugkomen op het artikel Do Stad en het Platteland" van den heer C. F. Roosenschoon in uw, blad. De geachte schrijver zegt o.a. ongeveer het volgende: _ Hoeveel agrariërs kiïnnen worden onderhouden door een .zeker aantal niet-agrariërs. Dit is de moderne vorm van n oude quaestie, nl. die van het evenwicht tusscheu stad en platteland". Het wil me voorkomen, dat de heer R. beter het probleem als volgt had kunnen stellen: Hoe lang kan het met-agrarische volksdeel teren óp den zak van het platteland, alvorens ze hiervan zelfde nadeelige gevolgen ondervindt? Het standpunt, dat de prijzen geregeld behooren te worden naar de kosten van den arbeid, heeft in de laatste decennia.?- vooral onder den druk van de moderne organisatievormen der stedelijke groepen in_steeds ruimer kring veld gewonnen. Men heeft hierbij echter vergeten, dat er bedrijven zijn, waan het ten eenenmale onmogelijk is loonsverhoogingen etc. af te wentelen op den prijs.. Deze bedrijven, waaronder in de eerste plaats onze landbouw genoemd moet worden (daarnaast onze exportindustrie, scheepvaart), moeten noodzakelijker wijs de dupe worden van de hierbovengenoemde taktiek. Deze spanningen tusschen stad en platteland zijn de -geheele historie door waar te nemen: De stad is nooit bereid gevonden den voedselproducent de belooning toe te kennen, welke hem rechtens zijn aan Int productieproces bewezen diensten toe kwam. ..'..' Steeds heeft zij getracht, en is hierin, dank zij haar betere organisatie,?voor een groot deel in geslaagd óók haar wil op te leggen aan het platteland. Nu enkele voorbeelden; ~ In 1913 kostte de tarwe g et. en een waterwittebrood te 's-Gravenhage 14% ets per kg. In 1930 bedroegen deze prijzen respect. 6'én 23% ets. per kg. l De prijzen der akkerbouwproducten, liggen momen teel nog 10 pCt., die der dierlijke producten nog 25 pCt. beneden het vóór-oorlogsche peil. De oorzaak van het feit, dat het leven in de groote steden nog 40 pCt. duurder is dan vóór 1914, dient dus1 zeker niét bij den, landbouw gezocht te worden. Zich afvragend, hoe het toch komt dat de landbouwarbeid z,oo slecht betaald wordt, antwoordt de heer R. dat de oorzaak hiervan gezocht moet worden bij de gebrekkige arbeidsverdeeling. welke zoo wanhopig: ver is achtergebleven bij die in de industrie. Ik geloof, en hiermee zullen allen, die eenigszins. bekend zijn met de verhoudingen welke de primaire productie beheerschen, het wel eens zijn, dat ratio nalisatie t.a.v. de arbeidsverdeeling slechts in zeer beperkte mate mogelijk zal zijn. Hier zal de oplossing niet geaocht moeten worden. Wil men terugkeeren tot meer normale verhoudingen. dan zal men in de allereerste plaats dienen in te zien dat, wanneer een bepaalde groep naar lasten afwentelt op het overige deel der 'bevolking, dit slechts kan geschieden ten koste van de welvaart van het geheele volk. ? In dit verband vergete men vooral filet de jaren iQi4-'i8, toen het internationale transportapparaat ?was lam geslagen. De fundamenteele positie welke de landbouw inneemt, .en die in de oorlogsjaren -zoo. duidelijk naar voren is gekomen, schijnt men in bepaalde kringen sedert vele jaren reeds weer totaal te negeeren.l ' ? ? ? - E. R. GRASHUIS. DE GROENE AMSTERDAMMER ' Weekblad voor Nederland kost slechts ? 2.70 per kwartaal (Incl. ? 0.20 voor incassokosten) of ? 10.?per Jaar bij vooruitbetaling De kolos met leemen voeten \ Teekening door L. J. Jordaan V'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl