De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 14 juli pagina 4

14 juli 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

il De droogte Dr. Jac P. Thijsse Een moderne Russische opera A vi Wanneer wij dezer dagen in parken en plant soenen, in tuinen en tuintjes de sproeiers en spuiters bezig zien om het groen en de bloemen te redden en bovendien angstwekkende overwegingen hooren over het al of niet mislukken van den oogst van dit of dat, dan rijst onwillekeurig de vraag bij ons op: hoe moet dat nu met de wilde planten, wie zal daarvoor zorgen? Nu is de toestand nog lang niet zoo bedenkelijk als in 1911, maar dat kan nog komen. Doch 1911 'en nog eens 1021 hebben ons geleerd, dat we ons over de wilde planten niet bezorgd behoeven te maken, noch tijdens een hittegolf en abnormaal" lange periode van droogte, noch bjj hevige vorst of aanhoudende regens. Deze betrekkelijk geringe schommelingen deren hen niet. Alleen geweldige veranderingen in het klimaat, loopende over honderden of zelfs duizenden eeuwen hebben in ons land een flora, zooals die thans bestaat in Virginiëen de Cnrolina's eens doen wij ken vooreen, zooals die thans Lapland tooit. De eenige invloed, die buiten dergelgke veranderingen om, geheele plantensoorten uit ons land kan doen verdwijnen is het bedrijf van den mensch. Die is daar dezer dagen weer druk mee bezig, maar daar wil ik het thans niet over hebben. Gisteren, toen de groote Senecio-bladeren in onzen tuin zoo slap hingen, alsof nu voor goed alle leven uit hen geweken was, had ik bezigheid op een nog al kale steile duinhelling op het zuiden. De zon brandde danig en het allerbovènste laagje zand was zoo heet, dat je het nog net met onbe hagen zou aanraken, dat was dus tuaschen de vijftig en zestig graden Celsius. Natuurlijk was het kurkdroog". Een plekje korstmossen was misschien nog heeter en droger, je kon die korstmos sen tusschen vinger en duim tot poeder fijn wrijven. Doch eventjes onder de oppervlakte was het zand reeds koeler, ofschoon schijnbaar nog droog. Wij weten echter dat er uit droog ? zand van 30°nog wel water te verdampen valt wanneer wij gaan tot 100°. De Muurpeper vond aan de oppervlakte nog water genoeg om te tieren en te bloeien, had hoogstwaarschijnlijk zijn waterreservoirs pas ge vuld uit den dauw van den vorigen nacht. Maar ook de Zandzegge tierde .er welig en de zeldzame Kleine Teunisbloem die mij daarheen gelokt had stond er frisch en fleurig, dicht groen bebladerd en in zijn gekken slingerkop vol belofte van rijken bloei. Deze Kleine Teunisbloem begint namelijk te bloeien dichter in de buurt van Sint Jacob dan van Sint Jan. Voor die planten was het verwelkingspunt dus nog niet bereikt. Zij kunnen uit een geringen totalen watervoorraad in den grond nog genoeg .voor eigen gebruik bemachtigen. Maar er is altijd een laatste restje waar ze niet aankunnen komen. In 1911 en ook weer in 1921 lagen de meeste vijvers en ook vele slooten in ons land droog en dat gaat nu weer denzelfden kant uit. Dat komt niet alleen door dezen drogen zomer, maar ook door het tekort aan regen, vooral winterregen ge durende de laatste jaren. Natuurlijk moeten de waterplanten en de moerasplanten. daaronder lijden, die zijn niet zoo knap, dat zij uit een gering totaal een voldoenden voorraad kunnen halen voor hun verbruik. Sommige houden nog een poos dapper vol en gaan een landleven leiden op den bodem van den uitgedröogden plas. zooals vraterranonkel, lobelia, zejfs gele plomp* De veenwortel gaat zelfs speciaal georganiseerde landtwijgen vor men uit zijn waterstam. Riet maakt de allerwonderlijkste bokkesprongen, 'daar kunt ge van gaan genieten in de Buiten-Mui op Texel worider1 ij ke plant, dat riet. Koflifikl. BloeÉweekerij Wilhelmina," Charles van fiinnaken & Zoen, Zundert, H.B. Hat vin ouds gunstig bekende adros voor Dennen, tar babosscning (uttaluitand inheemsch zaad) Exotische Dennen» en Sparrensoorten, Bosch- en Haaffplantsoen, Boom e n en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis on franco. Tal. Intaro. No, 1. Telegram-Adres: Wllhalmfna, Zundert In en om den vijver in Thijsse'a hof kunnen wy dag aan dag de avonturen van de water- en moerasplanten aan schouwen. .Het is een kunstmatige vijver met een natuurlijke vulling n.l, het grondwater van het duin. De Bloemendaalsche waterleiding heeft eenige putten dicht by den vijver, maar dat hindert niet, want Bloemendaal is zoo wijs, om alleen heel diep water te pompen en dat heeft dus weinig of geen invloed op den water stand hier, die dan ook heel getrouw alleen ver andert overeenkomstig den regenval. Hy staat nu anderhalven meter lager dan toen hij werd aangelegd, met het gevolg, dat het moeras van toen nu hoog en droog is komen te liggen. De ? oeverplanten zijn met den oever mee gewandeld. Op onze foto kunt ge zien dat de lischdoddon (heel op den voorgrond) alweer een nieuwen sprong maken naar de diepte die hun het liefst is. Verleden zomer, toen het water nog wat hooger stond, had den we een prachtige vegetatie van Parnassia dicht aan het pad. Iedereen bewonderde de mooie witte bloemen op hun ranke steel t j es en lette met ge noegen op de welbekende bloeigeschiedenis (hoop ik). Nog dit voorjaar beloofden een aantal kiemplantjes weer nieuw moois voor dezen zomer. Maar met het dalen van het grondwater en het uitblijven van een voldoende hoeveelheid hemel water zijn al die Paraassia's, zoo oude als jonge, verwelkt en gestorven. Doch gelukkig hadden ze in herfst en winter ontelbare zaden gestrooid en die zijn nu op de droog vallende nieuwe oeverstrook gaan ontkiemen, zoodat we thans toch weer prachtig bloeiende plantjes hebben op een lager peil. Wanneer we nu eens weer een behoorlijk natten herfst en winter krijgen en (wat heelemaal niet onmogelijk is) het water weer een halven meter stijgt, dan verdrinken die nieuwe Parnassia's, maar uit hun zaden komen op een hooger peil weer nieuwe plantjes. Dat gaat niet alleen zoo met Parnassia, maar met alle planten van de natte duinpannen. In hun zaden ligt de voornaamste waarborg van hun voortbestaan. Die zaden kunnen jaren lang hun kiemkracht behouden en zoo is het dan mogelijk dat zelfs na eenige jaren van droogte de rijke flora van de duinpan zich kan herstellen. Alleen'is er groote kans, dat de concurrenten, die zich inmiddels op het oude niveau hebben gevestigd, juich alweer door de toenemende vochtigheid niet zoo gemakkelijk laten verdrijven. Het is zeer onderhoudend en vaak bemoedigend om deze ver schijnselen in hun groote verscheidenheid gade te slaan. In Tnijsse's hof krijgt ge slechts enkele gevallen ervan te zien, maar we hebben gelukkig onze natuurmonumenten (de echte) op Voorne, Texel, Vlieland en Terschelling, waar we deze studies volop kunnen vervolgen, in de zekerheid, dat we daar tenminste jaar in jaar uit het zuiver verloop van de natuurlijke gebeurtenissen kunnen aan schouwen, zonder dat démensch storend.ingrijpt. Dit geldt ook voor de plassen van het heideland schap. ? Nieuwe uitgaven Het Bruidsboek, door Mevrouw F. C. J. Olivier*Koch, Mej. W. L. P. Burger, Mej. M. A.Kampf, Dr. A. Melchior, J. O. W. F. Rens en anderen. Uitgave S. W. Melchior, Amersfoort. Vaak zien wij op dit gebied boeken verschijnen, waarbij wjj ons afvragen, waarom de vele onbelang rijke dingen zwart op wit moeten worden gezet. Ze worden gelezen, maar erg veel wijzer worden wij er niet door, we n men ons hoogstens voor nooit meer aan een dergelijk boek te beginnen. Gelukkig zijn er echter uitzonderingen en daartoe behoort het hier bovenvermelde boek, het Bruids boek. De omslag met het hart doet ons misschien even schrikken, liet bruidje op de voorplaat is wat angstig jong en misschien nog niet geheel tegen, de zware, komende plichten opgewassen, doch de inhoud van het werk is het lezen volkomen waard. Er staan werkelijk nuttige wenken en raad gevingen in op velerlei gebied en het is in een aardigen vorm gegoten. De teekeningen boven de diverse hoofdstukken van Roosje Bakhuis sluiten goed aan by de te behandelen stof. Vóór menige toekomstige huisvrouw zal er nog veel uit te leeren zijn. De vijver van Thijsse's hof in den zomer van 1934 Spreekzaal Onwaardige concurrentie?'* Het is jammer, dat de heer Paul Bromberg, door ons een toekomstbeeld te willen laten aanschouwen, de nuchtere werkelijkheid van het geval uit het oog verliest. Van de drie gevallen die ik noemde (de Groene j.l. 23 Juni) is slechts n opdracht gegeven door oen firma, En van deze firma is bekend dat zij op diverse kunstnyverheidsscholen ontwerpen be stelt, om zoodoende met haar modellen voor zilverwerken bij te blijven, in plaats van een oud-leerling van een dezer,scholen aan te nemen als ontwerper, en aan een betrekking te helpan. Als de heer Bromberg echter denkt, dat er een samenwerking van ontwerpers met industrie, uit dit enkele, en dan nog zeer dubieuse geval, ns zal tot stand komen, ja, dan moet hij toch wel zeer optimistisch er door gestemd zijn geworden. Mijn vraag dus. of het wel juist gezien is van den directeur van het instituut voor kunstnijver heid, wordt door het stukje van den heer Bromberg niet weerlegd. Wil een directeur zijn leerlingen laten werken voor de practijk dan zijn er, nog zeer vele onderwerpen te verzinnen o.a. voor liefda digheidsinstellingen, bijv. reclameplaten of speldjes voor diverse straatcollecte's enz. Het blijft onnoodig (de twee andere door mij genoemde gevallen) dat het Instituut v. Lich. Opvoeding en het Oud heidkundig genootschap, een reclameplaat n een herinneringspenning bestellen op een school. De verwezenlijking van het toekomstbeeld dat de heer Bromberg ons voor oogen schildert zal op de wijze die thans door den directeur der boven genoemde school in practijk gebracht wordt, wel onbereikbaar blijven, daar deze gevallen van op drachten aannemen,,slechts verbittering wekken bij den gevestigden kunstnijveraar en voor de leer lingen geen betere vooruitzichten voor hun toe komst geven. H. VAN DEN BERG Boekbespreking De Faun, door Johan v. d. Woude. Uitgave W- de Haan, Utrecht. . Johan v. d. Woude debuteerde verleden jaar met de Straat Magellanes. Hij noemde dit werk een roman, ofschoon het slechts een min of meer bewerkt scheepsjournaal is, dat de voornaamste eigenschappen van een roman mist. Zijn nieuwe boek, De Faun, noemt hij een verhaal. Het zou zelfs een goed verhaal zijn, ware het niet dat de personen die erin voorkomen een voudige, kleine landarbeiders een onmogelijk gezwollen taaltje spreken. Men ergert zich nu voortdurend eraan de vaart, die achter het ver haal zit, onderbroken te zien door een gewilde dichterlijkheid, diézeer pretentieus aandoet. De 142 bladzijden, die heb boek bevat, zouden heel wat beter te genieten zijn, indien de schrijver naar meer eenvoud en meer natuurlijkheid gestreefd bad. De aard van het verhaal en de omgeving waarin het speelt eischen dien eenvoud. Het lijkt alsof de schrijver zich tot gezwollenheid in zijn werk Het verleiden, om den lezer toch vooral te overtuigen van het exotische element dat het bevat. Hij slaagt er slechts in het cerebrale van zijn geschiedenis zoodoende beter Op den voor grond te brengen. Hieraan kunnen zelfs de stum perige Italiaansche uitroepen die hij hier en daar bezigt, niets, veranderen. ....'. Bij een eventueelen herdruk zal de auteur er goed aan doen enkele slordige en hinderlijke drukfouten te verbeteren. ED. DE N \ '. KATHARINA ISMAILOVA JLady Maobetb nlt het aintrfct Mxenak. Russische opera In 4 bedrijven van D. D. 8Jo»« takowltsj. Op het programma van liet muziek feest, te Leningrad gehouden, stond voor de eerste dagen ook werk van pudere Russische componisten en van klassieke werken, maar na alles, wat er aan oude en nieuwe mu ziek is ? gepresteerd, ben ik tot de conclusie gekomen, dat er n com ponist is, die er in geslaagd is aan de elschen te voldoen die de revo lutie aan de nieuwe kunst heeft ge steld: Dmitri Sjostakowitsj. Dit wil niet zeggen, dat het werk der andere ? jonge 'componisten niet van belang is, het is zeer interessant maar is nog van een experimenteelen aard, het is een zoeken om te komen tot een volledig bevr'edigenden uitdrukkings vorm voor den geest en de idiologie van dezen tijd in de Sowjetunie. De componisten zelf willen ook niet beweren, dat hun werk voor hun eigen gevoel geslaagd is, alleen willen zij critiek, opbouwende critiek, zoo wel van de Bussen zelf als van het buitenland. Voor het buitenland is het echter een zeer moeilijke taak. Als niet-Sowjet is het voor ons in de eerste plaats heelemaal niet noodig, dat in de muziek de Sowjetidee tot uitdrukking gebracht wordt; wij kun nen ons beperken tot de absolute muziek, louter om. de muziek zelf, den klank, den vorm; in de tweede plaats kunnen wij die idee niet aanvoelen en begrepen als de Rus zelf. Zeventien jaar is voor een muziek cultuur een korte tijd en het is dan ook niet mogelijk om nu al aan te kunnen toonen of de muziek zijn vorm in een speciale richting zal handhaven en er is ook nog geen generale lijn vast te stellen langs welke men kan komen tot de her kenning van de nieuwe Russische muziek. Sjostakowitsj is echter de beste vertegenwoordiger der jongere Russische componisten: het is hem gelukt niet alleen voor de begrippen der Sowjets een werk te scheppen, dat aan alle elschen voldoet, die de socialistische opbouw aan de muziek stelt, maar ook voor Westersche be grippen' is dit werk van zeer groot belang. Sjostakowitsj is pas 28 jaar oud en is nog niet zoolang bezig zich practisch in het componeeren te bekwamen. In 1015 op zijn 9e jaar dus, begon hij interesse voor muziek te toonen,' leerde enkele theore tische vakken en oefende zich in het pianospelen. Op zijn 13e jaar ging hij naar het Leningrader conser'vatorium, de belangrijkste muziekinstelling en middelpunt van hei Russische muziekleven. Hij heeft al geschreven in zijn studietijd en sinds hij in 1025 het conservatorium verliet waarvan het belangrijkste is: twee opera's, De. Neus en Katharina Ismailova; twee balletten: De gulden eeuw en De Schroef; drie symphonieëu, een octet voor strijkers, een piano-sonate i een pianoconcert (dat hijzelf op het muziekfeest heeft gespeeld), 24 preluden voor piano. Verder nog vele kleinere pianostukken, liederen en muziek voor het tooneel en de film. Na het verlaten van het conservato rium begreep Sjostakowitsj pas goed dat muziek niet alleen een combinatie van klanken is, die in een speciale volgorde zijn gerangschikt, maar dat muziek het middel was, zekere gevoe lens en ideeën tot uitdrukking te brengen. Een jaar lang heeft hij niets geschreven totdat hij volledig deze gedachte beheerschte. Hij is door enkele buitenlandsche componisten beïnvloed en ook eenigszins in zijn vroegere werken door Strawinsky. Strauss en Alban Berg hebben hem geholpen, maar hij volgt hen in geen enkel opzicht na. Zij waren de steun waarmee hij tot een heel eigen stijl kwam. In Kathari na Ismailova vindt men wel den invloed van Alban Berg terug, doch het is volmaakter, geraffineerder en technisch misschien wel iets beter. Deze opera is de eerste van een trilogie, die Sjostakowitsj denkt te schrijven en waarvan alle opera's de vrouw zullen uitbeelden in verschil lende tijdperken en verschillende stre ken van Rusland. Deze Katharina Ismailova stelt de vrouw voor als slachtoffer van het Tsaristische regi me. Het libretto is van P. Preis en Sjostakowitsj naar een novelle uit 1864 van Leskof. In^èze novelle wordt de vrouw voorgesteld als een wreede en slechte vrouw, die redeloos handelt. Sjostakowitsj echter heeft dezen aard geheel veranderd, hij wilde Katharina voorgesteld zien als een normale vrouw, die tot haar misdaden komt louter uit verweer, waartoe zij door de omstandigheden is gedwongen. Hij neemt haar deze misdaden niet kwalijk en tracht haar in een integendeel liefdevol daglicht te stellen en aan haar persoon de meeste poëzie in zijn werk te verbinden. Er is in dit verhaal niets werkelijk Macbetbiaanscb, zoodat Sjostakowitsj het dan ook Katharina Ismailova heeft genoemd. Katharina leeft met haar man, die moreel en physiek niet in staat blijkt een goede man voor haar te zijn, in het huis van haar schoon vader, Boris Timofejewitsj Ismailof, van.wien zij zeer veel onaangenaam heden heeft te verduren en die haar onwaardig behandelt. Zij voelt zich in alle opzichten ongelukkig en een zaam. Serge j, een arbeider bij Ismai lof, tracht Katharina's aandacht te trekken en dringt op een keer onder voorwendsel van een gewichtige bood schap haar slaapkamer binnen, wan neer haar man voor zaken eenige dagen op reis is. In den aanvang wil zij niets van hem weten maar geeft zich daarna geheel aan hem over. Bij z\jn heengaan wordt hij echter door Boris Ismailof verrast, half dood geslagen en in den kelder gebracht. Katharina is nu bereid alles te offeren voor Sergej «n haar vrijheid. Haar man wordt het voorge vallene meegedeeld en zij mag het huis niet verlaten, waarna zij besluit.zich van haar schoon vader te bevrijden; zij mengt gif in zijn eten waaraan hij sterft. Heel openlijk zet zij nu haar verhouding met Sergej voort. Deze is hiermee niet tevreden en wil heer en meester over haar, het huis en de bezittingen zijn. Katharina wil hem ook daarin tegemoet ko men, gelukkig, dat' zij iemand gevonden heefb van wien zij houdt en voor wien zij alles kan opofferen. Wanneer onver wachts de man thuiskomt verstopt Sergej zich, doch bespringt den man wanneer hij merkt dat deze zijn vrouw slaat omdat hij ont dekt heeft dat zij niet alleen is geweest. Hij behandelt hem zoo hardhandig, en Katharina helpt hem daarbij, dat hij stikt. De geliefden bergen het lijk in den kelder om aan de justitie te' ontsnappen. Een eigenaardigheid in het verhaal is deze, dat Katharina en Sergej nu direct trouwen; niemand schijnt aanstoot te nemen aan het feit, dat Katharina al getrouwd is en niemand vraagt, waar de eerste echtgenoot is. Gedurende het feest, dat ter eere van de bruiloft gehouden wordt, opent een dorpsbewoner de kelder en ziet het lijk van den man. De politie wordt gewaarschuwd en op het oogenblik, dat Sergej en Katha rina vluchten willen, worden zij gearresteerd en na gevonnisd te zijn, naar Siberiëverbannen. Gedurende den tocht leert Sergej een dwangarbeidster kennen, voor wie hij Katha rina ontrouw wordt. Na een zwaren innerlijken strijd besluit Katharina, zich van ellende vrij te maken, en nadat Sergej haar nogmaals wreed heeft behandeld door haar te vragen de kousen af te staan, om naderhand aan zijn nieuwe geliefde te geven, besluit zij op de boot de vrouw in het water te duwen; nadat de boot .een eindje van den kant is gevaren, gooit zij haar van'boord en springt zelf haar achterna. Het water is te diep en heeft te veel stroom, dat iemand hen nog zou kunnen redden en beiden verdrinken. Deze stof is lang niet opwekkend en als men het geheel goed beschouwt, gebeuren er te veel moorden in:, drie moorden en een zelfmoord is rijkelijk veel. De laatste twee maken echter niet dien indruk, dien de eerste maken. Dat komt ook daardoor, dat de nadruk gelegd wordt op het feit, dat Katharina niet een misdadigster is, maar dat zij handelt uit verweer, dat zij het slachtoffer is van de om standigheden en dat zij een edel karakter heeft. Het eenige edele, dat er in haar karakter te vinden is, is dat zij tot het laatst toe alles voor Sergej opoffert, in de barre koude zelfs haar kousen, die hij daarna aan zijn geliefde geeft. Men denkt jer echter geen oogenblik aan, dat Katha rina een misdadigster is, alleen omdat Sjostakowitsj het in zijn muziek zoo heeft gemaakt, dat zij een sympa thieke figuur is. De vader, die haar, op het tooneel althans, alleen onwaar dig behandelt door haar voor haar echtgenoot 'te laten knielen, maakt een veel ongunstiger indruk dan ' noodig is. Voorts , . is " aan de decors een De stervende schoonvader enorme zorg besteed en het geheel ge tuigt van een degelijke tooneeltechniek en -routine. Het decor uit de Ie, 2e en 3e acte, het huis van Ismailof is opgebouwd uit drie kamers, een stuk straat, daarachter een kerk en wat muren. De laatste acte toont een houten schip op den achtergrond, met verder op het water houtvlotten, waarop een lichtje brandt. Een doode boom staat op den voorgrond en alles maakt den indruk van een oneindige verte. De. boot wordt ten slotte langzaam van den kant weg geduwd en men is in staat het voor een kwartier lang zoo te laten sneeu wen, dat men tenslotte niet meer weet of het werkelijkheid is of droom. De opera wordt in Rusland over het algemeen zeer realistisch voorgesteld, aan de decors en ensceneering wordt de meeste zorg besteed, om de locale kleur zoo volledig mogelijk aan te geven. Ik heb b. v. Aida gezien, een voorstelling zooals de Italianen ze nooit zouden kunnen tot stand bren gen. De decors waren ook buiten gewoon. Tot in detail was alles ver zorgd, de Nijl kon men b.v. werkelijk zien golven. Zoo ook in deze opera van Sjostakowitsj en Prins Igor van Borodin en Eugen Onegin. * * De regie en de leiding van Smolitsj waren voortreffelijk, in S. A. Sampssud heeft Leningrad een bekwaam operadirigent, de decors waren van Dmitrijef, Sokolowa zong de partij van Katharina, Orlof die van de schoonvader en Sassezki die van Sergej, alle buitengewone 'operaatemmen, waarvan die van Sokolowa bijzonder opviel. Dit is een opera, die niet alleen in Rusland gespeeld moet worden, maar een plaats waar dig is tusschen de groote klassieke opera's. '( In ieder geval kunnen de Italianen en de Franschen nog wat van Rusland leeren. F. SCHOONHEYT Finale der Héactet waar de politie het bruidspaar arresteert Btifajttf «m ?*>' ? <IBI tw l»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl