Historisch Archief 1877-1940
Wetenschappelijke varia
Donkere nevels
in de sterren
Dr. P. van Olst
De sluier van Isis
Onlangs sprak ik voor de Phphi over dit onder
werp; maar daar de Hollandsche luisteraars mij
dus niet hebben kunnen volgen en de Indische
lezers der Groene een herhaling misschien niet
onaangenaam zullen vinden, behandel ik hier,
in korter vorm, nog eens dezelfde stof.
Als we naar den helderen sterrenhemel kijken,
letten we gewoonlijk het eerst op de meest op
vallende sterren. Dan verder turend krijgen we
ook'belangstelling voor de zwakkere lichten, om
dan zelfs te gaan turen naar een plek waar we nog
net een zwak sterretje meenen te zien of niet te
zien! We merken op dat er plekken zijn waar de
sterren dichtgezaaid zijn tot sterrehoopen" en
plekken waar het nevelig licht niet in sterren
oplost, zoodat we over lichtende nevels gaan
denken. Maar gewoonlijk let men minder goed op
hetgeen er niet te zien is, nl. den hemelachtergrond
zelf. Toch valt op, dat in streken, die anders goed
voorzien zijn (zooals in den Melkweg), stukken
voorkomen, die opeens abnormaal arm aan sterren
zijn.
* * *
Een dergelijke plek, opvallend door onop
vallendheid, is in de zomervacantie 's avonds recht
boven ons hoofd te zien in het sterrebeeld de Zwaan.
Dergelijke oogenschijnlijk leege plekken komen er
?wel meer voer; in het Zuiderkruis bv. de bekende
,,kolenzak", die door de zeevaarders der vijftiende
eeuw al opgemerkt werd. Maar als men den
sterrehemel nauwkeurig bekijkt, en vooral als men de
fotografische plaat en astronomischen kijker erbij
te pas brengt, vindt men duizende, tienduizende
van deze leege" plekken. Waren 't werkelijk
leege plekken in een verder met sterren gevulde
ruimte, dan zou men van de leege plek niet veel
merken, daar men immers de sterren achter deze
leege plek, toch zien zou; hoogstens zou het
gemiddelde aantal sterren per vlakte-énheid
er wat kleiner zijri dan elders. Maar een zwarte
plek zou men niet zien. Alleen als de leege plek een
leege buis" was, die tot in de verste verte in de
wereldruimte leeg bleef, dan zouden wij deze buis
als een zwarte plek zien, en dan alleen nog maar als
deze buis zoo lag dat we er net in de lengte door
heen keken. In de figuur is O D E F een leege
buis in de sterrenwereld; kijkt men van A
dan ziet men werkelijk een leege plek; kijkt
men echter van B dan ziet men geen leege plek,
maar de sterren, die opzij van de buis liggen. Nu
kan men met geen mogelijkheid aannemen dat het
neelal voorzien zou zijn van talrijke leege buizen
niet .alleen, maar dat deze buizen alle toe
vallig juist op de aarde gericht waren. Leege
plekken hebben we hier dus niet. Daarom heeft
men aan donkere, licht-verduisterende massa's
gedacht en deze donkere' plekken gedoopt tot
donkere nevels, in tegenstelling met de licht
gevende nevelmassa'e, die als nevel vlekken aan
-den hemel voorkomen en waarvan wij hier te
lande 'a zomers de nevel vlek in Androïneda,
'?v
's winters de nevel vlek in Orion met het bloote
oog kunnen zien. Deze donkere nevels zijn zeer
talrijk en omvangrijk; belangrijke stukken van
den hemel worden er door verduisterd, zoodat de
wintersene sterrenhemel, op maanlooze nachten,
nog maar een vaag idee geeft van hetgeen zij zijn
zou, als deze donkere nevels eens weggevaagd
werden!
Het materiaal waaruit deze nevels bestaan,
of liever de toestand, waarin dit materiaal er zich
bevindt, is o. a. onderzocht door den
Amsterdamschen hoogleeraar Pannekoek, die speciaal de
zaak eens naging van den donkeren nevel in het
sterrebeeld de Stier. Uit ingewikkelde ster-tel
lingen en door nog ingewikkelder berekeningen
kwam Prof. Pannekoek tot de conclusie, dat als
deze speciale donkere nevel werkelijk in gas-vorm
zich bevond, deze gasmassa enorm groot moest
zijn, r zij in staat was de waargenomen
sterrelicht- verduistering te weeg te brengen. Hij schatte
dat daarvoor een gasmassa vereischt werd, die
duizend millioen maal grooter moest zijn dan de
massa onzer zon. Maar deze geweldige gasmassa
zou ook duizend millioen maal harder aantrekken
dan onze zon. Het natuurlijk gevolg zou zijn dat
alle naburige sterren naar dezen donkeren nevel
heengetrokken zouden worden, ja, er reeds sinds
onheugelijke tijden in gevallen zouden zijn. Dat
is dus uitgesloten. De gasvormige toestand is niet
aan te nemen; men denkt dus eerder aan een
vasten toestand, maar in fijn verdeelden staat,
dus een stofwolk. Ieder stofje bestaat dan wel nog
uit een geweldig groot aantal moleculen, maar zij
zijn. geconcentreerd in dat stofje, en de ruimten
tusschen de stofjes onderling zijn volkomen leeg.
Een dergelijke stofwolk heeft een veel grooter
verduisterend vermogen dan een gaswolk, waarvan
de moleculen los en alle op groote afstanden van
elkaar liggen.
"-%??*
De Zweedsche astronoom Schalen (te psala)
beeft enkele donkere nevels speciaal onderzocht,
vooraf aannemende, dat de verspreiding der
sterren in een bepaald hemeldeel |wel im
grossen und ganzen overal gelijk zal zijn, ver
geleek hij de aantallen sterren van verschillende
grootte-klassen: a in enkele donkere nevels,
b. in naburige hemeldeelen. In de eerste plaats
bleek nl. dat deze donkere nevels niet volkomen
?
? ?
- x
^ l ^ ' ?? ? .»
G1 ..'??? ' ? " ?????? s^>' . ' '
.- . ? *x??;???. ? *. s*± .; ,- v- x .? ?
. ?
' 1' X ? '
De Mersey-tunnel
Eert snapshot tijdens de enorme werkzaamheden
aan de Mersey-tunnel in Engeland, die deze week
door den koning voor het verkeer werd opengesteld.
Deze tunnel, die de verbinding vormt tusschen de
steden Liverpool en Birkenhead, is de grootste onder
water-tunnel ter wereld. Zij is 3.4 K.M. lang en
eestten meter breed; de bouw, die acht jaar duurde,
kostte den staat en de genoemde steden een bedrag van
zeven millioen pond.
' Alle moderne uitvindingen, die in verband met
een doelmatig gebruik van de tunnel kunnen worden
benut, sijn toegepast. Zoo moeten de inkomende
wagens bijvoorbeeld onder een lichtbrug''doorrijden.
Een lichtstraal vaüdwars over den tunnelingang op
eenige foto-electrische cellen. Doorkruist nu een
voertuig deze straal, omdat het te hoog geladen is,
dan treedt een signaal in werking. Een tweede,
lager gerichte straal, registreert op dezelfde wijze de
binnenkomende auto's, die gedurende het eerste jaar
een kleine tol moeten betalen. Verbazingwekkend is
wel, dat n man in de controlekamer in staat is alles
wat in de tunnel gebeurt te regelen en te bewaken.
Hij weet "precies hoeveel voertuigen in de tunnel
zijn, hoeveel kooloxyde geproduceerd wordt en hoe
het met de verlichting staat. Ook de luchttorens staan
onder zijn toezicht; hij kan op ieder oogenblik
constateeren hoeveel lucht noodig is. Naar iedere plaats
van de tunnel kan hij telefoneeren en zich met de
wachters in verbinding stellen. Alle
ventilatie-inrichtingen zijn dubbel.
zwart waren, maar dat men er toch nog sterren
doorheen zag, zij het dan ook met vermoedelijk
sterk verminderde helderheid. Uit zijn vergelijkende
studies kon hij concludeeren dat bv. de donkere
nevel in de Wagenman vijf zesde van het licht der
erachter gelegen sterren tegenhoudt, de donkere
nevel in de Zwaan ongeveer drie vijfde. Maar
bovendien bleek dat het licht der sterren, die door
deze nevels heen nog te zien waren, niet alleen
verzwakt. maar ook van tint veranderd was. De
donkere nevel in de Zwaan maakt het doorgelaten.
licht geelachtiger dan normaal. Op grond der
gemeten lichtafzwakking, gecombineerd met de
tintverandering heeft Schalen de grootte der
stofdeeltjes geschat op ongeveer n tienduizendste
millimeter, waarbij hij nog rekening moest houden
met de vermoedelijke soort stof der deeltjes; hy
nam aan .dat dit ijzer is, dat inderdaad een zeer.
verbreid element is, en waaruit immers zooveel
meteoren bestaan.
Op grond van zijn sterren-tellingen meent
Schalen dat de nevel in de Wagenman pas begint
vermogen grooter wanneer, bij een gelijke
totaalmassa der wolk, de stofdeeltjes fijner zijn; allicht
zou men het tegengestelde verwachten want
een kleiner deeltje geeft toch meer kans aan de
lichtstralen om er nog juist langs te gaan. Maar
men vergete niet dat dan het aantal deeltjes
grooter is en dat weegt ruim op in hinderend
vermogen, tegen bun kleinheid. Zijn de stofdeeltjes
echter zér fijn, zoo klein dat ze in de buurt
komen van de afmetingen der aethergolf jes der
lichtstralen (dus een paar duizendste millimeters)
dan wordt het lichtdoorlatend vermogen weer
grooter. Er komt dan chter een twee.de ver-j
schijnsel bij nl. dat niet alle lichtbestanddeelen
evenveel tegengehouden worden; de paarse stralen
hebben er meer last van dan de roode.
Een orkest zonder malaise
ff
BANDA-MUNICIPAL" DE BARGELONA
Karel Mengelberg
De Banda Municipal de
Barcelona, een der voor
aanstaande
biaxorgenHemblcs van Europa
Een Zondagmorgen elf uur de
groote zaal van het Paleis der Schoone
Kunsten te Barcelona aandachtig
luisteren van 0000 zittende toehoor.
ders en van honderden zich om het
podium verdringende liefhebbers
welk; het programma staande
aanhooren". Uit alle klassen der be
volking zijn zij afkomstig, ouden,
jongen, kinderen en zelfs zuigelingen,
die hier in Spanje trouwens bij geen
«nk<ïle vertooning ontbreken.
Het. groote blaasorkest der stad
Barcelona, de Banda Municipal de
Barcelona", musiceert l
Het begrip ,.blaasorkest" roept
by ons de verschillendste voorstel
lingen op: .... De vroolijkïmuziek
voor den troep, starre vierkwarts
maat, laatste melodische muziek vóór
het zeer onmelodische donderen van
granaten en het schreeuwen der ge
wonde soldaten.... Het spelen van
een blaasorkest in het
muziekpaviljoen" van een donker park op
een zomeravond, aanleiding om nog
«?en luchtje te gaan scheppen" en
oen flirtpartijtje op te zetten... . De
redelijke moeite die zich de
amateurscorpsen geven cm met verdienstelijk
en. luid spel aan de muzikale behoeften
van allerlei vereenigingen te voldoen. ..
Onze collega's straatmuzikanten, die,
onder kennis van harmonieleer of
contrapunt, toch soms op ont
roerende wijze zelfs met trompet,
vleugelhoorn en tuba de n treurmarsen
van Chopin ten gehoore brengen.
Geen van deze voorstellingen is
echter bijster geschikt om ons een
hoogen dunk van de beteekenis der
blaasensembles voor de muziekcultuur
te geven; in ieder geval leggen wij bij
het aanhooren van. blaasmuziek nooit
dien serieuzen maatstaf aan, dien
wij gewend zijn bij prestaties van
onze symphonie-orkesten tp doen
gelden. Deze laatste immers bestaan
zoowel uit blazers als uit strijkers,..
waarbij de strijkersgroep als de
belangrijkste wordt beschouwd. Dit is
verklaarbaar, gezien onze
orkestprogramma's, die voor het
overgroote deel werken van klassiek? en
romantische meesters en slechts wei
nige werken van tijdgenooten brengen.
In de partituren der klassieke en
romantische meesters is aan de strij
kers de belangrijkste rol in het
muzikaal gebeuren toevertrouwd
vandaar onze uitdrukking zij speelt
de eerste viool, thuis". Doch in
Debussy's partituren is dit al niet
meer het geval, veel minder nog in de
werken van de jongeren, waarin
strijjkers en blazers gelijkwaardig be
handeld worden, de blazers zelfs niet
zelden een overwicht hebbén.
De componisten gingen in de blaas
instrumenten meer belang stellen,
naarmate de techniek van deze
verbeterd werd en daarmee hun
uitdrukkingsmogelijkheden groeiden.
Bovendien werkte nog iets anders
mee om de miskende groep te
rehabiliteeren: de jazz-orkesten.
Dat een blaasenaemble een auto
nome kunstdrager zijn kan, konden
wij allen'hooren bij het bezoek van
eenige Amerikaansche en Engelsche
blaasorkesten aan ons land; bij de
concerten dïe de Parijsche Garde
llépublicaine hier gaf. En het wordt
nog bijna dagelijks aan onze radio
luisteraars bewezen door het
blaasork?st van de' British Broadcasting
Company en vooral door de . Banda
Municipal de Barcelona, wier concer
ten ook worden uitgezonden.
Deze ensembles voldoen aan alle
eisenen, die men redelijkerwijs kan
stellen. Namelijk, dat een
eersterangsblaasorkest moet kunnen beschikken
over een voldoend aantal instrumenten
van uiteenloopend klanlc-karakter,
door eerste-klas beroepsmusici be
speeld; over een eminent leider en
over een repertoire, dat een groot
aantal werken omvat, zoowel meester
lijke arrangementen voor blazers als
ook orgineele composities voor blaas
orkest. Bovendien is er onder de
huidige tijdsomstandigheden geen
betere vorm van musiceeren denkbaar,
om breedere massa's wederom te
interesseeren voor een muziekcultuur,
welk} impopulair dreigt te worden.
Dergelijke muziekuitvoeringen hel
pen dan ook door hun onbestrijdbaa.r
succes bij het groote publiek het
fundament, waarop het gebouw onzer
muziekcultuur rust, versterken en
verbreeden. Ze hebben nog het
bizondere voordeel, den minder gecultiveerden
muziek-liefhebber te scholen voor ver
fijnder, meer aan symphonie-orkest
en kamermuziek-ensemble gebonden
muziekgenot. Einde der vorige eeuw
reed& schreef Gabriel Parès,
toenmaals chef de musique van de Garde
Républicaine, in de inleiding tot zijn
klassiek instructie-boek voor com
ponisten die voor blaasensemble schrij
ven: het harmonteorkest kan en
moet de klassieke on moderne
orkostweik m populariseeren en toegankelijk
makm voor het groote publiek on
aldus dienstbaar zijn aan de gruote
taak. der kunst, die slechts n vorm
heeft: het schoone".
* *
*
De Banda Munieipal de Barcelona
die ongetwijfeld tot de belangrijkste
van dergelijke orkesten behoort,
neemt onder de Barceloneesche ensem
bles (het orkest van het stedelijk
opera-theater, het Orquesta Sinfónica
de Barcelona en het Orquesta
Sinfónica Pablo Casals) krachtens de
manifeste voorkeur welke de breede
massa haar toont, een eervolle plaats
in. Deze voorkeur bereikte zij ondanks
en tevens tengevolge van de conse
quente planmatigheid en de opvoeden
de waarde van haar programma's;
het onverbiddelijk daaruit weren van
intermezzi" en karakter-stukken",
of hoe deze stupide muziek-producten
verder ook mogen heeten; en bovenal
door haar serieus en levendig musi
ceeren. Het musiceeren van de Banda
kan beschouwd worden als de voort
zetting van een eeuwenlange locale
beoefening der blaasmuziek, welke,
gelijk de Catalaansche musicoloog
Dr. Francesco Baldelló in zijn werk.
,,La Musique de l'Ancien Conseil
Barcelonais" ons aantoont, zonder
onderbreking tot in de 14de eeuw
vervolgd kan worden. Het jaar 1880
bracht, met de benoeming van den
componist Sampere tot dirigent, voor
de Banda nieuwe, eigentijdsche activi
teit; er werd begonnen met het ten
gehoore brengen van uitsluitend
serieuze programma's, de familie der
paxophoons werd i'n het orkest opge
nomen, er werd meer aandacht aan
de arrangementen gewijd.
Toen in. 1015 de tegenwoordige diri
gent, Juan Lamote de Grign Jn, de lei
ding kreeg, was er wel reeds veel
vruchtbaar werk door zijn voorgan
gers .Sampere, Rodoreda,. Xicolau en
Sadurni verricht; haar tegenwoor
dige standing en wereldreputatie
verkreeg de Banda echter eerst in
dea loop der laatste twintig jaar.
Juan I^amote de Grignón is een
zestigjarige componist van buiten
gewone gaven, auteur van talrijke
orkest- en kamermuzit kwerken, ora
toriums en liederen; hij is een virtuoos
pianist en uitstekend paedagoog, die
gedurende meer dan tien jaar directeur
van het Conservatorio Barcelonés de
Müsica geweest is. Zijn groote repu
tatie dankt hij echter aan het feit
dat hij bovenal een uitnemend dirigent
is. Behalve de Banda dirigeert hij
ook het Orquesta Sinfónica de Barce
lona en eveneens gedurende ieder
seizoen een i ge werken aan het stedelijk
opera-theater. Voorts beschikt hij
over sterke organisatorische talenten.
Hij is degene die de Banda heeft
gemaakt tot het geperfectionneerde
ensemble, dat het thans is, en het
gouvernement dat hem tot directeur
koos, gaf hem de zeer vergaande
bevoegdheden daartoe.
* *
Lamote voerde het aantal musici
op tot 91. Deze kregen een vaste
aanstelling bij de gemeente, die zonder
uitzondering alle uitgaven van de
Banda bekostigt. Voor musici moet
het interessant zijn te vernemen nat de
tegenwoordige samenstelling van het
ensemble is: 6 fluiten (tevens piccolo's)
3 hobo's (tevens Engelsche hoorns),
3 xirimies" (Catalaansche volksin
strumenten met hobo-achtige klank
kleur), 2 fagotten, l
contrabas-sarrusophoon; 26 clarinetten (l kleine
in As. 3 kleine in Es, 18 gewone in
Bes, 2 alt in F, 2 bas in Bes); 12
saxophoons (2 sopraan, 4 alt, 3 tenor.
2 bariton, l bas); 4 hoorns in F, 6
trompetten (3 in C, 3 inF), 4 bazuinen;
15 saxhoorns (l sopraan, 2 alt. 2 tenor,
2 bariton, 4 bas, 2 contrabas in Es,
2 contrabas in Bes); 4 contrabassen
(de eenige strijkinstrumenten van het
ensemble) en 5 lessenaars slagwerk.
(Vervolg op pag. 14)
De Banda" te Barcelona
l
f
t
\
'i
i t