Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 28 Juli 1934
No. 2982
De Nieuw4even"-beweging
in het Chineesche rijk
TSJANG KAI*TSJEK,
DE LEIDER VAN HET CHINEESCHE VOLK
r. H. P e n z e l
Maarschalk Tsjung Kai-tsjek hooft 7/ijti
anticommunistische veldtochten tot een succesvol
einde gebracht. De van zijn reis naar Europa
teruggekeerde maarschalk Tsjang Hsueh-liang.
de vroegere beheerscher van Mandsjoerije, hoeft.
generalissimus Tsjaiig Kai-tsjek als zijn chef
erkend en zuivert tegenwoordig de provincie
Hoepei van communistische elementen. Generaal
Tsjeng Tsji-tang in Kanton heeft.
zjjn antipathie tegen de
Nankingregeering laten varen. Al is Hoe
Han-minV houding ten opzichte van
de centrale regeering nog even af
wijzend als altijd, toch bestaat er
hoop, dat er eenige toenadering zal
komen tusschen den
Zuid-Westraad en Nanking. Maai* nog altijd
verkeert het land in oen gevaarlijken
toestand. De economische toestanden
in de landdistricten zijn zoo slecht.
geworden, dat- de bevolking hiervan
zich voor een bankroet, geplaatst
ziet. Politieke onbekwaamheid en
sociale onrust heb ben de levenskracht.
van het vclk ondermijnd. Nu wordt.
het land ook nog geteisterd door
crises, zooals die over heel de
wereld gekomen zijn. China dreigt.
zijn evenwicht te verliezen. Men
voelt overal, dat men aan een
koerpunt gekomen is. waarbij men
tusschen twee dingen te kiezen heeft:
ofwel het noodlot gelaten over zich
heen laten gaan, ofwel zich aaneen
sluiten, om de redding van het eigen
volk zelf ter hand te nemen.
Tsjang Kai-tsjek is ,ev zich altijd
al van bewust geweest., dat met de onderdruk
king van de roode opstanden de sociale en politieke
problemen van China nog niet opgelost zijn; hij
is veeleer tot de overtuiging gekomen, dat de
fundamentecle weg tot redding en saneer|ng van
het land slechts via do verbetering van het
dagelijksche leven van iederen staatsburger afzon
derlijk tot stand komen kan." Zijn poging óp
een slechts, smallèn grondslag", om, steunend op
de achting en vereering van het Chineesche volk,
de revolutioneering van de levenswijze der geheelo
natie door te voeren, bleek de behoefte van den
tijd te zijn. Den Uden Maart van;dit jaar sprak
de generaal voor de eerste maal óver zijn plannen.
Toen reeds kwamen 50000 menschen bijeen, om do
stichting van Tsjang Kai-tsjek's beweging,, Nieuw
Leven" in Nanchang te kunnen .vieren. Tn zijn
grootsch opgezette rede zeide hij o.m.: '
,,De reden, waarom de vreemden zoo op hot
Cbineeschc volk neerzien, is, dat de Ghineezen
lichamelijk zwakker zijn en hun levenswijze niet
zoo regelmatig is als bij de buitenlanders. De
beweging Nieuw Leven" stelt zich daarom ten
doel, iederen Chineeschen burger tot een welge
manierd, beschaafd mensch te maken. Vóór een
menscb zijn land werkelijk kan liefhebbén, moet
hu eerst zichzelf liefhebben."
?'?.??'?.'? '?-.?*?*
Deze geweldige vernieuwingsbeweging, die hv
tusschen over het geheelo Rijk van het Midden,
is verbreid, is gebaseerd op den geest van het
Chineesche volk, zooals deze uit zijn groote ge
schiedenis blijkt. In onvermoeid streven naar het
alles-over-stralend ideaal der humaniteit had
men in het oude China steeds de vorming van
het karakter, de opvoeding tot het leven in do
gemeenschap op het oog en aan de wijsheid werd
de voorrang gegeven boven alle macht' en geweld.
Sinds de tijden van het einde van het Soeng-tijdpork
verduisterde het licht der Cbinuesche cultuur,
In bijgaand artikel
behandelt de schrijver
de nieuwe beweging in
China, uitgaande ran
de- verecniging ..Nieuw
Leven" van generaal
Tsjang Kai'tsjek. die
zich roortttcll lift
gecxlelijk leven in China op
hooger 'plan te brengen.
Deze. beweging i* in
? het Oosten het gesprek
ran den dag.
De xehrijvcr. Dr.
Pemcl. i* Chinees
ran geboorte; hij leefde
jarenlang als boeddhis
tisch monnik in Mon
goliëen studeerde daar
na in Londen. Parijs
en München, in icclke
laatste plaats hij de ver
tegen icoordiger ia van be
langrijke Chineesche en
Japantfchc couranten.
totdat in onze dagen do Chineesche mensch het
vertrouwen in do zonding van zijn ras. geheel
verloor. Men had in de laatste tientallen jaren
wol veel hervormingen trachten door te voeren,
maar deze moesten alle wel op een mislukking
uitloopen, omdat zij een slaafsche navolging van
westersche instellingen .ten doel hadden en met
de historische tradities van het Chineesche volk
in het geheel geen rekening hielden.
Tegenwoordig is men in de leidende
kringen van China tot de overtui
ging gekomen, dat de te nemen
maatregelen alleen dan succes zullen
hebbon, als zij den geest, die uit
het ras on de geschiedenis spreekt,
geen geweld aandoen." In een vlug
schrift der vernieuwingsbeweging
wordt ons gezegd, tot welke waarden
van den ouden tijd men vooral wil
terugkeeren. Wjj lezen daar: De
onsterfelijke uitspraken en dade
van oen nationaal leider zijn de
neerslag van zijn kostbaar
levensbloed en het groote erfdeel eener
natie." Onze tegenwoordige leider
heeft ons getoond, dat wij een ver
nieuwing van onze volkskracht
noodig hebben en dat daarom de
oude Chineesche zedelijke waarden
wenr moeten worden hersteld t.w.:
Tsse. wijsheid: Jen. goedheid en
mensehelijkheid; Yoeng, moed;
Tsoeng, trouw en rechtschapenheid
(in do Chineesche schrift n begrip,
gekarakteriseerd door een hart in
het midden" d.w.z. een hart op de
juiste .plaats"); Hsiao, kinderlijke
eerbied: Ai. liefde en medelijden; Shin, oprecht
heid; Vi. rechtvaardigheid; Ho, eendracht en Ping,
luirmonie. Deze deugden vormen het wezen van
het Chineesche volk, zooals dit uit de geschiedenis
blijkt. Hét- doel van ónzen nieuwen leider is,
dezen geest door moreele invloeden te verrijken
en te verdiepen en het beginsel van macht te ver
vangen door dat. van de rechtvaardigheid."
Niet zonder reden koos generalissimus Tsjang
Kai-tsjek als grondslagen van zijn
Nieuw-Leven"bcweging de beginselen:
?Li d.i. goede zeden, fatsoen, beleefdheid; Yi,
d.w.z. rechtvaardigheid; Lien d.i.
onomkoopbaarheid en nauwgezette plichtsbetrachting en ten
slotte Chi d.w.z. schaamtegevoel.
Met andere woorden: men wil in China het
moreele leven weer op peil brengen, omdat het
pas na het bereiken van een hoogstaand zedelijk
leven mogelijk zal zijn, onzen invloed 'ook tot bet
ge/in en vervolgens tot den staat uit te breiden."
DéN ieuw-Le ven-beweging wil bij bet dagelijk
sche leven beginnen en het eigenlijke doel is gelegen
in de harmonische ontwikkeling van alle gaven
en bekwaamheden in den Chineeschen menscb.
Bij het individu wil men beginnen, om tenslotte
zoodoende langzamerhand het geheele volk te
doordringen.
De leiding der beweging is in handen van de
Vereeniging tot bevordering der
Nieuw-levenbeweging" in Nanchang; de districteafdeelingen
hiervan staan onder toezicht van de
bevorderingsvereeniging der provincie. Deze onderaf deelingen
moeten alle zooveel mogelijk door representatieve
persoonlijkheden uit de verschillende publieke
organisaties, (zooals- de provinciale en
districtsKwoniintang-staf kwartieren, de bureaus van de
publieke' veiligheid, de sociale welvaart en de
opvoeding, on. de militaire commissies) gesticht
worden. Hot organisóorcn van vergaderingen of
heffen van bijdragen door buitenstaanders is
streng verboden. Ook wordt er pijnlijk streng
op gelet, dat ambtenaren, onderwijzers en anderen,
die by de beweging betrokken zyn, in hun enthou
siasme maar niet eenvoudigweg van hun beroep
wegloopen en alles laten staan en liggen, om aan
demonstraties te kunnen deelnemen of vergaderin
gen bijeen te kunnen roepen, terwijl ze
ondertusschen hun regelmatige plichten verzuimen.
Met deze voorschriften wil men zulke wantoe
standen voorkomen in kringen, waar zulke ge
legenheden tot verwaarloozing der plichten gaarne
worden benut. Het meeste gewicht hecht men
aan het persoonlijke voorbeeld van de leiding
der beweging. Tot de middelen, waarvan men
verder tot de uitbreiding der beweging gebruik
wil maken, behooren: mondelinge voorlichting,
geïllustreerde aanplakbiljetten, krantenartikelen,
theater en poppenspelen.
Het komende geslacht, de jeugd, heeft de bij
zondere aandacht Van de leiding der
NieuwLeven-beweging. In het ontbreken van een duide
lijke richting in de school- en opvoedingspolitiek
ziet men een van de voornaamste factoren, die
tot het verval van China, hebbén meegewerkt.
Sinds de afschaffing der Tsing-dynastie waren
vele hervormingsplannen gemaakt en verschillende
werden ook uitgevoerd, maar zij warec helaas
alle gericht op een mechanisch overnemen van
vreemde systemen en bielden volstrekt geen reke
ning met den eigen aard van den Chineeschen'
geest en de Chineesche traditie.
* * *
?«»«
De beginselen, tot welke men nu in het Rijk
van het Midden weer terugkeert, zijn de beginselen
van het oude Confucianisme. In conservatieve
kringen spreekt men het nu ook openlijk uit,
dat men, zoolang deze werden verwaarloosd.
slechts intellectueelen vooruitgang gemaakt heeft,
doch moreel te gronde ging. Een in heel China
bekende stem uit de kringen, die hun krachten
wijden aan de heropleving van het Confucianisme,
zéide onlangs in een studie over het verval van
China: Zoolang onze jeugd enkel in intellectueel
opzicht onderwezen wordt, zonder de moraal
erbij te betrekken, zal het haar gaan, als den
autoinobiUst, die de verkeersregels niet kent en
daarom met andere voertuigen in botsing kotnt.
Praetisch zijn tegenwoordig alle universiteiten
en hoogescholen van China in groote steden en
provincie-hoofdstéden gelegen zooals Sjanghai,
Tientsin, Kanton, Hankow e.d. Daar brengen
ontucht en andere zinnelijke lusten de jonge
menschen ertoe hun ziel te verkoopen. Het hoog
ontwikkelde individualisme rukt het oude eerbied
waardige type der ongedeelde familie uiteen,
omdat de oude moraal afgeschaft en geen andere,
nieuwe, ervoor in de plaats 'gesteld is. De geest
van wereldschen zin in zijn ergsten vorm bedreigt
de hooge traditiewaarden van de.oude Chineesche
cultuur. Vroeger waren dit alle nog plaatsen, waar
een eenvoudig en sober leven geleid werd. Tegen
woordig behooren onzedelijkheid en uitspattingen
er al zoozeer tot de alledaagsche verschijnselen,
dat niemand er nog over spreekt. Confucius heeft
dan toch gelijk, als hij, in de zinnelijkheid den
voornaamste!? grond van alle kwaad ziet en voor
spelde, dat verwaarloozing' der kinderlijke plichten,
gebrek aan belangstelling .voor de heilige boeken,
denkluiheid en zedelijke laksheid tot verderf
van de jeugd, ja van bet heele volk moesten
leiden. Bij den Japanschen nabuur is de cude
moraal" nooit zoo geheel en al opgegeven; integen
deel in ieder echt Japansch huis vindt men nog
exemplaren van de klassieke boeken van Kong-tse
(Confucius) en Meng-tse (Mencius). En in de
Japanache scholen worden nog altijd enkele hoofd
stukken uit deze boeken als onderdeel van de
examens opgenomen." Naar buiten blijkt de
opleving van het Confucianisme zoowel uit het
herstel van den ouden Confuciustempel in de
provincies Sjantoeng, Kwantoeng, Foekië,
Kiangsoe e.a. als uit het opnieuw invoeren van de
offerriten voor den meester Kung, die al 20 jaren
lang niet meer hadden plaats gehad.
AAM INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun .bijdragen een
gefrankeerd briefomslag met adres
van den afzender in te sluiten.
t
'
4
i
i-,
'
DE DOLLE HOND
Teekening door L. J. Jordaan
Wie volgt?
r
\
«l l
n