Historisch Archief 1877-1940
\
HET NIET-TE-NOEMEN VER-WEG
Indrukken van een Reis door Noord Afrika
Ook crisis onderi^ de Arabieren
ET is er, maar het is beter het niet te
noemen," zei mij een Arabier, zakenman,
die. gehurkt in een kaal en ongezellig
hok, zonder telefoon, zonder een staf
van schrijvend personeel en zonder de
minste haast of geoccupeerdheid transacties
voert die menigmaal een paar honderdduizend
francs .beloopen. De dingen die je niet noemt
schijnen beter op een afstand te blijven; in
ieder geval lijken ze dan minder reëel," voegde
.hij eraan toe. En hij weigerde het woord uit te
spreken dat eiken uropeeschen handelsman van
lieden op de lippen ligt. dat bijna een gemeenplaats
geworden is, en een wachtwoord voor sommige
sluweriken. Het woord ..crisis."
..Maar het is er, Si-Mohammed; gij zegt zélf
dat het er is. Welnu...."
Het is er. Ofschoon nog niet zóó. erg. We
leven nog allemaal wier uur niet geslagen is. Het
is er in de heele wereld; we mogen blij zijn dat het
hier niet erger is. Allah inuub; Allah 'zal erin
voorzien."
Si-Mohammed heeft goed praten; men kan van
een half millioen net zoo goed leven als van een
heel. En bovendien is hij had j, zijn bedje in het
Paradijs is gespreid: wat kan hem verder gebeuren?
Maar de arme sloebers, de duizenden die daar
zonder professie van het eene karweit je naar het
andere hongeren, de tallooze bedelaars die het
toch maar van de overdaad hunner medemenschen
moeten hebben, en de kleine kooplieden, de venters
langs de weg, zij vooral die de producten der
handwerkslieden aan dt n man moeten brengen in
een land waar de machine nog zeldzaam is, zij
allen merken wel degelijk het niet-te-noemene. en
maar al te zeer. Lijdzaamheid en fatalisme zijn
de oorzaken dat er niet luider van gerept wordt.
Of misschien is voor juist déze menschenklasse
de toestand niet veranderd, voelen zij geen
verergering omdat het
altijd ,,erg" geweest is.
Place El Efna, £ kommer en gebrek,
te Marrakech .jS_ ziekte en
verschoptheid werden overgeërfd van geslacht op geslacht.
De Marokkaansehe steden zijn sedert eeuwen
in een staat van verval. Alle rijkdom die er is, en
ze ontbreekt er heusch niet! is onzichtbaar
gemaakt achter hooge, nietszeggende tuinmuren.
De lustoorden der rijken, de paleizen van de kadi's,
ze hebben van buiten niets wat de weelde verraadt
die binnen heerscht; de deftige Medina ziet er
niets aanlokkelijker uit dan de voorsteden der
aimen. Rijkdom is in Xoord-Afrika een zér
private aangelegenheid, en de uitbuiting welke
ook daar eraan ten grondslag ligt, geschiedt met
de vanzelfsprekendheid en sanctie van een eeuwen
oude, bijna ritueel en bindend-geworden practijk.
Wat de zaak niet minder onaanvaardbaar maakt.
Het is er mee. gesteld als met de negerslaven, die
nog daadwerkelijk het eigendom zijn van de rijke
Arabieren in Marokko, en die het beter hebben dan
de eerste de beste losloopende paria; op grond
waarvan deze slavernij oogluikend toegelaten en
door de Europeesche ..beschermers" officieel
geïgnoreerd wordt. Wat weer niet wegneemt dat
het dan toch maar een feit is, dat zoo dicht mogelijk
bij West-Eirropa nog de slavenhandel wordt ge
tolereerd ! En ik vrees dat de crisis in déze vorm
van goedkoope arbeidsacquisitie geen vermindering
teweeg gebracht heeft.
Doch óók dit behoort tot het niet-te-noemene
in Afrika.
* *
*
Waar men wél het woord ,,crisis" in ieders
mond kan hooren, waar het wel uit alle straten,
van alle muren spreekt, dat is: in het Europeesche
gedeelte der Marokkaansche steden. Daar liegt
men er niet om, en daar ken men er ook niet om
liegen, want deze wijken, dikwijls geheel
apartstaande, nieuwe steden, zooals bij Fez, Meknès,.
Casablanca, zijn gebouwd in de tijd van d
grootste conjunctuur, vormen geweldige onder
nemingen die meer dan boekdeelen spreken voor
de Fransche speculatie-zucht. Die een beter pleidooi
zijn voor hun rijkdom, hun prachtlievendheid,
hun aesthetische zin, dan voor hun koloniale tact
ALBERT
eri inzicht in de toe
komst.
Deze nieuwe Fran
sche steden, met haar
prachtige breede
straten, haar hooge,
door voortreffelijke
architecten ontwor
pen
regeeringsgebouwen, haar geweldige
winkelcomplexen,die
alle van
naoorlogsche. uiterst] doel
matige bouw zijn,
deze overrompelende
stukken modern Eu
ropa temidden van
de Noord
-Afrikaansche wildernis, ze '
beginnen de eerste
maar duidelijkste
teekenen van verval
te toonen. Het aantal
onafgemaakte huizen
waaraan t sinds jaar
en dag niet meer ge
werkt wordt, is legio.
Reusachtige, monu
mentaal de pleinen
afsluitende [huizen
blokken missen hun
linker- of rechter
helft. Straten, glad
en breed genoeg voor het' drukste verkeer door
een moderne metropool, eindigen plotseling na een
paar honderd meter in braakliggende woest ij ngrond.
En de ellendigste indruk maken de tientallen
leegstaande winkelhuizen, waar men het te
huur" aanplakt met de veelzeggende toevoeging:
..per maand of per week." Paleisachtige woonhuizen
met ie^erjcomfo. t t"at men zich wenschen kan,
fmenj| legt er, f zelfs electrirche
koude-luchtkachels |aan voor Lde heete zomerdagen! zijn
HELMAN
Casablanca
bij de vleet te krijgen;
«n aan de onderwor
penheid der huisba
zen ziet men, hoe
Weinig aftrek ze vin
den.
Hoe komt deze
geweldige terugslag
na zulk een dapper
ondernemen ? Het
antwoord heeft ieder
een gereed: ,,De cri
sis !" Wat thans al
weer ingeruild wordt
voor een nieuw mode
woord: Stavisky".
en morgen weer een
andere naam krijgt.
Men is daar te ver
van het gecompli
ceerde geharrewar
der Europeesche eco
nomen af, om zich
verder het hoofd te
breken over de oor
zaken van een ach
teruitgang, waarvoor
Marokko zelf waar
schijnlijk ook minder
verantwoordelijk is
dan Europa. Men
vermoedt dat het
hier vooral een stem
ming is, gemelijkheid en onlust bij iedereen.
tengevolge van de gedruktheid in de westersche
wereld. Tengevolge van hetTfeit dat salarissen
,regelmatig verlaagd worden, de koopkracht ..een
klein beetje" vermindert (..Maar wij slaan immers
»ok onze prijzen naar evenredigheid af." verzekert
Ie wanhopige winkelier.) de toeristen geringer in
?aantal en schrieler in hun uitgaven zijn. en het
beetje c^xpor t waarvan de Moghr eb het moet hebben,
telkens een kleine maar gevoelige knauw krijgt.
Als het echter in hoofdzaak de. stemming is,
die het doet, dan moet het met-te-noemen ook
met verbeterde stemmingen, met feeststemmingen
te verhelpen zijn, redeneert men. Jaarmarkten,
handelskennissen, ..broderies" zooals men die hier
met een onhebbelijke term noemt, zijn mode
geworden in Marokko. Geen enkele stad die ik
bezocht, of ik woonde er de een of andere braderie"
bij van drie of vier dagen duur.
In Marrakech wordt de jaarmarkt, waarom heel
Marokko zoo goed als Algiers en Tunis deze
zuidelijke stad benijdt, op waarlijk grootscheepsche
wijze aangepakt. Maar het verloop van al deze
ondernemingen is het duidelijkste bewijs dat er
inderdaad ,.crisis" heerscht en dat het .?tot elke
prijs" dat de kleinere kooplieden hier als stop
woord aangenomen hebben, is ontstaan uit een
bittere noodzaak.
De Marokkaansche braderies" zijn liquidaties
in de open lucht, aanlokkelijk gemaakt door muziek.
optochten en andere festiviteiten, steeds ingeleid
door de een of andere officieele persoonlijkheid.
Groote en kleine winkeleigenaars bouwen op de
pleinen of hoofdstraten een eenvoudig stalletje,
waar alles opgestapeld wordt wat men .,tegen een
redelijk bod" kwijt wil. Het is de eenige gelegen
heid waarbij de bevolking zich nog ietwat koop
krachtig toont, en daar de prijzen die men dan
betaalt op ongeveer een derde te schatten zijn van
wat anders gevraagd wordt, is het duidelijk dat
zoo'n geforceerde verkoop alleen dient om de
kooplieden aan eenige liquide middelen te helpen,
Er wordt dan ook bij die gelegenheid evenveel
geklaagd als gehandeld. En terecht, want de win
kels blijven voortdurend verlaten, de rest van het
jaar wordt zóó weinig omgezet, dat faillissementen
aan de orde van de dag zijn.
De economische toestand van het volk is in
Spaansch Marokko niets beter, de debacle is er
alleen minder opvallend, omdat de Spanjaarden
er doorgaans minder
luxueus gekoloni- , ?
seerd hebben, en
de traditioneele elegantie, waarmee een Spanjaard
zijn armoede weet te verhullen, aan al deze
plaatsen een welvarender aanzien geeft dan met
de werkelijkheid overeenstemt.
Thans is de toestand er, juist door het enorme
contrast met de opleving kort tevoren, donkerder
dan in de meeste streken van West-Europa. Wat
ook natuurlijk zijn directe politieke weerslag heeft,
en de delicate situatie waai in de heterochthone,
rassen uiteraard bij een ,.protectoraat" vt-rketrtn
niet bepaald helpt verbeteren. Allerwegen hoort
men reeds de Arabieren zeggen: Het zijn de
Europeanen die ons tot dupe van hun crisis maken.
Toen wij op ons zelf waren aangewezen, kon de
armoede van onze buren ons slechts voordeel
brengen."
Merkwaardigerwijze blijft deze ontevredenheid
echter meestal passief, en in de steden valt minder
opstandigheid te bekennen dan waar elders ter
wereld. Hetgeen zeer te verwonderen valt, gezien
de luttele jaren dat het Fransche en Spaansche
gezag in deze streken ietwat steviger is gegrond
vest.
Evenals Marokko tijdens de wereldoorlog het
den Franschen uiterst gemakkelijk heeft gemaakt
er hun positie te handhaven, evengoed schijnt het
vooralsnog bereid de dingen bij het oude te laten,
ook al wordt er aan de noordzijde van de
Middellandsche Zee nog zooveel
. geplukhaard en
omgewenteld. Het is moeilijk de
oorzaken van deze lijd
zaamheid klaar in te zien.
Decadentie en uitputting,
het ontbreken van
klassebewust zij n en de invloed
der religie, ze kunnenslechts
gedeeltelijk het defaitisme
der inlandsche ^bevolking
verklaren.
\
?-"> S T .4.
t ,r
*?'i';
' i
M
^
.-»»?*