De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 28 juli pagina 6

28 juli 1934 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

\ HET NIET-TE-NOEMEN VER-WEG Indrukken van een Reis door Noord Afrika Ook crisis onderi^ de Arabieren ET is er, maar het is beter het niet te noemen," zei mij een Arabier, zakenman, die. gehurkt in een kaal en ongezellig hok, zonder telefoon, zonder een staf van schrijvend personeel en zonder de minste haast of geoccupeerdheid transacties voert die menigmaal een paar honderdduizend francs .beloopen. De dingen die je niet noemt schijnen beter op een afstand te blijven; in ieder geval lijken ze dan minder reëel," voegde .hij eraan toe. En hij weigerde het woord uit te spreken dat eiken uropeeschen handelsman van lieden op de lippen ligt. dat bijna een gemeenplaats geworden is, en een wachtwoord voor sommige sluweriken. Het woord ..crisis." ..Maar het is er, Si-Mohammed; gij zegt zélf dat het er is. Welnu...." Het is er. Ofschoon nog niet zóó. erg. We leven nog allemaal wier uur niet geslagen is. Het is er in de heele wereld; we mogen blij zijn dat het hier niet erger is. Allah inuub; Allah 'zal erin voorzien." Si-Mohammed heeft goed praten; men kan van een half millioen net zoo goed leven als van een heel. En bovendien is hij had j, zijn bedje in het Paradijs is gespreid: wat kan hem verder gebeuren? Maar de arme sloebers, de duizenden die daar zonder professie van het eene karweit je naar het andere hongeren, de tallooze bedelaars die het toch maar van de overdaad hunner medemenschen moeten hebben, en de kleine kooplieden, de venters langs de weg, zij vooral die de producten der handwerkslieden aan dt n man moeten brengen in een land waar de machine nog zeldzaam is, zij allen merken wel degelijk het niet-te-noemene. en maar al te zeer. Lijdzaamheid en fatalisme zijn de oorzaken dat er niet luider van gerept wordt. Of misschien is voor juist déze menschenklasse de toestand niet veranderd, voelen zij geen verergering omdat het altijd ,,erg" geweest is. Place El Efna, £ kommer en gebrek, te Marrakech .jS_ ziekte en verschoptheid werden overgeërfd van geslacht op geslacht. De Marokkaansehe steden zijn sedert eeuwen in een staat van verval. Alle rijkdom die er is, en ze ontbreekt er heusch niet! is onzichtbaar gemaakt achter hooge, nietszeggende tuinmuren. De lustoorden der rijken, de paleizen van de kadi's, ze hebben van buiten niets wat de weelde verraadt die binnen heerscht; de deftige Medina ziet er niets aanlokkelijker uit dan de voorsteden der aimen. Rijkdom is in Xoord-Afrika een zér private aangelegenheid, en de uitbuiting welke ook daar eraan ten grondslag ligt, geschiedt met de vanzelfsprekendheid en sanctie van een eeuwen oude, bijna ritueel en bindend-geworden practijk. Wat de zaak niet minder onaanvaardbaar maakt. Het is er mee. gesteld als met de negerslaven, die nog daadwerkelijk het eigendom zijn van de rijke Arabieren in Marokko, en die het beter hebben dan de eerste de beste losloopende paria; op grond waarvan deze slavernij oogluikend toegelaten en door de Europeesche ..beschermers" officieel geïgnoreerd wordt. Wat weer niet wegneemt dat het dan toch maar een feit is, dat zoo dicht mogelijk bij West-Eirropa nog de slavenhandel wordt ge tolereerd ! En ik vrees dat de crisis in déze vorm van goedkoope arbeidsacquisitie geen vermindering teweeg gebracht heeft. Doch óók dit behoort tot het niet-te-noemene in Afrika. * * * Waar men wél het woord ,,crisis" in ieders mond kan hooren, waar het wel uit alle straten, van alle muren spreekt, dat is: in het Europeesche gedeelte der Marokkaansche steden. Daar liegt men er niet om, en daar ken men er ook niet om liegen, want deze wijken, dikwijls geheel apartstaande, nieuwe steden, zooals bij Fez, Meknès,. Casablanca, zijn gebouwd in de tijd van d grootste conjunctuur, vormen geweldige onder nemingen die meer dan boekdeelen spreken voor de Fransche speculatie-zucht. Die een beter pleidooi zijn voor hun rijkdom, hun prachtlievendheid, hun aesthetische zin, dan voor hun koloniale tact ALBERT eri inzicht in de toe komst. Deze nieuwe Fran sche steden, met haar prachtige breede straten, haar hooge, door voortreffelijke architecten ontwor pen regeeringsgebouwen, haar geweldige winkelcomplexen,die alle van naoorlogsche. uiterst] doel matige bouw zijn, deze overrompelende stukken modern Eu ropa temidden van de Noord -Afrikaansche wildernis, ze ' beginnen de eerste maar duidelijkste teekenen van verval te toonen. Het aantal onafgemaakte huizen waaraan t sinds jaar en dag niet meer ge werkt wordt, is legio. Reusachtige, monu mentaal de pleinen afsluitende [huizen blokken missen hun linker- of rechter helft. Straten, glad en breed genoeg voor het' drukste verkeer door een moderne metropool, eindigen plotseling na een paar honderd meter in braakliggende woest ij ngrond. En de ellendigste indruk maken de tientallen leegstaande winkelhuizen, waar men het te huur" aanplakt met de veelzeggende toevoeging: ..per maand of per week." Paleisachtige woonhuizen met ie^erjcomfo. t t"at men zich wenschen kan, fmenj| legt er, f zelfs electrirche koude-luchtkachels |aan voor Lde heete zomerdagen! zijn HELMAN Casablanca bij de vleet te krijgen; «n aan de onderwor penheid der huisba zen ziet men, hoe Weinig aftrek ze vin den. Hoe komt deze geweldige terugslag na zulk een dapper ondernemen ? Het antwoord heeft ieder een gereed: ,,De cri sis !" Wat thans al weer ingeruild wordt voor een nieuw mode woord: Stavisky". en morgen weer een andere naam krijgt. Men is daar te ver van het gecompli ceerde geharrewar der Europeesche eco nomen af, om zich verder het hoofd te breken over de oor zaken van een ach teruitgang, waarvoor Marokko zelf waar schijnlijk ook minder verantwoordelijk is dan Europa. Men vermoedt dat het hier vooral een stem ming is, gemelijkheid en onlust bij iedereen. tengevolge van de gedruktheid in de westersche wereld. Tengevolge van hetTfeit dat salarissen ,regelmatig verlaagd worden, de koopkracht ..een klein beetje" vermindert (..Maar wij slaan immers »ok onze prijzen naar evenredigheid af." verzekert Ie wanhopige winkelier.) de toeristen geringer in ?aantal en schrieler in hun uitgaven zijn. en het beetje c^xpor t waarvan de Moghr eb het moet hebben, telkens een kleine maar gevoelige knauw krijgt. Als het echter in hoofdzaak de. stemming is, die het doet, dan moet het met-te-noemen ook met verbeterde stemmingen, met feeststemmingen te verhelpen zijn, redeneert men. Jaarmarkten, handelskennissen, ..broderies" zooals men die hier met een onhebbelijke term noemt, zijn mode geworden in Marokko. Geen enkele stad die ik bezocht, of ik woonde er de een of andere braderie" bij van drie of vier dagen duur. In Marrakech wordt de jaarmarkt, waarom heel Marokko zoo goed als Algiers en Tunis deze zuidelijke stad benijdt, op waarlijk grootscheepsche wijze aangepakt. Maar het verloop van al deze ondernemingen is het duidelijkste bewijs dat er inderdaad ,.crisis" heerscht en dat het .?tot elke prijs" dat de kleinere kooplieden hier als stop woord aangenomen hebben, is ontstaan uit een bittere noodzaak. De Marokkaansche braderies" zijn liquidaties in de open lucht, aanlokkelijk gemaakt door muziek. optochten en andere festiviteiten, steeds ingeleid door de een of andere officieele persoonlijkheid. Groote en kleine winkeleigenaars bouwen op de pleinen of hoofdstraten een eenvoudig stalletje, waar alles opgestapeld wordt wat men .,tegen een redelijk bod" kwijt wil. Het is de eenige gelegen heid waarbij de bevolking zich nog ietwat koop krachtig toont, en daar de prijzen die men dan betaalt op ongeveer een derde te schatten zijn van wat anders gevraagd wordt, is het duidelijk dat zoo'n geforceerde verkoop alleen dient om de kooplieden aan eenige liquide middelen te helpen, Er wordt dan ook bij die gelegenheid evenveel geklaagd als gehandeld. En terecht, want de win kels blijven voortdurend verlaten, de rest van het jaar wordt zóó weinig omgezet, dat faillissementen aan de orde van de dag zijn. De economische toestand van het volk is in Spaansch Marokko niets beter, de debacle is er alleen minder opvallend, omdat de Spanjaarden er doorgaans minder luxueus gekoloni- , ? seerd hebben, en de traditioneele elegantie, waarmee een Spanjaard zijn armoede weet te verhullen, aan al deze plaatsen een welvarender aanzien geeft dan met de werkelijkheid overeenstemt. Thans is de toestand er, juist door het enorme contrast met de opleving kort tevoren, donkerder dan in de meeste streken van West-Europa. Wat ook natuurlijk zijn directe politieke weerslag heeft, en de delicate situatie waai in de heterochthone, rassen uiteraard bij een ,.protectoraat" vt-rketrtn niet bepaald helpt verbeteren. Allerwegen hoort men reeds de Arabieren zeggen: Het zijn de Europeanen die ons tot dupe van hun crisis maken. Toen wij op ons zelf waren aangewezen, kon de armoede van onze buren ons slechts voordeel brengen." Merkwaardigerwijze blijft deze ontevredenheid echter meestal passief, en in de steden valt minder opstandigheid te bekennen dan waar elders ter wereld. Hetgeen zeer te verwonderen valt, gezien de luttele jaren dat het Fransche en Spaansche gezag in deze streken ietwat steviger is gegrond vest. Evenals Marokko tijdens de wereldoorlog het den Franschen uiterst gemakkelijk heeft gemaakt er hun positie te handhaven, evengoed schijnt het vooralsnog bereid de dingen bij het oude te laten, ook al wordt er aan de noordzijde van de Middellandsche Zee nog zooveel . geplukhaard en omgewenteld. Het is moeilijk de oorzaken van deze lijd zaamheid klaar in te zien. Decadentie en uitputting, het ontbreken van klassebewust zij n en de invloed der religie, ze kunnenslechts gedeeltelijk het defaitisme der inlandsche ^bevolking verklaren. \ ?-"> S T .4. t ,r *?'i'; ' i M ^ .-»»?*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl