Historisch Archief 1877-1940
6
De Groene Amsterdammer van 4 Augustus 1934
N o. 2983
in
Wetenschappelijke varia
Ons tijdgevoel
Dr. P. van Olst
Loopen wij voor of urhter?
..Deze seconde duurde mij oen
eeuwigheid". Dergelijke romantische
gezwollenheid is uit don tijd in onze
verhalen on romans en bewijst niet dat
on» tijdgevoel al of niet accuraat is.
Zoo is de klacht van een ongothildig
mensch dat hij .,al een half uur op
die vervl.. .. tram staat te wachten"
ook een bewijs van gebrek aan
tijdgevoel. Tussrhen haakjes: zou men
de anti-vloek-advertentie die in de
trams hangt, niet beter b uiten de tram,
b.v. op de haltobordjos kunnen aan
brengen ? Men hoeft er daar moor be
hoefte aan. Maar ik dwaal af.
Het is wel merkwaardig, dat. terwijl
wij zulke uitnemende on voor zoo ge
ringe verschillen gevoelige zintuigen
hebben voor licht, geluid, warmte.
geur. koude. pijn. smaak, enz. ons een
zintuig voor hot waarnemen van don
t"jd ontbreekt. We hebben alleen ee.i
aanvullings/jntuig in. don vorm van
ons horloge. De tijdseenheid, die men
nu eenmaal niet missen kan in onze
Ingewikkelde samenleving om den
tijdsduur te kunnen mot en. is
vastgo? knoopt a;iu on/.o aard beweging. Im
mers do m'coH'U' is het zoovoolsto deel
van den tijd die do aarde noodig
hoeft om ons van licht in donker en
weer van donker in licht te brengen.
of als men liet precies wil hebben : ..het
80100ste deel vmi een gemiddelden
sterredag'?. Men houdo echter wel
in het oog. dat deze eenheid ons be
driegt als de aarde eens sneller of
laiigxamor ging draaien, want dan
was do seconde korter of la n «of ge
worden.
J-In als men hem definieert als
de .siindertijd van oen slinger van
.bepaalde lengte (secondes!iiiger) dan
zou men als de.aarde .eens ongemerkt
stof verloor of won dus minder hard
of harder aan den slinger trok. do
seconde ook als 0011 .'onbetrouwbare
eonboid moeten .bcj>c.houwon. Men.'mist
hot vergelijkMigsmatoriaal <»ni een
seconde-verandering goed te kunnen
constatecreii. Kn daar voelen wij het
gemis van een goeden t ijd-/.in in ons
lichaam.
Het is wel waar dat er in ons
lichaam ihyihmisehe verschijnselen
voorkomen: ademhaling, hart klop
(dus ook polsslag), darmcontracties o.d
maar de regelmaat dezer rhythmiek
laat alles te wenschon over. Hoe onze
hartklop varieert in ruime grenzen,
kan iedereen bij zichzelf constateeron.
De bekende physioloog Wundt heeft
gemeend dat de, rhythmiek van het
loopen nog het dichtst bij het
secondeF" F. SI N EMU S
Leldschestraat 20-22
AMSTERDAM C.
Over hemden
2 BOORDEN
1 p. R ES. MANCH.
Fl. 5.75
incl.
VANAF
rhy tinne komt, niet alleen in regelmaat,
maar ook in duur; hij beweert dat de
tijdsduur van een dubbele schrede
0.08 sec. is. Maar dat geldt alleen voor
oen gomiddeld-lang mensch, en dan
nog alleen onder bepaalde voorschrif
ten of invloeden (militaire dressuur),
die bij een vrij mensch niet meer
golden.
E. ron Skramlik te Jena deelt in
..die Xaturwissenschaften" van Pebr.
'31 de resultaten mee van uitvoerige
proeven en metingen, die hij verricht
heoft met verschillende proefpersonen
om na te gaan met welke nauwkeurig
heid wij eon ? bepaald tijdsverloop
schatten kunnen, of wij dit kunnen
oefenen zotxlat de nauwkeurigheid
grooter wordt, dus of wij eon bruikbaar
tfefie w/c n hebben voor tijdsduur. Do
proefpersonen werden op verschillende
wijzon onderzocht, hetzij door
ntolorixchc tijdbegrenzing, b.v. door de
maat te slaan, hetzij door sensorische
tijd begrenzing waarbij de tijdsduur
geschat moet worden tusschen twee
y.intuigprikkels. bv. twee lichtseinen.
twee geluidscinen. of ook wel tusschen
twee verschillende prikkels b.v.
tusschon een licht sein en oen golnidsoin.
Men moot or goed voor zorgen dat
or geen dingen zijn, dio de aandacht
afleiden.'en do proefpersonen mogen
ook niet beïnvloed worden door het
vernemen van de resultaten dor
nutingon. Von Skramlik vermeldt, dat
de meeste mensehen in 't begin der
proeven, oen zekere.' hulpeloosheid en
verlegenheid vortoonori, zelfs weten
schappelijk geschoolde proefpersonen.
Hij schrijft dit 10.0 aan hot missen van
oen tijdzin: men hoeft geen
nanknoopingspunton on vooral bij langereii
tijdsduur is men volslagen hulpeloos.
Do proefpersonen mogen zichzelf hel
pen door allerlei hulpmiddelen zooals
tellen, de maat slaan, zich oen slinger
voorstellen, o.d. Maar als men maar
oenigennate ziel» /elf verdenkt niet
volslagen goed regelmatig to tellen,
wordt men hopeloos verward. Bij do,
metingen blijkt dat et' drie typen van
inonschon zijn bij do/.e
tijdbooordeeling. l [et type A onderschat geregeld
don tijdsduur, het type B overschat
oven geregeld den tijdsduur, het type
(-eindelijk '/al naar gelang van den
tijdsduur nu eens over- dan weer
onderschatten. Het type C komt
verreweg het meeste voor, het type B
het zeldzaamst. Wordt een proef met
bejMtaldert tijdsduur eenige malen her
haald dan komt het voor dat men
geregeld te lang schat, of geregeld te
kort, maar ook wel nu eens te lang,,
dan eens te kort.
* *
Als resultaat der talrijke proeven
blijken te zijn dat men zonder
vooróefening niet in staat ia de seconde, de
astronomische tijdseenheid, zuiver te
begrenzen, noch motorisch, noch sen
sorisch, ook al is men in het dagelijksch
leVen gewend om bepaalde tijdsdurcn
te schatten (b v. een dokter, die ge
wend is aan het schatten der polsslag
frequentie). Men is echter wél in staat
om door oefening n heel e.ind in de
goede richting te komen van het
zuiver schatten van den tijd; de
individueele verschillen hierbij zijn echter
zeer groot evenals bij andere
intollectueele handelingen. Er zijn begaafden,
die met vrij groote zekerheid den
tijdsduur leeron schatten, en anderen,
die geen geheugen blijken te hebben
voor tijdsduur.
Opmerkelijk is verder dat dit
geheugen voor tijdsduur helaas van
zeer korten duur is, zelfs bij do be
gaafden op dit gebied. Bij gebrek
aan oefening verleert de goede tijd
schatter deze dressuur in korten tijd
en men moet weer van voren af aan
beginnen. Bovendien is deze
tijdsdressuur geweldig afhankelijk van ge
moedsaandoening; iedere kleine in
wendige onrust schopt het tijdgeheu
gen grondig in de Avar.
Von Skramlik spreekt van d
physiologische klok" in verband met
deze metingen. Men zou iemand, die
gedresseerd was in tijdmeton, 80400
seconden kunnen laten tellen en dan
vragen of dit precies klopt met den
gemiddelden sterredag; deze mensen is
dan een soort klok. V. S. gaat nu de
zuiverheid van dezen mensch-klok"
na, vergeleken met andere uurwerken.
Een zeer goed zakhorloge maakt per
etmaal een fout van ongeveer twee
seconden, een kwartsklok (het vol
maaktste uurwerk) een fout van
minder dan een duizendste seconde. De
bost gedresseerde mensch zou nog
?804 seconden fout loopen per etmaal!
De menschklok is dus 100 maal
slechter dan een horloge, en een
inillioon maal slechter dan een kwarts
klok. Wanneer men echter niet
sekonden laat schatten, niaar langere'
perioden: minuten, dun is de mensch
klok toch accurater, want dat schijnt
men beter te kunnen doen; de
qualiteit is dan 40 maal slechter dun van
een horloge. Het ergste bezwaar is
echter dat dezo menschklok totaal in
do war komt bij iedere kleine
geiuóedsverstoring.
De resultaten van doste omvang
rijke on nauwkeurige onderzoekingen
zou men oen beetjo oneerbiedig dus
kunnen samen vatten in de belangrijke
wetenschappelijke ontdekking: alx men
tretcn -tril hoc laat hel is, muct men op
de klok kijken.
Xooals voel wetenschappelijke ont
dekkingen, is ok dcsr, door mijzelf in
tuïtief voorgovoeld, want ik doe het
reeds jaren !
Verbetering
In het vorige artikel: Donkere
nevels in de sterren" is in de tweede
kolom, voor de driester, de volgende
alinea uitgevallen:
In 't algemeen is het verduisterend
vermogen grooter wanneer bij een
gelijke totaalmassa der wolk, de stof
deeltjes fijner zijn; allicht zou men het
tegengestelde verwachten want een
kleiner deeltje geeft toch meer kans
aan de lichtstralen om er nog juist
? langs te gaan. Maar men vergete niet
dat dan het aantal deeltjes grooter is en
dat weegt ruim op in hinderend ver
mogen, tegen hun kleinheid. Zijn de
stofdeeltjes echter zér fijn, zoo klein
dat ze in de buurt komen van de
afmetingen der aethergolf jes der licht
stralen (dus een paar duizendste milli
meter) dan wordt het
lichtdoorlatend vermogen weer grooter^. Er
komt dan echter een tweede ver
schijnsel bij.n.l. dat niet alle
lichtbestanddeelen evenveel tegengehouden
worden, de paarse stralen hebben er
meer last van dan de róode.
Schilderkunst
In Artl
Deze tentoonstelling in Art i is een
logische begeleiding van de
Italiaansche tentoonstelling van Goud
stikker, l^anz, Koenigs enz. in het
Stedelijk Museum. Het is voor mij
n mijner waarheden, dat een schilder
nooit internationaal wordt dan door
zoo diep mogelijk nationaal te zijn,
maar daarin schuilt geen reden om
de schilders, die blijvend naar Itali
trokken of dat meenden te doen of
strak, in de Italiaansche kunst de
meest noodige. verwerkel ijking der
schilderkunst zagen, te vergeten maar
ge kunt ook in Arti vaststellen, dat
deze llomanisten en de
Italianiseereiiden zoo goed als zeker niet
behooren tot de grootsten onzer schilder
kunst, maar misschien kunt ge toch
ook zeggen, dat ook in hen de eigen
schappen van het ras onder zoozeer
anderen schildershemel niet onbe
spraakt werden, al missen zij den
vollen harte-toon; al is noch hun
Hollandsch gansch ongerept, noch hun
Italiaansch zuiver. Wij vinden, wan
neer wij den katalogus volgen, niet
z:'>óvool schilderijen, die aanleiding
geven tot opmerkingen, tot andere
opmerkingen clan van historischoii
aard ! Zelfs zou ik zeggen, vinden wij
opnieuw teleurstellingen van
algomeenen aard bij do teekoningen. Ik
heb dit reeds uitvoeriger genoteerd
in een'stuk over Rotterdam, maar zal
liet hier herhalen: or zijn onder de
teekoningen, een aantal, dio wanneer
7.0 nu gemaakt waren, terecht mot oen
felle ironie zoiulon worden, ontvangen;
hot belang der .portretten der
i.ltoomseho bont vogels is alleen historisch;.
als teekening beschouwd zijn zij ab
soluut ssondor waarde. Bij do schilde?
rijen zijn. gelukkig andere on terecht
wijst «Sclimidt Degoner. de moest vrije
onzer kunsthistorie wat historische
bijgclooveii aangaat, op oen schilderij
als Asselijn's winterlandschap, dat in
de lucht on in den linkschen voorgrond
ongetwijfeld groótsehheid bezit. Zoo
zijn er. enkoio lucht.m moer. die
lichthoudend zijn on waar de bergen ijl
worden van hot licht, waarin zij zich
verheffen. Daar schuilt de bekoring,
die wij zoo spaarzaam vinden in dezo
tentoonstelling voor leergierige zielen.
(zie van Borcliom en Jan Both). Do
portretten van Hendrick ter Bruggh
kunnen hier vermeld worden,; al zijn
zij zeker niet van de allereerste hoe
danigheid, maar hoe stijfjes is de
Barmhartige Samaritaan van Maarten
van Ileemskerck; hoe hinderlijk onop
gelost tot een fraaie eenheid zijn al
de gebaren in 52 Badende Vrouwen
van Cornejis van Poelenburgh;
incohaerent is de Scorel, de Barmhar
tige Samaritaan; goed is de figuur op
den rug gezien (ruim gebouwd) van
Michael Sweerts; leelijk-ros d aaren
tegen Wittewael's Aanbidding der
Herders. Wanneer wij weten, hoe veel
uitmuntende schilderijen schilders uit
de 17éeeuw en van den tweeden en
van den derden rang in ons land maak
ten, dan blijkt nog eens, dat deze ten
toonstelling, als geheel gedacht, er
feitelijk alleen eene is voor onze leer
gierigheid.
PLASSCHAER1
VRAAGT VOOR UW
WON l NGINRICMTING
ADV» ES PN CATALOGUS
AAN L.O.V. TE OOSTERBEEK
OF HAAR FILIALE M
Vrouwen in de arena
SPAANSCHE STIERENVECHTSTERS
meubelen
Angelita del Alamo
Er wordt in de regel te weinig aan
dacht gewijd aan het feit, dat de
staatkundige omwentelingen bijna
altijd uitloopen op omwentelingen in
het leven der vrouw. Dit is zelfs in
Spanje het geval, dat ten aandien.
van de vrouw toch ongetwijfeld mag
doorgaan voor het meest conser
vatieve land van Europa. Men is er
geen oogenblik bang voor geweest
dat de Republiek ook maar n
Théroigne de Méricourt zou voort
brengen; er bestaat niet de flauwste
kans dat vooreerst de vrouw in het
politieke en sociale leven hier zooveel
rechten krijgt als haar Russische
zuster. Om van mogelijke Alexandra
Kollontai's maar te zwijgen. De
eenige vrouw, die in de Spaansche
republiek tot nu toe iets in de melk
te brokken had, Victoria Kont
met haar befaamde gevangenis-reor
ganisaties. -^ heeft reeds lang af go-.
daan in het openbare leven.
Maar toch. or is oen omwenteling
gaantle in liet Spaansche rijk dor
vrouw. En wil men eon duidelijk
symptoom; dan dit: do vrouw hoof t
haar - intrede gedaan in do l'laza de
Toros. Niet langer uitsluitend als
passief element, als kleurige ver
siering van de loges, als inspiratrice
van Ó.G- veelomfladderde
stlerendooders. Dat raakt integendeel haast
uit de mode; de Spaansche vrouw
europeaniseert" zich, wat zeggen
wil dat zij bezig is al het eigene van
haar uiterlijk te verliezen en zich aan
te passen aan het algemeene mode
schema, gelijk dat gedecreteerd wordt
door Amerikaansche filmsterren, en
Parijsche modebladen. Gesluierde
schoonen, die met de oude trotsche
gratie hun zwartkanten mantilla over
de hooge schildpad-kam dragen, wor
den zeldzaam. De groote,
rijk-geborduurde Mantones de Manila ziet men
zelden meer de balustraden ver
sieren pp het Zondagsche «tieren
gevecht. Men annonceert het liefste
dafc miss Vuurland of miss Hollywood
met haar hofhouding de eorrida zal
bijwonen; en zelfs de meest
nationah'stisch-gezinde Spaansche schaamt
zich dan te verschijnen in de
traditioneele kleeding van Aragoneesche
of Sevilliaansehe. Maar in n opzicht
beantwoordt ze, juist dank zij de
nkele nieuwe vrijheden, die de Repu
bliek haar schenkt, aan de nationale
traditie: zij begint weer actief deel
te nemen aan het stierengevecht.
Er is weliswaar nooit eon tijd ge
weest dat in Spanje de Vrouw anders
Lou Lichtveld
dan bij wijze van
uitzondoring en curiositeit [het
tegen de stier opnam. Ze is
daarin nimmer een werke
lijke concurrente van de
man geweest, en begrijpe
lijkerwijze. Maar ze ver
scheen toch af en toe bij wijze
dat een vrouwelijk element dit,,Feest
van bloed en zand" thans nieuwe
aantrekkelijkheid zal bezorgen.
Het lijkt wel of zelfs de Span
jaard instinctief voelt, dat de
vrouw hem op 't stuk van
verfijnde wreedheid en in de
kunst-van-het-dooden iets
-?**«£> ^riL-S
.* ,":*,?'
van komeet tusschen dévele sterren.
Er zijn ook steeds tal van stemmen op
gegaan die deze ,,vermannelijking" van
de ze o bij xiit stek (en in ongunstige zin)
,.vrouwelijke" Spaansche vrouw ver
oordeelden. En die stommen zwegen
allerminst toon aan het einde van de
vorige oouw enkele dames zelfs groote
naam begonnen te maken als torera.
Een Spanjaard is gauw geneigd tot
apodictische on categorische bezwaren
bij de minste poging tot vrouwen
emancipatie.
De conservatieve regoering viel de
tegenstanders bij, en zoo word juist
oen kwart eeuw geleden oen wet
uitgevaardigd, die nadrukkelijk ver
bood dat vrouwen professioneel deel
mochten nomen aan het stieren
gevecht. Dat bleef zoo, tot de repu
bliek kwam.... on enkele dames
weer neiging begonnen te bespeuren
ook eens haar krachten te beproeven
bij de tweekamp met het Iberische
totemdier. Maar het noodlot wilde
dat zij zich eerst moesten meten met
eenige andere Iberische totemdieren,
minder gemakkelijk te verwonden en
alomtegenwoordig: de wet en de
bureaucratie. Men beriep zich op de
nieuwe constitutie die in theorie de
vrouw gelijke rechten toekent als de
man. '
** *
Eindelijk is het dan gebeurd. De
vrouw me g in de arena verschijnen,
on heeft bereids haar intrede gedaan.
In Madrid boekt eeö^-döchter uit ge
goede burgerkringen Yëeds gedurende
eenige tijd haar successen, en thans
zijn een jonge ex-leerlinge van een
nor maal school en oen- nog jongere
ex-typiste van proletarische afkomst
de laatste kometen die in het teeken
van Taurus verschenen. Ze behooren
nog tot de gezellen" oftewel
,,novillero's", on nemen nog slechts met
kleinere stieren de strijd op. Maar ze
hebben toekomst. .Het gaat de laatste
jaren bergafwaarts met de conida's,
het jonger geslacht der Spanjaarden,
aan opwindender bioscoop-tooneelen
gewend en meer tuk op sox-appoal
dan op mannelijke sport, schijnt
zich or to, vervelen.. Men vermoedt
nieuws en geheel eigens te bieden
heeft....
Kortgeleden was ik in de gelegen
heid voor het eerst eon vrouw in de
Arena te zien. Het was echter geon
Spaansche, maar een eenigszins
corpulento en viriele Francaise, dio het
lokaas moest vormen bij een eorrida
in provoncaalsohe stijl. Zulk een
zuid-fransch stierengevecht, waarin
do stier niet gedood wordt, maar
waarbij eon stelletje .
ci-devant-tennisspelers eon paar touwtjes dio tusschen
de horens van de stier gebonden zijn.
moet doorsnijden, is alles bijeenge
nomen eon saaie en stijllooze ver-.
tooning. Ook hot aandeel van de
dame miste allo sportiviteit.
* *
*
Zij had zichzelf oen snort van
stierengevecht, zonder hot element
..vechten" georganiseerd, dat oen
wanstaltig mixtum wns van ver
schillende stijlen. Zij kwam op als
berijdster van een prachtige
volbloedvos, een dier dat nooit n haar ge
krenkt werd, en dat klaarblijkelijk ook
teveel waard was om .het ooit aan een
van de nijdige en welberekende
horenstooten van een stier bloot te stellen.
Voor alle zekerheid had men dan
ook; naar Portugeesche (wan-)zede de
stier gekurkt", d.i. zijn horens van
groote koperen ballen voorzien.
Een stier is een zér intelligent en
zeer dapper dier, dat gewoonlijk een
eerlijke tegenstander plus personeel
best aan kan. Maar de sport eischt
fair play," en dat is met een ge
kurkte ,,toro" natuurlijk nooit het
geval. De Fransche dame, die een
keurige paardrijdstor was, maakte
dan ook slechte mooie boogjes om
haar tegenstander, om na veel heen
en weer geren niets anders tot stand
te brengen dan hem de drie paar
banderilla's (stokken mot kleine
woerhaakjes) in de nok te steken, waarmee
eén_,gewone banderillero hom anders
met tienmaal meer kunstvaardigheid
en levensgevaar te voet, terwijl de
slier op hem afkomt (dit is spelregel!)
moet versieren. Daarna had de dame
de goede smaak om het weerlooze
dier noodeloos door een paar als
Carmen Marin
torero opgedirkte slageisknechten te
?aten afmaken. Het was een dwaze
en misselijke vertooning.
Xu vraag ik mij, als oprecht be
wonderaar van de torero-kunst (?el
arte de.lid.iar"') af. of de intrede van
de vrouw in de arena geen mis
bruiken van soortgelijke aai d in de
hand zal werken. Een tprero is alleen
dan goed, wanneer hij eerlijk tegen
over zijn stier staat, het volle risico
aan levensgevaar durft nomen, de
stier behandelt als een nobel, vol
waardig tegenstander. Hij mag een
stier niet dooden voordat hij hem met
zijn kunst, met zijn psychologisch
inzicht on met ongewapende handen
getornd on geknecht heeft. Deze als
een ritus zoo nauw aan codes
gebondoj) dressuur, die. volmaakt uit
gevoerd nok plechtig on indruk
wekkend is als oen oeroude ritueele
handeling, vormt liet intrinsieke bo
st anddoel van do eorrida. 'IJiercm i«
alles begonnen. Kn de gemoeds
toestand dio daarbij van do torero
vereisc-ht wordt, komt Ulij voor oen
speeifiek-niannelijke instelling te zijn:
Waartoe in ieder geval oen eeuwen
lang als doinriie slavin behandelde
vrouwen-soort vermoedelijk niet aan
stonds godisponoord zal zijn.
Deze ridderlijke instelling is
trouwens reeds bij zoo menige man
nelijke torero van heden zoek. De
moesten spelen in alle lafhartigheid
de virtuoos en azen op kleine uiterlijke
succosjoe, die met een minimum aan
risico en een minimum aan
sportiviteit behaald worden. Wanneer men
spreekt van de decadentie van het,
hedendaagsche stierengevecht (en elke
oudere Spanjaard zegt er het zijne
van) dan bedoelt men dit: het ver*
dwijnen van de ridderlijkheid, die
moet makon dat het spel geen
onge^lijke kamp is tusschen mensch «H
dier. maar tusschen twee gelijkt
waardige, elkaar respecteerend
machten. De decadentie, dat is het
verdwijnen van fair play."' .{.
*, *
Slechte in liet onwaarschijnlijke
geval dat de vrouw in de arena ee»
werkelijke, eerlijke 011 trouwhartige!
moed ?meebrengt, zal ze in staat zijif
de eorrida, die het symbool is vari
.Spanjo's mentaliteit en Spanje's volksJ
leven, woer in -ecre 'te herstellen. Zij
zal aan alle elegaïitie en
gymnastischo volmaaktheid dio or heerscht
haar eigen grafie kunnen toevoegen;
in wezen zal or echter niets veranderen
of verbeterd worden.
1
\