De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 4 augustus pagina 8

4 augustus 1934 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

14 De Groene Amsterdammer van 4 Augustus 1934 N o. 2983 \' Fransche boeken Henry de Montherlant LES CÉLIBATAIRES ** Boekbespreking Jan van Nijlen Henry de Montherlant aan wie onlangs, naar aanleiding van zijn jongsten roman l), de groote prijs der Académie franchise werd toegekend, is in de literatuur van dezen tijd een zeer bijzondere figuur. Zijn eerste werken waren geïnspireerd door den oorlog en getuigden van talrijke en groote gaven. La Relève tl u mat in dat in 1020, en Le Songe dat in 1022 ver scheen, vestigden dadelijk de aandacht op den jongsten schrijver, dien men zoo niet den eenigsten, dan toch zeker den meest interessahten der leerlingen van Barrès mocht noemen. Het is nooit gemakkelijk een hono rabele leerling of volgeling te zijn, maar vooral niet van Barrès. Men kan desnoods een volgeling zijn van Rousseau of Volta ire, van Franee of Hcnan, en er zijn dozijnen auteurs te noemen die deze functie niet eere hebben waargenomen. Maar met Bar rès is het een moeilijk geval. De Mon therlant heeft het dan ook maar even beproefd, en misschien deed hij het niet eens opzettelijk. In elk geval verbleekt in zijn later werk de invloed van Barrès die in zijn eerste geschrif ten duidelijk merkbaar was. Tot nog toe had het ensemble van zijn oeuvre ons de Montherlant leeren kennen als een zeer lyrische natuur, niet vrij van grootspraak, een auteur die met welbehagen sprak over de heldhaftigheid en al de mannelijke deugden die, zooals het heet, het ken merk waren der ridders van'Voorheen. , Bij den knaap die zoo van de school banken in de loopgraven terecht kwam was dit eenigszins begrijpelijk en in N.V. STANDAARD HYPOTHEEKBANK te ROTTERDAM Directie: Mr. H. H. C. CASTENDIJK en L MOSSELMAN De Bank geeft onder controle van het Algem. Administratie-en Trustkantoor 4Y*% Pandbr. tegen beurskoers uit. N.V.ZUIDER HYPOTHEEKBANK 41 pCt Pandbrieven tegen 101 pCt. Directie: Mr. AU6. HEIJBROEK Mr. K. A. NEDERLOF een zekeren zin, niet onsympathiek. Maar naderhand werd het een manie; die cultus van de heldhaftigheid werd naar een ander terrein verplaatst: het voetbalspel en de stierengevechten. Het werd wel een beetje literair en zooveel drukdoende stelselmatigheid kon ons niet meer overtuigen. Of de Montherlant zelf het gevaar heeft ingezien van zijn paradoxale houding, ik weet het niet, maar het is een feit dat in zijn jongste boek geen spoor meer van die rhetoriek te ontdekken is. Meer nog: als idee en als vorm, is dit boek de meest typische tegenstelling met alle vroegere werken van dezen auteur. Les Célibcttaires kan men een realistischen roman noemen, verwant, naar den vorm, met de werken van enkele voorgangers van Zola. Het is een feit. dat het realisme weer veld wint in de Fransche literatuur, maar dat een 'auteur'.als de schrijver van Le Sonrje daartoe zou bijdragen, was allerminst te verwachten. Ik kan niet zeggen, dat dit nieuwe realisme iets nieuws brengt. Dadelijk worden wij getroffen door het feit dat de Montherlant weer den beschrijvende n verhaaltrant gebruikt die in het begin der negentiende eeuw zoowat in alle Europeesche literaturen in voege was. Als men een roman be gint, bijvoorbeeld met deze woorden: Het was een der eerste dagen der maand Februari van het jaar IS.... De straten waren nat...." heb ik daartegen geen enkel principieel be zwaar, maar van de Montherlant had den wij nooit verwacht dat hij die methode zou toepassen. Aan den anderen kant kan men Les Ciilbataires bezwaarlijk een roman noemen, vooral niet als men hem ver gelijkt met de realistische romans waarvan hij het voorbeeld volgt. Er worden ons eenige zonderlinge mani akken vertoond, maar men kan niet zeggen, dat hun. lotgevallen bijzonder boeiend zijn. Wel moet men erkennen, dat de types goed geteekend zijn, hetgeen.geen reden is om, zooals sommige critici hebben gedaan, Zoo maar dade lijk met den naam van Balzac te scher men. Naast het talent om werkelijk levende figuren te scheppen, bezat Balzac de gave van den echten roman cier die de door hem gecreëerde figu ren in een dramatische atmosfeer plaatst waarin ze ademen en bewegen als gewone, levende wezens. Dit doet de Montherlant niet; zijn types, hoe juist gezien en geteekend. leven niet in de sfeer van het boek zelf en daar door worden zij eenigszins karikatu raal. Men kan niet ontkennen dat in Les Célibataireêalleraardigste scènes voor komen die vaak een groot comisch effect bereiken. Maar hoe talrijk ze ook zijn, redden die scènes het boek niet als roman. In den realistischen vorm dien de Montherlant nu gekozen heeft het is mij niet duidelijk waar om, maar dat is een andere zaak bereikt hij ten slotte niets meer dan den al te zeer vergeten voorlooper der naturalisten, Champfleury, die ook eenige zeer origineele types teekende zonder meer. . 1) Henry de Montherlant. Les Cel ilatuires. Mernard Graaset, Paris. OUD-BUSSEM kookt het voedsel voor Uw zuigeling. Vraagt prijs en monster. N o. 2983 De Groene Amsterdammer van 4 Augustus 1934 15 INLICHTINGEN BIJ INTOURIST REUI!BSUR*AU KEIZERSGRACHT 518 AMSTERDAM EN ALLE NEDERLANDSCHE REISBUREAU'S 3 Aug. de uitkijk" Ie million met anna bella regie renéclair Priniingracht bij da Uldichestnat T«l«f. 37460 eiken leeftijd 2e week Dagiljjki 2.30,7,15 tn 9.30 N. V. ALGEMEENE HYPOTHEEKBANK. Meeren gracht 416 (C.) Oepl, Maatseb. Kap. ? 8,000,000. waarop gestort 406,100. RESERVES pl.m. 1,250,000. Pandbrleven en Hypotheken: pi. m. ? 29,500,000. Directie: Mr. L. J. van Toulon van der Koog Mr. K. S. van Kappen Een polls der LEVENSVERZEKERING My. ARNHEM" schept kapitaal voor moeilijke tijden. . Het gele gevaar ONDERHANDELINGEN OVER DE ECONOMISCHE VERHOUDINGEN TUSSCHEN NEDER* LANDSCH INDIËEN JAPAN C. A. Klaasse Stilzwijgen Kr wordt te Batavia nu al verscheidene weken on derhandeld over de economische verhoudingen tusscheii ons Indiëen Japan. Beide partijen bewaren over do besprekingen een bijna absoluut stilzwijgen, maar uit n van de recente uitlatingen van Ja pansche zijde blijkt wel, dat de onderhandelingen geen overmatig vlot verloop hebben. Hetgeen allerminst verwondering behoeft te baren. Integen deel, het zou hoogst verwonderlijk zijn vanmer de onderhavige besprekingen tot een definitief resul taat zouden voeren. Temeer omdat de strekking vau de onderhandelingen zoo buitengewoon ver gaat. In dit' verband moet men eigenlijk twee punten, onderscheiden: eenerzijds de handelsbeweging tusschen beide landen, waarover de be sprekingen openlijk gevoerd worden, en anderzijds wu punt van veel grooter belang, voor JYerferzelfs van levensbelang, waarover openlijk en met nadruk de discussies doch die de arrière-pensée zijn althans bij «mz»* onderhandelaars t.w. de penetratie van Japan in ons Indië, eerst economisch, met de kans op p-niu.'ke inmenging zoodra, de weg gebaand is. * * * I) ? onderhandelingen in engeren zin. t.w. die over do handelsbcweging tusschen beide landen. staan niet voor een gemakkelijk probleem. Indi wordt in de laatste jaren overstroomd met goet kijope .Tapansche fabrikaten die de Xederlandsche o u Enselsche scherpe concurrentie aandoen. Een zelfde invasie van Japansche ..koopjes" heeft in Europa gedreigd de toch al heerschonde crisis te verscherpen. Vrijwel alle landen die het afzetgebied v >or hun'inhocmschi» nijverheid daardoor bedreigd zagen hebben op eenigerlei wijze bij ons b.v. door «.?ontingenteering - een dam opgeworpen t^g-m do Japansche concurrentie. Die politiek is lang niet eensgezind toegejuicht. Maar men mag ?aannemen dut. allen vrijluindelsargumenten ten spijt, het weren van de Japanschc producten on verdeeld juist is. Immers, de vrijhandolsargument»Mi gaan in dit geval heelemaal niet op. De vrijliaudejaar wenscht goedkoopere producten van elders toe te laten omdat uit die goedkoopte blijkt, <Jat het vreemde land die produc'ten onder voor«'Wlijjer voorwaarden fabriceert dan liet importeoretulëland. Door aldus elk land te laten maken wat dit ..het beste ligt", en internationaal die goe deren, uit te ruilen, ontstaat de meest economische arbeidsverdeeling. Als men van die stelling uit-gaat, dan komt men bij de Japansche concurrentie al dadelijk in den knoei. Die goederen kunnen niet goedkoop geleverd worden omdat Japan zooveel beter is ingeschoten op een economische voort brenging daarvan maar omdat de arbeidsvoor waarden er zooveel ongunstiger zijn. Wilde Europa met. Japan regelmatig ruilhandel drijven dan zou de levensstandaard hier moeten dalen tot het niveau van Japan, en zoodra dat gebeurd zou zijn... zou de ruilhandel ophouden, want dan zou de Japansche goedkoopte afstuiten op een gelijke goedkoopte hier. De prijs- en kostensystemen van Japan en Europa liggen zoover uit elkaar, dat de normale basis om het nut van ruilhandel af te wegen: de prijsverhouding hier geenerlei basis kan opleveren. . , Principieel is dan ook voor Europa de Allén PUROL verzacht dadelijk de pijn en geneest de wond. Doos 30,60, Tube 80 et. eenige weg om Japan, economisch te beschouwen als een zelfstandig niet met de wereldeconomie communiceerend geheel. Voor Indiëdaarentegen liggen de verhoudingen heel anders. In de eerste plaats is daar geen of nagenoeg geen inheemsche industrie, die door de Japansche concurrentie ge keeld dreigt te worden. Dat is heel belangrijk omdat in Europa het voordeel voor den consument om goedkoope Japansche artikelen te koopen wordt opgeheven door een minstens evenredig en meestal meer dan evenredig nadeel voor de nijver heid; in Indiëdaarentegen beteekent afsnijden van den Japanschen invoer wel benadeeling van den consument, terwijl het voordeel veeleer aan de Xederlandsche en Engelsche industrie komt. Men heeft dan ook buitengewoon lang geaarzeld alvorens iets werd ondernomen waardoor de goed koope Japansche katoentjes voor don inlandcr geweerd werden. Daarvoor is. zooals gezegd, niet hetzelfde argument als in Europa, eenerzijds van wege de vrijwel ontbrekende inheemsche industrie, anderzijds omdat de levensstandaard van Indi en Japan veel meer in elkanders buurt liggen dan van Japan en Europa, Terwijl tusschen Japan en Europa principieel voor goedereimnl-eigenlijk geen basis bestaat, is dat tusscheu Japan en Indiëwel degelijk het geval. Japan is iu de laatste decennia sterk geïndustrialiseerd. Indiënog niet. Onder die omstandigheden zou een industrieele export van Japan naar Indië. en een uitvoer van grondstoffen van Indiënaar Japan economisch alleszins logisch zijn. Daarmee raken wij intusschen het tweede piuxt : Japan is wel meer en meer indust rieele pro ducten in Indiëkomen afzetten, maar neemt niet meer. doch miiulor typisch Indische, producten van ons af. Daar wringt de schoen ! Ook voor Indi is het steeds moeilijker geworden; voor haar pro ducten afzet to vinden. Van het idee ..wereldmarkt" is niet zoo hoel veel meer over gebleven waarvoor liet voorbeeld suiker wel het sprekendst is. Vandaar dat ook Indiësteeds meer wordt gedreven in de richting van reciprociteit . Xu het economisch verkoer aan ftlle kanten ontwricht is. wordt een sterk onevenwichtige handelsbalans tusschen twee landen meer en meer als een onding beschouwd. Eu zoo is dan ook de 'sterk passieve handelsbalans, die Indiëniet Japan heeft, het uitgangspunt ge worden van de hangende besprekingen, waarvan de basis, is: wilt gij. Japan, dat wij uw producten blijven koopen, clan zult gij daarvoor een tegen prestatie moeten leveren door ons producten af te koopen, waarvoor in de allereerste!. plaats suiker in aanmerking komt. Hetgeen voor Japan een netelig probleem is, omdat juist ook in de laatste jaren dit land zich, wat , de suikerproductie betreft, vrijwel onafhankelijk heeft gemaakt door de enorme uit breiding der cultuur op Formosa. Tien jaar geleden zou men aan onüen eisch nog hebben kunnen vol doen, nu kan dat alleen wanneer men. de eigen cultuur daaraan opoffert. Zoodat de moeilijkheid wel schier onoverkomelijk lijkt. Intusschen is deze zuiver economische kwestie, zooals gezegd, niet hoofdzaak, althans niet wanneer men de kwestie in the long run beschouwt. Van veel meer en diepep beteekenis is de politieke onder grond van het heele geval. De sterk gestegen Ja pansche invoer, het feit dat de inlander zich in zijn behoefte steeds meer inschiet op Japansche arti kelen, de penetratie van de Japansche handelaars, die als het ware inet de Japansche producten zijn meegekomen naar Indië, dit heele complex van NOORDW1JK CASINO dagelijks THE LENNARTZ BAND Thédansant Apéritif musical Soiree dansante in de bar speciale dansavonden Donderdag & Zaterdag Soirees dansantes, attractions Soupers dansants HUIS TER DUIN dagelijks THE MELODY SERENADERS Afternoon tea sur la terrasse fleurie SOLARIUM dansavonden Woensdag, Zaterdag, Zondag vol ledig pension f 6-9 p. d. week-end f 16-20. ? ,.pacifieke" penetratie beteekent een politiek vraagstuk Voor ons Indië. Japan niet zijn groeiende. overbevolking heeft expansie noodig. dat staat vast, en Indiëis oen pracht van een dëbouché. Willen wij de Japanners' op den duur uit Indi houden dan zal dat nauwelijks op eigen kracht kunnen. Alleen wanneer Japan moet rekenen op tegenstand van n of meer groote mogendheden, zal het afgehouden worden van imperialistische neigingen ten aanzien van Indië. Kn daar litrt wel licht weer de band in ft do economische kwestie. Engeland zal ongetwijfeld niet toelaten dat Japan zich «aan Indiëvergrijpt, althans.... zoolang het zelf ook eenig economisch belang bij een Xcdcr?/aw/sf/j-Indiëheeft. Wanneer wij de Japansche katoentjes weren, dan winnen de Xederlandsche ?HUIa r o<A' tic Eniiclachc weer terrein. Meer algemeen kun men dit zeggen: hoe meer Japan uit Indi wordt geweerd. de,s te grooter zijn de economische belangen van de rest vuu de wereld bij ons Indië. des te meer moet Japan, ingeval van eventueel»? politieke aspiraties, in de richting van ons Indi rekenen op tegenstand van die rest van de wereld. In dat licht bezien beteekeneh de loopend»* onderhandelingen in Uut a via heel wat meer dan simpele handelsbesprekingen, en de vraag <>f <!»> Japanners Indische suiker zullen afnemen. Die be sprekingen zullen dan .ook ongetwijfeld geel. al te vlot verloop hebben. »«n. . . . een staart je zullen zij zeker ook hebben. . 'Tentoonstellingen Sted. Museum, Amsterdam. Oud-Italiaaiisohe Kunst in Xodorlandsch bezit. .'Kunsttalen Unger & van Mens. Kcndrachtsweg. 27, lïotterdam. Werken der Fransche en Hollandsche schilderkunst. Kunsthandel Santec Landweer, Amsterdam. Verluchte manuscripten in. samenwerking met Xederlandsche schrijvers en schilders. Houtsneden van Valentin Ie Campion. Stedelijk Museum, Maastricht. Werken van Leo Gestel. Tot O Augustus. Kunsthandel Büffa, Amsterdam. Zomer-expositie door Nederlandsche meesters. Vijf schilde ryen door Th. Ribot. Tot O Augustus. Arti et Amicitiae, Amsterdam, Tentoonstelling Italiaanse hèschool. NV ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK HYP KAPITAAL BESCHIKBAAR IBECTIE M? 5-J.VAhZlJST - M? J.F.VcRSTEEVÊM \

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl