De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 4 augustus pagina 9

4 augustus 1934 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

16 De Groene Amsterdammer van 5 Augustus 1934 N o. 2983 Ze had zoo van alles geprobeerd. Alarianne. Ze was mannequin ge weest bij Madame Pompadour. maar op 't laatst kwamen er zooveel hoeren kijken, dat de vrouwen boos weg bleven. Ze was schrijfster geweest. maar haar roman was te goed. Ze was ..doublé" voor Vanda Norman geweest, de ster van de Nationaal film maatschappij, maar'zo smeten er haar uit toen ze merkten dat ze mopier war. Ze had ,,zaken" geprobeerd, maai er alles weor bij neergegooid toen ze ontdekte dat ze haar succes alleen aan haar wimpers te danken had. Ze kocht een uilebril en toen kreeg ze geen order meer. Op honderd-on-én verschillende manieren had zo ge tracht met ,,werk" haar broodje te verdienen, maar iedereen scheen op eens abnormaal te worden, zoo gauw ze haar oogeri op hem richtte. Zoo wordt oen meisje cynisch, be grijp je. Ze lag nu op 't strand van C'ocqueville sur ."Sier en had een geel badpakje aan. Ze lag voorover en liet haar rug braden. Zo dacht aan een gesprek met den portier van de Nationaal Studio's", die haar vriend was geweest. ,,Jo vecht tegen 't onvermijdelijke. kind". (Zo herinnerde /ich z'n vrien delijke oogen) ? ..Als je zulk haar hebt als jij, en zulke oogen, en zulke nou, en zoo tneer, dan is er geen kruid tegen gewassen. Je bent te knap, dat is 't." Waarom künnen^ze me niet laten werken, waarom laat niemand me met rust. Ik wil geld verdienen ? echt verdienen, voel je. Zonder dat iemand over m'n wimpers zanikf'. Koop een masker", /ei Janus toen. En ze wou dat ze 't gedaan had. Totnutoe was ze overal geweest; 7e had overal succes gehad, maar zij bedoelde een ander succes. Ze was n van die modernen: ze wou dat de menschen je toestonden kolon 'te sjouwen als je dat wilde, en wel, in 't kort: te Werken. En zónder dat iedereen zich dadelijk bezorgd om je maakte, en over de kleur van je oogen en je haren ging, leuteren en je van die eeuwige genegenheid bood. Je zou niet zeggen, dat ze onte vreden Was-, als je haar zoo op 't strand zag neergevlijd. Haar haren waren als rood koper in de zon; en dat haar was zóó rood, dat je schrok van.'t blauw van haar oogen. De schok die 't mannen gaf, was 't begin van alle ellende. Ze wilden steeds meer Schokken. Marianne keerde zich nu om, ten einde mooi gelijkmatig bruin t worden. Er ?? ging een rilling door .den zwerm jongemannen die quasitoevallig eti nonchalant met foto toestellen gewapend om haar heen ' slopen. Zo schoen onbewust van do belangstelling. Ook scheen ze 't geklik van do kodaks niet te hooren, en, als zo 't hoorde, vond ze 't niet van belang. Het was allemaal lucht voor haar. Er he.erschte een nieuwe rage aan 't strand van Cocqueville sur Mor, zie je. Marianne was die rage. Waar ze ging, of stond, of lag. vond je alle jonge en iiiet-zoo-jonge mannon met camera's roridslenteren. Het is eerlijk, te erkennen, dat 't niet louter haar koperen haren (en wat Janus, do port ier.. .en-zoo-meer'' noemde) .waren. We weten dat Marianne op Vanda Norman leek. die lieveling van 't publiek van twoo werelddcelen. Niet alleen leek ze op haar. maar als je Marianne zag. zei je. Wel vertikt, die Norman is mooier dan i k dacht. .. . De eerste, die Marianne op 't strand ontdekte, rende naar huis om z'n camera te halen. Een half uur lat^r ging do kreet door Cocqueville sur Mor: Vanda Norman U er. Twee uur daarna had iedere man z'n haren ge kamd en z'n schoenen gepoetst, en 't strand liep over. Het duurde dagen en dagen. Zo gaapten haar aan en lieten hun kodaks klikken. Het meisje bleef ijs koud. Ze sprak met niemand en ging hautain haar eigen weg. Ze had ge noeg aan de zee en de zon. Ze trok er zich niets van aan en liet ze kalm begaan. Ze zwom en dook en liet zich bruinen - en overal slopen de amateurfótografen rond. Ze volgden haar als bijen de koningin. ?Een statisticus beweerde dat er in Cocqueville sur Mor op n dag meer photö's gemaakt werden dan in alle andere plaatsen op aarde bij elkaar. Ook zei hij, dat de Italiaansche photograaf, op den hoek van den strandboulevard, kapitalen verdiende aan 't ontwikkelen en afdrukken. En zoo was 't. Men stond on queue voor zijn tent, duwde hem de nega tieven bij tientallen tegelijk in de handen, sloeg ontelbare rolfilms in en rende naar' 't. strand terug voor meer.... Er was' tusschen de jonge mannen in Cocqueville een vinnige concurrentie-stryd, wie haar in de meest verschillende standen wist te snappen. De Italiaansche fotograaf glim lachte den heelén dag. Enrico Umberto Ferrari heette hij. Hij was een aange naam jongniensch, maar wie zou niet aangenaam zijn, als de zaken zóó gaan. Hij was 't, die nieuw-gearriveerden vertrouwclijk-fluisterend 'n tip gaf. Want hij was niet slechts een inne mend jongmensch met zachte bruine oogen, doch ook een zakenman. Marianne dacht aan al deze dingen weinig. Ze zag dat ze? prachtig bruin werd on daarin stelde zij belang. Jo word er gezond ve,n. Ultraviolette stralen of eoo. Zo ging nu rechtop /itten en wreef 't zand van haar boenen. Do zon stond al laag en Marianne krabbelde op en wandelde naar don springtoren, voor don laatstcn duik van dien dag. Ze liep rechtop on keek niet links of rechts. De zwerm volgde en zette nieuwe rolfilmpies in. Nadat zo gedeken had en even rondgeplast, kleoddo ze zich aan en ging naar huis. waar zo oen bock las over gtllvcrdiencn door een zekoren Ford uif Detroit, U.S.A. Treh 't donker was, deed ze een mantel aan en stapte naar Ferrari, die haar uitoundig begroette. Ah, benvenuta, benvenuta. TJ is de engel van mijn nederig huis. De signor'ta, zeg ik, ?ij is een goede fee, Enrico. Haar schoonheid " Jawel", zei Marianne. Hoeveel is 't?" De fotograaf schoof haar een sta peltje geld toe. Tien procent van de ontvangsten. Eén honderd vier en dertig francs. Voor u". Hij keek er met ontzag naar en Marianne schonk hem een glimlach. Ze had beter moeten weten. Enrico streek zenuwachtig door zijn zwarte haren. Onze samenwerking ??zij ver heugt u ook?" begon hij. Marianne keek naar 't stapeltje francs; ze knikte. Do jongeman schoof een beetje dichterbij. Oh, signorita mia, het oogenblik dat ik u zag, ik voelde reeds sym pathie voor u. Langzaam, langzaam mijn sympathie, zij veranderde in de genegenheid, on die genegenheid " Ja, die genegenheid, hè?" zei Marianne verstrooid. Enrico nam haar hand eerbiedig vast en wees op zijn vest. Mijn hart, mademoiselle, bet bonst en bonst. Con amore.... Ik donk het zijn uw oogen. Zij " Het meisje zuchtte hoorbaar. Daar heb je 't weer", mompelde ze. Ze trok baar hand zacht terug en rees op. Met oen berustend gebaar zette ze voor don spiegel haar hoedje op. Tot ziens". Zp stak hem resoluut haar hand toe on keek droef-v erwijtend. U gaat, signorita?" Ze kneep uit medelijden haar oogen dicht. Ze knikte en voelde achter zich naar den deurknop. Wanneer komt u terug...." Marianne keek even over haar schouder. Over een jaar of twintig", [zei ze. TED O'SICKENS ? (Tcckeningen J. \*I>ocvt"> De Col de la Turbie" HET ROMEINSCHE MONUMENT AAN DE BOORDEN DER MIDDELLANDSGHE ZEE Voor den Romeinschon keizer Augustus heb ik een zwak plekje in mijn hart. Ten eerste, omdat de goede man het niet zoo gemakkelijk in zijn leven gehad heeft; ten tweede, omdat bjjj mij aan een prachtig ori nteeringsteeken geholpen heeft. Zijn narigheid bestond onder andere daarin, dat hij met vier-en-veertig recalcitrante Alpen-volken opgescheept zat welke als een wig tusschen hemzelf en het door Caesar veroverde-Galliëinklem den. Vier-en-veertig koppige, vijan dige berg-volken, die het hem van de Middellandeche Zee tot de Adriatische Zee zoo lastig mogelijk maakten en er bovendien een zaakje in ontdekt hadden om hem Augustus, flink tribuut te laten betalen, opdat de kostbare verbindingen tusschen het Romeinsche rijk en de onder worpen landen niet door hen verbro ken zouden wórden De slimmerds ! Zooiets kun je je als heerscher over een bootje fatsoenlijk gebied natuur lijk niet laten welgevallen. Dus rustte Augustus vier espedities uit, res pectievelijk in de jaren 25. 16. 15 en 14 vóór Christus waarin hij die dekselsche bergknapen geducht op hun huid kwam. Zóó als zij waren werden zo alle vier-en-veertig tot onderwerping gebracht; en niets stond nu het vrije verkeer met Gallië. Spanje, den Rijn, de Donau en de Noordelijke landen meer in den weg. Ziezoo ! dat was dus in orde. Ik weet niet of Augustus er toen een beker op gedronken heeft; maar wél weet ik dat hij er toen een monument op is gaan bouwen.... J Precies aan den weg die van Italiëlangs de Middellandsche Zee naar Galliëleidde. Alles wat beneden, langs de Ligurische kust voer. moest natuurlijk ook zien, dat Rome groot was. Boven op het eerste vporgebergte ging trots de Trophée der Alpen verrijzen, welke het feit van de onderwerping der bergvolken, dat de n-wording van Italiëinhield, eeuwenlang voor het aangezicht van een der schoonste plekken van de wereld zou moeten commemoreeren.- ? Om het bouwmateriaal behoefde men zich geen zorgen te maken: heel de omgeving was n groote steengroeve, die grijsroode stapel blokken leverde. Doch voor de ver siering: that wae an other story !..., Anna Bcnavente Daarvoor mocht alleen het zuiverste. ? witste marmer van Carrara gebruikt worden. En het scheepsvolk, dat dit kwam aanvoeren langs de kust op hun hooggetuigde zeilschepen, wees elkander trotsch naar den hoogen berg, vanuit zee te zien, waar een monument aan het verrijzen was dat de grootheid van Rome en Augustus verheerlijkte. En de slaven, die dat aangevoerde marmer uit de schepen moesten laden, wezen elkander dit monument ook en wisten, dat zij het waren, die de zware blokken ornamentsteen tegen don ongenadigen, vijfhonderd meter hoogeiX berg moesten op^jorren. En als ik nu na bijna twee duizend jaar onder langs do Condamine te Monaco rijd ? wat mij nogal eens gebeurt, want een boodschap is gemakkelijk verzonnen dan wijs ik mijn tochtgenooton het Romeinenmonument ook altijd. Gewoonlijk spreken wij dan af er srqo spoedig mogelijk heen te gaan. En dat doen wij meestal ook, maar dan bega ik een kleine gemeenheid. Ik laat hen. eenmaal boven gekomen in het oude bergdorp Turris in Via dat het moderno La Turbièis rustig om die oude trophée heen wandelen. En terwijl'zij vol passie zich in' die hoop weer opgestapelde, mittelooze oude steenen verlustigen, neem ik de beenen in letterlijken zin en klauter een moeilijk bergpaadje op. dat mij van den grooten weg af regelrecht naar mijn Symphonie Pastorale" leidt. Een raccourci. een muil-ezelpaadje. volgegroeid met roze valeriaan en wilde lathyrus zoo groot als een gulden en dan sta je boven op den Col de la Turbie" waar je met n blik de fonkelende azuren zee in de diepte en het steeds hooger bouwende berg landschap der Zee-Alpen kunt om vatten. Naar beneden glooit alles in een val van groene dennebosschen. Doch de hooge bergwanden zijn grijs, dor en kaal. Bar, en oogenschijnlijk zonder eenig leven. En toch hebben die naakte bergen het mij gedaan ! Sinds ik weet, dat het tusschen al die plooien en voegen vol is van een onbeschrijfelijk, intens, geurig leven... Hier wordt het schoonste, landelijke concert opgevoerd en men heeft niet anders te doen dan er bij te gaan liggen op een bed van thym, berganjertjes en wilde lavendel. Rondom bouwen de bergen zich op; steeds hooger plan, gevolgd door een nog weer hooger plan.... Tusschen do bergtoppen is een kom van zulk onwaarschijnlijk, melkkleurig licht, dat het lijkt of aanstonds oon heek» berg-karkas. zóó maar, als een lucht ballon in de hoogte zal rijzen * * Het zonne-rad van de zengende, Provencaalfche zon wentelt meedoogenloos door den hemel. Maar tusschen de thymstruiken is het goed liggen. Ook délavendel staat vlak onder de hand te bloeien en met weelde wrijf ik de kleine, paarsblauwe bloem tusschen rnijn vingers. Nu zal ik den gansenen dag niets meer kun nen aanraken zonder dat het van dien frisse-hen, doch peiietranten bloomengeui' doortrokken zal zijn.... ' Ouder mijn oogen zoemen zacht de bijen de lavendelbloeinen. in en uit. Uit een rotsspleet glipt een hagedis-je te voorschijn dat niet een ruk stilhoudt en mij roerloos, het keelt je zichtbaar kloppend, niet gla zige oogjes blijft aanstaren.... Dan. als een preludium stoot, in het daverende zonlicht, de nachtegaal zijn. lange fluittonen uit om vlak daarop uit te breken in tal van trillers en roulados.... ! De lijnen der verre borgen zijn zoo klaar en tempteerend voor de vingers om ze na te trekken, dat ik mijn han den diep in een thymstruik moot begraven, om den tast-lust af te leiden. Hoe heb ik ze kunnen vergeten... ? Daar komen de tochtgenooton op hun beurt het muil-ezelpaadje opgestrompeld. Zij komen zóó bij Augustus vandaan ! En een last, dat die arme trophée gehad heeft ! Men heeft hem gewoonweg niet met rust kunnen laten. Vanaf dévijfde eeuw heeft iedereen die wat te bouwen of te gooien had er uit gehaald wat hij noodig dacht te hebben. Voor kerken en woonhuizen, ieder deed een greep. Voorbijtrekkende legers namen er ..en passant" wat worp-materiaal uit mee. En toon is 'het monument in een vesting om gebouwd, een ronden toren, waarvan ieder die kwaad in den zin liad een Ld Turbie La Turbie, De Toren van Augustus douche van gloeiende olijf-olie kon krijgen.... Mot behulp van een oudheidminnenden Amerikaan is nu het Romeinen-monument weer in zijn ouden staat gerestaureerd: gedeel telijk. . . . Ook een maecaonas heeft van de ongunst der tijden te lijden. Om te laten zien. dat dit nog hoelemaal zoo een afgeleefde antiquiteit niet is, zijn eenige weken geleden een gezelschap Italiaansche balilla's. padvinders on hun geleiders een beetje bij dit monument komen zingen. Ongelukkigerwijze luidde de tekst: ..Terra nostra ! Terra nostra !" Daar deze woorden den Frans chon oudgedienden uit den wereldoorlog. ?welke La Turbie bewonen, nogal onaangenaam in de ooreii klonk. heeft men bij de trophée elkaar lustig op het gezicht geslagen! Misschien is de rol van de Trophée der Alpen nog niet uitgespeeld! Wie weet? Die arme Augustus ! K f l v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl