Historisch Archief 1877-1940
m
Wij varen rond de wereld
Hendrik Willem van Loon
De zon straalt pp je ijzeren doosje
..Kijk eens, .Edelachtbare, de zaak zit zt,o. .».'?'
ik weet natuurlijk wat het Gerecht zal zeggen... .
het tïerecht zul zeggen: ,.had die meneer de moreele
verplichting op zich genomen om brieven over
de eilanden van den Stillen Oceaan te zenden of
uiotl*" en dun is het antwoord natuurlijk. ..Ja
meneer de Hechter, dat had ik inderdaad gedaan
. . . .maar kijk mi eens, Edelachtbare.. . . daar was
de temperatuur.. .". ju, zoo in de negentig of honderd
graden dan gaat het nog wel.... dat het» ik al zoo
dikwijls moeten doen in Xew York en h*
WashingU»n.... maar 110 graden... . en dan 140 in de scha
duw. . .. en je zit toch eigenlijk maar in een
ijzeren doosje. . . . want zoo'n hut is toch eigenlijk
niets anders.... en dan al die mensehon....
's morgens en > avonds, om van den middag maat'
niet te spreken.. . .menschen en nog eens mens.chen
en nog eens menschen.. eii dat eeuwige gedoe
met..hoe hoog is die berg?" of .,hoe diep is de zee hier?"
«?f ..zijn wij al in Australiëgeweest of nog niet?"
en ..wat is het onderscheid tusschen een Hindoe
«?n een Buddhist " en dan die 140 graden waarin
jf nog lezingen moet houden ook. totdat je bang
bent in je eigen schoenen te verdrinken...."
Daar heeft de lezer het geval, kort en bondig in
en uiteengezet.
Ik begon mijn brieven met moed en ijver en vol
"hoop daar mi eens iets van te kunnen maken en
er kwam niets van terecht. In de eerst<; plaats
deug ik heelemaal niet voor de tropen. C'oen
mag op zijn lauweren rusten wat mij betreft. Ik
blijf boven den equator. Sneeuw en ijs en vorst
en'hagel dat is een kleinigheid. Je doet een txu-fje
op het vuur en een extra 'borstrokje aan en .je. zet
«Ie slemppot op de kachel en neemt Noodle op
je schoot en je lacht er wat om als het buiten
beneden--hot nulpunt schiet. Maar de tropen.
dat is weer heel wat anders. Je kunt niet elke vijf
mimiten een droog pakje aan doen en vijf minuten
is. voor mijzelf gesproken, wel wat lang. Je kunt
onder een electrischon waaier gaan zit ton en dan
krijg je een stijven nek en bronchitis, maar je
wordt er niet koeler van. Jo kunt eindeloozc Torn
('ollinses drinken, nuiar die vloeien meteen weer
door al de poriën weg en zij brengen ook' geen
koelte. Neen, Buitenzorg is een lief plaatsje en de
Gouverneur-Generaal heeft er een knappe behuizing.
Maar ik neem het baantje niet aan al verdubbelt
men het salaris. Ik blijf hier liever in de kilte van de
Vermontsche bergen en schrijf voor mijn schrale
boterham dan maar artikeltjes voor de Oroene.<
InsuJin de. Indiëen Braziliëen wat daar allemaal
verder zoo heel dicht bij den evenaar ligt, is Voor
jonge mannen met moed en geen aanleg voor
den rooden hond. Dat beest verwelkomt mij als
ik maar eventjes mijn neus buiten de koudere
gewesten steek en blijft bij mij zooals weleer de
hongerige wolf van de magere jaren voor mijn deur
zat. En al beu ik dLn churmanten dokter in
Kalabahai diepelijkst dankbaar voor de flesch met het
eenige middel" tegen den rooden hond, ik heb den
inhoud helaas in mijn museum moeten deponeeren.
Want ik' heb nu een museum van onfeilbare
middelen tegen den rooden hond. Men, Verkoopt
in elk dorp en ik elke stad in de tropen een dozijn
onfeilbare middelen tegen den rooden hond. Ik heb
?ze allemaal gekocht. Ik heb zo allemaal gepro
beerd. Ik heb ze allemaal aan den purser gegeven
die nu al vijftien keer deze reis gemaakt heeft eri
evenals ik 24 uren van den dag aan die kwaal
dood gaat". En wij hebben mekaar een biertje
DE SCHRIJVER IS THANS, NA
EEN ZWAREN STRIJD MET DEN
ROODEN HOND, WEER IN STAAT
ZIJN REISBRIEVEN TE VERVOLGEN
gepresenteerd en gezegd ,,wij schijmm uu eenmaal
niet tot diegenen te behooren voor wie de
maarschalksstai in de tropen is weggelegd" en toen
hebben we ieder tegen een deurpost geleund en
den Hertog van Argyll geprezen. Die brave man
leed ook aan de kwaal wanneer hij in liuliëwas
en zijn positie in de wereld bracht mee dat hij
moest doen alsof hij van geen vuiltje wist.
Ik bleef geloof, ik steken ir Hawai. Dat was
maar goed ook. Want ik ben daar met 'j> werelds
beroemdsten vuleanolocg (die in Hilo met zijn
thermometers de eindelooze modderzee bewaakt
zooals een dokter het een tuberculeuze patiënt
doet en helaas met even weinig gevolg) ik heb daar
met dien geleerden en allercharmuntsten man. in
een half uxu- meer diepe wijsheid opgestoken,
dan ik in minstens drie van mijn acht jaren op de
universiteit bijeengegaard had. Het was een van
die menschen met wien je onmiddellijk contact
had. Dat is ook de eenigo manier om contact met
iemand te krijgen. De wereld bestaat-uit menschen
met wie je op dezelfde golflengte bent ingesteld
of niet. In het eerste geval draai je maar even aan
het knopje en de zaak marcheert, je hoort
Mengelberg Beethoveix's Negende dirigeeren en alles
blaast en fiedelt dat het een genoegen is. Maar
ben je niet heek-maal op '.dezelfde golflengte
ingesteld (en dat is meestul zoo) da h krijg je alleen
maar een krijschen en. piepen totdat je dat heele nest
van Mexicaansche etraathonden naar den duivel
wenscht en hoe meer ju draait, hoe meer of er van
De school der wijsheid bij de vulkanische modderpoel
dat hondengespxiis op het lawaai afkomt. Welnu,
deze allerbeminnelijk«tc vulcanoloog kende mijn
Hembrandt van bxxitcn want hij heeft daar veel
tijd om te lezen en dus kende hij mij al van buiten
voordat hij iriij ooit gezien had. En ik had pinds
jaren van hem erx zijn onderzoekingen gehoord
eu ik wist dat als ik nu maar niets zei, dat ik dan,
veel loeren kon. En dat heb ik ook gedaan. Wij
waren binnen de vijf minuten al mijlen ver aan
Spengler voorbij (in zijn minder eenvoxidigc medita
ties natuurlijk) en zoo is het gebleven tot het .einde
toe.
En toen dat einde kwam toen had ik een heel
underenkijk op de dingen. Want mijn nieuwe vriend
was zoo verre vooruit bij zijn collega's en kornuiten
dat hij wist dat ons heele wetenschappelijk gedoe,
toch eigenlijk alleen maar een doekje voor hét
bloeden is. Hij voelde zooals, ik, die niets weet van
wat mea gemeenlijk de Wetenschappen" zelf,
ook al lang gevoeld liad, dat wij toen eigenlijk op
het verkeerde pad zijn, als wij beweren dat de
' wetenschap allén ons de zaligmaking brengen kan.
De wetenschap vertelt ons ,,hoe" de dingen zijn
maar zij vertelt ons, niet wat" do dingen zijn.
De wetenschap stelt ons in staat om iets dat wij
?gemakshalve electriciteit" noemen'voor ons te
laten werken zonder dat wij dan ook maar iets
De wereld kan heel mooi zijn
van het wezen van de clectriciteit afweten.
Dewetenschap vertelt oixs Jioe het heelal marcheert
en geen spoorboekje is zoo accuraat al? het spoor
boekje van de hemellichamen. Maar waar die
hemellichamen vandaan komen en wat zij eigen
lijk zijn, daarvan weet de wetenschap even weinig
als mijn poes of de een of andere brave Calvinis
tische herder die zijn schaapjes kalmweg vertelt
dat het allemaal zoo is, omdat hij het allemaal
zoo in een boek van oxule Joodsche legenden
gelezen heeft. De wetenschap is als kind thuis
bij de evolutie en kan allerlei rare evolu'tie-grapjes
doen met appelen en honden en sinaasappelen eu
katten en witte muizen. Maar waarom zij die grap
jes kan doen* dat begrijpt de wetenschap even
min als die brave Walcherensche boeren, die mij
trachtten te vertellen dat de zoölogische weten
schap kinderspexilgoed was. omdat de zoölogie het
konijntje niet onder de herkauwende dieren rang
schikte en de vleermuis geen vogel liet zijn, terwijl
het Ovxde Testament dat wel deed. Hoe dat allemaal
is cf te wel hij het zei, ik heb mij daar in Hilo
kostelijk vermaakt.
* *
Want wij zijn in dc?e wereld om ons in den
goeden zin van het woord te vermaken, mis
genoegen te hebben aan onze dagelijksche onder
vindingen en ik weet niets dat vermakelijker"
is in den besten zin van het woord dan eens een uur
met een buitengewoon man te mogen praten.
Het is alsof Harold Bauer of Egon Petri tegen je
zeggen ga jij nu rustig een cigaret rooken, want
ik moet dit concert nog even doorspelen." En dan.
ga je zitten en je rookt een cigaret en je luistert
zoo rustigjes voor jezelf weg, in een gemakkelijken
stoel gedoken en dan weet je dat het leven toch
goed en mooi kan zijn en dan kom je buiten bij de
andere broederen, die zoo hctsl andera ingesteld zijn
wat hun geestelijke golflengte betreft, en u*an weet
je dat je voor n. dergelijk uur van vermaak"
(ik heb een ontzettenden hekel aan het deftige eri
domineesche woord genot") met een vol jaar
van verveling zult moeten betalen. En het mogie
van het geval en wat het zoo interessant maakt. is.
dit. dat' je nooit weet en nooit kunt weten wanneer
je plotseling tegenover zoo iemand zult komen te
staan. Waarom je er eigenlijk altijd op voorbereid
moet zijn. Wat ook weer «dit voordeel heeft, dat je
uit louter sleur de dingen zoo maar niet kunt laten.
loopen als je ze gemakshalve wel eens zoudt willen.
laten doen. Ik heb mijn eigen zoons heel weinig'
vaderlijke raadsslagen op hun levenspad meege
geven. Hun moderne levenspad, is een mótorrijweg
en daarom zijn ze waarschijnlijk zoo veel vroolijker
dan ik was toen ik even. oud was als zij nu zijnen
als maar op Ievenspaadjes" tusschen met kroos
begroeide slootjes moest wandelen. Maar ik heb
steeds getracht hen niet te vervelen, wat zeer
Verderfelijk is voor een aangename verhouding tus
schen Pa en kroost.
Nu zijn we nog niet veel verder, Ik zit nog altijd
op Hilo en Ohau en Honolulu liggen nog een nacht
varens van mij weg. Maar ik wild.e u laten weten,
waarom ik zoo plotselijk gezwegen had nadat
ik met zoo ijver de pen ter hand genomen had.
De brave medepassagiers zitten thuis en vertellen
de geduldige bloedverwanten en bewonderaars
hoe warm het was en hoe-ver. Dat zal ik'ook
doen en den volgenden keer ligt Hilo achter ons.
Het wordt tijd.
Nieuwe Fransche reclatne^biljetten
\
Men heeft dit jaar, dwars tenen de drukken
de crisis-invloeden ingaande, ter bevordering van
het vreemdelingen-bezoek en tot
steun van verschillende onder
nemingen te Parijn gedurende een
drietal weken onder het motto van
Grandcs Fètes de Paris" alles op
het spel gezet om een verblijf in
de metropolis' zoo aangenaam en
aanlokkelijk mogelijk te inak«-n.
Naar verluidt zijn de verschillende1!
uitvoeringen op allerlei gebied zeer
goed geslaagd en stellig zal daaraan
de reclame, die daarvoor op ruimo
schaal zoowel in het binnen- als
buitenland gemaakt werd, niet
vreemd zijn.
Aan een viertal vooraanstaande
decoratieve talenten werd op
dracht verstrekt tot het ontwerpen
van een aanplakbiljet dat in di verso
formaten in druk verscheen. Het
zijn Jeun Curlit; A. M. Cassandn;
Paul Colin en Jeun Uübricl.
Domergue. te zomen vormende de
z.g. Alliance Cïraphique". een
vennootschap met een bedrijfs
kapitaal van 200.000 francs onder
artistieke leiding van Cassamlro.
Het is ongetwijfeld interessant
de vier verschillende uitingen efiis
met elkander te vergelijken en dit
des te meer omdat elk der ontwerpen een uitge
sproken, eigen karakter draagt. Men liet bij het
verstrekken der opdracht vanwege het
MinisU-i-Kvan Handel en Industrie den kunstciian-n volkomen
de vrije hand eri de verkregen resultaten, zijn
(vermoedelijk juist om deze reden) opvallend vel
schillend van opvatting.
Het sterkste biljet heeft naar het mij voorkomt
Coün weten te teekenen, fel en diep van kleur en
knap van compositie..- llij zette' het wapen van
Parijs met een oranje en geel zeilschip op een
klein ultramarijn-Wauw schild, in een schild van
grooter furmaat in gloeiend rood en groen tegen
dof-zwrrten achtergrond.
Als in den gelen schijn van een
«chouwburg. projector ziet men achter deze schilden .-en
vliegtuig-eskader: r«ce-roeiors- in feilen strijd:
»i»trappen en ingangen van een theater en ten
jockey in het zadel, met enkele fijne lijnen aange
duid,"doelend op de verschillende wedstrijden en
vertooningen gedurende de feesten der ..Villc
Lumière". Dit geel herhaalt ?ich in de groot-e lettt-rs;
bovenaan het biljet, terwijl het woord ..Paiis"
in vermiljoen werd afgedrukt met een rij grijze
letters daaronder.
Otto van Tussenbroek
DU 17 JUIN AU 8 JUILLËT
Het geheel herinnert' aan Carlu's pracht igf
plaat van het Aquarium van Monaco, maar- het
is minder geheimzinnig van toon.
Wat het biljet van Cansatnlrc betreft, kan worden
geconstateerd dat hij (ook blijkens andere
werkstukken van den laatsten tijd. waarover ik spoedig
iets hoop te schrijven) andere wegen zocht eu sterk.
? onder invloed van de moderne schilderkunst
verkeert. Men heeft dit reeds kxmnen toetsen aan
dat wa,t hij voor de Shell maakte (zie-..de Grceue"'
van 7 Juli 1.1. voor'de B. Pethyl-benzine). Hij is
op hetzelfde gegeven doorgegaan en gaf daarvan
een meer schematische vertolking van een
manst'igxuir. een steigerend paard aan tien teugel
houdend.'
liet lijkt wel of hij bij het ppspxiittm van zijn.
thans zeer fletse, tinten, opzettelijk-wil laten zien
dat hij van schabloncn gebrxiik heeft gemaakt.
maar mijn. bezwaar tegen deze werkwijze is
dateen en ander allicht tot oüdxiidelijkheid leidt
hetgeen in. dit ontwerp een groote zwakte
beteekent. Trouwens liet essentieel? en doelmatige...
het verbinden van de leidende gedachte en de
mededeeling qua- reclame-object, dat tot nog
totl'assandre's grimt e <'n vernieuwende eigenschap
bleek is in dit laatste werk
stuk ver te zoeken, waar
mede niet gezegd wil zijn
dat het ali uiting niet 7/eer'
persoonlijk eu zeer bijzonder
is! M;iar de' voorstelling
hoxidt te weinig verba nd,nit;<.
het -onderwerp van xiilgiftM
on verspreiding. Muhonii
rood. olijfgroen. geel. licht
blauw en zwart in hardst l
te brons verloopendy nxuuices
vormen het kleiirgeheel dat
overigens ietwat decadent
aandoet.
Jean Carht herlmalt zich
in het door hem gekozen
motief- van een mans- en
vroxiwekop zooals mt-ri zich
Van zijn Vanity Fair"
herinneren zal, destijds doop
mij in dit blad besproken.
Hij nam thans de paardiuy
rennen «Is bron van inspi
ratie, de zwarte hoogehoed
heeft plaats gemaakt' voor
een lichtgrijs exemplaar eu
een fel groen en geel doet
aan de fluweel zachte gras
velden denken' van het ge
liefde Ixmgchamps. Deze
teekenaar is de eenige van
de vier die het vel papier
(M 1.20 bij M. 1.00!) over
dwars nam, waardoor het
misschien juist zoo opvallend
van aard werd.Goed i» ook
de plaatsing der letters, in
zwart en grijs afgedrukt. Het komt mij voor dat
dit ontwerp in hoofdzaak op grof gekorreld papier
rnet gekleurd krijt is geteekend,
het heeft in elk geval heel en al
het karakter van een pust«l. Daar
entegen is de plaat van Jean
(jubriel Doniernue met dekvorf ge
schilderd waarbij het vlot neer
schrijven van lijnen en invullen
' van kleuren een ongemeen habiele
hand verraadt. Het geheel is even
modern als oud, men denkt
onwUlekeurig aan den grootmeester
J uien Chérct terug, maar er is iets
tweeslachtig» in de opvatting der
beide figuren (in matgroen,
vleeschkleur, geel en zwart) en die der
strakke en zakelijke belettering.
Hot n wil het ander niet kennen.
Samenvattend is dit vooral op
merkelijk: het klaarblijkelijk ver
langen der nieuwere
affiche-kunt-'tenaren tut een zeker impressi
onisme en een streven naar vlot
en vlug opzetten van spc-elsche
lijnen. Men zal zich ervoor moeten
hoeden niet al to schilderachtig ?
te worden in een overigens be
grijpelijke reactie van wat men in
de beperking van het streng-.
- decoratieve placht te goven. Wat
gewonnen werd zou op deze wijze
helaas weer verloren gaan ten kuste van de
expressieve kracht en den zuiveren bouw van het
biljet als onverbrekelijk geheel der samenstellende
accenten. Troxiweas, onderlinge beïnvloeding is
duidelijk merkbaar en het is wel eens een gevaar:
het verlangen te laten zien hoe knap en. . . . hoe
handig men is !..-..
Nieuwe uitgaven
De f ?'rond politiek van de Gemeente Atn#tcrd<nn.
door Dr. G. Th. J. Delfgaauw. H. J. Paris. Amster
dam.
d'eschicdeni* mn den Xcderlunii^chcn sitnn. tweede
deel 1IJOJI?KiSS. dooi- Prof. Dr. P. Geyl. Dit
werk maakt een' onderdeel uit van de serie
Eneyclnpaedie in Monographieëni Nederla'udsche
Bibliutheek.
Democratie. Dictatuur en O)H'oeilin>j. door Ph.
Kolmstamm. Losse Paedatrogteche Studiën onder
redactie van Dr. J. II. Gunning Wzu. en Dr. Ph.
Kohnstamm. Bij J. B.'-Woltei-s. Groningen, Den
Haag. Batavia.
()f> zoel; naar ofrinenschcn. doof 11. Geurtjes
M. S. C. J. J. Komen & Zonen. Koermoïid-Maaséik.
*v