De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 11 augustus pagina 9

11 augustus 1934 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

m Wij varen rond de wereld Hendrik Willem van Loon De zon straalt pp je ijzeren doosje ..Kijk eens, .Edelachtbare, de zaak zit zt,o. .».'?' ik weet natuurlijk wat het Gerecht zal zeggen... . het tïerecht zul zeggen: ,.had die meneer de moreele verplichting op zich genomen om brieven over de eilanden van den Stillen Oceaan te zenden of uiotl*" en dun is het antwoord natuurlijk. ..Ja meneer de Hechter, dat had ik inderdaad gedaan . . . .maar kijk mi eens, Edelachtbare.. . . daar was de temperatuur.. .". ju, zoo in de negentig of honderd graden dan gaat het nog wel.... dat het» ik al zoo dikwijls moeten doen in Xew York en h* WashingU»n.... maar 110 graden... . en dan 140 in de scha duw. . .. en je zit toch eigenlijk maar in een ijzeren doosje. . . . want zoo'n hut is toch eigenlijk niets anders.... en dan al die mensehon.... 's morgens en > avonds, om van den middag maat' niet te spreken.. . .menschen en nog eens mens.chen en nog eens menschen.. eii dat eeuwige gedoe met..hoe hoog is die berg?" of .,hoe diep is de zee hier?" «?f ..zijn wij al in Australiëgeweest of nog niet?" en ..wat is het onderscheid tusschen een Hindoe «?n een Buddhist " en dan die 140 graden waarin jf nog lezingen moet houden ook. totdat je bang bent in je eigen schoenen te verdrinken...." Daar heeft de lezer het geval, kort en bondig in en uiteengezet. Ik begon mijn brieven met moed en ijver en vol "hoop daar mi eens iets van te kunnen maken en er kwam niets van terecht. In de eerst<; plaats deug ik heelemaal niet voor de tropen. C'oen mag op zijn lauweren rusten wat mij betreft. Ik blijf boven den equator. Sneeuw en ijs en vorst en'hagel dat is een kleinigheid. Je doet een txu-fje op het vuur en een extra 'borstrokje aan en .je. zet «Ie slemppot op de kachel en neemt Noodle op je schoot en je lacht er wat om als het buiten beneden--hot nulpunt schiet. Maar de tropen. dat is weer heel wat anders. Je kunt niet elke vijf mimiten een droog pakje aan doen en vijf minuten is. voor mijzelf gesproken, wel wat lang. Je kunt onder een electrischon waaier gaan zit ton en dan krijg je een stijven nek en bronchitis, maar je wordt er niet koeler van. Jo kunt eindeloozc Torn ('ollinses drinken, nuiar die vloeien meteen weer door al de poriën weg en zij brengen ook' geen koelte. Neen, Buitenzorg is een lief plaatsje en de Gouverneur-Generaal heeft er een knappe behuizing. Maar ik neem het baantje niet aan al verdubbelt men het salaris. Ik blijf hier liever in de kilte van de Vermontsche bergen en schrijf voor mijn schrale boterham dan maar artikeltjes voor de Oroene.< InsuJin de. Indiëen Braziliëen wat daar allemaal verder zoo heel dicht bij den evenaar ligt, is Voor jonge mannen met moed en geen aanleg voor den rooden hond. Dat beest verwelkomt mij als ik maar eventjes mijn neus buiten de koudere gewesten steek en blijft bij mij zooals weleer de hongerige wolf van de magere jaren voor mijn deur zat. En al beu ik dLn churmanten dokter in Kalabahai diepelijkst dankbaar voor de flesch met het eenige middel" tegen den rooden hond, ik heb den inhoud helaas in mijn museum moeten deponeeren. Want ik' heb nu een museum van onfeilbare middelen tegen den rooden hond. Men, Verkoopt in elk dorp en ik elke stad in de tropen een dozijn onfeilbare middelen tegen den rooden hond. Ik heb ?ze allemaal gekocht. Ik heb zo allemaal gepro beerd. Ik heb ze allemaal aan den purser gegeven die nu al vijftien keer deze reis gemaakt heeft eri evenals ik 24 uren van den dag aan die kwaal dood gaat". En wij hebben mekaar een biertje DE SCHRIJVER IS THANS, NA EEN ZWAREN STRIJD MET DEN ROODEN HOND, WEER IN STAAT ZIJN REISBRIEVEN TE VERVOLGEN gepresenteerd en gezegd ,,wij schijmm uu eenmaal niet tot diegenen te behooren voor wie de maarschalksstai in de tropen is weggelegd" en toen hebben we ieder tegen een deurpost geleund en den Hertog van Argyll geprezen. Die brave man leed ook aan de kwaal wanneer hij in liuliëwas en zijn positie in de wereld bracht mee dat hij moest doen alsof hij van geen vuiltje wist. Ik bleef geloof, ik steken ir Hawai. Dat was maar goed ook. Want ik ben daar met 'j> werelds beroemdsten vuleanolocg (die in Hilo met zijn thermometers de eindelooze modderzee bewaakt zooals een dokter het een tuberculeuze patiënt doet en helaas met even weinig gevolg) ik heb daar met dien geleerden en allercharmuntsten man. in een half uxu- meer diepe wijsheid opgestoken, dan ik in minstens drie van mijn acht jaren op de universiteit bijeengegaard had. Het was een van die menschen met wien je onmiddellijk contact had. Dat is ook de eenigo manier om contact met iemand te krijgen. De wereld bestaat-uit menschen met wie je op dezelfde golflengte bent ingesteld of niet. In het eerste geval draai je maar even aan het knopje en de zaak marcheert, je hoort Mengelberg Beethoveix's Negende dirigeeren en alles blaast en fiedelt dat het een genoegen is. Maar ben je niet heek-maal op '.dezelfde golflengte ingesteld (en dat is meestul zoo) da h krijg je alleen maar een krijschen en. piepen totdat je dat heele nest van Mexicaansche etraathonden naar den duivel wenscht en hoe meer ju draait, hoe meer of er van De school der wijsheid bij de vulkanische modderpoel dat hondengespxiis op het lawaai afkomt. Welnu, deze allerbeminnelijk«tc vulcanoloog kende mijn Hembrandt van bxxitcn want hij heeft daar veel tijd om te lezen en dus kende hij mij al van buiten voordat hij iriij ooit gezien had. En ik had pinds jaren van hem erx zijn onderzoekingen gehoord eu ik wist dat als ik nu maar niets zei, dat ik dan, veel loeren kon. En dat heb ik ook gedaan. Wij waren binnen de vijf minuten al mijlen ver aan Spengler voorbij (in zijn minder eenvoxidigc medita ties natuurlijk) en zoo is het gebleven tot het .einde toe. En toen dat einde kwam toen had ik een heel underenkijk op de dingen. Want mijn nieuwe vriend was zoo verre vooruit bij zijn collega's en kornuiten dat hij wist dat ons heele wetenschappelijk gedoe, toch eigenlijk alleen maar een doekje voor hét bloeden is. Hij voelde zooals, ik, die niets weet van wat mea gemeenlijk de Wetenschappen" zelf, ook al lang gevoeld liad, dat wij toen eigenlijk op het verkeerde pad zijn, als wij beweren dat de ' wetenschap allén ons de zaligmaking brengen kan. De wetenschap vertelt ons ,,hoe" de dingen zijn maar zij vertelt ons, niet wat" do dingen zijn. De wetenschap stelt ons in staat om iets dat wij ?gemakshalve electriciteit" noemen'voor ons te laten werken zonder dat wij dan ook maar iets De wereld kan heel mooi zijn van het wezen van de clectriciteit afweten. Dewetenschap vertelt oixs Jioe het heelal marcheert en geen spoorboekje is zoo accuraat al? het spoor boekje van de hemellichamen. Maar waar die hemellichamen vandaan komen en wat zij eigen lijk zijn, daarvan weet de wetenschap even weinig als mijn poes of de een of andere brave Calvinis tische herder die zijn schaapjes kalmweg vertelt dat het allemaal zoo is, omdat hij het allemaal zoo in een boek van oxule Joodsche legenden gelezen heeft. De wetenschap is als kind thuis bij de evolutie en kan allerlei rare evolu'tie-grapjes doen met appelen en honden en sinaasappelen eu katten en witte muizen. Maar waarom zij die grap jes kan doen* dat begrijpt de wetenschap even min als die brave Walcherensche boeren, die mij trachtten te vertellen dat de zoölogische weten schap kinderspexilgoed was. omdat de zoölogie het konijntje niet onder de herkauwende dieren rang schikte en de vleermuis geen vogel liet zijn, terwijl het Ovxde Testament dat wel deed. Hoe dat allemaal is cf te wel hij het zei, ik heb mij daar in Hilo kostelijk vermaakt. * * Want wij zijn in dc?e wereld om ons in den goeden zin van het woord te vermaken, mis genoegen te hebben aan onze dagelijksche onder vindingen en ik weet niets dat vermakelijker" is in den besten zin van het woord dan eens een uur met een buitengewoon man te mogen praten. Het is alsof Harold Bauer of Egon Petri tegen je zeggen ga jij nu rustig een cigaret rooken, want ik moet dit concert nog even doorspelen." En dan. ga je zitten en je rookt een cigaret en je luistert zoo rustigjes voor jezelf weg, in een gemakkelijken stoel gedoken en dan weet je dat het leven toch goed en mooi kan zijn en dan kom je buiten bij de andere broederen, die zoo hctsl andera ingesteld zijn wat hun geestelijke golflengte betreft, en u*an weet je dat je voor n. dergelijk uur van vermaak" (ik heb een ontzettenden hekel aan het deftige eri domineesche woord genot") met een vol jaar van verveling zult moeten betalen. En het mogie van het geval en wat het zoo interessant maakt. is. dit. dat' je nooit weet en nooit kunt weten wanneer je plotseling tegenover zoo iemand zult komen te staan. Waarom je er eigenlijk altijd op voorbereid moet zijn. Wat ook weer «dit voordeel heeft, dat je uit louter sleur de dingen zoo maar niet kunt laten. loopen als je ze gemakshalve wel eens zoudt willen. laten doen. Ik heb mijn eigen zoons heel weinig' vaderlijke raadsslagen op hun levenspad meege geven. Hun moderne levenspad, is een mótorrijweg en daarom zijn ze waarschijnlijk zoo veel vroolijker dan ik was toen ik even. oud was als zij nu zijnen als maar op Ievenspaadjes" tusschen met kroos begroeide slootjes moest wandelen. Maar ik heb steeds getracht hen niet te vervelen, wat zeer Verderfelijk is voor een aangename verhouding tus schen Pa en kroost. Nu zijn we nog niet veel verder, Ik zit nog altijd op Hilo en Ohau en Honolulu liggen nog een nacht varens van mij weg. Maar ik wild.e u laten weten, waarom ik zoo plotselijk gezwegen had nadat ik met zoo ijver de pen ter hand genomen had. De brave medepassagiers zitten thuis en vertellen de geduldige bloedverwanten en bewonderaars hoe warm het was en hoe-ver. Dat zal ik'ook doen en den volgenden keer ligt Hilo achter ons. Het wordt tijd. Nieuwe Fransche reclatne^biljetten \ Men heeft dit jaar, dwars tenen de drukken de crisis-invloeden ingaande, ter bevordering van het vreemdelingen-bezoek en tot steun van verschillende onder nemingen te Parijn gedurende een drietal weken onder het motto van Grandcs Fètes de Paris" alles op het spel gezet om een verblijf in de metropolis' zoo aangenaam en aanlokkelijk mogelijk te inak«-n. Naar verluidt zijn de verschillende1! uitvoeringen op allerlei gebied zeer goed geslaagd en stellig zal daaraan de reclame, die daarvoor op ruimo schaal zoowel in het binnen- als buitenland gemaakt werd, niet vreemd zijn. Aan een viertal vooraanstaande decoratieve talenten werd op dracht verstrekt tot het ontwerpen van een aanplakbiljet dat in di verso formaten in druk verscheen. Het zijn Jeun Curlit; A. M. Cassandn; Paul Colin en Jeun Uübricl. Domergue. te zomen vormende de z.g. Alliance Cïraphique". een vennootschap met een bedrijfs kapitaal van 200.000 francs onder artistieke leiding van Cassamlro. Het is ongetwijfeld interessant de vier verschillende uitingen efiis met elkander te vergelijken en dit des te meer omdat elk der ontwerpen een uitge sproken, eigen karakter draagt. Men liet bij het verstrekken der opdracht vanwege het MinisU-i-Kvan Handel en Industrie den kunstciian-n volkomen de vrije hand eri de verkregen resultaten, zijn (vermoedelijk juist om deze reden) opvallend vel schillend van opvatting. Het sterkste biljet heeft naar het mij voorkomt Coün weten te teekenen, fel en diep van kleur en knap van compositie..- llij zette' het wapen van Parijs met een oranje en geel zeilschip op een klein ultramarijn-Wauw schild, in een schild van grooter furmaat in gloeiend rood en groen tegen dof-zwrrten achtergrond. Als in den gelen schijn van een «chouwburg. projector ziet men achter deze schilden .-en vliegtuig-eskader: r«ce-roeiors- in feilen strijd: »i»trappen en ingangen van een theater en ten jockey in het zadel, met enkele fijne lijnen aange duid,"doelend op de verschillende wedstrijden en vertooningen gedurende de feesten der ..Villc Lumière". Dit geel herhaalt ?ich in de groot-e lettt-rs; bovenaan het biljet, terwijl het woord ..Paiis" in vermiljoen werd afgedrukt met een rij grijze letters daaronder. Otto van Tussenbroek DU 17 JUIN AU 8 JUILLËT Het geheel herinnert' aan Carlu's pracht igf plaat van het Aquarium van Monaco, maar- het is minder geheimzinnig van toon. Wat het biljet van Cansatnlrc betreft, kan worden geconstateerd dat hij (ook blijkens andere werkstukken van den laatsten tijd. waarover ik spoedig iets hoop te schrijven) andere wegen zocht eu sterk. ? onder invloed van de moderne schilderkunst verkeert. Men heeft dit reeds kxmnen toetsen aan dat wa,t hij voor de Shell maakte (zie-..de Grceue"' van 7 Juli 1.1. voor'de B. Pethyl-benzine). Hij is op hetzelfde gegeven doorgegaan en gaf daarvan een meer schematische vertolking van een manst'igxuir. een steigerend paard aan tien teugel houdend.' liet lijkt wel of hij bij het ppspxiittm van zijn. thans zeer fletse, tinten, opzettelijk-wil laten zien dat hij van schabloncn gebrxiik heeft gemaakt. maar mijn. bezwaar tegen deze werkwijze is dateen en ander allicht tot oüdxiidelijkheid leidt hetgeen in. dit ontwerp een groote zwakte beteekent. Trouwens liet essentieel? en doelmatige... het verbinden van de leidende gedachte en de mededeeling qua- reclame-object, dat tot nog totl'assandre's grimt e <'n vernieuwende eigenschap bleek is in dit laatste werk stuk ver te zoeken, waar mede niet gezegd wil zijn dat het ali uiting niet 7/eer' persoonlijk eu zeer bijzonder is! M;iar de' voorstelling hoxidt te weinig verba nd,nit;<. het -onderwerp van xiilgiftM on verspreiding. Muhonii rood. olijfgroen. geel. licht blauw en zwart in hardst l te brons verloopendy nxuuices vormen het kleiirgeheel dat overigens ietwat decadent aandoet. Jean Carht herlmalt zich in het door hem gekozen motief- van een mans- en vroxiwekop zooals mt-ri zich Van zijn Vanity Fair" herinneren zal, destijds doop mij in dit blad besproken. Hij nam thans de paardiuy rennen «Is bron van inspi ratie, de zwarte hoogehoed heeft plaats gemaakt' voor een lichtgrijs exemplaar eu een fel groen en geel doet aan de fluweel zachte gras velden denken' van het ge liefde Ixmgchamps. Deze teekenaar is de eenige van de vier die het vel papier (M 1.20 bij M. 1.00!) over dwars nam, waardoor het misschien juist zoo opvallend van aard werd.Goed i» ook de plaatsing der letters, in zwart en grijs afgedrukt. Het komt mij voor dat dit ontwerp in hoofdzaak op grof gekorreld papier rnet gekleurd krijt is geteekend, het heeft in elk geval heel en al het karakter van een pust«l. Daar entegen is de plaat van Jean (jubriel Doniernue met dekvorf ge schilderd waarbij het vlot neer schrijven van lijnen en invullen ' van kleuren een ongemeen habiele hand verraadt. Het geheel is even modern als oud, men denkt onwUlekeurig aan den grootmeester J uien Chérct terug, maar er is iets tweeslachtig» in de opvatting der beide figuren (in matgroen, vleeschkleur, geel en zwart) en die der strakke en zakelijke belettering. Hot n wil het ander niet kennen. Samenvattend is dit vooral op merkelijk: het klaarblijkelijk ver langen der nieuwere affiche-kunt-'tenaren tut een zeker impressi onisme en een streven naar vlot en vlug opzetten van spc-elsche lijnen. Men zal zich ervoor moeten hoeden niet al to schilderachtig ? te worden in een overigens be grijpelijke reactie van wat men in de beperking van het streng-. - decoratieve placht te goven. Wat gewonnen werd zou op deze wijze helaas weer verloren gaan ten kuste van de expressieve kracht en den zuiveren bouw van het biljet als onverbrekelijk geheel der samenstellende accenten. Troxiweas, onderlinge beïnvloeding is duidelijk merkbaar en het is wel eens een gevaar: het verlangen te laten zien hoe knap en. . . . hoe handig men is !..-.. Nieuwe uitgaven De f ?'rond politiek van de Gemeente Atn#tcrd<nn. door Dr. G. Th. J. Delfgaauw. H. J. Paris. Amster dam. d'eschicdeni* mn den Xcderlunii^chcn sitnn. tweede deel 1IJOJI?KiSS. dooi- Prof. Dr. P. Geyl. Dit werk maakt een' onderdeel uit van de serie Eneyclnpaedie in Monographieëni Nederla'udsche Bibliutheek. Democratie. Dictatuur en O)H'oeilin>j. door Ph. Kolmstamm. Losse Paedatrogteche Studiën onder redactie van Dr. J. II. Gunning Wzu. en Dr. Ph. Kohnstamm. Bij J. B.'-Woltei-s. Groningen, Den Haag. Batavia. ()f> zoel; naar ofrinenschcn. doof 11. Geurtjes M. S. C. J. J. Komen & Zonen. Koermoïid-Maaséik. *v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl