De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 25 augustus pagina 3

25 augustus 1934 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Oe Groene Amsterdammer van 25 Augustus 1934 No. 29B8 ' Heeft U al een van die mooie, aparte lampen van ons? . JASPERS, Ceintuurbaan 308 (Slot van pag. i) En nu begint men /k-h terecht af te vragen: is niet duidelijk aan den dag getreden dat de hoofd stad van Nederlaiulsch-indiëde meest ongeschikte plaats is om deze conferentie te voeren. Kr, zullen daar gevaren blijven dreigen. Gezien dat er zoo vele punten op het programma staan i-r is nog een scheepvaart regolirig bijgekomen is het vrijwel niet te voor/ien wanneer de onderhande lingen, onder voortdurend gevaar van obstructieve zijdelingsc-he invloeden, zullen beëindigd zijn. Men zit dus nu aan den Nederlandschen kant met nog een probleem meer dan het aantal waar mede de onderhandelingen zijn begonnen, namelijk met. dat van een geheel ongeschikten conferentie zetel. Voorzieningen zijn dringend noodig: de Japansclie import beloopt 100 .millioen per jaar meer dan onze uitvoer naar het land van de Wijzende Zon. Een verdere penetratie moet worden gestuit omdat daardoor ons distributie-apparaat gevaar loopt. En dit dienen wij t* beschermen. Onderhandelingen met een streven van Japansche zijde in den geest van wij moeten houden wat wij hebben", moeten noodgedwongen op een mislukking uitloopen. Indiëis op het. óogenblik de beste klant van Japan en. hoe sterk de leverancier ook staat, het kan van zijn kant geen goede politiek worden genoemd om een klant tegen zich in te nemen. Indië's economische politiek wordt beheerscht door den export; wij moeten afzetgebieden vinden voor onze, landbouwproducten; daar hangt de geheele' welvaart of afwezigheid van welvaart in Nederlandseh-Indiëvan af. En het lijkt niet anders dan billijk wanneer het land. dat ons zijn goederen mag leveren tot een bedrag van honderd millioen guldens meer dan wij aan dit land spuien, ons de hand reikt waar het hier om economische hulp gaat. En dan die hulp niet verleend door den tegeneisen van vrijwel onbeperkten invoer. De onderhandelingen, of zij verder te Batavia zullen worden gevoerd dan wel elders verder beëindigd worden (waarop eenige kans schijnt te bestaan) zullen de hoogste ? eisenen stellen aan de kunde der Xederlandsche onderhandelaars. Zij staan hier tegenover een partij welke een zeer krachtige positie inneemt: 'Japan heeft het im port-terrein sterk be/.ct: de belangen der bevol king, welke goedkoopêartikelen dringend van noode'hoeft, ? moeten .scherp in het oog worden gehouden: verdere commercieele penetratie, vooral door. inschakeling van het Japansehe element in de distributie, kan niet worden toegestaan en. het vinden van een verdere outlet van onv.e kolo niale producten is van het hoogste belang. Het lijkt bijna onmogelijk om een bevredigende oplossing te verkrijgen, een uitkomst die in alle opzichten voldoet. En wij gelooven niet dat die oplossing verkregen kan worden binnen de gren zen welke voor commercieele handelingen kunnen worden gesteld. Ken zakelijke uitwisseling van commercieele eischen kan hier niét leiden tot. een compromi?, al was het alleen maar omdat vrijwel alle hoóge troeven in handen van n partij zijn. Hier dient een ander element t« worden inge schakeld: toegeeflijkheid, gebaseerd op het vol komen begrijpen- van onze gróote moeilijkheden en het besef dat de'ze moeilijkheden slechts door welwillendheid uit den weg kunnen worden geruimd. En omdat die toegeeflijkheid en welwillend heid ondanks alle beleefdheidsbetuigingen ,tot nog toe verre te zoeken zijn geweest, gelooven wij niet dat Batavia den glorierijken dag1 zal mogen verwelkomen waarop, met een zucht van ver licht ing, kan gezegd worden: Eindelijk, wij zijn er!" ?' , ' ' ' . , . ' '?,'..??. Waar dergelijke teere elementen in het geding komen zal het een zaak worden van hoogere orde ,den handelsconferentie-diplomatiek aangeeft. hoe bekwaam de leden der Nederlandsche delegatie ook getoortd lusbben te zijn. < . Ten slotte moet er een oplossing komen. Hopen wij, dat die niet te lang op zich laat wachten, want de tijd en vooral de noodzaak dringt. Mannentnode Melis Stoke Teekenlnecn Harmsen van Beek Sinds eeriige maanden ontvang ik door de vrien delijke bemiddeling van den een of anderen kleerenmaker een weekblad d«.t geheel gewijd is aan de mannenmode. In het begin maakte ik dit blad met. belangstel-' ' ling open en las het dooi- van A. tot Z., minder uit brandende nieuwsgierigheid dan wel oui vast te stellen of er wellicht,een punt. was waarop mijn toilet niet beantwoordde aan de eischen daaraan te stellen. 1-jmt ik u ech ter dadelijk /eg gen, dat de lust van de lectuur me al gauw is ontgaan. Sterker: dat ik ge-obsedeerd beu geraakt en ver vuld van weerzin bij de beschou wing van alle bloemzoet-glimlachende kwasten die in dat blad fotografisch staan afgebeeld, hetzij in sportcostuum dan wel in onceremonieel ochtendcostuum of in avondcostuum. Ik weet niet welke liunmels zich beschikbaar stellen om telkens weer gefotogra feerd te worden. in kleeren die hun niet in eigendom toebehooren, met een voet op de treeplank van een auto uit een magazijn, of op een jacht dat ze nooit zullen bezitten. Maar ik heb er meer dan genoeg van en open het blad nooit meer. Voor mijn part kan de be middelende kleerenrnaker met de bediening op houden. ' Mijne Mathilde beweert dat mijn afkeer abnor maal heftig is en dat er kernen van gedeerd gevoel van eigenwaarde in mijn woede verscholen liggen. Het kan best zijn. Ik wil niet beweren, dat ik een ideale taille ? heb.,of dat ik vesten \&n dragen die niet een beetje een beginnend bui'kgczwel mas'keeren (il xiet dat ik de plaatjes onder de hand toch. maar goed bekeken heb). Ik weet wel. dat ik niet zonder mij belachelijk te maken blazer jasjes kan dragen met streepen en metalen knoopen i en dat mijn rok me niet als een bloem om de heupen valt. < ' Dat doet er niet to<-. ofschoon het wel opvallend is dat mannen van mijn model en postuur- door de redactie blijkbaar worden beschouwd als niet-inaanmerking komend voor afbeelding. Neen. dan is men op dat stuk in het buitenland liberaler. Is bijvoorbeeld minister Goering zoo denneshmk. en lacht hij zoo minzaam? Neen .immers, hij is nog veel dikker dan ik en toch mag hij wel in de courant, met zijn taille van eenige meters en zijn dikke beentjes'die niet eens heelemaal recht zijn. i Maar hier te lande schijnt dat niét te mogen. Een blad dat mij en mijn physiologische gelijken boycot en niets dan van die kwasi-elegantc uit hun krachten gegroeide individuen afbeeldt, heeft al so Wie so voor mij geen interesse meer. Mannentnode Ik zie dat ik de plaatjes goed bekeken heb Hoe anders is dat-'uiet de vrouwen-modebladen. Inderdaad, ook die beelden over het algemeeit slanke vrouwen af,-maar dat wil niet zeggen dat ze tevens geen redactioneele ruimte afstaan aan omvangrijker posturen. Voor vrouwen is dat al geen Vraagstuk, meer. May-West heeft haar plaats verzekerd naast Greta Gaibo en zoo hoort het ook'. Intusschen is het niet om mijn verontwaardiging^ te etaleeren en niets meer dat ik naar de pen heb gegrepen. Ik heb mij nooit bezondigd aan af brekend proza en ik tracht altijd bij mijn lezers het breeder inzicht te openen van de dingen die zich rondom ons afspelen. Welnu dan, toen Mathilde mij zoo kortweg, gewezen had op het egocentrische in mijn reactie, heb ik getracht mijn standpunt breeder uit te stippelen. De kwestie is, zeide ik tot haar, dat de vromv nu eenmaal ontvankelijker is voor de produetieconsumptie-stimuleerende commercieele trucs diemet een algemeen woord mode" heeten. Elk jaar moeten er nieuwe stoffen zijn en ni uwemodellen, om fabrikanten en ververs, kleerenmakere en winkels aa.n den gang te houden. De verkoopers- van kleeding scheppen kunst matig viermaal per jaar en dikwijls nog frequenter nieuwe behoeften. Daar slagen ze in bij de vrouwen, die er met. haar sterk ontwikkelde gevoelens van. minder waardigheid en onderlinge rivaliteit de gemakke lijke slachtoffers van zijn. Ze behoeven maar iets nieuws aan te kondigen: en de vrouwen stuiven er op af. Maar de mannen....? Ach, volstrekt niet. Ministers loopen met jasjes van tien jaar oud, en worden er niet minder om geacht. Démannen hebben wel wat anders aan. hun hoofd dan elkanders jassen, broeken en vesten. te bespieden. Daarom hebben de kleerenmakers het al lang opgegeven te speculeeren op ouderlingen naijver. En mijn mode-blad voor heeren.... ? Och, nu ja, er zijn nu eenmaal mannen aldus sprak ik tot Mathilde die over geen ander»; Mijn niéuwe smoking middelen, beschikken om indruk te maken, dan, over die welke hun kleerenmaker in staat is hun te verschaffen. . , ? O zoo.... i En ik wierp het ongeopende exemplaar van liet heerenm odeblad 'achteloos1 weg. Het viel juist open op een bladzijde waarop gedrukt stond': De Ideale Soupeur, en daaronder weer zoo'n kwast met een prachtige smoking zonder een spoor van een buikje en een das als een exotische vlinder. , Ik gaf nog gauw een schop tegen het exemplaar opdat Mathilde die plaat niet zou zien. want en dit vertrouwelijk tusschen ons ??die ellendige kleerenmaker is er weer niet in geslaagd aan mijn 'nieuwe smoking, tenminste een aanduiding van een taille te geven. Hij zegt dat mijn figuur er zich niet toe leent. , Nonsens natuurlijk. Men vraagt zich alleen af, zeide ik tot Mathilde, waarom zoo'n blad niet verboden wordt nu ze bladen die een slechten invloed hebben overal in de wereld verbieden. ' ' No. 2986 De Groene Amsterdammer van 25 Augustus 1034 Spreekzaal Het chrlHU'Jljke geloof Aan Albert Heiman. T Al twee weken achtereen lees ik in de Groene"' hoe U te keer gaat tegen het christelijke geloof; als 'n moderne Saulus." Daar heb ik verdriet van. Uw bezwaren ken ik; ook ik heb ze doorworsteld. Maar ik weet nu beter. Mannen als Prof, Forel, specialist, op sexueel gebied, zeggen: dat christelijke geloof is sexueele pathologie; tusschen die zoogenaamde heiligen en krankzinnigen is maar 'n heel dun schotje; hysterici hebben vél godsdienstgeschiedenis ge maakt. Uzelf spreekt van slaven-ziokm; anti-vitaal; dolgotiërspiënië; vlucht in de ziekte; een waan; een leugen, enz. Ik ken die bezwaren want ik doorleed ze. Doch: is de Hitler-beweging geen ziekte? Leer. dan Mr. Kann, ll/8'34. in de Groene". Enzeivon Hindenburg niet: met gezond verstand allén gaat niemand in den oorlog." Dus is ook oorlog geen ziekte? En, facsisme? En, het optreden van Napoleon? En alle Caeaarendom? Op déze aarde is schier alles ziekte; en de vraag stukken lijken onoplosbaar: economisch, politiek, godsdienstig, sexueel. Zie bier het krachtigste bewijs voor den Val. Het Leven kent twee polen: geweld en liefde. Op déze aarde heerscht steeds geweld. Spaarzaam liefde. De verhouding ia als b.v. in een groote pot met aardappelen, een beetje" zout. Dit zout geeft zich, lost zich op, en de aardap pelen wori.cn gezouten; d.i. smakelijk(er). Zóó is het ook met die (spaarzame) liefde: zij ..zout" de Menschheid. Geweld is altijd tijdelijk; Liefde is .,feuwig'V Alfa en Omega. De basis der Schepping is.... Liefde. De Christus-geest. Die zit in u, in mij, 'in iedereen; ook in den moordenaar, in den dief, in den zieke. Maar in Jezus schier nooit. Daarom mag men Jezus noemen: Christus Jezus. Jezus is een figuur in den tijd, een menschenzoon. Christus geest is van alle eeuwen, ook dus van vóór Jezus. Liefde voor studie, voor (schaak- jspel. voor sport, enz. doet veel, zoo niet ,,alles" overwinnen. Geweld overheerscht, maar, als men zich Onder zulk 'n juk kan uitwringen, zal men 't niet laten. Liefde bindt daarentegen vrijwillig: onder dat juk" blijft men. Daarom wint. uiteindelijk, de Liefde, is zij de Laatste. Dat heeft/ Jezus ons ge leerd, in duidelijke woorden en, voorbeelden, in daden, in leven, in sterven. Trouw tot in den dood. En, zuiver consequent. Beheersching eischt mér zielpkracht dan er op los plaan. Liefde en geduld zijn concentratie van kracht. Jezus voerde die op tot schier 100%, ja, misschien wel tot volle 100%. Waar is zulk 'n Tweede Voorbeeld? L.. J. SENF !><>. nieuwe «peiling? 'k Heb niets aangetoond volgens den heer Sme ding. Iets toch wel: dat het weglaten der naamvalsn aanleiding; geef t tot dubbelzinnigheid n VIII en XIV zijn geenszins van ..rare zinsconstructie". Zoomin als (nieuwe spelling): De jongeling, die zijn zuster graag zag getrouwd. De vrouw, die de, koopman begon te wantrouwen. Uit de mouw te schudden. Dubbelzinnigheid springt voor ieder in 't oog. En zeer, zér merkwaardig: Een voorstander van afschaffing zag zelf zich in dit blad genood zaakt, die n te gebruiken, om aAn dubbelzin nigheid te ontsnappen. Zelf voorstander van vereenvoudiging. Evenwel binnen enger grens. Mijn scherts verkeerd verstaan? Heb woorden met oo en o bij herhaling ssoo yaak ook fout onder de oogen gehad, dat de gezichtsbeèlden zich verwarden. Maar de naamvals-n kan niet gemist, kan niet gemist. En dan a.l die toonlooze enbetoonde enkele e's in open lettergrepen! Zoo verwarrend: enteren, interen, onteren, ver stenen, kerstenen, kerkeren, verkeren. Uitermate gezocht" ? Voor 't grijpen. Mijn voorstel bedoelt zoo goed als dat van u, geachte heer Smeding, volk en taal van dienst te zijn. Ik handhaaf het. Ik kan niet anders. , H. BOUMA Schuschnigg in Florence Tct'.ekenlng D. van Vlijmen De toegewijde leerling \ In een artikel in de Groene Amsterdammer van IS dezer gewaagt de heer Zaalberg van de enormiteiten die op de ledenvergadering'der Vereeniging van letterkundigen zouden zijn verkondigd. Misschien rekent hij ook daartoe de verwijzing, door den heer Bastiaanse, naar het historische feit, dal dr. R. A. Kollewijn indertijd de Jieldere e ntt'ijd door het dubbele letterteeken heeft willen ?uitdrukken. De taktiek van den heer Zaalberg is alweer het bekende en niets bewijzende aangeven van fouten en inconsequenties bij tegenstanders. Wat zouden deze afdoen aan het uitermate praktische dezer eenvoudige oplossing? Ze is stellig ook beter dan het plaatsen van een accent aigu op elke niet stomme e. De Nederlandsche manier is toch voor het Nederlandsen beter dan de Fransche ! Ken overtuigend argument voor de radicale afschaffing van alle dubbele e's in open letter grepen heb ik nog nergens aangetroffen. Met dit systeem, dat n achteruitgang beteekent, zullen de openbare «cholen worden opgeknapt. CORNELISVETH Stierengevechten Het heeft mij, als regelmatig lezer van De Groene Amsterdammer, in hooge mate verbaasd, in dit blad een artikel te lezen van de liand van Lou Liehtyeld, getiteld Vrouwen in de arena", en waarin met geen woord gerept werd over de walgelijke wreedheid van deze gevechten. Ik erken geen stierengevechten bijgewoond te hebben, maar wel heb ik, o.a. in de dagbladen, meermalen uit voerige artikelen gelezen, waaruit deze wreedheid duidelijk genoeg bleek. Althans ik beschouw het prikken en steken mefc weerhaken en dolken als een onmenschelijke en beschamende wreedheid, die aan de kaak gesteld behoorde te worden. Wat Lou Lichtveld schrijft over de vrouw in verband met de stierengevechten laat ik natuurlijk buiten beschouwing. Ik vind alleen, dat hij de heele kwestie buiten beschouwing had moeten laten. De anderlialve toredo, die eens opengereten" wordt, is niet in staat deze schandvlek pp de menschheid uitte wisschen. , Met dank voor plaatsing, ' 'M. II. FLOTHUIS, Litt. class. stud. 1 i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl