De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 8 september pagina 6

8 september 1934 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE SCHOONHEID VA De brand in den Cunera-toren heeft ons het kostelijke bezit van onze prachtige, oude torens in herinnering gebracht )'. NZE OUDE TOREN Er is een gezonde en levende belang stelling, ook onder de meest moderne, voor het behoud van onze oude bouwwerken ?i" De brand in de Cunera-kerk te Ebenen beeft beel Nederland opgeschrikt en alhoewel de^gevoïgen niet zoo ernstig zijn geweest alsde eerste berichten deden vermoeden, toch is deze brand weer aanleiding geweest, dat we over onze torens gaan denken en hun waarde trachten te analyseeren, niet hun waarde in guldens, maar we gaan overwegen wat ze wel voor ons beteekenen. Het gaat er mee als met alle dingen die we bezitten: zoolang we ze rondom ons hebben, waardeeren we ze niet bijzonder, maar zoodra we ze missen, of zoodra we bemerken dat we ze wel eens zouden moeten missen, stij gen ze in waarde voor ons, en betreuren we het achteraf dat we er niet zuiniger op geweest zijn. Zoo gaat het ook met onze torens. Er is in dezen tijd een beetje overgevoeligheid ontstaan voor alles wat oud is. Men komt in de stemming om alles wat meer dan een eeuw oud is, te beschermen, ook als dat tegen de eischen van dezen tijd in gaat. Die misplaatste zucht tot behoud komt veelal Voort uit gebrek aan vertrouwen in dezen tijd en in uo toekomst. Wij ^'zullen de laatsteii zijn om deze behoudzucht te roemen. Wan neer bijv. ergens een raadhuis is afge brand en er blijft slechts n procent van het oorspronkelijke bouwwerk ge spaard, is het geen cultuurdaad meer om daarachter thans nog een raad huis te wringen met geheel andere eischen en deels zelfs met geheel andere bestemming als het oor spronkelijke. Deze liefde voor het oude bouwwerk gaat een beetje op apenliefde lijken, indien men werkelijk zooveel om zijn oude raadhuis had gegeven, men tijdig die maatregelen moeten mimen, opdat men het thans nog ongeschon den in zijn bezit had. Dit mogen allévechters voor behoud van het oude" wel eens bedenken. In de oud heid is een dergelijke ramp voor een stad, altijd aan leiding geweest, om tot belangrijke verbeteringen te komen, in plaats van tot lapwerk. Er is echter een gezonde en levende belangstelling, ook onder de meest mo derne, vctor het behoud van onze oude bouwwer ?? ken, zoolang zij nog cultureel van beteekenis voor de meesten van ons zijn en tot ons spreken. -Wie onzer zou zich Amsterdam kxmnen voorstellen zonder torens? Men kan ze niet allemaal zien, als men zoo door de ' stad wandelt. Een goed beeld ervan krijgt men als men zich er boog boven verheft. De eigenaardige ligging van de straten en grachten levert talrijke aardige doorkijkjes en dan heeft men plotseling het onverwachte uitzicht op een toren. Zoo ook bij de Westertoren is het ver rassend als men uit den betrekkelijk smallen toegangsweg komt. Het nieuwe Am sterdam is met heel wat pseudo-torens ver rijkt, maar welke oude toren zouden we hiervoor willen missen? Toch immers niet n zouden wij daarvoor willen ruilen. Wat zou de bekoring van de Groenburg wal zijn als niet de toren van de Zuiderkerk haar afsloot? De vele torens geven Amsterdam een bijzonder cachet en ze zijn onverbrekelijk met de stad en haar geschiedenis verbonden. Zoo ook elders, wat zou er voor ons van Middelburg over zijn, als ,,Lange Jan" verdween? Heel het eiland Walcheren wordt beheerscht- door het bijna overal zichtbare ka rakteristieke silhouet. Tusschen de Oud-Munster of Nieuwe kerk en de Koorkerk is de hooge toren gebouwd, in den volksmond Lange Jan« geheeten. De toren heeft een achthoekigen vorm en dateert uit het einde dor 15de eeuw. Van de Lange Jan af heeft mon een schilder achtig \itzicht over het heele eiland, zelfs kan men bij helder weer in het zuiden de Schelde zien en zelfs den toren van Antwerpen in Belgenland. Bij Utrecht komt direct de herinnering aan den Domtoren bij ons op. Men aanschouwt deze in zijn volle glorie als men hem nadert door de Zadel straat. Geheel los van het Go- ^ thische kerkge bouw, waarbij hy hoort, staat hij daar. Zoo symboliseert de Martini-toren de grootheid en trots der stad Groningen. i.. x i . i i r 11 r '?f '<r Zoo denken we tenslotte aan Bhenen, dat kort geleden zoo zwaar getroffen is. De schoonheid van de ligging van dit plaatsje tegen en op een hoogen heuvel rug, wordt daarbij nog verhoogd door den Gothischen Cuneratoren. In de Middeleeuwen was Bhenen een druk bezochte bedevaartplaats en daarom werd, de St. Cunera kerk ruim aange legd. De drie beuken zijn van gelijke hoogte en in steen over welfd. Het koor wordt door een prachtig oxaal, uit het midden der 16de eeuw, afgesloten. De toren heeft een vierkant benedondeel, waarop een achtkante lan taarn staat. Bij den brand in 1807 gingen het origineele dak en houtwerk verloren en alle mooie oude klokken op n na. Sedert werd de kerk gerestaureerd. Onwillekeurig stelt men zich thans de vraag, wat doen wij voor het be houd van onze torens? Vooral het geval R henen, werpt hierop weder een schel licht. Zijn onze torens dan vogelvrij ? Geenszins, er zijn tal van wettelijke voorschriften, speciaal met het oog op loodgieterswe rkzaamheden opgesteld, die trachten onze oude torens te beschermen. Maar meer dan trachten kan dit nooit worden. Do resultaten zullen altijd af hankelijk z^jn van den ernst en het willen van diegenen wien de zorg van deze gebouwen is toevertrouwd. Het heeft geen zin om commissies in te stellen, geloof ik, die eeneindeloosen uitvoerig rap port zouden op stellen, dat opmerkelijk weinig gelezen i ' * i- \ ??' zou worden, juist voor degenen waarvoor ze bedoeld zijn. Het heeft echter wel zin, dat ieder ?zich», rekenschap geeft wat het beteekent als we onze tovuns uit de steden zouden moeten missen, en laten de maatre gelen, die we thans nemen om ze te behouden, daarmede in overeenstemming zijn. . Hot brandgevaar blijft altijd een zaak. waarop terdege, zal mou ten, worden gelet. Het g«rvnl niet den Cuuera-toren toont weer aan (eu voor dien vlo andere branden van belangrijke gebouwen) dat dergelijke histo rische monumenten bijzondere zorg eu aandacht vereischen voor het 'geval loodgieterswcrkzoamheden moeten worden verricht. Laat men toch nietb r a n d-verwekkende gereed schappen, die in den handel zijn, uitsluitend gebruiken, en laten d'e bevoegden, met ge bruikmaking van alle ton dienste staande 'middelen, de voor schriften die in dezen zijn op gesteld, doen opvolgen! Xu is hot nog tijd om het onheil te voorkomen, als eenmaal de ramp pe- r schiedt. is al het betoonde medelijden slechts apenkool" en dan is nu-ls meer in staat de gemaakte fout ts herstellen. Dit mogen allen, aan wier zorg cultuurmonumenten van beteekenis zijn toe* .vertrouwd, wel eeus ernstig bedenken ! Dat zal heel wat meer kun nen helpen dan grcote en gewichtige commis sies uitwerken. B. MERKELBAC1T, Architect. De hierbij gereprodu ceerde torens zijn van links naar rechts: Martinitoren te Groningen (UU M.), Lange Jan te Middelburg (80 M.), Westortoren te Am sterdam (80 M.), Cu nera-toren, te Rhenen (85 M.) en de Dom te Utrecht (110 M.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl