Historisch Archief 1877-1940
r
?
l
ir
De Groene Amsterdammer van 22 September 1934
N o. 2900
uit Burnia. En naast witte en rose
BelladonnaJelies met witte en rose bloemen, kan men er
kruisingen vinden tusschen Crinum en Amaryllis,
met volk» sohermtrossen van rose. karmijurose
on witte bloemen, onder den bastaardnaam van
Crinouonnrt.
Fruit en groenten
Achter in de hal bevinden zich de opstellingen
van fruit en groenten van het Centraal Bureau van
tuinbouwveilingen, welke werkelijk grootsch zijn
opgevat, on hoog en breed zijn uitgewerkt, in ver
band met de geweldige hoogte en afmetingen
deizaal; waardoor zij grooten indruk maken. De
groenten en het fruit zijn daarbij op decoratieve
wijze uitgestald. Er zijn blauwe en M"itte druiven
in breede, puntige trossen van pi.m. 30 cM. lengte:
elders worden ze afgewisseld met meloenen. Daar
liggen schorseneeren, prei, wortelen, sla. boonen.
uien, rad ijs. ramenas, bleekselderij. tomaten, terwijl
witte en roode kooien in hooge torens zijn opge
stapeld, eventueel verwerkt in decoratieve rand
versieringen.
Er is ook een Zeeuwsche afdeeling welke goed
voor den dag komt met uitstekend fruit, keurig in
kistjes verpakt. Dit is inderdaad een goede manier
om de fruitteelt en -handel op een hooger niveau
te brengen en het verbruik aan te moedigen.
Het fruit is ook drinkbaar" gemaakt in den
vorm van ..zoete most". Welaan, laten we de
Nederlandsche fruitteelt steunen, door veel fruit
te eten en.... te drinken, 't Is gezond, en men
houdt er zijn hoofd 'frisch bij !
Modellen van beplante boomgaarden, fraaie
foto's van f ruit plantages en rykdragende
vruchtboomen accentueeren de beteekenis der fruitteelt
in en voor ons land. En monsters uien, aard
appelen, vlas. haver, mosterd en andere
landbouwzaden en granen spreken voor den landbouw!
Inlandsch en tropisch fruit; het behoort gelijke
lijk tot de producten van Groot-Nederland ! Het
Koloniaal Instituut heeft in de hal een Indisch
huisje neergezet met Indisch fruit, dat veler belang
stelling trekt. De vruchten zien er dan ook heel
anders uit, stekelig, vliezig, grauw en gepantserd.
Er zijn doerians. groot, geel en stekelig; donker
groene watermeloen; zachtgele vruchten, als
kipeieren zoo groot, van Mangga Gedong: kersgroot e
vruchten van Gowok; Blimbing Woeloe van
Averrhoa Bilimbi: Salac, van de palm Zalacca edulis.
met bruine, glanzende schil, als van een geschubd
slangenhuid je: Mangastans en Advocaatboom
(Persea gratissima), wier vruchten sprekend op
geelgrpene peren geleken; Pompelmoes van Citrus
maxima, groote geelgroene kogels gelijk, tot zelfs
de puntige kegels van jonge bamboespruiten
(groente).
Surinaamse h P afdecliiig
In de Surinaamsche afdeeling in een der zij
lokaaltjes, zijn de Advocaatvruchten grooter en
daarbij glanzend-donkerbruin. Hier zijn vooral
sinaasappels, lemmetjes. citroenen, wrattige
mandarijnen, pompelmoes, ananassen en
sapotilles-de veelgekweekte vruchtsoorten. Maar er zijn
ook vruchtensappen, koffie, balata, rubber,
palmstroo (Carludovoca) voor lichte hoeden, waarvan
de industrie echter vrijwel te niet is gegaan. Men
tracht nu. van Mauritiusstroo. luxe-artikelen te
vervaardigen, zooals taschjes, matjes, portefeuilles
e.d. en deze ingang te doen vinden. Ze zijn wel vrij
duur, maar kleurig versierd en zeer sterk!
Stands voor zuidelijke vruchten vestigen de
aandacht op Amerikaansche-, Zuid-Afrikaansche.
Ca'ifornische en Italiaansche vruchten, alle keurig
verpakt en aanlokkelijk. Overal is men bereid.in
lichtingen te verstrekken, en wie zóó balangste'Uend
en aandachtig, de tentoonstelling bekijkt, is de
eerst? uren niet klaar! Want. dan zijn er nog in
de buitenpaviJjoens de opmerkelijk vo!e konijnen
rassen, het pluimvee (kippen, ganzen, eenden, e.d.
en als bijzondere aantrekkelijkheid de zilvervossdü.
Al met al. is de tentoonstelling, schoon
onvolledig, toch een flinke prestatie van de Ne
derlandsche bodemcultuur, welke een indruk ver
mag te geven van hetgeen Nederland op dit gebied
beteekent. Welke groote, wederkeerige belangen
producent en consument verbinden, en met welk
een enorm aandeel onze hoofdstad daarbij betrok
ken, is J
Moge de nieuwe Gemeentelijke Centrale Markt
ten volle beantwoorden aan de, verwachtingen* die
aan haar oprichting ten grondslag liggen ! Want
dan gaat het Amsterdam ook goed !
A. J. VAN LAREN
Om de menschen
WAAR BLIJFT HET SCHOUWBÜRGPÜBLIEK ?
Henrik Scholte
Herziening der theater-economie
Het voordeel van democratische ministers is
toch maar dat zij zoo nu en dan aan de ambtelijke
taal frisch bloed durven toe te voegen. De ,,slagzin
van de week" is dunkt mij voor minister Oud, die
van perspectief-bezuiniging" gesproken heeft, en
dat is een mooi woord voor dezen tijd. Ik weet wel
nog niet precies wat het beteekent, en vooral niet
of het slaat op een bezuiniging waar perspectief
in zit of op een perspectief duidt, waarop, waarin
of waardoor nog veel sterker bespaard moet wor
den dan thans. Maar ik neem het over, ik zou het
misschien nog ietwat kunnen verfraaien door in
^n neologisme van ..bespaarpectief" te spreken
en ik zou dat, op het tooneel overgebracht, willen
uitgelegd zien als een dwingende noodzaak om
ihans reeds een methode toe te passen, die mis
schien pas later effect sorteert maar die niet
onmiddellijk aangepakt tot catastrophale ge
volgen leiden zou. Ik bedoel een algeheele herzie
ning der theater-economie.
Vóór menige troep zal het in de volgende maan
den een wanhopige strijd op leven en dood worden.
Het tooneel, gezien als schouwburg, is een incou
rant fonds geworden: duur, ongezellig,
quasideftig, overbelast met heffingen, die alleen op een
kunst zouden mogen drukken indien er zoo iets
als een tooneelbegrooting met bepaalde verwach
tingen, bepaalde praemissen was, en. niet het
waaghalzig gokje van eiken dag: komen er een paar
menschen in mijn theater? Het blijkt immers hoe
langer hoe duidelijker, dat de menschen er wel
zijn.... ergens, maar niet in het theater. Zij zitten
thuis en kijken de kat uit den boom. Als zij ten
slotte verschijnen, komen zij ondanks het theater,
zij komen om het tooneel. Zij riskeeren vél: geld,
verveling en ook een beetje het heilige bezit dat
het tooneel toch nog wel iets is, of zou kunnen zijn.
De Hollander dreigt ..theaterschuw" te worden,
wat feitelijk met den toestand van het tooneel in
Nederland niets te maken heeft. Het tooneel is
eerder beter dan slechter dan vroeger, het is althans
boven de artistieke misère van vorige seizoenen
uit. Maar het publiek wacht, wacht, wacht nog
eens een week voor het eindelijk naar een voor
stelling, waar het allang als een boer om een
waarz?gsterstent heengedraaid is. toegaat. En de
meeste gezelschappen hebben den tijd niet om
zoolang door te spelen tot men eindelijk in het
schuitje zit en meevaart.
Een vast schouwburgpubliek bestaat er nu
eenmaal niet meer. of liever het is in de reserve
overgegaan en men moet speciale methoden vol
gen om het te bereiken.
»c Haghcspelora
Of Verkade het bereiken zal, die thans in het
Leidscheplein Theater, waar men ook »1 zegt dat een
vloek op rust, boulevardtooneel geeft.... het is
te hopen. Het is al een zonderling bewijs van onze
tooneeltoestanden, dat de eenige acirice, naar wie
een theater genoemd is, een der weinige kecren dat
zij optreedt, succes oogst buiten haar theater, ter
wijl dat theater nu juist wél een theater is Waar
men graag naar toegaat. Maar wij zijn aan zulke
paradoxen gewend en men klapt R ika Hopper
niet minder hartelijk toe, nu zij in een volmaakt
gespeeld kleine rol als n oude trouwe gedienstige
den smaad van de trouwens in een minimum van
tijd voorgoed gesloten Dubbele Deur" gewroken
heeft. Overigens zyn het, buiten Verkade's eigen rol,
in dit nieuwe stukje Als de Ouder* slapen"....
louter jonge menschen, die hij geregisseerd heeft
en het verheugende is, dat deze menschen het
succes ervan ten volle dragen. Want het ligt niet
in het stukje zelf. Gy begrijpt wel, een titel met
zulke stippeltjes beteekent natuurlijk dat men het
met een half spreekwoord heeft aan te vullen:
...... piepen de jongen," of ....?hebben de
muizen bal" of iets wat'er op lijkt. Er wordt ge
zellig in gepraat en er zit een zekere gevoeligheid
in de karakterschets van het snobbistische jongetje
met zijn wereldsche vriendin, die een in de hoogste
kringen getrouwde vrouw is, tegenover den vrij
gevochten jongsten broer, die met een volksmeisje
pret gaat maken. Maar aan het stuk ontleende d«
avond toch zijn waarde niet. Het lag ten volle in
de voorstelling, zoo smakelijk, zoo geestig, zoo
frank en frisch De aankondiging spreekt- van
ondeugend", en dat kan men moeilijk ontkennen.
Er komt een groote scène in voor. die puriteinen
maar liever niet moeten gaan zien, maar juist deze
scène wordt met zulk een verrassende en daardoor
ontwapenende vrijmoedigheid gespeeld (Tine
Miedema is hier een zeer goede Vrouw van
Potiphar), als men eigenlijk van Hollandsche actrices
maar zelden ziet. En dan. vooral, was er de groote
verrassing van Louis Borel, die ineens in een
dankbare rol overigens los schoot en als een
Maurice Chevalier, als een lachende luitenant over
de planken rondliep en improviseerde en er heel
het jongensachtige, opene en prettige van een
onbedorven hart in legde, waarom men eigenlek
wel luid hoera bad willen roepen. Want het ge
beurt niet vaak, dat men ineens iemand op het
eerste plan ?iet komen in eeo emplooi dat hachehjk
is in ons land. Indien dit den inv.loed van de f ilm op
dezen jongen acteur beduidt, indien aan dit
epatante spel ook op den duur schakeering en inhoud
gegeven kunnen worden, wel, dan is ons tooneel een
jeune premier rijker, dien het hard. hard noodig
heeft.
Xed. Indisch Tooneel
In het Rika Hopper Theater speelt Cor Ruys.
een der weinige die misschien van een nieuwe
theater-economie niet behoeft te profiteeren. om
dat zijn stampubliek toch komt waar hij ook op
treedt (al komt ook dat niet meer bij de première
maar eerst na de tiende voorstelling of zoo. je kunt
nooit weten), een belasting-comedietje. voorzoover
dat onderwerp komisch kan ziju. De eenige me
thode om de menschen met een aanslagbiljet in de
hand te laten lachen, is natuurlijk de partij van
het slachtoffer te kiezen en op methoden te zinnen
die ons tot leedvermaak stemmen ook al maken ze
ons geen cent wijzer, of rijker. In
BelastingOntduikers" wordt de staat, gelijk dat heet, voor
millioenen benadeeld omdat een ontevreden ge
worden congsie uit een familie van belasting
inspecteurs partij trekt van de fabrieksgeheimen
en als concurreerende belasting-adviseurs" eens
aantoonen hoe wijd de mazen van de wet zijn. Die
van. de Fransche wet namelijk, de onze zijn kleiner.
Alles gaat met de charme en de routine, die men
van een schrijver als Louis Verneuil verwacht en
Cor Ruys krijgt er een dot van een kans om in het
eerste bedrijf een nieuw typetje van een
schuchteren en toch pedanten Jantje Secuur met een
ambtenaarszieltje op touw te zetten, dat het vervolg
van het stuk hem helaas niet toestaat tot het einde
toe door te teekenen. Louis de Bree, Pierre Myiu
en vooral ook Wim Kan spelen een paar typen, die
het hart van de zaal stelen, maar hetzelfde kan
niet gezegd worden van Elly van Stekelenburg en
Jan Mulder, die hier groote rollen spelen met een
gebrek aan goeden smaak, welke de toeschouwers
versteld doen staan, over den durf, waarmee hier een
fijn stuk uit zijn voegen getrokken wordt. Tot de
wenscbelijke methoden eener nieuwe
theatereconomie kan men toch moeilijk het experiment
rekenen om een rijk geschreven en fijn genuan
ceerde Fransche vrouwenrol toe te vertrouwen aan
een actrice, die haar speelt als een
Wedekindcaricatuur, met pseudo Mac West-geknor.
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts ? 2.70 per kwartaal
(inel. ?0.20 voor lncassokosten) of
? 10.?per jaar bij vooruitbetaling
*Jo. 2990
De Groene Amsterdammer van 22 September 1934
IN MEMORIAM
M. G. L VAN LOG HEM
Een van de oprichters van
De Groene"
In den ouderdom van 85 jaar is te Florence
waar hij de laatste jaren van zijn leven, met
onderbreking van een kort zomerreisje naar
??den Haag, Amsterdam en Laren, doorbracht.
tȎu van de mede-oprichters van de Amster
dammer, Weekblad [voor Nederland, over
leden. Mr. van Loghem was voor en in. zijn
tijd een man van beteekenis. Naast de Koo.
P. L. Tak, Frank van der Goes, Justus van
Mauiïk. e.a. nam hij een plaats in van kunde.
kennis en gezag.
Niet alleen, dat vele zijner werken, zooals
_.Een Liefde in het Zuiden", tal van herdrukken
beleefden, was Mr. van Loghem een officieele
persoonlijkheid in zijn kwaliteit van secretaris en
letterkundig adviseur van den Raad v. Beheer der
Koninklijke Vereeniging ,.Het Nederlandsch
Tooneel."
Van Loghem beschikte dan ook over alle
hoedanigheden, die een dergelijke functie van be
teekenis doen zijn. Louis Bouwmeester gaf hem
een onschoonen bijnaam, hetgeen niet uit dank
baarheid geschiedde voor al de moeite en zorgen
welke Van Loghem er voor over had om Bouw
meester uit het drakerige, melodramatische gem-e
?op te heffen naar de klassieke tragedie, het ge
letterde tooneelspel, het blijvende, het vergan
kelijke, maar nooit minderwaardige in de kunst.
Een autoriteit
Van Loghem was een autoriteit, maar stelde
aich nooit op den voorgrond. Een door hem aan
bevolen stuk werd, bij meerderheid van voor
stemmers in den Raad van Beheer aangenomen.
bij minderheid afgewezen. Zijn macht, die volgens
velen grenzenloos was, bleef beperkt. Heel nor
maal. Alleen zeer hoog staande menschen kunnen
hun individualiteit ondergeschikt maken aan het
geheel. Van Loghem was n van die hoogstaanden.
Dat zijn literatuur wat zoet. wat week.
eenigszins artificieel was, komt voort uit het roman
tische tijdperk, waarin hij naar voren kwam. De
.lieve lijnen, de zachte klanken, de teére kleuren,
?waren aan zijn bijna jonk vrouwelij k. eenigsziivs
schuchtere wezen verwant. Hij kon fel en scherp
Mr. M. G. L. van Loghem
Lodewijk van Deyssel
zijn. maar was te fijn van gevoelsleven om iemand
persoonlijk te grieven, te kwetsen, te wonden. Hij
beschikte over een breede. universeele kenuis en
menigeen heeft daarvan geprofiteerd.
Van Loghem was in den hoogsten zin van het
woord: een Mensch ! Indien men, zooals
ondergeteekende. ongeveer veertig jaar het leven van
zulk een Mensch «gevolgd heeft, kan men zonder
overdrijving getuigen, dat hier banden zijn.
onverbrekelijk, en het leven zich ontwikkeld heeft
naar een schoone en zonnige hoogte. Want om
op '85-jarigen leeftijd nog helder en klaar van
geest te kunnen schrijven, dat is een godsgeschenk.
ook al gevoelt de schrijver het leven langzamerhand
van zich afvloeien, wegdruppelen. gelijk zulks bij
den al zwakker en zwakker wordenden Mensch het
geval was.
Zonder ooit over of van God te schrijven, was
Van Loghem een goddelijk mensch. Dit kwam wel
duidelijk uit ter gelegenheid van zijn feest, vijf
jaar geleden in Florence gegeven toen. van de
eerste tooneelspeelster. Mevr. Theo
Mann*Bomv. meester, af. tot den bescheiden rijtuigwachter van
het Plein toe. hem per oorkonde een hulde werd
gebracht, die klonk als een klok. Tijdens dit feest
bleek en bleef Van Loghem de onvermoeide, de
opgewekte, 'de dankbare. Zijn Florentijnsche
vrienden, zooals Carel KeharU-u en diens .'vrouw,
Prof. LoreiiKoni. de Mesquita's. lu'bben dien dag
tot een hoogte opgevoerd van waar de jubilaris
met dankbaarheid in de oogen- kon iiedorblikkeii.
Van toen af is er kentering gekomen. Een oog- ?
operatie, die met succes werd uitgevoerd, moet
hem toch wel .zeer hebben aangegrepen, later
volgden fysieke aanvallen, welke zijn als gepantserd
lichaam verzwakten. Maar.-altijd- bleef de geest
helder, koel en klaar; zijn brieven straalden van
zonnig medeleven met merisch en ding. zijn hart
bleef open voor wie er gaarne mee in contact
bleef en alles in dezen Mensch getuigde van een.
zielskracht, die tot Over de grenzen reikt. Want
al vóór-voelde, hij de onvermijdelijke scheiding
van dit leven, zij werd door hom niet uitge
sproken, noch gevreesd, omdat hij niets te vreezen
had. Een fijne geest. Een goddelijk mensch. En
zoowel zijn Florentijnsche als Hollandsche vrienden
zal het een troostende gedachte zijn. dat de zoon,
Prof. van Loghem en de oudste dochter van dezen
uiterst beminnelijken letterkundige zijn laatste
levensuren lichter hebben gemaakt.
FRANS HÜLLEMAN
Wetenschappelijke boeken in [de Duitsche taal
Bij A. W. Sijthoff's Uitgeversmij. N.V. te
Leiden verschijnen binnenkort de volgende boeken:
Staatslehre" door Hermann Heüer,
Wahrscheinlichkeitslehre" door Hans Reicheribach,
Ergebnisse der experimentellen Krebsforschung und
Krebstherapie" door Ferdinand Mumenthal en
Geschichte der Musik" door Alfred Einatein.
Lodewijk van Deyssel
zeventig jaar
De Beweging van Tachtig ligt sedert lang achter
ons en er is van haar geest, dien geest van indivi
dualisme en primitieve levenslust en kracht, niet
bijster veel meer over. Wij zijn sedert collectief,
verstandig en tam geworden. Wij zien het leven
niet meer, maar wij spreken er veel over. overigens
zonder noemenswaardig resultaat, want oorspron
kelijkheid is ons vrijwel ontzegd.
De Tachtigers bezaten die oorspronkelijkheid,
dat nieuwgeboren zijn. onwetend van traditie.
onwetend van conventie, en daarom was het leven
gloednieuw voor hun verbaasde oogen en daarum
vertolkten zij liet met nieuwe klanken. Dat die
klanken vaak enkel gestamel werden, kan men hun
nauwelijks verwijten, liet was alles zoo reuzen
groot en verbijsterend geweldig, wat zij te aan
schouwen kregen
Het is goed om deze dingen nog eens te her
inneren nu de grootste dezer nieuwgeboren dichten*
zijn zeventigste jaar heeft bel'elkt. Het leven is
aan de oppervlakte zoo luid en rumoerig geworden.
dat wij bijna zijn innerlijke grootheid en mysterie
vergeten zouden om het lawaai van den dag.
Maar als wij Lodewijk van Deyssel noemen RH.
hem gedenken, schijnt toch nog uit de diepte van
dat vijftigjarig verleden een galm van die stem
tot ons op te klinken, wier geluid ons toen haast
Verdoofde door zijn zwaarte en kracht.
Een betooverlng;
Lodewijk van Deyssel. de naam klonk als een
betoovering. als een klaroen der triomfante levens
vernieuwing. Wij hoorden naar hem en alle twijfel
week onder die machtige zekerheid, dat hier en
met hem waarlijk de nieuwe tijd begon. Een
schitterend tijdvak van oneindig krachtiger.
directer leven in allernauwsfc contact met wat
onder het vlakke alledaagsche school, de
oerkrachter. het wezen van mensch en wereld, dat
ons hier door dezen gezegende wonderlijk werd
geopenbaard. Alles werd grooter, wijder, dieper.
vreemder en vol beteekenis wat Lodewijk van
Deyssel aanzag en voor ons ontvouwde. Wij
zullen zeker niet vergeten de angstig vreemde
diepten van gewaarwording en ontroering in een
vrouwenziel, het innerlijk drama van torenhooge
verwachting en bittere, doodskille ontgoocheling,
dut Vaix Deyssel ons in Ken Liefde heeft mee doen
leven, noch de beklemming van zijn proza in
De klvlne Republiek. Mentu-hen en Jferyfii. In Je
Zwenwhool. waar zij al verder, al dieper het leven
ontleedde, tot de vezels bloot lagen t-n wij elke
ader afzonderlijk zagen kloppen.
Dat was dan vaak gruwbaar als liet vertraagde
filmbeeld vttn een moord, nis het door een
mikroskoop gezien mierenbedrijf om een kadaver, en
wij werden met ontzag vervuld voor den geest,
die zoover durfde gaan.
Maar ook waar Van Deyssel eenvoudig over
litteratuur schreef zag hij verder en duidde hij
meer dan een gansch vorig tijdvak had vermocht.
En daarom verwonderde het ons geenszins, ge
noten wij daarentegen met diepe bevrediging, als
zijn sterke stem toornde en bulderde en schaterde
over de dorre velden der Hóllandsche middel
matigheid en eigendunk. Het was zoo'bevrijdend,
te hooren dat dit alles niet meetelde en de littera
tuur een openbaring had te zijn en geen knus
gezelschapsspel, al moest daarmee veel familiale
^verloedering verdwijnen.
En ook toen hij, ou'ler en rustiger geworden,
het leven in stiller glanzen, zag, .hebben wij Van
Deyssel geëerd, als vernieuwer van een wereld, die
zonder hem onduldbaar geworden ware.
Nu is hij zeventig jaar geworden en wel
ganschelijk in de stilte ingegaan vatn een leeftijd, die
geen woorden meer behoeft. Wij zullen die stilte
zeker eerbiedigen, in groote dankbaarheid en
eerbiedige herinnering aan hetgeen hij was en
ons eenmaal heeft gegeven.
FRANS COENEN
Uw vrienden kochten gisteren een van die mooie
lampen bij ons. Wanneer komt U eens kijken, een
pracht collectie en nooit duur.
JASPERS, Ceintuurbaan 308
r" -V
M
j?