Historisch Archief 1877-1940
' I
Schilderkunst
KUNST IN NOOD
WANNEKK ge in polit icis oonige inaelit wilt
bezitten en wanneer ge daar de uit die
macht voortkomende voordeelen wilt ge
nieten, moei ge (behalve wanneer ge een noodiy
genie zijt?) steunen op een grooto groep met u in
naam of metterdaad eensgesünden. Dat kan
tegenwoordig zeker niet anders; ook alle onheilen van
het democratisch stelsel komen daarvandaan.
Wanneer dus de kunstenaars, de van nature hard
nekkige individualisten (wat anders men ook u
tracht wijs te maken !) eenigen invloed willen
verwerven in polit icis en in alles wat daaruit
voortvloeit, zullen zij zich moeten vereenigen ter
verdediging van do kunstuiting bovenal; zij zullen
do anderen moeten overtuigen van de macht
hunner stemmen, of zij zullen zich alles moeten
blij ven getroosten, wat zij zich tot nu toe getroosten.
Er is geen andere keus. Aan welke zij ik in deze sta,
is u misschien duidelijk sinds lang, en ik zal u 't niet
herhalen.... Maar zeker blijft.dat wel-vereenigd
zij honderdmaal meer steun vAillen ontvangen dan
thans, al zal die steun, steeds opnieuw (!) altijd nog
gering zijn tegenover dien tier aardappelboeren
.. .. Vereenigd zullen de kunstenaars ten minste
aan het Departement, dat hun belangen moet be
hartigen, bewij/.on kunnen, dat hen te helpen,
materieel,, in dezen tijd noodiger is (ian ons op te
schepen niet een niet-logische nieuwe spelling.. ..
Is de Voreeniging ..Kunst in Nood" zulke
vereeniging. of maakt zij. dut het departement en de
minister, die daarbij hoort, het'Verkeerde!ijk (!)
gemakkelijker krijgt, en zich nog eer. met eenigo
?woorden (in de nieuwe spelling) daarvan afmaakt?
Deze quaestie is er eone voor een ander artikel.
In allen gevalle kan gezegd worden, wat er verder
ook tegen zij, dat ..Kunst in Nood" tenminste
eenigszins hielp, en dat. wanneer ge als ik. de leiding
van deze Vereeniging of deze actie niet tot de meest
competente rekent (er zijn kunst-vreemden bij !)
ge toch moet /eggen, dat zij iets deed. waar zij,
die hier moesten optreden, zoo goed als niets
deden, en gemakzuchtig overlieten aan goed-ge
zinde philanthropie. waartoe- hun eigen positie
hen verplichtte.
Het spreekt van zelf. dat ik geen cr'itiek geven
zal van deze tentoonstelling in h<-t Paleis te
Amsterdam. Feitelijk is zulke tentoonstelling van
weldatli/heidswoge. en niet gaaino zou ik do
Weldadigheid, eenmaal op weg. in haren gang
belemmeren, liet waren niet alleen onjuist, het
ware niet menschelijk. Ik hoop van harte, dat.de
tentoonstelling een succes zal zijn in financieelen
zin; anders is hare bedoeling toch niet en niets
anders kan zij feitelijk bereiken. Zij kan natuurlijk
niet helpen tut het scheppen lier kunstwerken (deez
functie is buiten haar beheer) maar zij kan iets
doen en dat is: zij kan belemmeringen daartegen
opheffen. Waar anderen dat te weinig doen, is
d.at reeds niet weinig, maar eer en reeds veel.
J. J. Aarts. In memoriam
DIT is slechts oen portret-uit-herinnering van
den professor in het etsen, enz., die aan de
\msterdamsche Akademie Dupont indertijd opvolgde.
Het kan, als al zulke portretten, niet anders dan
onvolledig zijn, maar het ? behoeft daarom niet,
zooals sommigen mochten meenen. oppervlakkig te
wezen. Wat de herinnering dan bewaarde yan dezen
mensch is, dat zij een gestalte zedig ziet gaan
langs de Hoagsche straten en dat het getijde van
den schemer natuurlijk-verbonden lijkt met deze
gestalte.Aarts was niet groot, en hij was eer mager;
hij had zeker niet het eclatante of het
eindeloos.verzönkene, wat een geniale in het openbaar dik
wijls vertoont; hij had zeker echter dat verlatene.
wat zij hebben, die zich in de eenzaamheid van
hun werk getroost gevoelen en die slechts in den
KUNSTZAAL
VAN LIER
ROKIN
AMSTERDAM
DOORLOOPEND
TE NTOONGESTE LD
KUNSTWERKEN VAN
JONDE HOLLANDSCHE
EN BUITENL. MEESTERS
kleinen kring van hun zeer goed bekenden meer
warmte uitstralen, uitzenden, niet alleen als ge
van hen verwacht, maar die daarin driftiger en
schijnbaar meer belangrijken overtreffen. De
eenzaamheid, liet stil-xijn van Aarts was geen
armoede in geestelijken zin; het past bij hen. die
hun gevoelens langzaam stoven en niet eerder van
zich laten. Hij behoorde tot hen. die zeker tijdens
hun leven meer en meer schuil gaan. zelfs als zij
?een openbaar ambt bokloeden. maar hij behoort
ook tot hen, die gedeeltelijk maar gekend, in het
gevoel een warmte van waardeering 'doen blijven.
omdat zij meer bezitten dan zij Vertooiien. en
zedig bezitten, wat een innerlijk leven in hen zich
deed ophoopeii.
Tentoonstellingen
Theo Ortmann bij Van Lier, Amsterdam
GE vindt in het Werk van Ortmann oen geaard
heid, die ge ook veel aantreft of zuiverder aan
trof in Duitsch werk. tcekenwerk. dat als illustratie
dienst deed. Het werk van Ortmann in 't algemeen
is zoodanig illustratief", dat een tmderschrift na
tuurlijk zou lijken. Het werk is eveneens on dat kan
niet verwonderen oiot isch-wrang.zoowel in hot
koirische als in hettragisch-naturalistische. Het k< unischo
is niet een vroolijkheid des harten, maar het is
boter te definieereii als satyrisch en hoonend,
ofschoon het daarin niet do onverbiddelijkheid
van Gross vertoont. Het is satyrisch en hoonend
in een teekening als de begrafenis, waar de zoo
geheeten doode welgemoed, levend en rechtop in
een kist zit en waar iemand, die bij do deur staat.
tegelijk m< t zijn hoed zijn hoofd afneemt. Dez ?
teekening heeft komische kracht, die door do onver
wachtheid der dingen ontstaat. Z5j.de teekening.
behoort, tot de lichte" teokening; tot tie ..donkere"
toekeningon, donker van kleur, behooron de moord:
een doodslag (een doode. clie uit oen raam wordt
gesmeten door twee vrouwen en die met een
steen aan de voeten bezwaard, nog boven het
water zweeft). In deze donkere teekóningen vindt
ge den tragisch-naturialistischen Ortmann; ge
vindt daar in het algemeen den belangrijksten
Ortmann.
PhASSCITAKHT
NIEUWE UITGAVEN
Groot-Xcderland. Goud. de Crisis, brochure van
de N. V. Sumatra's-G oudmij n. Ilaagsch" Drukkerij
en Uitgeversmaatschappij.
Schrijf Uw Nederltinds zonder foitten. Spelling
1034.' («ehandhoafde'en. nieuwe regels benevens
de werkwoords-vormen met voorbeelden, toege
licht door M. F. J. Wolters, H. ten Brink N.V.,
Arnhem.
Geert Groote, zijn leeringen voor vroeger en nu,
door Mr. M. L. Stibbe. G. Niessén. Delft.'Vrije
Opvoedkunstserie, No. 2.
HOLLANDSCHE WOLLEN
UEKENS
I5OX200AVTE 4.90
L
XNDEH
ZOMEN
PAG. 6 DE GROENE No. 2995
GEVOELIGHEIK^G
. ? * ? ./, vj
Al ber
ACHT
De triomftocht van
.
r
man
j. C. Soewarno-v. d. Kaaden: De oogen
van Koosje Radena 1)1
NIKTWAAK- Dat is vrij onhandig, dat
schrikt af. zoo'n al te snoezige titel als
..De oogen van Koosje Radena". Vooral
zoolang je nog niet Weet wie die Koosje is
ik dacht er op de voorhand het ergste van
on waarom juist haar Oogen de wereld weer
in beroering brengen moesten. En nu het per slot
toch meegevallen is, blijkt het jammer dat de titel
zoo onhandig gekozen werd; het boek classeert
daardoor zichzelf verkeerd», het mag gerust een
forsehore naam dragon.
Temeer omdat Roosje Kadena daarin maar een
zeer passieve rol speelt, van haar kinderlijke bele
vingen zoo goed als niets verteld wordt, en alV
aandacht daarentegen gericht is op de innerlij^
evolutie van een paar ongewone menschen. ?/
De hoofdpersoon, een ongeveer zestigjarig p ft
fessor in de medicijnen, leert door een medisch r
meiischelijk «volkomen onbelangrijk geval de w 0
humaniteit kennen, die hem noopt zijn gein j"
leven to herzien. Dit heeft hij te danken aan
paar kinderoogen welke hem door een
toeval komen herinneren aari die van een
geliefde, tiouweloos verlaten terwille \\.n. e-n
schitterende carrière. Een puur-toevallige gelijkei U
zou reeds alk-s voldoende gemotiveerd hebben. J )<?
schrijfster heeft de associatie-dwang echter aan
gedikt, door van Roosje de kleindochter der n
gere geliefde te maken: een zwakheid.... Ali- ><
7.0 het regeneratie-vermogen van de gevoelen
wantrouwde. Een speldeknop kan bij wijze v.tii
spreken voldoende zijn om dergelijke process 'ii
in te zetten. Wat dan verder met den professor} «??
beurt, heeft, oen bijna wetmatig verloop. En in lt
beschrijving daarvan, minutieus, met zin V( ir
humor on zin voor milieu-invloeden, toont zich lc
scluijfstoi van haar sterkste kant. Ze is vóór al; >
zér gewetensvol in de bewerking van haar st»?':
haar schrijven is kennelijk het resultaat van v<
voorarbeid aan observatie on oriëntatie. Dit het ft
.,i
genart.,'
SPRINGEN
, voor op veruit de meeste van. onze
damosnieiirs, die niet zwaarwichtige litteraire pretenties
? U-grepen.
Ook de nevenpersonen, die vooral satyrisch
be,:i>.deld zijn teneinde de ernst van het
hoofdgebeu?ii des te'sterker te doen blijken, zijn goed
gekaktoHseerd en levend in hun kleir.o
menschelijkeid. De eenige figuur bij wie dit niet het geval is
- 's professors zwijgzame, zichzelf totaal wegcijfe
rde secretaresse, : toont duidelijk waar de grens
iopt van het psychologisch uitbeeldingsvermogen
un mevrouw Soewarno-v. d. Kaaden. Zij heeft
iet meer weten aan te toonen, waarom het tóch
?el mogelijk is, dat een door mannen omfladderde
mge vrouw zoo zelfverloren verliefd kan zijn op
?n grijsaard die haar meer dan hondsch behan
gt.
l leel het laatste hoofdstuk trouwens, is het
ukste van het boek. De schrijfster heeft haar
ifessoT tot het bittere einde van de dood willen
.?ren. Daarin zijn haar krachten te kort geschoten,
Opzettelijk leg ik de nadruk op de fouten van
i t boek, om aan te toonen dat ze op oen apart
ebied liggen j in de constructie van de groote
inen, in de compositie; maar nimmer in het
taihverk. Dit is steeds gevarieerd, soepel, in een
soms te gemakkelijke stijl beschreven.
In allerlei opzichten herinnert dit werk aan. Willy
('orsari's ,,De man zonder uniform", een ernstiger
en dieper op de problemen ingaand boek. dal ech
ter n voordeel mist. waarvan ,. Hoos je Hadena"
ruimschoots profiteert; dat is: humor, echt
Hollundsche, maar in Hollands literatuur toch zoo
zeldzame humor. Niet het debiteeren van opge
spaarde grapjes en anecdoten, maar het
tfliinhifhcnd bekijken van de nienschelijke zwakheden:
h«-t liefdevol zien van onze kleinste kanten, als <le
? ?lontbeerlijko. scènerie van het eeno groote
treur. /el dat ..leven" heet.
Zulk glimlachend spreken boeit altijd.
1) ntytirr Van Dinhi>ei'k. linsxtnn l'>}l.
Wij gelooven weer in den oofevaar!
BOONEN
DE parlementaire practijk en het spraak
briiik hebben ons reeds geleerd wat l
beteekent wanneer een Boon of meerd- n
boonejn deelnemen aan het actieve leven.
ff$meenlijk is deze les samen.te vatten in l- -t
axioma dat een boon alles begrijpt terwijl wij
vele gevallen boonen genoemd willen word i
wanneer wij er iets van snappen.
Dubbel urgent is dit vraagstuk geworden d< >'
de intrede der Mexicoansche springende en d»
sendc boonen in ons leven.
Zv» worden als speelgoed voor jong en o<
geïmporteerd en kort na den Verkoop kwam< n
openbare stemmen die dit spel in strijd
verklapden met de begrippen van goede eer, fatsoen n
barmhartigheid die wij aan de dierenwereld v<
schuldigd zijn.
In deze boonen immers leeft een soort lor
die door zijn krampachtige bewegingen de spro
>gen en danspassen van'het omhulsel tewee.
brengt.
Na drie of vier maanden ligt de boon stil te i
gevolge van het overlijden van de daarin huizen* ie
larve, die nooit een vlinder zal worden.
Ziehier deze boonenkwestie in a nutshell.
Ze geeft' echter aanleiding tot veel verd
gaande vragen, zooals, in de eerste plaats, de
vraag waarom die larve zoo beweegt dat de boon
dansen en springen gaat.
Mijn persoonlijke overtuiging is een
troostrijke: namelijk dat de larve zich ligt te verkneukelt-n
over het feit dat zij niets met deze ellendige
wereld te maken heeft en dat geen lichtstraaltje
tot haar veilig verblijf kan doordringen. De?<
overtuiging wordt volkomen gedekt door er"
ernstig onderhoud dat ik mocht voeren met ee«
terzake gezaghebbende winkeljuffrouw met rijp*
ervaring.
Is het niet wreed, zoo y.eide ik. om die
levende beesten als speelgoed te gebruiken .... r
Neen, zejde de juffrouw met beslistheid
en ik kan verklaren dat het niet alleen een
cominor
Een ernstig onderhoud met*een*gezaghebbende
winkeljuffrouw
cieel licht was dat haar blik zoo stralend en helder
maakte.
? Neen .... We hebben hier in den winkel een
proef genomen. We hebben zoo een boon open
gesneden om de larvo te bevrijden. Maar wilt u
[wel gelooven mijnheer, dat die larve niet wist
ioe gauw zij er weer in zou komen ...'.?
Ik geloofde haar. En volkomen.
Als ik een boon was enJxiets van deze ellendige
ireld begreep, en als men mij met geweld van
en hamer uit mijn gelukzalig isolement wilde
bevrijden, wanneer ik dan zag wolk milieu mij was
toebedacht t n welke verhoudingen'or. tegenwoordig
buiten boonenomhulsels bostonden, dan zou ook
ik niet wet cm luie gauw ik me weer terug zou
trokken.
Hn dan zou ik. aldus teruggekeerd in mi.;ii
i «i gen omgeving, weer door springen en dansen
uitdrukking geven aan.mijn vreugde van de wereld
verlost to zijn.
Zij. die een barnihartigheidsactie in het belang
der Mexicaansche boonen hebben opgezet.
Ze-idéntificeeren zich op een kinderlijke wijze
met een larve en stellen zich Voor hoe het zijn zou
als, wij op onze beurt werden ingesloten in een
reusachtig boon'vormig omhulsel, zonder licht
uf voedsel of uitzicht. Hoe het zijn zou indien
onze stuipachtige bewegingen in deze cel dit
omhulsel . in beweging zouden brengen en doen
rollen, dansen en springen over een roulette
tableau. Aldus gezien zou men werkelijk van
oen marteling kunnen spreken.
w
Maar het is <Iwaas zulk eon ego-centrischen
kijk' op het leven te hebben. Desniettemin en om
volkomen vrij uit te gaan hebben wij ons gewend
tot de eer ig'e ons bekende boon die aan het publieke
leven deelneemt, als lid van de Tweede Kamer
der Staten Generaal.
Wat is uw mecning over de andere, springen
de en dansende, boonen? vroegen we hem.
Ik begrijp, zeide hij na eenig nadenken,
dat ge u tot mij wendt met deze vraag. Kr is
inderdaad een groote analogie tusschen deze
springende en dansende boonen met ons politici.
,?- Ook wij. treden tot nut en vermaak van de
massa op en bewegen ons daarbij op het politiek
tableau vol hachelijke en spannende kansen voor
onszelf en voor derden.
Met de intrede van het nieuwe parlementaire
seizoen mag daarop wel eens het, volle licht vallen.
Wij allen zijn gehuld in de nauwe'begrenzing
van onze politieke programma's, en zonder dit
.omhulsel valt het ons bezwaarlijk ons te bewegen
in het openbaar.
Daarom bewegen we ons of het nu springend
en dansend is dan wél door middel van kramp
achtige en stuipachtige bewegingen in dit
PAG. 7 DE GROENE No. 2995J
programma-dekblad over het tableau en
markeerett daarbij'de positie van ons als mandata
rissen.
De ei-ne wtiït «pp deze boe 'ii en de ander op gene.
Zou men ons van het programma-omhulsel
willen bevrijden dan zouden we niet weten hoe
spoedig we or in moesten terugkeeren.
Zoo is lu-t politieke leven nu eenmaal.. ..
En.... voegde hij ei- dioi inerig aan toe.. ,
juist ik. als boni, knn hot 7.00 meevoelen met
mijn Moxicaansohe ra'svei wanten.... dat het
geen van ons in dit kille klimaat gegeven zal zijn
te beantwoorden aan et-n hoogere bestemming,
?namelijk Mii'als bevrijde vlinder de zon tegemoet
te stijgen ....
Iedere larve d rot int daarvan .... en misschien
ook wol iedere politicus.
Maar hop ....?.... en waarcm .. .. ?
Want de schitterendste politieke vlinders hebben
in vergelijking'met. de 'eeuwigheid ee'n
eendagsbestaan. ze voldoen aan de eischen van
levensoverdracht tot een nieuwe generatie van....
larven die in het duister leven....
Met een snik si c eg de spreker de handen voor
het gelaat en hulde zich in d'üisternis, gelijk de
springboon en wellicht tot zelfvertroosting.
tiOok wij treden tot nut en vermaak Yan de "".'.
massa op"
\