Historisch Archief 1877-1940
Pierre Myin
(Ui
En toch gelachen!
H E N R l K SCHOLTE
De dochter van Lévy" bij Cor Ruys
HET is maar gelukkig dat in deze jongste
Joodsche zakenklucht van twee onbekende
Fran?chen Cor Ruys en Louis de Bree niet
de gebruikelijke rollen der kibbelende compagnons
spelen. Dan zou zelfs de beste critiek er niets aan
bobben kunnen veranderen, dat iedereen toch wel
zoo precies wist wat er zou gebeuren en hoe het zou
gebeuren, dat niemand tenslotte den moed zou
hebben om het dan nog eens te gaan zien. Want
als wij ons aan iets een indigestie gegeten hebben,
dan is het wel aan kibbelende compagnons, die
elkaar het licht in de oogcn niet gunnen en wier
ruzies toch onontbeerlijk schijnen te zijn voor het
voortbestaan, zoo niet voorden bloei van d** aaak".
Stel u gerust, .,de zaak" speelt natuurlijk in dit
nieuwste kluchtje toch een groote rol en de com
pagnons zijn er ook. maar zij zijn man en vrouw
on kibbelen ook uit anderen hoofde: Antwerpsche
Joden, wieri het hemd nader is dan de rok.
inonschen met een eigenaardige moraal en weinig hoog
vliegende overtuigingen, maar met een hart van
goud. Zij hebben een zoon. die niet deugt in hun
oogen, omdat hij den juisten tic voor het duur
verkoopen van goedkoope hoedjes mist en in plaats
daarvan oen Prometheus-figuur op zijn kop ver
kiest te schilderen, met een papegaai die hem een
half ons lever uit zijn middenrif pikt. Om deze
redenen houdt een bescheiden en naarstig werkend
kantoormeisje van Christeïijken huize hem voor
oen groot genie en zou ook wel met hem willen
trouwen en desnoods honger lijden. Maarzij geeft
3Jch voorloopig niet veel moeite om hem te krijgen
vn. zou dat trouwens ook niet mogen doen, want
dan was er nooit een stuk van drie bedrijven geweest.
In plaats van de juffrouw, die haar tijd
beidt, komt- er het gezin Lévy-Lévy op de proppen
{properispomenon uit te spreken), zijnde een schat
rijke antiquairsfamilie met een beeldschoone doch
ter. Wat zij van deze kleinformaat Antwerpenaren
verwachten, is niet duidelijk en ik moet zeggen dat.
toen zij nog niet hun glorieuze entree, gemaakt
hadden, ik sterke vermoedens koesterde ten aan
zien van den rijkdom van Lévy-Lévy, zoo niet
tevens ten aanzien van de schoonlleid van deszelfs
dochter. Misgeraden intusschen. het was al goud
wat er in dien hoek blonk, maar de zoon \you er niet
aan en dédochter van haar kant ook niet en toen
wij dus voldoende over de dwaasheden van vier
«uders gelachen hadden, kon de schrijver vertellen
wat hem op het hart lag: de zoon moest dan maar
met het boèkhoudstertje trouwen en het zou wel
leuk zijn om dan net van te voren dat boèkhoud
stertje-met een serie van nog wat onwennig uit
gesproken Joodsch jargon een hoedje vóór den
dubbelen prijs te laten verkoopen aan een dame
die anders nooit kocht, weshalve zij geacht kon
worden, den zaken-tic te hebben en dus eventueel
ook wel een omgekeerd liggende Prometheus aan
de markt kon brengen, vooral omdat die er ten
slotte toch nog minder gek uitzag dan de hoedjes
van de laatste mode.
Nu heb ik echter de mooiste figuur van het stuk
buiten beschouwing gelaten, en dat is de ,,schadjen''
de Joodsche huwelijksmakelaar. Wat een dood
bidder voor begrafenissen doet. doet hij vour brui
loften: hij regelt de zakelijke overeenkomst tegen
een bescheiden provisie. Vorstelijke huwelijken
schijnen wel eens zoo te worden gesloten, maar ik
dacht altijd dat de ..schadjen" een legendaire
figuur uit Oost-Europa was. totdat Louis de Bree
hem springlevend op pooten zette. En al was het
geen hoofdfiguur, hij werd het toch in de vertoo
ning, ondanks het overh?erschend komische spel
van Cor Ruys als de koopman van de Keizerlei.
Louis de Bree heeft van die typen., waarvan men
bij eerste verschijning, op grond van grime en heele
habitus al kan zeggen of het meesterlijk in zijn
soort wordt of alleen maar verdienstelijke
typeerkunst. Deze ,,schadjen" mi was van het slag der
meesterstukjes: zwart en kort. ongemanierd en
niet weg te slaan, een goochem klein mannetje met
zijn hoed op n oor, prachtig gebruikmakend
van het trucje van een. aankomende docfheid.
dribbelde hij door het geval heen. Of zijn rol zoo
op papier stond als hij hem speelde, doet niets ter
zake. De acteur had zich zou volmaakt in h'-'t type
tje ingeleefd, dat geen accent, geen gicheltje. geen
gebaar er naast was. Als het stukje al lang vergoten
is, zalmen zich nog dezen kwibus herinneren, en
mön had hom de eer kunnen gunnen, de heele klucht
die. naar u zult begrijpen, niet meer dan een) ibretto
voor grappigheden is. ook maar naar hom te
noemen.
Wat intusschen niets wil zeggen tegen Cor Ruys
als ..eerste komiek", maar men weet nu eenmaal
wel hoe hij zoo'n' kr.orrigeu. besten, braven, klei-'
nen man op pooten zet: de volle rijkdom vau
gulweg prijzende adjectieven is daaraan al vele
malen ten volle gespendeerd en toch moet men
Ruys toegeven, dat hij altijd weer een nieuw facet,
een nieuw aanwendseJ, een n.ieuw stopwoord je weet
te bedenken, waardoor mer. zijn type van het vorige
onder-scheidt (wat echter ook vaak het eenige is).
Na enkele hoogere aspiraties in. het Fransche reper
toire en na ..Mercadet" weer eens voorloopig ter
zijde te hebben gesehoven, is hij heelemaal op eigen
terrein terug. Zelfs in de uitbundigste charge blijft
jsoo'n rol naar het leven geteekend. hij kan het stuk
kapot spelen (en niemand was daar hier rouwig om),
maar de figuur zelf niet. En al zat er dan tenslotte
geen climax in, al werden wij meer beziggehouden
dan geboeid, men zou toch een huichelaar zijn
indien men niet in.goed en rond Hollandsch toegaf
dafc men zich best" geamuseerd had. Hetgeen
wat waard is, nu het publiek maar al te vaak naai
den schouwburg gelokt wordt om drie uur aan het
ziekbed' van een voorstelling te zitten.
PAG. 12 DE GROENE No. 1995
G RETA G
KONINGIN
Bioscoo
R. Mamoulian : Koningin Christina", Tuschin^j
VOOR den aandachtigen beschouwer stak er ?<.
Itijd een wonderlijk en onbevredigend dual s.
me in Garbo's films.. . .een tegenstrijdigh. id
*van indrukken, die er misschien zoowel de kwelli -i^
als de aantrekkelijkheid van uitmaakte. Het meer.
n?deel dezer werken was doodgewone filmkitsch
valsch van idee, vulgair van conceptie. M af
Altijd was er de groote emotie: Garbo. Midden iri
<lie onwaarschijnlijke en soms kinderachtige -v
erIialen stond deze sobere, zichzelf altijd gelijk Mij.
vende verschijning.. .. zonder mooi-doenerij, z.-lfs
zonder artistieke" pretentie. Ik herinner mij niet.
ook in de bedenkelijkste situatie, Garbo < oit
anders te hobben gezien. Van alle kanten werd li iar
voor de (groote) voeten geworpen, dat zij niet ^un
,.acteeren" een volkomen juiste critiek: inror*
daad ik geloof niet dat er in het corps f ilmspt'\-rs
iemand is. die zoo slecht comedio speelt. Zij l.an
zelfs niet lachen naar men mij meedeelt een lor
eerste dingen die de beroepsaeteur heeft te leei.-n.
Het opmerkelijke nu is dat zij in haar geh< de
carrière ook geen enkele poging heeft ged; an
dit euvel te verhelpen nergens valt iets te Be
speuren van een forceeren harer gewone ges' ie.
Onwillekeurig moet ik in dit verband aan A sta
Nielsen denken, die óók en in nog veel enjt-r
draken verscheen. Welk een merkwaardig verscliil!
Nielsen. de hartstochtelijke ensemblespeelster enl
domineerende persoonlijkheid hief haar films op tot i
het eigen niveau. Zij scheen haar overtuiging, h.tarj
vitaliteit en haar groote, warme ontroering aan <le
schamele omgeving mee te deelen er ging v. m
haar een actieve, levenwekkende kracht uit, «lie
de ongelukkigste handeling adelde en deed verge
ten. Van dit alles valt bij Garbo niets te bespeur» n:
zij gaat door.haar films met altijd dezelfde sereni
teit onaandoenlijk voor den kitsch der histoi k-,
onbewust van de poovcrheid der omgeving, /ij
speelt altijd hetzelfde drama het ongeschre\
drama harer persoonlijkheid met de zekerh
en de ongenaakbaarlu-id van een somnambule. '/i.
beïnvloedt het spel van haar partners evenmin .il
deze het haar doen: zij staart over de gepömnia
deerde hoofden harsr onbeduidendste
ARBO ALS
CHRISTINA
L. J. Jordaan
heen naar andere, verre dingen n zij slaagt e
nimmer in de gebreken van het scenario te d< ???]
vergeten.
Maar daartegenover staat de directe, onwt'.-r
staanbare Werking van dit zuivere, stille gezicht
van die simpele, koninklijke persoonlijkheid. Er i
een meer of minder naar verhaaltje er 'is < -en
onhandige, of kitschige of-vulgaire regie.... <-n
wij volgen de ontwikkeling der handeling dikw jl
niet zonder wrevel en ongeduld. Tot het conflict
zich localiseert in de persoon van Garba en t]
slag van karakter verandert. Er schijnt dan <?>?:
nieuw, autonoom drama te ontstaan een dra: ia
waarvan de motieven ons niet bekend zijn, omdat /.i.
besloten liggen binnen het gevoelsleven dezer vrotw,
maar waarop onze emotionaliteit feilloos reage»
Hot wordt, oon film in de film ach nee ! het is
het eenige wat waarlijk film is. Want even ver -tl:
de fameuse montagekunst der Russen en Riüt
mann's absolute film van het gespeelde en gestel
do" filmtooneel afliggen even diep is de kloof,
welke dit fragment zichtbaar geworden emotie
van alle gebruikelijke transformatiekunst schei'U
Men heeft Garbo's filnis trachten te verdedig'1
door de schuld op den regisseur te werpen: als /.ij
maar eerst den spelleider vond, die haar begret p'
dan zou-je eens wat anders beleven ! Ik kan dit»
niet gelooven althans niet zoolang het Wexcnj
der film zelve zich niet scherper en overzichtelij kei
heeft afgeteekend. Het wil mij veeleer voorkomen
dat wij in Garbo een stuk absolute film" hebb -n
Waarmee wij nog gén raad weten omdat wij dt
film niet voldoende kennen. Ieder onzer vorlt
deze merkwaardige nieuwe communicatie vonrt
bergt in zich een volkomen eigen en autonoom!
wezen vandaar onze, reeds gemeenplaats !?e-j
warden, angst voor het gefilmd tooneel". Miii
veel verder dan deze negatieve bewustheid zijn wij
ng niet 011 dus. staat h»t verschijnsel Garbo
i-n/.aam en zonder contact in het ensemble der
uidige speelfilm en het eenige wat de waarlijk
i.'kwamo regisseur vuorloopig doen kan. in: haar
.'*? minst storende omgeving te scheppen.
Ditmaal is het Roub.'ii Mamoulian. die voor
?ze mtteilijko on weinig dankbare taak Werd
ge?i»ld. Het is hem, naar mijn smaak, in ieder geval
, 'lukt een zoodanige (zij het dan nog altijd
bo«?kkelijke) harmonie te bereiken tusschen
hoofduuur en film. als ik mij sinds Goulding's ..Anna
?sjvranina" niet herinner. Hij Werd daarbij
onge. .vijfeld gesteund door het scenario. Niet, dat er
?<>k maar de geringste poging werd gedaan de
der werkelijke Koningin Christina in het
te betrekken. De heldin dezer film heeft
net de fantastische dochter van Gustaaf Adolf
-lechts enkele uiterlijke belevingen gemeen. Van
>.o zigeunerachtig? en perverse ,. reine vagabonue".
.olijk Descartes haar noemde, is wel zeer w.nnig
?vergebloven. De vrouw, die met Vossius en Hugo
Ie Groot omging die zich van het eene beden
kelijke liefdesavontuur in het andere stortte
«lie haar minnaar in de Galerie des Cerfs te
Ver>ailles voor haar oogen liet afmaken en voor niets
tor wereld eerbied had. zelfs niet voor het katholicis
me waartoe zij zich later bekeerde .... die bezeten
avonturierster vertoont niet de geringste gelijkenis.
met de capricieuse. doch in wezen stille en zuivere
persoonlijkheid, wolke wij door Garbo te zien
krijgen.
Voor de zooveelste maal is de kans verspeeld
om een psychologisch uiterst gecompliceerde en
merkwaardige figuur uit de werekthistorie tot leven
te brengen. Maar wanneer M' ij over deze teleur
stelling heenstappen, dan dient erkend, dat het
scenario een zuiver menschelijk conflict wist te
scheppen, dat in zijn geheel aanvaardbaar werd en
bovendien oen brug sloeg naar het interieuro
drama: Garbo. waarop de film zich als gewoonlijk
?concentreert. In deze geschiedenis van de (fictieve)
koningin, die na allerlei lichtzinnige en opper
vlakkige minnarijen eindelijk de groote,
overweld'gende liefde ontmoet, tenville waarvan zij troon en
macht verzaakt wordt Garbo een gelegenheid
geboden zich te ontplooien en uit te levon, als wij
-sinds lang niet zagen. Er is in haar toespraak tot
het Parlement een navrante grootheid, die tot de
beste oogenblikken van dit zeldzame phenouiee»!
?gerekend kan worden. Er is in de aangrijpende.
slotscène by den dood van den geliefde een pure
en nobele ontroering, tl ie ons opnieuw met verwon
dering over dit ondef in leerbare. Volkomen naar
binnen gerichte ..spel" vervult. Maar er is vooral
óén moment, dat de film naar mijn meening tot het
voortreffelijkste maakt. wat wij van Garb > kannen.
Zij. heeft haar eersten, waarachtigen liefuesnacht
beleefd en du volgende morgen vindt eon
geinetamorphoseerde vrouw terug <nm herborene. v< >or
Wie het leven een nieuw*.-, glorieuse gedaante hooft
aangenomen. Zie dit sublieme gebaar vaij stille
verwondering van onomvrtambaar g»;luk ! Zie
de lichtende extase waarmee zij de doode dingen
van alledag betast zit- dit stuk pure, onvertaal
bare emotie.. ..on gij weet wat film is on wat
Garbo kan zijn,
Dat Mamoulian dit uit d.e film wist te halen.
maakt hem t;>t den basten regisseur, dio Garbo
tot nog toe heeft go vonden. ,
De regio heeft ook voor 't overige gedaan wat
aij kon om dit interknire drama door geen tegen
strijdige inelodramatiek te storen. Daarbij zijn d« .
tegenspelers gelukkig gekozen : zoowel de Don
Antonio van John Gilbert als de Oxenstierna van
LeWis Stone kunnen zeer voldoende hêeten evenals
de Magnus de la Gardie van lan Keith.
Aldus Wvird deze film van Mamoulian een Werk.
?waarin naar de meest mogelijke eenheid werd
gestreefd tusschen hoofdpersoon en drama
maar Waarin tenslotte de ware tragedie toch nog
altijd een eigon naam draagt: Garbo !
Greta Garbo als Koningin Christin;:
PLUS^FORT QUE FORD....
"F. Lyne Goldman: Rhapsody in steel"
De Uitkijk
liet kon redelijkerwijs niet xiitblijven: na de
,,Khapsody in blues" moest de ,,Rhapsody in
steel" komen.... na do muzikale avant-gardë, de
cinegrafische. Amerika was liet aan zijn reputatie
verplicht. En,zoo kunnen wij dan in De Uitkijk"
een stuk ouderwotsche filmpoë/.io genieten, dat tot
het boste h'»ort wat hot genre ons bracht. Ford heeft
den avant-ga.nlist Lyne Goldman een
beurijfsfilrn" laten maken.
Met de .machinerieën van het geweldige
Fortib^drijf als motieven werd een film vervaardigd,
die verbaast door.haar ononderbroken aantrekke
lijkheid. Wij hebben ook hier in Holland tal van
staaltjes op dit gebied gezien, die wij met ons ver
stand waardeerden, doch die nogal eens een kras
barqep deden op ons geduld. Deze Rhapsody in
'steel" echter b»zit hetaelfde geheim, als wat wij
PAG. 13 DE GROENE No. 2995
onlangs releveerden bij de bespreking van de
Visie"-Jïlni ..Nederland" het geheim om door
lie bekoring van beeld on beoldopvolging een con
tinuïteit een geheel te scheppen. Welks aanschou
wing n voortdurende bekoring blijft. Het zijn
mik hier duizendmaal geziene dingen: smeltovens.
stoomhamers, pietmachines.. .. maar het schuift
over on door elkaar heen als eon boeiend visioen
van ongeweten schoonheid. Uit staal en vuur werd
hjer inderdaad een rhapsodie gecomponeerd, die
ons temeer verbaast en tot bewondering dwingt,
naarmate wij reeds meenden dit soort werk tot
oen afgesloten periode der avant-garde te moeten
rekenen. Er is maar n ding, wat er door in het
godrang komt.... althans vóór mijn
automobilistisch leeken-oog: te weten, de duidelijkheid.
Het word mij niet volkomen klaar, hoe dit fabel
achtige loopende-bandproces, tot stand komt.
Maar primair blijft toch de zuiver visueelo
(en voorzoover de muziek betreft) ook aurale
vreugde.
?
;