De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 3 november pagina 2

3 november 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

- -. -?»-*? DE DUITSCHE KERKSTRIJD Ds J. C. Wissing HET Land van Maarten Luthcr, wiens her vorming juist weer door do Protestantsche Kerken is herdacht, trekt zeer de aandacht der. wereld niet alleen om zijn politieke, doch ook om zyn kerkerlyke ontwikkeling. Is deze laatste als een voortgang van Luthers Hervorming te begroeten of als een bedreiging en niet enkel bedreiging van haar heiligst*» goederen ? De kerkelijke gebeurtenissen in Duitschland hebbeu een belangstelling in de wereld gewekt als sinds de dagen van Wittenberg misschien niet meer het. ge val is geweest. Zij, die in Duitschland de leiding bij deze gebeurtenissen hebben, waar doeren deze belangstelling maar matig, al heeft dan ook de afgevaardigde der Rijkskerkregeering op de oecumenische Fanö-conferentie der kerken, in Aug. 1.1. in Denemarken gehouden, toegegeven, dat het inderdaad hierbij ging om beginselen, die dieper gezien de ganscho christenheid raakten. Het tua res agitur", het gaat om uwe zaak", wordt dan ook terecht van verschillende kanten geroepen. De hartstochtelijke bede van Prof. Titius op bovengenoemde conferentie om toch in vredesnaam zich niet met Duitsche innerlijke aangelegenheden te bemoeien en de even harts tochtelijke verzekering, dat het Duitsche volk zich zelf wel uit de moeilijkheden redden zal, is begrijpelijk in zooverre de belangstelling inderdaad niet van zuiveren aard kan zijn, doch in beginsel verloochent hij toch het bestaan der ne algemeene Christelijke Kerk, waarvan als n lid lijdt alle leden medelijden. Bij do vervlochtenheid van het leven der volken, die eiken dag sterker wordt, is de beteekenis van hetgeen op welk gebied ook bij n volk gebeurt niet meer beperkt tot het gebied Amsterdam verwerpt opnieuw de loonsverlaging HET door ons reeds in deze kolommen aange kondigde Koninklijk Besluit» houdende een aanmaning van den Amsterdamschen Ge meenteraad om terug te komen op het besluit, waarmj de loon voordracht werd verworpen, is op 20 Octó ber verschenen en op 31 Octóber in den Raad behan deld. De Raad heeft aan de aanmaning geen gevolg gegeven: mitsdien blijft de loon voordracht verworpen. Hiermede heeft de Baad het hoofd der gemeente, althans volgens art. 143 van de Grondwet afstand gedaan van zijn bemoeiingen met de loonen en salarissen van het gemeentepersoneel, het woord is nu aan de Kroon, welke aan Burgemeester en Wethouders kan en onge twijfeld zal ? verzoeken het noodzakelijk besluit vast te stellen. De verlaging van loonen n sala rissen en de wijziging in de andere regelingen van de arbeidsvoorwaarden der ambtenaren en werklieden komt derhalve toch tot stand, doch nu niet krachtens een raadsbesluit, doch krach tens een besluit van Burgemeester en Wethouders, dat binnenkort wel zal verschijnen. Zal dit besluit gelijkluidend zijn aan de voordracht? Dat is op dit oogenblik nog het geheim van de Raad kamer. Afwijking naar boven of naar beneden is ongetwijfeld feitelijk mogelijk. .In dit verband is 't eenigszins pikant, dat de Baad tevens een motie, waarin uitgesproken werd, dat wijziging van de in de voordracht opgenomen regeling in voor het personeel nadeeligen zin werd verworpen. ? Het gemeentepersoneel zal intusschen verwach ten, dat nu spoedig een einde komt aan de onzeker heid. Alleen het onderwijzend personeel moet de geheele procedure nog meemaken: de Baad heeft zónder eenige discussie ook de voordrachten tot verlaging van de salarissen van het onderwijzend personeel verworpen. Vermoedelijk komt er nu wederom een Koninklijk Besluit, houdende aan maning etc., welke aanmaning wederom (ver moedelijk) zal worden afgewezen, waarna een verzoek van de kroon aan Burgemeester en .Wet houders te verwachten is, om het noodzakelijke besluit te nemen.... De wetgeving is in ons land nu eenmaal niet eenvoudig f Mr. (ï. J. C. D. KROPMAN binnen do eigen grenzen. Het in vele landen op levende nationalisme en imperialisme is een gevaar voor de wereld en ten aanzien van Rusland» communisme en Roosevelt's economische politiek kan de rest van de wereld niet zeggen: dat raakt mij niet. Evenmin is dit het geval waar het om kerk en. christendom gaat. De belangstelling in het buitenland vloeit voort uit verontrusting, die wordt tot verzet. En dat achter dit verzet bewust of onbewust een politiek» verWeer tegen de nationale herleving van Duitsch land zou werken, is mogelijk, doch wordt onwaar schijnlijk, wanneer wij zien, dat ook in Duitschland zelf het verzet zoo hevig is, dat het een kerkstrijd heeft doen ontbranden als zeker na de Hervorming, niet is geweest. Waar gaat het om in dien strijd? Het verzet gaat niet tegen het streven naar eenheid. Wel zijn er principieele bezwaren tegen de wijze, waarop deze eenheid wordt geforceerd, doch wie den dieperen grond van den tegenstand wil verstaan, moet dien toch niet hier zoeken. Reeds vanaf het -begin der 10e eeuw dateert het verlangen naar eenheid. In 1817 kwam reeds de Pruisische unie tusschen Lutheranen en Calvi nisten tot stand. Dit steeds groeiende verlangen, gevoed door de ervaringen van millioenen in de loopgraven, die daar het ne Lutherlied zongen, leidde dan ook in 1922 tot de oprichting van den Duitschen Evangelischen Kerkenbond, die tusschen de 28 landskerken een zekere samenwerking mogelijk maakte. Niet tegen de idee van de ne Duitsche Rijkskerk, of van den nen Rijksbisschop gaat de strijd. Tenslotte ook niet tegen het nationaalsocialisme als zoodanig of tegen Hitler. Daarvoor is Wel sprekend bewijs, dat bij de bekende volks stemming van 10 Augustus 1034 het sterk Evange lische Würtemberg een cijfer van ja"stemmers behaalde, dat het rijksgemiddelde ver te boven ging n.l. van 93J%. De strijd in Duitschland gaat om de suprematie van deu staat o ver de kerk. Het eeuwenoude conflict kerk-staat is weder in alle scherpte uitgebroken, waarbij de vrijheid van de kerk en hare Evangelie verkondiging in het geding is. Toen 30 Jan. 1030 Adolf Hitler door een over weldigende meerderheid tot rijkskanselier werd gekozen en daarmee het nationaal-socialisme tot heerschappij kwam. scheen het eerst, alsof de geweldige politieke omkeer de kerk ongemoeid zou laten, doch spoedig zou blijken, dat ook de christelijke kerk in de nationale vernieuwing zou moeten worden betrokken en gelijkgeschakeld moest worden tot den dienst van den nieuwen Duitsch-natioualistischen staat. De Duitsche Christenen" stelden den eisch: ,,Wij eischen gelijk schakeling der Kerk". Martin Götz schreef: de staat heeft ook de heerschappij over de zielen en laat de kerk daaraan slechts deelnemen". Deze uitlating is typeerend. De wereldbeschou wing van het uit bloed, ras en bodem oplevende Derde Rijk wordt het hoogste goed. Het verzet breekt eigenlijk pas los, als Dr. Krause nu ter zijde gesteld in zijn rede van .13 November 1033 in h,et Sportpaleis te Berlijn eisch t een Duitsche volkskerk, die ruimte laat voor een artgemaszes" ervaren van God, eischt bevrijding van al het onduitsche in de godsdienstoefening en de belijdenis, bevrijding van het Oude Testament met zijn Joodsche loonmoraal en zegt; Wanneer wij uit de Evangeliën dat nemen, hetgeen tot onze Duitsche harten spreekt, dan komt het wezenlijke der Jezus-leer klaar en duidelijk aan het licht, dat zich daarop mógen wij trotsch zijn restloos dekt met de eischen van het natio naal-socialisme". Het Evangelie kan gebruikt worden voprzoover bet zich dekt met de idealen van den nieuwen staat! Daarom aldus Krause moeten wij ons ook wachten voor het overdreven naar voren brengen van den Gekruisigde". Jezus wordt tot de heldische" Heiland en de heilige plaatsen" voor de Duitsche Christenen moeten niet allereerst Jeruzalem en Bethlehem zijn, maar ,',de bloeddoordreukte plaatsen, waar de offers van den Duitschen vrijheidsstrijd met hun bloed dezen Heimatboden" hebben gedrenkt. Hier willen wij God loven, hier ons met onzen God verbonden voelen". Deze Krause is wel als het enfant terrible" terzijde gesteld, maar aan den man, die in zijn PAG. 2 DEGROENE Ne. 1996 Dr. Muller Portretten boek der Mythus des XX Jahrhunderts" van d>> nieuwe wereldbeschouwing zegt ,,die Rassengo bundene Volksseele ist das Masx aller unsei-er Gedankeu, Willenssehnsucht und Handlanger. der letzte Maszstab unserer Werte". Der Gott, den wir verehren, ware nicht, wenn unsere 8eel«» und unser Blut nicht waren". ,,die heilige Stund.xdes Deutschen wird dann eintreten, wenn das Symbol des Erwachens, die Fahne mit dem Zeichen des auisteigenden Lebens das Bekenntnis de,-kommenden Beiches geworden ist", aan dezen man, Alfred Bosenberg, is nog altijd de geestelijke opvoeding van de nationaal socialistische partij toevertrouwd. De kerk heeft te volgen, haar taak zal zijn om dit vergoddelijkte natuurlijke leven te prediken als in overeenstemming met de belijdenis dei Kerk. Scherp treden de consequenties aan den dag, als de Staat het Joodsche ras degradeert tot minderwaardig ras en de Ariërparagraai' invoert en de Kerk dit voorbeeld heeft te volgen. De Franschman Monod had wel gelijk, toen hij zeide, dat de Kerk van Christus als zij dit aan vaardde door deze torped» zou zijn getorpedeerd. Een steeds sterker wordende oppositie protesteert. niet enkel in het buitenland, doch in Duitschland zelf groeit de beweging der Notbund-Pt'arrer. Tegen deze oppositie is met alle kracht te velde getrokken. De vrijheid der Christelijke pers en van het Christelijk Jeugdwerk wordt aan banden gelegd. Predikanten zijn ontzet, synodes ontbonden. van deze week: Dr. Jaeger ten slotte zijn nu ook de geziene evangelische bisschoppen van Wurtenberg en Beieren, Dr. Wurm en Dr. M eiser door de sterke hand van Dr. Jaeger ter zijde gesteld. Het Führer-principe van den Staat wordt autocratisch ook doorgevoerd in de Kerk. Thans schijnt echter een kentering gekomen. Dr. Jaeger is afgetreden, maar de Rijksbisschop Muller handhaaft zich nog. Niemand weet of Hitler ook hem prijs zal geven. Wel kan nu reeds het merkwaardige feit worden geconstateerd, dat in de eeuw, waarin de invloed der Kerk steeds geringer werd en velen met haar niet meer rekenden, het streven van den totalitairen staat om alle machten gelijk te schakelen, te onderwerpen aan zijn. wil en wet, na vele over winningen eindelijk het hoofd gestooten heeft tegen die kerk. Hierin wordt de kracht openbaar van dat Evan gelie, dat Luther op den kandelaar stelde, dat niet Op heidensche wijze de aardsche realiteiten van ras, bloed, bodem, staat en natie vergoddelijkt, doch tot bekeering roept en gehoorzaamheid vraagt van alle machten aan de eischen van Gods konink rijk en als eenigen leider verkondigt Jezus Christus, van wiens erkenning als de Heer" ook in onzen tijd de hervorming van de Kerk en het heil voor de wereld is te wachten. Octóber 1934 De Groene i n leen nieuwen vorm HET is noodltf steeds in goeden vorm" te blijven. Voor een ntensch evengoed ak voor een schijnbaar levenloos voorwerp zooals deze Groene* Immers een krant, een blad een weekblad is terdege iets levends. ledere week wordt De Groene opnieuw geboren. In de metamorfose der tijden neemt een blad af en toe een andere gedaante aan. Todi behoeft de innerlijke waarde daardoor niet veranderd, het karakter niet aangetast te worden. Neen, juist om die innerlijke waarde hoog te houden, om den inhoud fleurig, actueel en vooruitstrevend te doen zijn en hei contact mei onze lezers frisch en zoo mogelijk nóg inniger te maken, blijft het streven van redacteuren en uitgevers er steeds op gericht om met alle nieuwe middelen, die de voortschrijden de techniek ons biedt, juist datgene het snelst en op de beste wijze onder het oog van de lezers te brengen, dat in belangrijkheid en 'actualiteit vooropstaat. Van het voortschrijden der techniek gesproken het blijft een steeds wederkeerende moeilijk heid voor uitgevers en drukker om de technische uitvoering van dit blad goed te houden, neen: beter te maken, en toch ie voldoen aan een steeds toenemende vraag. Het is gemakkelijk genoeg om in couranten-druk te vervatten, maar juist voor een blad als De Groene is een dooreenmengeling van illustraties en tekst een levens-eisch. En ongetwijfeld zouden onze illustraties er hevig onder lijdent wanneer de groote oplage, die een modern weekblad heeft, voor ons een aanleiding zou zijn om tot hei uitgeven van een goedkoop massa-product over te gaan. Maar laten wij U niét met technische details vervelen. Oordeelt zelf. De steeds grooter wordende verspreiding van ona weekblad, de noodzakelijk heid om een grootere oplage te drukken in, als het kan, nog korter tijd, heef t ons nieuwe wegen voorgeschreven. Nieuwe wegen die niet tot een minderet maar tot een betere uitvoering en ver' zorging hebben geleid. En tot een dikker nummer\ mei meer tekst en meer plaats voor de brandende onderwerpen van den dag. DE OPPOSITIE TEGEN HET KABINET-COLIJN De oppositie tegen het kabinet-Colijn berust In de Kamer bij de socialisten, de communisten en enkele kleine groepen en buiten de Kamer bij de katholieke demo craten en de meer of minder fascistisch gezinde groepen. Het zou bedenkelijk zijn, Indien het kabinet die oppositie niet ernstig zou noemen. Gewenscht is, dat de Regeering haar beleid met kracht verdedigt tegenover de aanvallers. Dinsdag 6 November komt de Tweede Kamer bijeen om een aanvang te maken met de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting voor 1035. Men behoeft er niet aan te twijfelen, dat het beleid van het Kabinet-Colijn in verschillende opzichten aan een ernstige critiek zal worden onderworpen. Die critiek zal niet alleen komen van de socialisten en een aantal kleinere groepen, die zich geen enkele reserve behoeven op te leggen, omdat zij geenerlei politieke relaties hebben met de leden van het Kabinet, maar ook de groepen uit de Kamer, die men als de regeeringspartijen zou kunnen aanduiden, zullen een duit m het zakje doen. Van alle kanten hoort men het reeds romme len. Om onze lezers een beeld te geven van dat verzet, hebben wij de vorige week een artikel opgenomen van het lid van de Tweede Kamer H. S. van Houten van de Christelijk Democratische Unie. Buiten de Roomsch Katholieke Staatspartij groeit het verzet van de katholieke democraten onder leiding van Prof. Ver'aart en van Mr. P. Artz. Die actie vindt ook haar weerklank binnen de Katholieke Staatspartij, getuige de onlangs te Amsterdam gehouden protestvergadering, waar de heeren de Bruyn, Andriessen en Steinmetz het woord hebben gevoerd. In het dagblad De Nederlander", dat bijna als het officieele orgaan kan gelden van de Christelijk Historische Unie, wordt een andere partijen combinatie aanbevolen, die blijkbaar neerkomt op het afzijdig laten van den Vrijheidsbond. Men herinnert zich nog uit de moeilijkheden bij de Kabinetsformatie, dat de heer Colijn niet licht bereid gevonden zal worden voor dien wensch te zwichten. DeAntirevolutionnaire partij staat'getrou w achter den leider, maar in die partij blijkt van een verzet van de Hervormde leden, die zich achtergesteld voelen bij de Gereformeerde leden. De Minister van Waterstaat verkondigt in een groote vergadering van den Vrijheidsbond sociale denkbeelden, die in dien kring luide worden toe gejuicht» maar die weinig in overeenstemming lijken met de denkbeelden op dit gebied van de andere leden van het Kabinet. ? In enkele afdeelingen van den Vrijzinnig Democratischen Bond worden moties aangenomen, Waarin aan de Kamerfractie in overweging wordt gegeven tegen de begrooting van defensie te stemmen, wanneer de overwogen bezuiniging van 25 millioen niet tot stand komt. Uiteraard zijn de werkloozen en degenen, die bet slachtoffer zijn van de bezuiniging, weinig over het beleid van het Kabinet te spreken. En de groepen van de bevolking, die door de econo mische maatregelen van het Kabinet gesteund worden, de boeren, en de fabrikanten, die be schermd worden door de contingenteering, klagen, dat de maatregelen niet voldoende doeltreffend zijn. Bij alle opposanten is zich nog onlangs de Vereeniging voor Waarde vast Geld komen voegen, die het vertrouwen ondermijnt in de goud politiek der regeering. Al deze grieven zullen ongetwijfeld by de alge meene beschouwingen over de Staatsbegrooting aan de orde komen. Verdedigt het ministerie zich voldoende? Ik heb het hier ter plaatse herhaaldelijk uit gesproken, dat ik zonder blind te zijn voor de gebreken, die bet huidig Kabinet als alle mensohenwerk vertoont desniettemin van oordeel ben, dat het zittende ministerie het beste is, dat wij onder de huidige omstandigheden konden wenschen. Maar meer dan eens bekruipt mij de vrees, dat het Kabinet zich niet rekenschap geeft van het groeiende verzot en dat het niet met voldoende klem zijn beleid verdedigt. PAC. 3 DS GROENE NÖ. 29H Het heeft een jaar geduurd, nadat het ministerie Colijn was opgetreden, tot een bedrag van 60 millioen gulden voor nieuwe werken Werd be schikbaar gesteld. Het is thans zes maanden ge leden, dat deze beslissing met veel ophef ter kennis van het publiek werd gebracht, maar van de resultaten bemerkt men nog bitter weinig. Zelfs heeft de eerste voorzitter van het Werk fonds 1033, de heer Zaalberg, een man, die zijn sporen op dit gebied heeft verdiend, er den brui aan gegeven en zijn ontslag genomen. Waarom stagneert dit werk en waarom worden ons omtrent de oorzaken der stagnatie en omtrent de plannen, om daaraan een eind te doen komen, geen mededeelingen gedaan? Inderdaad, de heer Colijn heeft het terecht gezegd, dat noodfonds is slechts een lapje voor het bloeden. Met maatregelen als deze lost men de crisis niet op. Het eenige wat men er mede kan bereiken, is den nood een beetje te lenigen. Maar juist met een. noodverband moet men vlug werken. De heer Wibaut heeft onlangs geschreven, dat de regeering nalaat haar beleid tot handhaving van den gouden standaard te verdediger. Prof. Goudriaan, in wien men geloof ik de ziel moet zien van de Vereeniging voor Waardevast Geld, zeide, dat vóór de handhaving van den gouden standaard slechts sentimenteele overwegingen woiden aangevoerd. Die beide beweringen zijn gruwelijk overdreven. Maar juist daarom is het van het grootste belang, dat de regeering haar standpunt ten aanzien van deze kwestie uitvoerig, met goede argumenten en met grooten nadruk uiteenzet. De regeering heeft met goede argumenten, die om voor de hand liggende redenen op de onmiddel lijk belanghebbenden echter niet veel indruk maken, betoogd, dat de steun aan de werkloozen verminderd moest woiden. Hnar beleid in dit opzicht is door een meerderheid in de Tweede Kamer goedgekeurd. Van de zijde der vakvereenigingen wordt be weerd, dat de ondersteunden met w .t hun verstrekt wordt, niet rond kunnen komen en dat er in hun kringen ondervoeding hccrscht. Hier en daar zijn berekeningen gemaakt, die deze beweringen schij nen te staven. Waarom laat de regeer ing niet een onderzoek instellen naar de juisthkd van deze beweringen? Waarom laat zij niet door deskundigen menu's opstellen, die een aanwijzing kunnen zijn voor de huismoeders ? Op het oogenblik, dat ik dit schrijf, is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag, houdende de algemeene beschouwingen over de fcstaatsbegrooting voor 1035, nog niet verschenen. Het is te hopen, dat de regeering in dit staatstuk en bij de mondelinge verdediging van haar beleid in de Twet.de Kamer haar standpunt met goede argu menten, uitvoerig en met grooter nadruk zal verdedigen. Laat zij niet vertrouwen op de juist heid yan het spreekwoord, dat goede wijn geen krans behoeft. De wijnhandelaren zouden haar kunnen vertellen, hoe onjuist die bewering is. Moge binnen kort blijken, dat de regeering haar algemeen beleid verdedigt met denzelfden ijver, waarmede haar Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor zijn nieuwe spelling opkomt. Niets zou bedenkelijker zijn, dan dat de regeering den omvang en den ernst van het tegen haar groeiende verzet zou onderschatten. A. C. JOSEPHUS JITTA De inhoudsopgave staat op pag. 27 es Voortreffelijke chocolade in den vorm van viooltjes. Een specialiteit. RINGERS Lef op den naam t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl