Historisch Archief 1877-1940
- -. -?»-*?
DE DUITSCHE KERKSTRIJD
Ds J. C. Wissing
HET Land van Maarten Luthcr, wiens her
vorming juist weer door do Protestantsche
Kerken is herdacht, trekt zeer de aandacht
der. wereld niet alleen om zijn politieke, doch ook
om zyn kerkerlyke ontwikkeling.
Is deze laatste als een voortgang van Luthers
Hervorming te begroeten of als een bedreiging
en niet enkel bedreiging van haar heiligst*»
goederen ?
De kerkelijke gebeurtenissen in Duitschland
hebbeu een belangstelling in de wereld gewekt
als sinds de dagen van Wittenberg misschien niet
meer het. ge val is geweest. Zij, die in Duitschland
de leiding bij deze gebeurtenissen hebben, waar
doeren deze belangstelling maar matig, al heeft
dan ook de afgevaardigde der Rijkskerkregeering
op de oecumenische Fanö-conferentie der kerken,
in Aug. 1.1. in Denemarken gehouden, toegegeven,
dat het inderdaad hierbij ging om beginselen, die
dieper gezien de ganscho christenheid raakten.
Het tua res agitur", het gaat om uwe zaak",
wordt dan ook terecht van verschillende kanten
geroepen. De hartstochtelijke bede van Prof.
Titius op bovengenoemde conferentie om toch
in vredesnaam zich niet met Duitsche innerlijke
aangelegenheden te bemoeien en de even harts
tochtelijke verzekering, dat het Duitsche volk
zich zelf wel uit de moeilijkheden redden zal, is
begrijpelijk in zooverre de belangstelling inderdaad
niet van zuiveren aard kan zijn, doch in beginsel
verloochent hij toch het bestaan der ne algemeene
Christelijke Kerk, waarvan als n lid lijdt alle
leden medelijden. Bij do vervlochtenheid van het
leven der volken, die eiken dag sterker wordt, is
de beteekenis van hetgeen op welk gebied ook bij
n volk gebeurt niet meer beperkt tot het gebied
Amsterdam verwerpt
opnieuw de loonsverlaging
HET door ons reeds in deze kolommen aange
kondigde Koninklijk Besluit» houdende een
aanmaning van den Amsterdamschen Ge
meenteraad om terug te komen op het besluit,
waarmj de loon voordracht werd verworpen, is op 20 Octó
ber verschenen en op 31 Octóber in den Raad behan
deld. De Raad heeft aan de aanmaning geen
gevolg gegeven: mitsdien blijft de loon voordracht
verworpen. Hiermede heeft de Baad het hoofd
der gemeente, althans volgens art. 143 van de
Grondwet afstand gedaan van zijn bemoeiingen
met de loonen en salarissen van het
gemeentepersoneel, het woord is nu aan de Kroon, welke
aan Burgemeester en Wethouders kan en onge
twijfeld zal ? verzoeken het noodzakelijk besluit
vast te stellen. De verlaging van loonen n sala
rissen en de wijziging in de andere regelingen
van de arbeidsvoorwaarden der ambtenaren en
werklieden komt derhalve toch tot stand, doch
nu niet krachtens een raadsbesluit, doch krach
tens een besluit van Burgemeester en Wethouders,
dat binnenkort wel zal verschijnen. Zal dit besluit
gelijkluidend zijn aan de voordracht? Dat is
op dit oogenblik nog het geheim van de Raad
kamer. Afwijking naar boven of naar beneden
is ongetwijfeld feitelijk mogelijk. .In dit verband
is 't eenigszins pikant, dat de Baad tevens een
motie, waarin uitgesproken werd, dat wijziging
van de in de voordracht opgenomen regeling in
voor het personeel nadeeligen zin werd
verworpen. ?
Het gemeentepersoneel zal intusschen verwach
ten, dat nu spoedig een einde komt aan de onzeker
heid. Alleen het onderwijzend personeel moet de
geheele procedure nog meemaken: de Baad heeft
zónder eenige discussie ook de voordrachten tot
verlaging van de salarissen van het onderwijzend
personeel verworpen. Vermoedelijk komt er nu
wederom een Koninklijk Besluit, houdende aan
maning etc., welke aanmaning wederom (ver
moedelijk) zal worden afgewezen, waarna een
verzoek van de kroon aan Burgemeester en .Wet
houders te verwachten is, om het noodzakelijke
besluit te nemen....
De wetgeving is in ons land nu eenmaal niet
eenvoudig f
Mr. (ï. J. C. D. KROPMAN
binnen do eigen grenzen. Het in vele landen op
levende nationalisme en imperialisme is een gevaar
voor de wereld en ten aanzien van Rusland»
communisme en Roosevelt's economische politiek
kan de rest van de wereld niet zeggen: dat raakt
mij niet.
Evenmin is dit het geval waar het om kerk en.
christendom gaat.
De belangstelling in het buitenland vloeit voort
uit verontrusting, die wordt tot verzet. En dat
achter dit verzet bewust of onbewust een politiek»
verWeer tegen de nationale herleving van Duitsch
land zou werken, is mogelijk, doch wordt onwaar
schijnlijk, wanneer wij zien, dat ook in Duitschland
zelf het verzet zoo hevig is, dat het een kerkstrijd
heeft doen ontbranden als zeker na de Hervorming,
niet is geweest.
Waar gaat het om in dien strijd? Het verzet
gaat niet tegen het streven naar eenheid. Wel
zijn er principieele bezwaren tegen de wijze, waarop
deze eenheid wordt geforceerd, doch wie den
dieperen grond van den tegenstand wil verstaan,
moet dien toch niet hier zoeken.
Reeds vanaf het -begin der 10e eeuw dateert
het verlangen naar eenheid. In 1817 kwam reeds
de Pruisische unie tusschen Lutheranen en Calvi
nisten tot stand.
Dit steeds groeiende verlangen, gevoed door
de ervaringen van millioenen in de loopgraven,
die daar het ne Lutherlied zongen, leidde dan
ook in 1922 tot de oprichting van den Duitschen
Evangelischen Kerkenbond, die tusschen de 28
landskerken een zekere samenwerking mogelijk
maakte. Niet tegen de idee van de ne Duitsche
Rijkskerk, of van den nen Rijksbisschop gaat
de strijd. Tenslotte ook niet tegen het
nationaalsocialisme als zoodanig of tegen Hitler. Daarvoor
is Wel sprekend bewijs, dat bij de bekende volks
stemming van 10 Augustus 1034 het sterk Evange
lische Würtemberg een cijfer van ja"stemmers
behaalde, dat het rijksgemiddelde ver te boven
ging n.l. van 93J%.
De strijd in Duitschland gaat om de suprematie
van deu staat o ver de kerk. Het eeuwenoude conflict
kerk-staat is weder in alle scherpte uitgebroken,
waarbij de vrijheid van de kerk en hare Evangelie
verkondiging in het geding is.
Toen 30 Jan. 1030 Adolf Hitler door een over
weldigende meerderheid tot rijkskanselier werd
gekozen en daarmee het nationaal-socialisme tot
heerschappij kwam. scheen het eerst, alsof de
geweldige politieke omkeer de kerk ongemoeid
zou laten, doch spoedig zou blijken, dat ook de
christelijke kerk in de nationale vernieuwing zou
moeten worden betrokken en gelijkgeschakeld
moest worden tot den dienst van den nieuwen
Duitsch-natioualistischen staat. De Duitsche
Christenen" stelden den eisch: ,,Wij eischen gelijk
schakeling der Kerk". Martin Götz schreef: de
staat heeft ook de heerschappij over de zielen en
laat de kerk daaraan slechts deelnemen".
Deze uitlating is typeerend. De wereldbeschou
wing van het uit bloed, ras en bodem oplevende
Derde Rijk wordt het hoogste goed. Het verzet
breekt eigenlijk pas los, als Dr. Krause nu ter
zijde gesteld in zijn rede van .13 November
1033 in h,et Sportpaleis te Berlijn eisch t een
Duitsche volkskerk, die ruimte laat voor een
artgemaszes" ervaren van God, eischt bevrijding
van al het onduitsche in de godsdienstoefening en
de belijdenis, bevrijding van het Oude Testament
met zijn Joodsche loonmoraal en zegt; Wanneer
wij uit de Evangeliën dat nemen, hetgeen tot
onze Duitsche harten spreekt, dan komt het
wezenlijke der Jezus-leer klaar en duidelijk aan
het licht, dat zich daarop mógen wij trotsch
zijn restloos dekt met de eischen van het natio
naal-socialisme".
Het Evangelie kan gebruikt worden voprzoover
bet zich dekt met de idealen van den nieuwen
staat! Daarom aldus Krause moeten wij
ons ook wachten voor het overdreven naar voren
brengen van den Gekruisigde". Jezus wordt tot
de heldische" Heiland en de heilige plaatsen"
voor de Duitsche Christenen moeten niet allereerst
Jeruzalem en Bethlehem zijn, maar ,',de
bloeddoordreukte plaatsen, waar de offers van den Duitschen
vrijheidsstrijd met hun bloed dezen
Heimatboden" hebben gedrenkt. Hier willen wij God
loven, hier ons met onzen God verbonden voelen".
Deze Krause is wel als het enfant terrible"
terzijde gesteld, maar aan den man, die in zijn
PAG. 2 DEGROENE Ne. 1996
Dr. Muller
Portretten
boek der Mythus des XX Jahrhunderts" van d>>
nieuwe wereldbeschouwing zegt ,,die Rassengo
bundene Volksseele ist das Masx aller unsei-er
Gedankeu, Willenssehnsucht und Handlanger.
der letzte Maszstab unserer Werte". Der Gott,
den wir verehren, ware nicht, wenn unsere 8eel«»
und unser Blut nicht waren". ,,die heilige
Stund.xdes Deutschen wird dann eintreten, wenn das
Symbol des Erwachens, die Fahne mit dem Zeichen
des auisteigenden Lebens das Bekenntnis
de,-kommenden Beiches geworden ist", aan dezen
man, Alfred Bosenberg, is nog altijd de geestelijke
opvoeding van de nationaal socialistische partij
toevertrouwd.
De kerk heeft te volgen, haar taak zal zijn om
dit vergoddelijkte natuurlijke leven te prediken
als in overeenstemming met de belijdenis dei
Kerk. Scherp treden de consequenties aan den
dag, als de Staat het Joodsche ras degradeert
tot minderwaardig ras en de Ariërparagraai'
invoert en de Kerk dit voorbeeld heeft te volgen.
De Franschman Monod had wel gelijk, toen hij
zeide, dat de Kerk van Christus als zij dit aan
vaardde door deze torped» zou zijn getorpedeerd.
Een steeds sterker wordende oppositie protesteert.
niet enkel in het buitenland, doch in Duitschland
zelf groeit de beweging der Notbund-Pt'arrer.
Tegen deze oppositie is met alle kracht te velde
getrokken. De vrijheid der Christelijke pers en
van het Christelijk Jeugdwerk wordt aan banden
gelegd. Predikanten zijn ontzet, synodes ontbonden.
van deze week: Dr. Jaeger
ten slotte zijn nu ook de geziene evangelische
bisschoppen van Wurtenberg en Beieren, Dr. Wurm
en Dr. M eiser door de sterke hand van Dr. Jaeger
ter zijde gesteld. Het Führer-principe van den
Staat wordt autocratisch ook doorgevoerd in de
Kerk.
Thans schijnt echter een kentering gekomen.
Dr. Jaeger is afgetreden, maar de Rijksbisschop
Muller handhaaft zich nog. Niemand weet of Hitler
ook hem prijs zal geven.
Wel kan nu reeds het merkwaardige feit worden
geconstateerd, dat in de eeuw, waarin de invloed
der Kerk steeds geringer werd en velen met haar
niet meer rekenden, het streven van den
totalitairen staat om alle machten gelijk te schakelen,
te onderwerpen aan zijn. wil en wet, na vele over
winningen eindelijk het hoofd gestooten heeft
tegen die kerk.
Hierin wordt de kracht openbaar van dat Evan
gelie, dat Luther op den kandelaar stelde, dat niet
Op heidensche wijze de aardsche realiteiten van
ras, bloed, bodem, staat en natie vergoddelijkt,
doch tot bekeering roept en gehoorzaamheid vraagt
van alle machten aan de eischen van Gods konink
rijk en als eenigen leider verkondigt Jezus Christus,
van wiens erkenning als de Heer" ook in onzen
tijd de hervorming van de Kerk en het heil voor
de wereld is te wachten.
Octóber 1934
De Groene i n leen nieuwen vorm
HET is noodltf steeds in goeden vorm" te
blijven. Voor een ntensch evengoed ak
voor een schijnbaar levenloos voorwerp
zooals deze Groene* Immers een krant, een blad
een weekblad is terdege iets levends.
ledere week wordt De Groene opnieuw geboren.
In de metamorfose der tijden neemt een blad af
en toe een andere gedaante aan. Todi behoeft de
innerlijke waarde daardoor niet veranderd, het
karakter niet aangetast te worden. Neen, juist
om die innerlijke waarde hoog te houden, om den
inhoud fleurig, actueel en vooruitstrevend te doen
zijn en hei contact mei onze lezers frisch en zoo
mogelijk nóg inniger te maken, blijft het streven
van redacteuren en uitgevers er steeds op gericht
om met alle nieuwe middelen, die de voortschrijden
de techniek ons biedt, juist datgene het snelst en
op de beste wijze onder het oog van de lezers te
brengen, dat in belangrijkheid en 'actualiteit
vooropstaat.
Van het voortschrijden der techniek gesproken
het blijft een steeds wederkeerende moeilijk
heid voor uitgevers en drukker om de technische
uitvoering van dit blad goed te houden, neen:
beter te maken, en toch ie voldoen aan een steeds
toenemende vraag. Het is gemakkelijk genoeg
om in couranten-druk te vervatten, maar juist
voor een blad als De Groene is een
dooreenmengeling van illustraties en tekst een levens-eisch. En
ongetwijfeld zouden onze illustraties er hevig
onder lijdent wanneer de groote oplage, die een
modern weekblad heeft, voor ons een aanleiding
zou zijn om tot hei uitgeven van een goedkoop
massa-product over te gaan.
Maar laten wij U niét met technische details
vervelen. Oordeelt zelf. De steeds grooter wordende
verspreiding van ona weekblad, de noodzakelijk
heid om een grootere oplage te drukken in, als
het kan, nog korter tijd, heef t ons nieuwe wegen
voorgeschreven. Nieuwe wegen die niet tot een
minderet maar tot een betere uitvoering en ver'
zorging hebben geleid. En tot een dikker nummer\
mei meer tekst en meer plaats voor de brandende
onderwerpen van den dag.
DE OPPOSITIE TEGEN HET
KABINET-COLIJN
De oppositie tegen het kabinet-Colijn
berust In de Kamer bij de socialisten, de
communisten en enkele kleine groepen en
buiten de Kamer bij de katholieke demo
craten en de meer of minder fascistisch gezinde
groepen. Het zou bedenkelijk zijn, Indien het
kabinet die oppositie niet ernstig zou noemen.
Gewenscht is, dat de Regeering haar beleid
met kracht verdedigt tegenover de aanvallers.
Dinsdag 6 November komt de Tweede Kamer
bijeen om een aanvang te maken met de algemeene
beschouwingen over de Staatsbegrooting voor
1035. Men behoeft er niet aan te twijfelen, dat
het beleid van het Kabinet-Colijn in verschillende
opzichten aan een ernstige critiek zal worden
onderworpen. Die critiek zal niet alleen komen
van de socialisten en een aantal kleinere groepen,
die zich geen enkele reserve behoeven op te leggen,
omdat zij geenerlei politieke relaties hebben met
de leden van het Kabinet, maar ook de groepen
uit de Kamer, die men als de regeeringspartijen
zou kunnen aanduiden, zullen een duit m het zakje
doen. Van alle kanten hoort men het reeds romme
len. Om onze lezers een beeld te geven van dat
verzet, hebben wij de vorige week een artikel
opgenomen van het lid van de Tweede Kamer
H. S. van Houten van de Christelijk Democratische
Unie.
Buiten de Roomsch Katholieke Staatspartij
groeit het verzet van de katholieke democraten
onder leiding van Prof. Ver'aart en van Mr. P. Artz.
Die actie vindt ook haar weerklank binnen de
Katholieke Staatspartij, getuige de onlangs te
Amsterdam gehouden protestvergadering, waar
de heeren de Bruyn, Andriessen en Steinmetz het
woord hebben gevoerd.
In het dagblad De Nederlander", dat bijna als
het officieele orgaan kan gelden van de Christelijk
Historische Unie, wordt een andere partijen
combinatie aanbevolen, die blijkbaar neerkomt
op het afzijdig laten van den Vrijheidsbond. Men
herinnert zich nog uit de moeilijkheden bij de
Kabinetsformatie, dat de heer Colijn niet licht
bereid gevonden zal worden voor dien wensch te
zwichten.
DeAntirevolutionnaire partij staat'getrou w achter
den leider, maar in die partij blijkt van een verzet
van de Hervormde leden, die zich achtergesteld
voelen bij de Gereformeerde leden.
De Minister van Waterstaat verkondigt in een
groote vergadering van den Vrijheidsbond sociale
denkbeelden, die in dien kring luide worden toe
gejuicht» maar die weinig in overeenstemming
lijken met de denkbeelden op dit gebied van de
andere leden van het Kabinet. ?
In enkele afdeelingen van den Vrijzinnig
Democratischen Bond worden moties aangenomen,
Waarin aan de Kamerfractie in overweging wordt
gegeven tegen de begrooting van defensie te
stemmen, wanneer de overwogen bezuiniging van
25 millioen niet tot stand komt.
Uiteraard zijn de werkloozen en degenen, die
bet slachtoffer zijn van de bezuiniging, weinig
over het beleid van het Kabinet te spreken. En
de groepen van de bevolking, die door de econo
mische maatregelen van het Kabinet gesteund
worden, de boeren, en de fabrikanten, die be
schermd worden door de contingenteering, klagen,
dat de maatregelen niet voldoende doeltreffend zijn.
Bij alle opposanten is zich nog onlangs de
Vereeniging voor Waarde vast Geld komen voegen,
die het vertrouwen ondermijnt in de goud politiek
der regeering.
Al deze grieven zullen ongetwijfeld by de alge
meene beschouwingen over de Staatsbegrooting
aan de orde komen.
Verdedigt het ministerie zich voldoende?
Ik heb het hier ter plaatse herhaaldelijk uit
gesproken, dat ik zonder blind te zijn voor de
gebreken, die bet huidig Kabinet als alle
mensohenwerk vertoont desniettemin van oordeel
ben, dat het zittende ministerie het beste is, dat
wij onder de huidige omstandigheden konden
wenschen. Maar meer dan eens bekruipt mij de
vrees, dat het Kabinet zich niet rekenschap geeft
van het groeiende verzot en dat het niet met
voldoende klem zijn beleid verdedigt.
PAC. 3 DS GROENE NÖ. 29H
Het heeft een jaar geduurd, nadat het ministerie
Colijn was opgetreden, tot een bedrag van 60
millioen gulden voor nieuwe werken Werd be
schikbaar gesteld. Het is thans zes maanden ge
leden, dat deze beslissing met veel ophef ter
kennis van het publiek werd gebracht, maar van
de resultaten bemerkt men nog bitter weinig.
Zelfs heeft de eerste voorzitter van het Werk
fonds 1033, de heer Zaalberg, een man, die zijn
sporen op dit gebied heeft verdiend, er den brui
aan gegeven en zijn ontslag genomen. Waarom
stagneert dit werk en waarom worden ons omtrent
de oorzaken der stagnatie en omtrent de plannen,
om daaraan een eind te doen komen, geen
mededeelingen gedaan?
Inderdaad, de heer Colijn heeft het terecht
gezegd, dat noodfonds is slechts een lapje voor
het bloeden. Met maatregelen als deze lost men de
crisis niet op. Het eenige wat men er mede kan
bereiken, is den nood een beetje te lenigen. Maar
juist met een. noodverband moet men vlug werken.
De heer Wibaut heeft onlangs geschreven,
dat de regeering nalaat haar beleid tot handhaving
van den gouden standaard te verdediger. Prof.
Goudriaan, in wien men geloof ik de ziel moet
zien van de Vereeniging voor Waardevast Geld,
zeide, dat vóór de handhaving van den gouden
standaard slechts sentimenteele overwegingen
woiden aangevoerd.
Die beide beweringen zijn gruwelijk overdreven.
Maar juist daarom is het van het grootste belang,
dat de regeering haar standpunt ten aanzien van
deze kwestie uitvoerig, met goede argumenten
en met grooten nadruk uiteenzet.
De regeering heeft met goede argumenten, die
om voor de hand liggende redenen op de onmiddel
lijk belanghebbenden echter niet veel indruk
maken, betoogd, dat de steun aan de werkloozen
verminderd moest woiden. Hnar beleid in dit
opzicht is door een meerderheid in de Tweede
Kamer goedgekeurd.
Van de zijde der vakvereenigingen wordt be
weerd, dat de ondersteunden met w .t hun verstrekt
wordt, niet rond kunnen komen en dat er in hun
kringen ondervoeding hccrscht. Hier en daar zijn
berekeningen gemaakt, die deze beweringen schij
nen te staven.
Waarom laat de regeer ing niet een onderzoek
instellen naar de juisthkd van deze beweringen?
Waarom laat zij niet door deskundigen menu's
opstellen, die een aanwijzing kunnen zijn voor de
huismoeders ?
Op het oogenblik, dat ik dit schrijf, is de memorie
van antwoord op het voorloopig verslag, houdende
de algemeene beschouwingen over de
fcstaatsbegrooting voor 1035, nog niet verschenen. Het is
te hopen, dat de regeering in dit staatstuk en bij
de mondelinge verdediging van haar beleid in de
Twet.de Kamer haar standpunt met goede argu
menten, uitvoerig en met grooter nadruk zal
verdedigen. Laat zij niet vertrouwen op de juist
heid yan het spreekwoord, dat goede wijn geen
krans behoeft. De wijnhandelaren zouden haar
kunnen vertellen, hoe onjuist die bewering is.
Moge binnen kort blijken, dat de regeering
haar algemeen beleid verdedigt met denzelfden
ijver, waarmede haar Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen voor zijn nieuwe
spelling opkomt. Niets zou bedenkelijker zijn, dan
dat de regeering den omvang en den ernst van het
tegen haar groeiende verzet zou onderschatten.
A. C. JOSEPHUS JITTA
De inhoudsopgave staat op pag. 27
es
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGERS
Lef op den naam t