Historisch Archief 1877-1940
TURF IN HUN RANSEL?
Mr. M. Kann
Vrede of oorlog: onzekere toekomst
E 11 wordt voel over een naderenden oorlog
gesproken. In Duitschland, zoowel als in
Frankrijk en Engeland. Vooral in laatst
genoemd land is dit thema een onderwei-p van
dagelijksch gesprek on politieke polemiek. Lloyd
(ieorge heeft de verschrikkingen en de dwaasheid
van een toekomstigen wereldoorlog afgeschilderd
en gezegd dat ,,de kinderen in de loopgraven zou
den staan". Hij bedoelde daarmee te zeggen, dat de
burgerbevolking evenveel te lijden zou hebben
als de combattanten. En hij vond dat de tegen
woordige regeering niet uilen deed om een oorlog
te vermijden. Lord Beaverbrook, de couranten
magnaat, heeft oen tentoonstelling geopend in
Dorland House waar met reusachtige foto's de
afgrijselijkheden van den oorlog duidelijk wordt
gedemonstreerd. Zijn bedoeling was een 7eer
reactionair soort pacifisme: laat Engeland daar
buiten blijven. Laat het ,,continent" ondergaan
in den heksenketel. Engeland moet zich niet
embrouüleeren. Terug naar de splendid-isolation
politiek! Generaal Smuts ten leste, de Zuid-Afri
kaan, heeft gezegd dat men niet zooveel over
oorlog moest spreken. Juist de angst zou het
gevaar wakker roepen.
Nog roezemoezen in en buiten de couranten de
debatten na. Men kan hen alle drie gelijk geveu
en het toch met ieder, stuk voor stuk, oneens zijn.
Ze hebben, ieder van eigen zienswijze gezien.
alle drie gelijk. Inderdaad heeft de Britsche regee
ring, toen Baldwin zei, dat Eugeland's grenzen aan
den Rijn lagen, te kennen gegeven dat men zich op
een gegeven oogenblik genoodzaakt zou kunnen
zien, in. te grijpen. Dat was een zeer duidelijk drei
gement tegen Duitschland, voor het geval dat
Frankrijk zou worden aangevallen en het verdrag
van Lorarno zou worden geschonden. Daardoor
is Engeland, krachtens de internationale overeen
komsten, gebonden voor Frankrijk in de bres te
springen. En liet was zeel' nuttig dat te laten uit
komen, juist om Duitschland in toom te houden.
Maar is het wel zeker dat een dergelijke
stellingname het gevaar verkleint zooals ongetwijfeld
de bedoeling was?of draagt het er toe. bij om het
gevaar te vergrooten?1 Dat schijnen Lloyd Ueorge
en Smuts te denken. Daarmee geven zij toe dat
liet gevaar, in abstracto, reeds bestaat. En dat.
'dit'?geprikkeld" wordt door'er op dien toon over
te, praten. Het is mogelijk. Maar die redeneering
lijkt toch wel heel veel op struisvogelpolitiek. Nog
minder serieus is de luidruchtige actie van Beaver
brook. die wars is van Volkenbond s- en.
Saar-probleiueii en een zoo sterk mogelijke bewapening
propageert, uit defensief oogpunt dan altijd.
In Frankrijk wordt er op den heerschenden inter
nationalen staat van onrust geheel anders gerea
geerd, l'iterlijk.en inde gebeurtenissen van den dag.
staan daar do binnenlandsche problemen op den
voorgrond. Men vergeet het andere niet. maar men
zwijgt er over. In de internationale sfeer blijken
de wisselende lotgevallen Van Fransche kabinetten
nooit die gevolgen te hebben, die men daarvan
zou kunnen verwachten. In de leiding der
bvitenlaudsche politiek blijft steeds n lijn en de minister
van Buitenlandse!) e Zaken. La val, heeft wel blijk
gegeven zich weinig aan te trekken van het tuime
len en verschuiven fier ministerzetels om hem heen.
Dit is eerder een teeken dat men er wel degelijk
rekening houdt met de mogelijkheid dat ernstige
gebeurtenissen op til zouden zijn.'
De Inhoudsopgave staat op pag. 27
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een
specialiteit.
RINGERS
Let op den naam f
Ernstige gebeurtenissen? Welke? Er is
maar n kwade kans, die gevreesd wordt.
Sinds dezen zomer > en de geheele
Volkenbonds vergader ing in September stond
onder den druk van dit denkbeeld vree
zen sommigen een overval van Duitsch
land, vreezen sommigen dat de agressi
viteit van de nationaal-socialisten het
zal winnen van alle andere overwegingen,
dat de van een idee-f ixo bezeten horden
zich zullen uitstorten overde
West-Europeesche vlakten. Het ontbreekt dengenen, die
zoo redeneeren, waarlijk niet aan gronden
om hun vrees te motiveeren en om hun
sombere voorspellingen een ernst!gen klank
te geven. En het kan niet ontkend wor
den, dat wat zij te zeggen hebben mér
betrekking heeft op de realiteit en het
dagelijksch gebeuren, dan die gratuite thesen
waarmee Engélsche grootheden hun kran
ten volschrijven en hun regeering trachten
tegen te spreken.
Duitschland bewapent zich niet het
bereidt zich op een oorlog voor. Een heel
volk wordt op dit ooyenblik geëncadreerd
voor het geval, dat..." De geheele industrie
wordt, schematisch en op papier, ge- *~~~
mobiliseerd, voor ,,het geval, dat...."
Meer dan het fabriceeren van geschut, munitie en
vliegmachines, meer dan het oefenen van de ge
heele weerbare bevolking, zijn het de symptomen
op het terrein van de industrieele en economische
organisatie, die tot zooveel onrust en sombere
voorspellingen aanleiding hebben gegeven. Onder
het motto van werkverschaffing zijn de zaken zóó
ingericht dat arbeiders onder vijf en twintig jaar
niet aan bod komen en déoudere wel, waardoor
eenerzijds de industrie zich automatisch instelt op
het vervullen van haar regelmatige functie met een
personeel-bezetting die door een mobilisatie niet
ernstig geschaad wordt.?en anderzijds een kunst
matig hoog contingent wordt gevormd, dat af
vloeit naar de arbeidsdienstkampen. Maar dat
niet alleen. Onder welkon gezichtshoek men het
industrieel en economisch leven daar ook bekijkt,
telkens wordt het weer duidelijk dat er maar n
antwoord is op de steeds terugk'eerende vraag
waarom in een of anderen tak Van bedrijf, economi
sche of'industrieele. organiseering van het land de
zaken zoo zijn ingericht als 'M', zijn c-n dat ant
woord is: voor het geval van oorlog. Niet alleen is
met do personeel-bezetting der industrie daarmee
rekening gehouden, de geheele industrieolu pro
ductie is er op gericht. En voorzoover hot noodig
is andere zaken te produceeren heeft toch ieder
bedrijf, dank zij de nationaal-sociaüstische orga
nisatie,, zijn industrieel mobilisatie-plan in geze
gelde enveloppen klaar liggen in de gelijkgescha
kelde directie-bureaux. En van hoe uitnemend
belang de industrieele productie is. volstrekt niet
alleen op het terrein van geschut en munitie, maar
evenzeer in de textiel-industrie en die van gecon
serveerde levensmiddelen, kortom overal ^- weet
dat niet iedereen?
Maar daarmee zijn nog niet alle kanten van
de zaak beschouwd. Weer een anderen kant van het
bedrijfsleven willen wij bekijken. Wat we zien, is
het zelfde. De grondstoffenvoorziening is in hoofd
zaak gericht op óorlogsvoorziening. De statistieken
bewijzen dit. De export Wordt er aan opgeofferd.
Reeds zoo vaak is daar in deze kolommen op ge
wezen, dat wij kunnen volstaan met daar nu vluch
tig overheen te loopen.
Toch blijkt hier wér een heel hoofdstuk van het
economisch leven onverbrekelijk aan vast te zitten:
de financieele relaties met het buitenland en de
credietwaardigheid van het Rijk. Wat hier willens
en wetens, wordt opgeofferd zal geslachten lang
niet te herstellen, zijn. Het zou volkomen onver
klaarbaar zijn, men zou moeten concludeeren niets
te kunnen begrijpen van de leiders der Duitsche
economische en financieele politiek, die na enkele we
ken zich niet meer aan pas gemaakte internationale
afspraken blijken te storen, wanneer niet telkens
dezelfde sleutel de duiding van de geheimzinnige
warwinkel bracht en den toestand leesbaar maakte.
En die duiding is: vóór alles de economische mobi
lisatie als het niet anders kan (en het kan niet
andere), dan maar .met opoffering van alle g
regelPAG. 1 DE GROENE No. 2998
Minister Colijn
de relaties, van al het buitenlandsch crediet, zaken
die trouwens toch later opnieuw zouden moeten
worden opgebouwd, voor het geval, dat
Komt, in dit licht bezien, de vrees die zoovelen
koesteren ons ook begrijpelijk voor, een strikt
De Nobelprijs
PIRANDELLO heeft zijn Nobelprijs ge
kregen zooals het meer niet wereldsche
eerbewijzen gaat: niet direct post
mortem maar dan toch1 wel een heel eind na zijn
hoogtepunt. Indien thans weer ineens de zoek
lichten der wereld op dezen typischen
mephistophelischen denkerskop met de trekken van een
schoolmeester gelicht worden, dan kan men
zich daarover slechts verheugen, omdat na
een tijd van grenzelooze overschatting, een tijd
van nog grenzeloozer onderschatting gevolgd is.
Pirandello kan er zich niet over beklagen.
te laat begrepen te zijn. Hij kwam ter rechter
tijd. In de ontwrichting van na den oorlog
speelde hij de rol van den geshellshocktei.
dramaticus. De tic in zijn hersens, het psy
chisch relativisme, het systeem van denken
dat mét de gangbare leugen van ons bestaan
en vooral met het idealisme? der illusie geen
genoegen meer nam, viel samen met de zucht
der nienschen naar een straalbreking van den
horizon, een eindeloozer oneindigheid, ziel'
verliezend in speculatieve problemen en di
gansche scepsis van ons bestaan. Het is nooit
mogelijk geweest, een rationeele mystiek te
scheppen, maar het is wel mogelijk, de scepsis
op irrationeele basis te stellen. En tenslotte
liggen beiden niet zoover van elkaar af.
Evenals Faust, peinzend over de
aanvangswoorden van het Johannes-evangelie, tenslotte
in een woord-verandering zijn twijfel aan den
geldenden norm zag uitgedrukt, zoo heeft
Pirandello zich als het ware op Cartesius aan
het broeden gezet: cogito, ergo sum? Neen!
Ik denk ondanks het feit dat ik besta ! Ik kan
mij zelf zien leven achter het masker van deiV.
eeuwig vastgestelden en derhalve doodeu
vorm. Het dualisme tusschen zijn en erkennen
laat alle vormen van tweestrijd tegen hel
masker open: openlijke opstand, huichelarij.
compromis en spiegelduel.
Met het gekwelde pessimisme, waarmee d-*
geboren scepticus de beantwoording van allo
uiteindelijke \Tagen openlaat en slechts zijn
lust koelt aan de vernietiging van het voor
handene, heeft Pirandello, de topneelscluïjver.
Luigi Pirandello
l.ewijs dat onherroepelijk de baaierd opnieuw zal
losbarsten, is het niet. Zonder eenigen twijfel zijn
? r sterke krachten in het nationaal-socialisme
werkzaam, die regelrecht op oorlog aansturen.
siet alleen sommige personen doen dit. Wij houden
net voor zeer waarschijnlijk (en onze inlichtingen
Bevestigen dat ook), dat Göring niets liever zou
voor Pirandello
? ? ? dramatisch novellist, bewust afstand gedaan
\ i u ds verzachtende fantasie van den dichter
"ii heul te zoeken bij het opjagend fantoom
v, i n den dóórdenker. Het beginsel der
kcnnistl "orie is de waarneming op grond van enkele
a\ ioma's, waar zonder geen systeem van denken
n n igelijk ware, evenmin als wiskunde. Maar
wanneer Pirandello, als een Einstein in zijn
s> ort, plotseling een dier axioma's op losse
s h roe ven stelt en betoogt dat de realiteit
/.i' h slechts relatief van den droom onderscheidt
e. dat droomcn, indien zij geregeld zouden
t i ug keeren,- voor het fundamenteel
compron.'r? dat wij waarneming noemen, niet zouden
<> ulerdoen, dan veroorlooft hem dat een
psychol'-isch relativisme, waarvan het aantal
varia11* s (mits op n thema) legio is. Ik ben niet
(li- ik ben, ik ben die waarvoor een ander mij
If-iidt of die ander is niet, waarvoor ik hem
li' id.... op zoo'n manier plaatst Pirandello
il gemeenschap der menschen en hun
onderli ?-có verhoudingen tusschen pijnigende
lachsj egels, waaruit zijn grimmige, droge, bittere
tr-.inor (die altijd een tragisch, grondeloos fond
'??';ft) geboren wordt. Het is typeerend voor
'i schrijver, die altijd zijn stukken vanuit
'M gepreoccupeerd denken componeert, dat
? i voor de elementen van zijn compositie
tuggrijpt naar het melodrama: daar waar de
?reld zelf het overtuigendst meende te staan.
i'irandello's motieven groepeeren zich rondom
'? draak": de obsessie, gematerialiseerd, is
'tijd de obsessie van de burgerlijke begrippen
eer, fatsoen, kuischheid, moraal. Dat
'?'??ft al zijn menschen iets van zich
afmarte>n<le Don Quichotten, maar immer en altijd
!? v nd genoeg om in hun heviger,
bliksema. Ktige belichting het masker van onszelf
.te herkennen. Al ware het slechts omdat
do denker, die tegen zijn eigen denken in
opstond komt, in zijn beste werk ook terug
grijpt naar het grooter rythme van een in
stuwing gebracht, diep, edel en onaantastbaar
gebleven gevoel; dat boven en buiten alle
ratio uitgaat en boven den storm uitschreeuwt
als een meeuw in nood. HENRIK SCHOLTE
weiischen. Maar ook de strekking, het
onwillekeurig maar daarom niet minder
onafwendbaar resultaat van bepaalde
stroomingen, stuwt machtig in die richting.
Wij hebben vroeger het nationaal-socia
lisme aangeduid als een massa-ziekte. En
op kenmerkende pathologische symptomen
gewezen, die precies overeenstemden met
de afwijkingen die een geestesziek indi
vidu vertoont. Speciaal op de verschijnselen
van herhalingsdwang wezen wij, die het
droombeeld van de groote tijd" weer
moeten optooveren en die de heele toon
ladder doorloopen van tastbare zaken zoo
als de schamele nood en zelf gewilde
blokkade tot de hersenschim der paranoïde
hoovaardij tegenover alles wat vreemd of
vreemdrassig" is. Wij spraken toen over
een ziek volk. Maar een geheel volk blijft
niet ziek, evenmin al» op den langen duur
de opbouw in een doorloopende periode
van vrede van een slechts op oorlog en
dus niet op welvaart gerichte economie
zich zelf kan blijven handhaven.
Met een ideaal voor oogen, als de ver
dediging van het Vaderland (want iedere
oorlog [ziet er uit als een verdediging van
het Vaderland), met het 'élan en de wrok,
gewekt door het verlies van eigen bloed, van
eigen zonen, kan een geheel volk worden
opgezweept om die ellende, die sociale
verarming te dragen, die een slechts op
oorlog gerichte huishouding onherroepelijk
meebrengt. De weerstand waartoe het
Duitsche volk in den wereldoorlog, werd
opgezweept, duurde vier jaar. Toegegeven
de omstandigheden waren toen veel
" slechter door de volkomen afsluiting der
blokkade. Maar ook het andere element,
het enthousiasme, het ideaal, was veel reëeler.
Och, een vergelijking gaat niet op. De factoren
aan beide kanten zijn anders, geringer, minder
reëel. Hebben we niet te doen met een verschijnsel
dat op zich zelf minder reëel is? Dat meer het
. karakter heeft van een uiting van
herhalings[ dwang, van een symboolhandeling, zij het dan
een groote en in alle economische diepten
doorgrijpende symboolhandeling, die de patho
logische functie heeft Illusie te scheppen, de illusie
van een strijdbaar en zegevierend Rijk eerder
dan de werkelijkheid van een strijdend en zeer
zeker tot den ondergang gedoemd, van den
cultuurbodem weggevaagd Midden-Europa ? Wie
zal het zeggen...
Want de dwangmatige herhal i ngszucht, hoe
pathologisch ook, kan toch wel degelijk tot ern
stige, feitelijke, en rampspoedige gebeurtenissen
aanleiding geven. De destructieve krachten zijn
óók reëel aan het werk.
Onrustbarend lijkt het Saar-steekspel, onrust
barend vooral daarom, omdat het duidelijk is dat
de Nazi-pers het Duitsche volk opzettelijk onjuist
heeft voorgelicht en over een dreigenden aanval
sprak. Er is dus reeds voor een gerechtvaardigde"
reden gezorgd, die nien boeren en burgers kan
wijsmaken, wanneer men hen voor het Vaderland
te wapen roept. Men zoekt daar geen oorlog, maar
als hij toch mocht komen, dan is er vast een
excuus.
Maar hoe het ook zij, er zijn even goed andere
krachten werkzaam. Juist in Duitschland beseffen
velen reeds het gevaar 'dat dreigt door déopstu
wende krachten die wellicht over eenigen tijd
internationaal niet meer aan banden zijn te leggen.
In goed ingelichte kringen hoort men dat de
Rijksweer ruien absoluut verzet tegen agressieve plannen.
De werkelijke soldaat weet beter dan de
fantasieveldheer, dat Duitschland op dit oogenblik geen
zekere kans op een overwinning heeft. Wel kan
een onverhoedsche overval met lucht- en chemi
sche strijdmiddelen een situatie scheppen die
aanlokkelijk" lijkt, maar daarmee is nog niet
gezegd, dat Duitschland dan ook in staat zal zijn
den oorlog tot het einde toe te voeren. n modernen
oorlog blijven voeren, is - wat de
grondstoffenvoorziening betreft - een heel ander probleem
als een oorlog beginnen. '
V ', '?. :? ?'? '? ' ?*.*? '? ' ;. . . ?' '??
Schetsmatig kan men het zóó voorstellen: in
Duitschland zijn twee tegenover gestelde krachten
bezig. Aan den eenen kant de ongerust geworden
Rijksweer-grootheden, de oude diplomatie, en
de internationale handel en industrie, aan den
anderen kant de avonturiers en beethoofden uit
het nationaal-socialisme, de uit den grond gestamp
te oorlogsvliegerij, de laboranten van het gas en
den bacteriènstrijd. In evenwicht gehouden door
aarzelende en experimenteerende politici, in de
allereerste plaats door den als dictator zoozeer
PAG, 3 DE GROENE Ne. 29tt
Van het binnenhof
De regeering dient van repliek
DE algemeene 'beschouwingen over de
Staatsbegrooting voor 1935 in de Tweede Kamer
zijn in een minimum tijd voltooid. Over de
werkwijze van dat college valt in dit opzicht slechts
te roemen, De regeering heeft haar standpunt met
kracht en nadruk verdedigd. De bladen der oppo
sitie vonden de wijze, waarop de regeering dat
deed, getuigen van weinig enthousiasme. Hoe kon
het echter anders? De regeering neemt de vele
onaangename maatregelen, waarvoor zij de verant
woordelijkheid draagt, niet met vreugde, maar
omdat zij meent, dat het niet anders kan.
Van drieërlei zijde bleek voor het Kabinet gevaar
te duchten.
Wel het meest van den kant der
RoornschKatholieke Staatspartij en in het bijzonder voor
wat betreft de sociale en economische politiek der
regeering. Geklaagd werd over de verlaging van
den steun, die in sommige gemeenten de grenzen
van het geoorloofde zou hebben overschreden, en
over den te geringen voortgang met de werkver
schaffing, met name ten aanzien van het Werk
fonds 1033. Die beide punten zullen bij de behande
ling van de begrootingen voor economische en
sociale zaken weder aan de orde komen.
Minister Colijn diende den heer Aalberse duchtig
van repliek en zeide dat, wanneer de fractie-leider
der Katholieke Staatspartij niet zeker was dat hij
het kabinet blijvend zijn steun kon geven, hij
beter deed dat terstond te zeggen.
De leider van de Anti-revolutionnaire Fractie,
de heer Schouten, scheen aanvankelijk van een
bezuiniging bij het bijzonder onderwijs op gelijken
voet als bij het openbaar onderwijs niet te willen
weten. De heer Colijn verklaarde echter, dat de
regeering voet bij stuk zou houden en dat zij des
noods met een wetswijziging zou komen. Op die
mededeeling scheen de heer Schouten in te binden.
Heeft de heer Joekes verklaard, dat de Vrij
zinnig-Democratische fractie tegen de begroeting
van defensie zou stemmen ? Verschillende dagblad
den hebben het zoo opgevat. De socialistische
arbeiderspers ziet in de verklaring van den heer
Joekes integendeel een voorzichtige aankondiging,
dat die fractie vóór zal stemmen. Laat ons niet
gissen. Wij zullen het binnenkort weten.
^i» v/ ? «J t w ?
door twijfel en wankelmoedigheid géplaagdeu
Hitler. Bewees niet zijn ingrijpen in het
kerkconflict - een ingrijpen dat geen oplossing bracht
hoe groot zijn besluiteloosheid is wanneer hij
Voor werkelijke vraagstukken komt te staan?
Vandaar dat hij voorloopig aan eenige lieden,
die een internationaal rapprochement willen
bewerkstelligen en weer heil zien in toetreding
tot den Volkenbond, ruime volmachten heeft
gegeven. Zóó moet men ook de reis van
Ribbentrop naar Londen bezien. Ma-ar men zij
op zijn hoede met optimistische verwachtingen.
Het nationaal-socialisme kan juist daarom aan
eenige officieele en officieuse Vertegenwoordigers
carte blanche geven, omdat het toch overtuigd
is van de onvermijdelijke botsing die uit de
conflicten moet voortvloeien.
Hoe moet de industrieele oorlogmachine, die
nu gemobiliseerd is, worden gestopt? Want,
wanneer er binnen een afzienbare periode geen
oorlog uitbreekt, moet hij worden gestopt. Ook
zal de reeds beginnende stagnatie in den toevoer
van grondstoffen op den duur tot stoppen kunnen
nopen. Onvermijdelijk zal een nieuwe industrieele
crisis en sterk toenemende werkeloosheid daar
het gevolg van zijn, maar even ongetwijfeld zullen
de onzalige krachten deze ramp trachten te keeren
door een nog grooter ramp: oorlog.
'; ; .?. ?' ' ' ? ** * : ' 'V" . ''
Profeteeren is verkeerd. Het is allerminst het
werk van den journalist om te zeggen: dol zal
gebeuren. Waarnemen is zijn taak. Maar niet
dat alleen. Het onderling verband der dagelijksche
gebeurtenissen, het patroon in den
voortvliedenden stroom der geschiedenis, ontsnapt zijn aan
dacht niet.
Juist opgevat, zal zijn taak meebrengen, niet
dat hij Voorspelt wat er gaat gebeuren, maar
dat hu gegeven de feiten en hun samenhang
op dreigende eventualiteiten wijst. Gemotiveerde
conclusies te trekken is hem niet alleen geoor
loofd; het is zijn plicht.
i-.
! ''!
. > "
s
<
i
r;