De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 17 november pagina 2

17 november 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

TURF IN HUN RANSEL? Mr. M. Kann Vrede of oorlog: onzekere toekomst E 11 wordt voel over een naderenden oorlog gesproken. In Duitschland, zoowel als in Frankrijk en Engeland. Vooral in laatst genoemd land is dit thema een onderwei-p van dagelijksch gesprek on politieke polemiek. Lloyd (ieorge heeft de verschrikkingen en de dwaasheid van een toekomstigen wereldoorlog afgeschilderd en gezegd dat ,,de kinderen in de loopgraven zou den staan". Hij bedoelde daarmee te zeggen, dat de burgerbevolking evenveel te lijden zou hebben als de combattanten. En hij vond dat de tegen woordige regeering niet uilen deed om een oorlog te vermijden. Lord Beaverbrook, de couranten magnaat, heeft oen tentoonstelling geopend in Dorland House waar met reusachtige foto's de afgrijselijkheden van den oorlog duidelijk wordt gedemonstreerd. Zijn bedoeling was een 7eer reactionair soort pacifisme: laat Engeland daar buiten blijven. Laat het ,,continent" ondergaan in den heksenketel. Engeland moet zich niet embrouüleeren. Terug naar de splendid-isolation politiek! Generaal Smuts ten leste, de Zuid-Afri kaan, heeft gezegd dat men niet zooveel over oorlog moest spreken. Juist de angst zou het gevaar wakker roepen. Nog roezemoezen in en buiten de couranten de debatten na. Men kan hen alle drie gelijk geveu en het toch met ieder, stuk voor stuk, oneens zijn. Ze hebben, ieder van eigen zienswijze gezien. alle drie gelijk. Inderdaad heeft de Britsche regee ring, toen Baldwin zei, dat Eugeland's grenzen aan den Rijn lagen, te kennen gegeven dat men zich op een gegeven oogenblik genoodzaakt zou kunnen zien, in. te grijpen. Dat was een zeer duidelijk drei gement tegen Duitschland, voor het geval dat Frankrijk zou worden aangevallen en het verdrag van Lorarno zou worden geschonden. Daardoor is Engeland, krachtens de internationale overeen komsten, gebonden voor Frankrijk in de bres te springen. En liet was zeel' nuttig dat te laten uit komen, juist om Duitschland in toom te houden. Maar is het wel zeker dat een dergelijke stellingname het gevaar verkleint zooals ongetwijfeld de bedoeling was?of draagt het er toe. bij om het gevaar te vergrooten?1 Dat schijnen Lloyd Ueorge en Smuts te denken. Daarmee geven zij toe dat liet gevaar, in abstracto, reeds bestaat. En dat. 'dit'?geprikkeld" wordt door'er op dien toon over te, praten. Het is mogelijk. Maar die redeneering lijkt toch wel heel veel op struisvogelpolitiek. Nog minder serieus is de luidruchtige actie van Beaver brook. die wars is van Volkenbond s- en. Saar-probleiueii en een zoo sterk mogelijke bewapening propageert, uit defensief oogpunt dan altijd. In Frankrijk wordt er op den heerschenden inter nationalen staat van onrust geheel anders gerea geerd, l'iterlijk.en inde gebeurtenissen van den dag. staan daar do binnenlandsche problemen op den voorgrond. Men vergeet het andere niet. maar men zwijgt er over. In de internationale sfeer blijken de wisselende lotgevallen Van Fransche kabinetten nooit die gevolgen te hebben, die men daarvan zou kunnen verwachten. In de leiding der bvitenlaudsche politiek blijft steeds n lijn en de minister van Buitenlandse!) e Zaken. La val, heeft wel blijk gegeven zich weinig aan te trekken van het tuime len en verschuiven fier ministerzetels om hem heen. Dit is eerder een teeken dat men er wel degelijk rekening houdt met de mogelijkheid dat ernstige gebeurtenissen op til zouden zijn.' De Inhoudsopgave staat op pag. 27 Voortreffelijke chocolade in den vorm van viooltjes. Een specialiteit. RINGERS Let op den naam f Ernstige gebeurtenissen? Welke? Er is maar n kwade kans, die gevreesd wordt. Sinds dezen zomer > en de geheele Volkenbonds vergader ing in September stond onder den druk van dit denkbeeld vree zen sommigen een overval van Duitsch land, vreezen sommigen dat de agressi viteit van de nationaal-socialisten het zal winnen van alle andere overwegingen, dat de van een idee-f ixo bezeten horden zich zullen uitstorten overde West-Europeesche vlakten. Het ontbreekt dengenen, die zoo redeneeren, waarlijk niet aan gronden om hun vrees te motiveeren en om hun sombere voorspellingen een ernst!gen klank te geven. En het kan niet ontkend wor den, dat wat zij te zeggen hebben mér betrekking heeft op de realiteit en het dagelijksch gebeuren, dan die gratuite thesen waarmee Engélsche grootheden hun kran ten volschrijven en hun regeering trachten tegen te spreken. Duitschland bewapent zich niet het bereidt zich op een oorlog voor. Een heel volk wordt op dit ooyenblik geëncadreerd voor het geval, dat..." De geheele industrie wordt, schematisch en op papier, ge- *~~~ mobiliseerd, voor ,,het geval, dat...." Meer dan het fabriceeren van geschut, munitie en vliegmachines, meer dan het oefenen van de ge heele weerbare bevolking, zijn het de symptomen op het terrein van de industrieele en economische organisatie, die tot zooveel onrust en sombere voorspellingen aanleiding hebben gegeven. Onder het motto van werkverschaffing zijn de zaken zóó ingericht dat arbeiders onder vijf en twintig jaar niet aan bod komen en déoudere wel, waardoor eenerzijds de industrie zich automatisch instelt op het vervullen van haar regelmatige functie met een personeel-bezetting die door een mobilisatie niet ernstig geschaad wordt.?en anderzijds een kunst matig hoog contingent wordt gevormd, dat af vloeit naar de arbeidsdienstkampen. Maar dat niet alleen. Onder welkon gezichtshoek men het industrieel en economisch leven daar ook bekijkt, telkens wordt het weer duidelijk dat er maar n antwoord is op de steeds terugk'eerende vraag waarom in een of anderen tak Van bedrijf, economi sche of'industrieele. organiseering van het land de zaken zoo zijn ingericht als 'M', zijn c-n dat ant woord is: voor het geval van oorlog. Niet alleen is met do personeel-bezetting der industrie daarmee rekening gehouden, de geheele industrieolu pro ductie is er op gericht. En voorzoover hot noodig is andere zaken te produceeren heeft toch ieder bedrijf, dank zij de nationaal-sociaüstische orga nisatie,, zijn industrieel mobilisatie-plan in geze gelde enveloppen klaar liggen in de gelijkgescha kelde directie-bureaux. En van hoe uitnemend belang de industrieele productie is. volstrekt niet alleen op het terrein van geschut en munitie, maar evenzeer in de textiel-industrie en die van gecon serveerde levensmiddelen, kortom overal ^- weet dat niet iedereen? Maar daarmee zijn nog niet alle kanten van de zaak beschouwd. Weer een anderen kant van het bedrijfsleven willen wij bekijken. Wat we zien, is het zelfde. De grondstoffenvoorziening is in hoofd zaak gericht op óorlogsvoorziening. De statistieken bewijzen dit. De export Wordt er aan opgeofferd. Reeds zoo vaak is daar in deze kolommen op ge wezen, dat wij kunnen volstaan met daar nu vluch tig overheen te loopen. Toch blijkt hier wér een heel hoofdstuk van het economisch leven onverbrekelijk aan vast te zitten: de financieele relaties met het buitenland en de credietwaardigheid van het Rijk. Wat hier willens en wetens, wordt opgeofferd zal geslachten lang niet te herstellen, zijn. Het zou volkomen onver klaarbaar zijn, men zou moeten concludeeren niets te kunnen begrijpen van de leiders der Duitsche economische en financieele politiek, die na enkele we ken zich niet meer aan pas gemaakte internationale afspraken blijken te storen, wanneer niet telkens dezelfde sleutel de duiding van de geheimzinnige warwinkel bracht en den toestand leesbaar maakte. En die duiding is: vóór alles de economische mobi lisatie als het niet anders kan (en het kan niet andere), dan maar .met opoffering van alle g regelPAG. 1 DE GROENE No. 2998 Minister Colijn de relaties, van al het buitenlandsch crediet, zaken die trouwens toch later opnieuw zouden moeten worden opgebouwd, voor het geval, dat Komt, in dit licht bezien, de vrees die zoovelen koesteren ons ook begrijpelijk voor, een strikt De Nobelprijs PIRANDELLO heeft zijn Nobelprijs ge kregen zooals het meer niet wereldsche eerbewijzen gaat: niet direct post mortem maar dan toch1 wel een heel eind na zijn hoogtepunt. Indien thans weer ineens de zoek lichten der wereld op dezen typischen mephistophelischen denkerskop met de trekken van een schoolmeester gelicht worden, dan kan men zich daarover slechts verheugen, omdat na een tijd van grenzelooze overschatting, een tijd van nog grenzeloozer onderschatting gevolgd is. Pirandello kan er zich niet over beklagen. te laat begrepen te zijn. Hij kwam ter rechter tijd. In de ontwrichting van na den oorlog speelde hij de rol van den geshellshocktei. dramaticus. De tic in zijn hersens, het psy chisch relativisme, het systeem van denken dat mét de gangbare leugen van ons bestaan en vooral met het idealisme? der illusie geen genoegen meer nam, viel samen met de zucht der nienschen naar een straalbreking van den horizon, een eindeloozer oneindigheid, ziel' verliezend in speculatieve problemen en di gansche scepsis van ons bestaan. Het is nooit mogelijk geweest, een rationeele mystiek te scheppen, maar het is wel mogelijk, de scepsis op irrationeele basis te stellen. En tenslotte liggen beiden niet zoover van elkaar af. Evenals Faust, peinzend over de aanvangswoorden van het Johannes-evangelie, tenslotte in een woord-verandering zijn twijfel aan den geldenden norm zag uitgedrukt, zoo heeft Pirandello zich als het ware op Cartesius aan het broeden gezet: cogito, ergo sum? Neen! Ik denk ondanks het feit dat ik besta ! Ik kan mij zelf zien leven achter het masker van deiV. eeuwig vastgestelden en derhalve doodeu vorm. Het dualisme tusschen zijn en erkennen laat alle vormen van tweestrijd tegen hel masker open: openlijke opstand, huichelarij. compromis en spiegelduel. Met het gekwelde pessimisme, waarmee d-* geboren scepticus de beantwoording van allo uiteindelijke \Tagen openlaat en slechts zijn lust koelt aan de vernietiging van het voor handene, heeft Pirandello, de topneelscluïjver. Luigi Pirandello l.ewijs dat onherroepelijk de baaierd opnieuw zal losbarsten, is het niet. Zonder eenigen twijfel zijn ? r sterke krachten in het nationaal-socialisme werkzaam, die regelrecht op oorlog aansturen. siet alleen sommige personen doen dit. Wij houden net voor zeer waarschijnlijk (en onze inlichtingen Bevestigen dat ook), dat Göring niets liever zou voor Pirandello ? ? ? dramatisch novellist, bewust afstand gedaan \ i u ds verzachtende fantasie van den dichter "ii heul te zoeken bij het opjagend fantoom v, i n den dóórdenker. Het beginsel der kcnnistl "orie is de waarneming op grond van enkele a\ ioma's, waar zonder geen systeem van denken n n igelijk ware, evenmin als wiskunde. Maar wanneer Pirandello, als een Einstein in zijn s> ort, plotseling een dier axioma's op losse s h roe ven stelt en betoogt dat de realiteit /.i' h slechts relatief van den droom onderscheidt e. dat droomcn, indien zij geregeld zouden t i ug keeren,- voor het fundamenteel compron.'r? dat wij waarneming noemen, niet zouden <> ulerdoen, dan veroorlooft hem dat een psychol'-isch relativisme, waarvan het aantal varia11* s (mits op n thema) legio is. Ik ben niet (li- ik ben, ik ben die waarvoor een ander mij If-iidt of die ander is niet, waarvoor ik hem li' id.... op zoo'n manier plaatst Pirandello il gemeenschap der menschen en hun onderli ?-có verhoudingen tusschen pijnigende lachsj egels, waaruit zijn grimmige, droge, bittere tr-.inor (die altijd een tragisch, grondeloos fond '??';ft) geboren wordt. Het is typeerend voor 'i schrijver, die altijd zijn stukken vanuit 'M gepreoccupeerd denken componeert, dat ? i voor de elementen van zijn compositie tuggrijpt naar het melodrama: daar waar de ?reld zelf het overtuigendst meende te staan. i'irandello's motieven groepeeren zich rondom '? draak": de obsessie, gematerialiseerd, is 'tijd de obsessie van de burgerlijke begrippen eer, fatsoen, kuischheid, moraal. Dat '?'??ft al zijn menschen iets van zich afmarte>n<le Don Quichotten, maar immer en altijd !? v nd genoeg om in hun heviger, bliksema. Ktige belichting het masker van onszelf .te herkennen. Al ware het slechts omdat do denker, die tegen zijn eigen denken in opstond komt, in zijn beste werk ook terug grijpt naar het grooter rythme van een in stuwing gebracht, diep, edel en onaantastbaar gebleven gevoel; dat boven en buiten alle ratio uitgaat en boven den storm uitschreeuwt als een meeuw in nood. HENRIK SCHOLTE weiischen. Maar ook de strekking, het onwillekeurig maar daarom niet minder onafwendbaar resultaat van bepaalde stroomingen, stuwt machtig in die richting. Wij hebben vroeger het nationaal-socia lisme aangeduid als een massa-ziekte. En op kenmerkende pathologische symptomen gewezen, die precies overeenstemden met de afwijkingen die een geestesziek indi vidu vertoont. Speciaal op de verschijnselen van herhalingsdwang wezen wij, die het droombeeld van de groote tijd" weer moeten optooveren en die de heele toon ladder doorloopen van tastbare zaken zoo als de schamele nood en zelf gewilde blokkade tot de hersenschim der paranoïde hoovaardij tegenover alles wat vreemd of vreemdrassig" is. Wij spraken toen over een ziek volk. Maar een geheel volk blijft niet ziek, evenmin al» op den langen duur de opbouw in een doorloopende periode van vrede van een slechts op oorlog en dus niet op welvaart gerichte economie zich zelf kan blijven handhaven. Met een ideaal voor oogen, als de ver dediging van het Vaderland (want iedere oorlog [ziet er uit als een verdediging van het Vaderland), met het 'élan en de wrok, gewekt door het verlies van eigen bloed, van eigen zonen, kan een geheel volk worden opgezweept om die ellende, die sociale verarming te dragen, die een slechts op oorlog gerichte huishouding onherroepelijk meebrengt. De weerstand waartoe het Duitsche volk in den wereldoorlog, werd opgezweept, duurde vier jaar. Toegegeven de omstandigheden waren toen veel " slechter door de volkomen afsluiting der blokkade. Maar ook het andere element, het enthousiasme, het ideaal, was veel reëeler. Och, een vergelijking gaat niet op. De factoren aan beide kanten zijn anders, geringer, minder reëel. Hebben we niet te doen met een verschijnsel dat op zich zelf minder reëel is? Dat meer het . karakter heeft van een uiting van herhalings[ dwang, van een symboolhandeling, zij het dan een groote en in alle economische diepten doorgrijpende symboolhandeling, die de patho logische functie heeft Illusie te scheppen, de illusie van een strijdbaar en zegevierend Rijk eerder dan de werkelijkheid van een strijdend en zeer zeker tot den ondergang gedoemd, van den cultuurbodem weggevaagd Midden-Europa ? Wie zal het zeggen... Want de dwangmatige herhal i ngszucht, hoe pathologisch ook, kan toch wel degelijk tot ern stige, feitelijke, en rampspoedige gebeurtenissen aanleiding geven. De destructieve krachten zijn óók reëel aan het werk. Onrustbarend lijkt het Saar-steekspel, onrust barend vooral daarom, omdat het duidelijk is dat de Nazi-pers het Duitsche volk opzettelijk onjuist heeft voorgelicht en over een dreigenden aanval sprak. Er is dus reeds voor een gerechtvaardigde" reden gezorgd, die nien boeren en burgers kan wijsmaken, wanneer men hen voor het Vaderland te wapen roept. Men zoekt daar geen oorlog, maar als hij toch mocht komen, dan is er vast een excuus. Maar hoe het ook zij, er zijn even goed andere krachten werkzaam. Juist in Duitschland beseffen velen reeds het gevaar 'dat dreigt door déopstu wende krachten die wellicht over eenigen tijd internationaal niet meer aan banden zijn te leggen. In goed ingelichte kringen hoort men dat de Rijksweer ruien absoluut verzet tegen agressieve plannen. De werkelijke soldaat weet beter dan de fantasieveldheer, dat Duitschland op dit oogenblik geen zekere kans op een overwinning heeft. Wel kan een onverhoedsche overval met lucht- en chemi sche strijdmiddelen een situatie scheppen die aanlokkelijk" lijkt, maar daarmee is nog niet gezegd, dat Duitschland dan ook in staat zal zijn den oorlog tot het einde toe te voeren. n modernen oorlog blijven voeren, is - wat de grondstoffenvoorziening betreft - een heel ander probleem als een oorlog beginnen. ' V ', '?. :? ?'? '? ' ?*.*? '? ' ;. . . ?' '?? Schetsmatig kan men het zóó voorstellen: in Duitschland zijn twee tegenover gestelde krachten bezig. Aan den eenen kant de ongerust geworden Rijksweer-grootheden, de oude diplomatie, en de internationale handel en industrie, aan den anderen kant de avonturiers en beethoofden uit het nationaal-socialisme, de uit den grond gestamp te oorlogsvliegerij, de laboranten van het gas en den bacteriènstrijd. In evenwicht gehouden door aarzelende en experimenteerende politici, in de allereerste plaats door den als dictator zoozeer PAG, 3 DE GROENE Ne. 29tt Van het binnenhof De regeering dient van repliek DE algemeene 'beschouwingen over de Staatsbegrooting voor 1935 in de Tweede Kamer zijn in een minimum tijd voltooid. Over de werkwijze van dat college valt in dit opzicht slechts te roemen, De regeering heeft haar standpunt met kracht en nadruk verdedigd. De bladen der oppo sitie vonden de wijze, waarop de regeering dat deed, getuigen van weinig enthousiasme. Hoe kon het echter anders? De regeering neemt de vele onaangename maatregelen, waarvoor zij de verant woordelijkheid draagt, niet met vreugde, maar omdat zij meent, dat het niet anders kan. Van drieërlei zijde bleek voor het Kabinet gevaar te duchten. Wel het meest van den kant der RoornschKatholieke Staatspartij en in het bijzonder voor wat betreft de sociale en economische politiek der regeering. Geklaagd werd over de verlaging van den steun, die in sommige gemeenten de grenzen van het geoorloofde zou hebben overschreden, en over den te geringen voortgang met de werkver schaffing, met name ten aanzien van het Werk fonds 1033. Die beide punten zullen bij de behande ling van de begrootingen voor economische en sociale zaken weder aan de orde komen. Minister Colijn diende den heer Aalberse duchtig van repliek en zeide dat, wanneer de fractie-leider der Katholieke Staatspartij niet zeker was dat hij het kabinet blijvend zijn steun kon geven, hij beter deed dat terstond te zeggen. De leider van de Anti-revolutionnaire Fractie, de heer Schouten, scheen aanvankelijk van een bezuiniging bij het bijzonder onderwijs op gelijken voet als bij het openbaar onderwijs niet te willen weten. De heer Colijn verklaarde echter, dat de regeering voet bij stuk zou houden en dat zij des noods met een wetswijziging zou komen. Op die mededeeling scheen de heer Schouten in te binden. Heeft de heer Joekes verklaard, dat de Vrij zinnig-Democratische fractie tegen de begroeting van defensie zou stemmen ? Verschillende dagblad den hebben het zoo opgevat. De socialistische arbeiderspers ziet in de verklaring van den heer Joekes integendeel een voorzichtige aankondiging, dat die fractie vóór zal stemmen. Laat ons niet gissen. Wij zullen het binnenkort weten. ^i» v/ ? «J t w ? door twijfel en wankelmoedigheid géplaagdeu Hitler. Bewees niet zijn ingrijpen in het kerkconflict - een ingrijpen dat geen oplossing bracht hoe groot zijn besluiteloosheid is wanneer hij Voor werkelijke vraagstukken komt te staan? Vandaar dat hij voorloopig aan eenige lieden, die een internationaal rapprochement willen bewerkstelligen en weer heil zien in toetreding tot den Volkenbond, ruime volmachten heeft gegeven. Zóó moet men ook de reis van Ribbentrop naar Londen bezien. Ma-ar men zij op zijn hoede met optimistische verwachtingen. Het nationaal-socialisme kan juist daarom aan eenige officieele en officieuse Vertegenwoordigers carte blanche geven, omdat het toch overtuigd is van de onvermijdelijke botsing die uit de conflicten moet voortvloeien. Hoe moet de industrieele oorlogmachine, die nu gemobiliseerd is, worden gestopt? Want, wanneer er binnen een afzienbare periode geen oorlog uitbreekt, moet hij worden gestopt. Ook zal de reeds beginnende stagnatie in den toevoer van grondstoffen op den duur tot stoppen kunnen nopen. Onvermijdelijk zal een nieuwe industrieele crisis en sterk toenemende werkeloosheid daar het gevolg van zijn, maar even ongetwijfeld zullen de onzalige krachten deze ramp trachten te keeren door een nog grooter ramp: oorlog. '; ; .?. ?' ' ' ? ** * : ' 'V" . '' Profeteeren is verkeerd. Het is allerminst het werk van den journalist om te zeggen: dol zal gebeuren. Waarnemen is zijn taak. Maar niet dat alleen. Het onderling verband der dagelijksche gebeurtenissen, het patroon in den voortvliedenden stroom der geschiedenis, ontsnapt zijn aan dacht niet. Juist opgevat, zal zijn taak meebrengen, niet dat hij Voorspelt wat er gaat gebeuren, maar dat hu gegeven de feiten en hun samenhang op dreigende eventualiteiten wijst. Gemotiveerde conclusies te trekken is hem niet alleen geoor loofd; het is zijn plicht. i-. ! ''! . > " s < i r;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl