De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 17 november pagina 4

17 november 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Muziek W Olga Tschechowa, Paula Wessely en^Ad, Wohlbrück in Maskerade" Een nieuwe film van Willy Forst L. J. JORDAAN: BIOSCOPY Willy Forst: Maskerade". Tuschinski IE had dit ooit achter den laconieken, ironischen en ietwat gladden speler ge zocht, die Willy Forst is? Wie had durven vermoeden dat in dezen niet geheel onbedenkelijken dames-afgod een regisseur stak. die in originaliteit, technische knapheid en fijn gevoel voor dramatische sfeer een goed deel van zijn beroemde collega's verre achter zich laat? Leise flehen meine Lieder" was indertijd een verrassing, die men met wat kwaden wil nochtans op rekening kon stellen van een geïnspireerd oogen blik. Maskerade" heeft wel bewezen dat tier sprake is van een uitgesproken talent, dat een lange acteurscarrière gebruikte om de oogen wijd open te houden en met n slag als een volslagen regisseur uit den hoek te komen. Wat in een film als Maskerade" in de eerste plaats treft is do merkwaardige veelzijdigheid van dit regie-talent. Een veelzijdigheid, die groote namen als Lubitsch onwillekeurig op ,de lippen brengt. Met hetzelfde gemak waarmee Forst de comedie beheerscht, in al haal* geraffineerde détail-middelen, blijkt bij meester te zijn van sterke dramatische situaties. Dermate zelfs, dat dit in Maskerade" tot een gespannen en groote verwondering voert. In eeu voortdurende charme van ironie en luchtigen scherts glijdt het verhaal aanvankelijk voort en men maakt zich al gereed om met een impressie van voortreffelijk amusement de film te noteeren in de klasse van Ixnse flehen meine Lieder", wanneer plotseling de zaak een dramatisch en opzwaai neemt, die wel niemand verwachtte. De vermakelijke situatie van de professorsvrouw, die zich in een lichtzinnig oogenblik naakt liet portretteeren door een teekenaar-a-la-mode en daardoor in allerlei kluchtspelverwikkelingen raakt, stijgt in de tweede helft van het werk eensklaps tot een dramatische kracht die een oogenblik een gooi naar het tragische doet. Een seconde lang voelt men de grandioze schaduw eener tragedie in grooten stijl over deze comedie trekken wanneer al de luchtige en bekoorlijke verwikke lingen zich samentrekken in de wrange afrekening der afgewezen minnares. Het onschuldige speeltuig, half sigarettenkoker Half revolver, dat als een fatale deus ex machina achter de gebeurtenissen staat, krijgt eensklaps een schokkende beteekénis en het schot, dat den mondainen schilder neervelt, doet <4e film met een onverwachten climax van comedie naar'drama stijgen. Men krijgt zelfs den indruk alsof Forst aan den goeden verstaander te kennen heeft willen geven met deze episode .,Dit zou ik hebben kunnen bereiken. .. . wanneer ik mocht!" De stuntelig in de sneeuw vallende bonbons en het langzaam ineenzakken van het lichaam maken deze frappante scène tot een ontstellende en aangrijpende episode en wanneer de film eens werkelijk hiermee ware geëindigd. zou de filmkunst een koene tragedie rijker zijn geweest. Maar zoover durfde Forst toch blijkbaar niet te gaan.... aan n kant: gelukkig !.... omdat wij anders de prachtige scène in de opera hadden gemist, waar het meisje Poldi den grooten chirurg om hulp smeekt voor zijn ge waanden mede minnaar. Een scène die tot de spannendste en knapste hoort, welke wjj den laatsten tijd mochten zien. Vooral de merkwaardige figuur van den pro fessor door Peter Petersen aanvankelijk met rustigen humor, later in sterke dramatische stijging voorgesteld, beleeft hier oogenblikken van voortreffehjke inspiratie. A la bonne heure ? de film moge zich dan op het laatste moment nog van een aangrijpend slot afkeeren terwille van de ..happy ending" wij zijn er in ieder geval deze prachtige episode rijker door geworden. De sfeer In ieder opzicht geslaagd is de sfeer van het poque, die de heele film als een fijn parfum door trekt. De sfeer van het begin 1900 met zijn elegante décadence en zijn vermoeide, aristocratische levensvisie. Een milieu dat midden in de Schnitzler-' periode staat neemt ons zoo volledig in zich op, dat wij ietwat verbijsterd terugkeeren in den tijd van crisis en fascisme en lJiver"-geestdrift. Het is de barokke melancholie van deze Jahrh ndertWende" die zich overal voelen doet; in het gerucht der bal-episoden, in de ruischende sleepjaponnen en in de physiognomieën der personages. Sinds RenéClair met ,,Le chapeau d§paille"' de rij opende is de verliefdheid der regisseurs en manuscriptschrijvers voor 1900" steeds toegenomen. Men heeft met alle middelen die gelukkiger en lichtzinniger tijd willen doen herleven en het is ons uit tal van voorbeelden duidelijk geworden, hoe moeilijk dit ie. Vooral het gevaar om van het geval een caricatuur te maken, bleek slechts zelden te ontgaan. PAG. 6 DE GROENE No. 299» Dictator NATRIUMLAMPEN TOEN Arthxtr Honegger in 1923 zyn mouve ment symphonique Pacific 231 schreef, het muzikale portret van een zware sneltreinlocomotief lancée en pleine nuit a 120 k l'heure". kon men zich verbeelden dat hier nog ontwikke lingsmogelijkheden voor de toonkunst te vinder waren. Deze gesublimeerde stoommachine immertstamde in rechte lijn af van Rich. Strauss' blatend i schapen en malende windmolens, van Liszt V Mazeppa-paarden, Jannequin's krijgsknechten ei Rameau's hoenderachtigen. Men kon ssich aldus zeer wel voorstellen, dat het, thans ook in de muziek toegelaten genre, genaamd bet machinisme, het, aanzijn zou gaan geven aan Hispano-Suiza-rhap sodieën en Gipsy-Moth-capriccio's. Dat iets dergelijks tot dusverre niet plaats vond. is een der weinige lichtpunten die het beeld van dtegenwoordige muziek ons nog te bieden heeft. DI vergissing met die groote locomotief was, blijkbaai. al te evident: het toch al zoo korte traject van hè' sublieme naar het ridicule had men hier met snel treinvaart Afgelegd. De denkende mensch van tegenwoordig is iii«'t bijzonder musisch georiënteerd. De goede-oud< tijd-maniakken schrijven dat verschijnsel op rekc ning van het haastige leven: er zou geen tijd meer zijn om te droomen. geen stilte waarin nog bezii ? nig mogelijk was. Oppervlakkig gezien lijken dèv opmerkingen juiste conclusies. Nauwkeuriger b> ? schouwd zijn het echter slechts observaties; feiti lijke gegevens waaruit de toekomst, dxmkt mii. geheel andere gevolgtrekkingen zal maken. 11' wordt niet zoo miserabel slecht gecomponeerd, in onze dagen, omdat het vinden van rust en stil'-1 zooveel bezwaarlijker geworden is dan het VOM vijftig jaren was. Maar het meerendeel van <'? tegenwoordige muziek is inferieur, omdat de wezei ? lijke belangstelling van de met creatieve begaafd heid toegeruste menschen niet op abstracte, doch op zoogeheeten concrete onderwerpen gericht is. Zoo iets is eigenlijk zuiver een quaestie van mod». Dezelfde belangstelling, hezelfde ijzeren gedulii. dezelfde ontdekkingsdrift, welke in de Middel eeuwen ten grondslag lagen aan het musische spe'. dat verwezenlijkt werd met klanken, in den vorm van canons en andere contrapuntische meest'«? <?? stukken deze geestelijke energie richt zich thans op het mechanistische spel, waaruit radiotoestell» n ontstaan, vliegmachines en koelkasten, tclevisi"apparaten, duikbootèn en geluidsfilms. Het cre-itief begaafde deel der menschheid begon utilistisch te denken, daarbij uitgaande van de bewuste ? ?[ Het teekent den scherpen blik en fijnen smaak van Forst, dat het hem in Maskerade" gelukt is, zonder dat wij een oogenblik het idee van caricatuur krijgen. De extravagante toiletten der dames worden gedragen met een gemak m onopvallendheid, die inderdaad het vermoedt n doen rijzen dat ,,1000" toch niet heelemaal een panopticum van ged sequilibreerden was. Misschien is het juist deze zoo moeilijk te definieeren en no*.: oneindig zwaarder te bereiken historische sfeer. die de meest essentieele bekoring van deze film voor den fijnproever uitmaakt. Daarbij mag niet uit het oog Verloren worden. dat het scenario uitermate gelukkig is. Een bonte en toch duidelijke keten van gebeurtenissen. vol kleur en leven vol interessante momenten en verrassende wendingen maken dit manuscript een object om van te watertanden voor den regisseur-met-fantasie.... wat Willy Forst zeer zeker is. Want zonder een moment in geforceerde allures te vervallen, is toch geen woord zonder intelligente illustratie geen verbeelding zonder geest gegeven. Het is voor den filmliefhebber een lieve lust te aanschouwen, hoe deze charmeur ieder scènetje ieder détail iets persoonlijks weet te geven, dat vermaakt en boeit. Soms is het een simpel voor werp als de reeds gemelde revolver-sigarettenkoker, dat als een veelzeggende parafrase op het juiste oogenblik gelanceerd wordt andermaal is het een kostelijke vondst als de dirigeerbeweging, welke de C-dur symphonie van Bach inleidt, om over te gaan in het gelijksoortige manuaal van den variété-komiek. Maar altijd is het' d<> regisseur, die men als een levende kracht achter Machine OF OPERA'S? onbewuste overweging dat vliegtuigen en diesel motoren van meer belang voor het menschelijk geluk zouden zijn dan symphonieën en sonates. Ons tijdsgewricht heeft tientallen droomen in ver vulling zien gaan. waarover de wereld eeuwenlang slechts gefantaseerd had. liet kan geen verwonde ring wekken dat deze periode niet in de eerste plaats hunkert naar nieuwe droomers. naar schep pers van weer verder verwijderde idealen. Integen deel: men heeft behoefte aan perfecte handwerks lieden, aan fantasielooze werkers met bescheiden doch concrete ambities. Maar het gebied van de kunst komt op deze wijze braak te liggen. De doelstellingen van het geesteIjjk leven vallen niet onder de competentie van de techniek. Zij die meenen de menschheid beter te dienen met natriumlampen dan met opera's, ver liezen uit het oog dat de meesterstukken van hun mechanistisch vernuft slechts het comfort van den mensch verhoogen kunnen, doch nimmer zijn levens geluk. In een amusisch tijdvak als het onze kan men evenmin waardeering voor kunstwerken verwach ten »Js belangstelling voor den kunstenaar. Nog altijd droomen jeugdige en idealistische instru mentalisten van succes ei» beroemdheid, hopen talentvolle jonge componisten op erkenning van hun praestaties. Kn zij hopen en droomen tevergeefs. Het enthousiasme der menigte is in dit tijdsgewricht niet meer het deel van den kunstenaar. De elite. welke omstreeks het midden der vorige eeuw een Franz Liszt verafgoodde, stelt niet bijzonder veel belang meer in de muziek, en de om deze elite heen gegroepeerde groot o massa, diéals klankbodem voor de virtuozensuccessen kon dienen, is reeds lang verdwenen. De cendags-idolen der menigte worden niet meer uit het kamp dor kunstenaars gerecruteerd, ma?,r uit het leger der technici, liet is duidelijk dat wij ons met onze muziek in do buurt van het nulpunt der publieke belangstel)ing be vinden. Ik acht dit overigens veeleer een verheu gend dan een verontrustend verschijnsel. Want inderdaad zal de kunstenaar volledig afstand moeten doen van de min of meer glorieuze uitzonderingspositie welke de periode der liomantiek hem had toegedacht, een uitzonderingspositie die heden ten dage louter een anachronisme is. Slechts door het prijsgeven van zijn al lang ver jaarde privileges zal hij zijn zelfrespect kunnen herwinnen, zijn geestelijke zelfstandigheid, zijn roeping als schepper en verspreider van bescha vingswaarden. Deze evolutie zal niet vlot, niet moeiteloos ver ieder onderdeel der handeling voelt. Mij dunkt, hier is voor onze jonge Hollandsche filmkunst iets te leeren: heb vermogen om van een d,u fond toch zuivere amusementsfilm een schoone en belangwekkende eenheid te maken. De filmpersonages hebben nagenoeg zonder uitzondering voortreffelijke vertolkers gevonden. Op de wat zwakke en gemaniëreerde professorsvrouw van Hilde von Stolz na, staan alle als levende, vastomlijnde gestalten voor ons. Adolf Wohlbrtick, die den Heideneck speelt (wie denkt hier niet dadelijk aan, den Simplicissimus-teekeiiaar F. von Rezniseck? 1) heeft hier zijn groote kans gekregen en voortreffelijk benut. Hu heeft den luchtigen en tegelijk geserreerden speeltrant van Willy Forst zelf, zonder nochtans zijn persoonlijke noot te verliezen. Uitstekend is ook de reeds genoemde professor van Petersen die vooral qua type van een frappante echtheid werd. Paula Wessely, de sensatie van deze film, maakt van het eenigszihs tweeslachtige figuurtje der gezelschapsjuffrouw Leopoldine Dur, een uitermate rake en charmante verschijning. Ten slotte de Anita van Olgu Tschechowa een speelster, die het nooit tot ,,star"-reputatie heeft kunnen brengen, maar van wie ik nog nooit een rol zag. die niet ver boven het middelmatige uitging. Aldus werd Maskerade", onder deze voortref- ' felijke regie, met deze uitstekende mise-en-scène en deze stuk voor stuk brillante spelers, een der verheugenissen van het seizoen.... een' paar uur amusement van zeer goede orde, dat (zonder de pretenties te toonen) op een aanzienlijk hoogere klasseering aanspraak mag maken. loopt-n. l'e musicus heeft altijd een eigenaardige positie in liet geestelijk leven ingenomen: eeiu:r?/ijds was hij do uiterst verfijnde intellectueel. cl«-ir magister anderzijds de ongelet tuide mu/ikaut. de rauwe potsemiuiker voor biooddronkei'. kcnuiKgangers. Hier behoort hij tot dr-ii hcogsten «.del des geestes. ginds verkoopt hij zijn i echten, zijn lijf en zijn ziel voor wat vUichtigen lurin. Men kan er zeker var) zijn dat de muxiekiofcot zijn plaats zonder «lag of stoot zal gaan innemen. En niet alleen in het amusmneiitsbedrijf zal de machine den muzikant verdringen - ook in de woonkamers is ..muziek" niet nu-cr een zaak van.cultuur, maar van mechaniek. Waarom nog pianospelen als gramophone en radiotoestel zonder inspanning, zon der vermoeienis, de voort xeffelijkste het scheppin gen te hooren geven ? Waarom iets u.'et veel moeite leeren als de p'ei f eet» lesultaten van datzelfde leeren voor een handvol kleingeld te koop zijn 'f Inderdaad nu>n zou tüet weten t« zeggen wat ter wereld voor een onmondig, geblaseerd en ideaalloos geslacht van nog grouter waarde geacht kan worden dan zijn comfort. Ijevenswijsht id en eeuwightidsbtsof zeker niet. Wij zien op het oogenblik nog pas de eerste regeeringsdaden van dictator Machine. Ik betwijfel of de teekenen der tijden wel voldoende begrepen worden, in de kringen die nog tot begrijpen in staat zijn. In vroegere perioden beteekende het machinisme voor het leven van den geest nog geen gevaar. Dit begon pas te dreigen op het tijdstip waarop d« zekerheid van geestelijke waarden te loor ging. Dat de componisten zich met locomotief-impressies onledig gingen houden, is een voor de continuïteit. der kunst onbelangrijk verschijnsel. Maar dat het muziekstuk Pacific 231. zoo goed als het meerer:deel der in deze jaren overal in Europa geschreven composities, dermate inferieur is aan hetgeen wij twintig jaar geleden de nieuwe Europeesche muziek mochten noemen, is een angstaanjagend symptoom. WILLEM PIJPER CONCERTGEBOUW Mahler, Rafael Lanes ER bestaat in Nederland een Mahler-truditie. d.i. Mahler. zooals wij hem door de vertol kingen van Willem Mengelberg hebben lee ren kennen. Deze voorstelling is een bezit van Ne derland geworden, zij. die Mahler hebben ..beleet'd" onder Mensxt-lberg. zullen deze beleving moeilijk meer kunnen missen als toetssteen voor anderer opvattingen en vertolkingen. Bruno Walter is de discipel. 4e jonge vriend van Mahler geweest, hij is het meest ingewijd in Maliler's opvattingen en intenties, hij kent het werk en de noten van de muziek. Op het onlangs te Weenen gegeven concert door Mengelberg waarop deze de J de van Mahler dirigeerde hebben de Weeners verklaard, dat hij Mahler ..Mahlerischer" dan Mahler dirigeerde. Wij eelooven het graag: Mengelberg heeft misschien het meest van alle Mahlerkenners ..wat achter de noten*' staat ge voeld en begrepen. Bruno Walter kent vooral het werk, de noten van Mahlcr's muziek: hij laat vooral het werk spreken, niet in de eerste plaats Mahler. De 3de symphonie, die Zondagmiddag door Walter werd gedirigeerd, is compositorisch zekei niet een der sterkste werken van Mahler. Het is niet goed, dat op den opbouw, de ontwikkeling. den symphonischen vorm van dit werk het meeste licht valt. Het is, in klassieken zin. een uiterst barok werk, een wirwar van invallen en fragmen ten, die door n leidende en stuwende gedachte. de idee" worden bijeengehouden. Het eerste deel wordt een marsen -i?het marschachtige in Mahler onderstreept Walter wel steeds bijzonder sterk wjj herinneren maar aan het eerste deel van de 5de symphonie, die, wellicht meer in de intentie van Mahler, een groote marche funébre wordt, waarin de hartverscheurende details minder naar voren komen dan wij ze hebben leeren hooren. Zij klinkt ors nieuw in de ooren, deze muziek kennen wij zoo niet, wij bewonderen wat Walter er van maakt, maar een aanwinst en een versterking van onze liefde voor Mahler wordt , het niet. Mahler's zwakheid: dat hij geen symphonicus is in den compositorischen zin, wordt er te duidelijk door. Een der aanwinsten onder de cellisten van het Concertgebouw-orkest, Kafael Lanes, heeft ons op een ander, concert het celloconcert van Saint Saens voorgespeeld en wij hebben met verrassing ge luisterd naar een zeer goïnspireerend en fijngevoe lig spel, meesterlijk vaak van toon en uitdrukking en uitstekend beheerscht technisch. CONSTANI VAN WESSEM \ PAG. 7 OE GROENE No. 2996 Hoe mooi het was en hoe vervelend HENRIK SCHOLTE AndréObey's Le Viol de Lucréce", door de Compagnie des Quinze VHICKMD zijn de erotische problemen van het Home der zeven koningen. Welgeteld. zijn het maar twee legenden, die men aan hun bestaan pleegt vast te knoopen : de Sabijnsche maagdenroof en de geweldpleging jegens Lucretia. Do eerste had belangrijk meer succes dan de twee de, maar de nobele houding van de tweede, die naar schande niet wilde overleven, is dan toch maar oorzaak, dat onze ouders tot in lengte van dagen hun dochters Lucretia zijn blijven noemen wat een zonderling beeld geeft van de pessimistische toekomstverwachtingen dier ouders. Enfin, in de familie Borgia leidde dat dan ook tot een pijnlijke vergissing en ook thans zijn er nog meisjes genoeg. die Lucy heeten; en toch nog leven. ^ liet zal U wellicht verwonderen te vernemen dat de man van Lucretia eigenlijk f'ollatinus ge naamd werd. want gij hoort gewoonlijk van eenen Brutus. die den dolk (met het nog lauwe bloed. gelijk wij Titus Livius naschrijven) als teeken voor den opstand zwaaide. Maar deze Brutus, even achtenswaard! g als de latere, was slechts een vriend des huizes met de kwaliteiten van een volksmenner en de slagzin, dat Tarquinius' zoon Rome schond gelijk hij de vrouw van een der notabelen had ge schonden, kwam hem goed van pas. Er is nog iets dat onverklaarbaar is in deze historie en dat is. waarom de jonge Tarouinius het voor zijn vuige driften juist bij de uitgesproken deugdzaamheid zocht, tenzij dat dit te verklaren is uit de dorpsche omstandigheden van het toenmaals kleine Home of uit et-n vooropgezette zucht tot schandaal. In elk geval, nimmer heeft sindsdien art. 242 den dichters «tof t«»t edeler meesterwerken gegeven. Shakespeare wijdde er een onleesbaar vers aan en AndréObey heeft dat dichterlijk geparaphraseerd. De val dezer verzen is schoon en subtiel, de han deling wordt zuiver ondersteund en verinnigd door het commentaar der beide ..recitanten", die ter zijde van het tafereel als een synthese van het antieke koor de mannelijke en de vrouwelijke ge voelens ten aanzien van de daad vertolken. De tekst is een simpel en ivin libretto voor een voor stelling, waarin de stijl van het gebaar tot opperste zuiverheid kon stijgen. En toch.... waarom moet de deugd zoo vervelend zijn (als er geen nieuwe spelling was, schreef ik dat woord met drie e's in het midden), waarom de zonde zoo onsportief. waarom de preek zóó wei nigmeeslefpend? Het stuk vraagt gewoon om zijn eigen parodie, zoöals eeu opera, zooals een even vrome als onnoodige ver maning, en men behoeft waarachtig toch nog zelf geen libertijn te zijn om te betreuren, dat er eenige bedrijven lang een bed op het tooneel staat alleen maar om er sermoenen bij te houden. Intusschen heeft de voorstelling alles gedaan om den indruk van het leerdicht" uit te wisschen. Het kleine, hooggestemde troep je van Copeau's jongeren, dat zich in Provencaalsche afzondering tracht vrij te houden van de vernielende routine van het métier, speelde dit stuk als een soort tra gisch ballet, rijk en boeiend in zijn veelvuldige nuances, in zijn realiseering van de innerlijke lyriek der verzen, en daarbij dood-eenvoudig en onvergelijkelijk schoon. Decors en costuums waren niets dan tijdelooze aanduidingen, waarbij alleen het smettelooze gebaar sprak en de bewogenheid van het vers. Er werd gespeeld, zelfs in deze ab stracte sfeer, met een volheid en een impuls van leven, die opnieuw bewijst, dat waarUjk goed tooneel eigenlijk niets noodig heeft om onmiddellijk tot den toeschouwer te spreken. Niets dan een stuk tenminste. GRAND H OTEL LES AVANTS 1000 M. boven MONTREUX (Zwitserland) MODERN FAMILIE- EN SPORT-HOTEL IN HET MOOISTE SKIGEBIED. ALLE TAKKEN VAN WINTERSPORT EIGEN IJSBAAN - HUISORKEST MATIGE PRIJZEN - DIRECTIE: A. SCHMID BIJZONDERE AANBEVELING: 70% ONZER GASTEN KOMEN STEEDSTERUQ j'; . ? t-' i f JU

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl