Historisch Archief 1877-1940
Muziek
W
Olga Tschechowa, Paula Wessely en^Ad, Wohlbrück in Maskerade"
Een nieuwe film van Willy Forst
L. J. JORDAAN: BIOSCOPY
Willy Forst: Maskerade". Tuschinski
IE had dit ooit achter den laconieken,
ironischen en ietwat gladden speler ge
zocht, die Willy Forst is? Wie had
durven vermoeden dat in dezen niet geheel
onbedenkelijken dames-afgod een regisseur stak.
die in originaliteit, technische knapheid en fijn
gevoel voor dramatische sfeer een goed deel van
zijn beroemde collega's verre achter zich laat?
Leise flehen meine Lieder" was indertijd een
verrassing, die men met wat kwaden wil nochtans
op rekening kon stellen van een geïnspireerd oogen
blik. Maskerade" heeft wel bewezen dat tier
sprake is van een uitgesproken talent, dat een
lange acteurscarrière gebruikte om de oogen wijd
open te houden en met n slag als een volslagen
regisseur uit den hoek te komen. Wat in een film
als Maskerade" in de eerste plaats treft is do
merkwaardige veelzijdigheid van dit regie-talent.
Een veelzijdigheid, die groote namen als Lubitsch
onwillekeurig op ,de lippen brengt. Met hetzelfde
gemak waarmee Forst de comedie beheerscht, in
al haal* geraffineerde détail-middelen, blijkt bij
meester te zijn van sterke dramatische situaties.
Dermate zelfs, dat dit in Maskerade" tot een
gespannen en groote verwondering voert. In eeu
voortdurende charme van ironie en luchtigen
scherts glijdt het verhaal aanvankelijk voort
en men maakt zich al gereed om met een impressie
van voortreffelijk amusement de film te noteeren
in de klasse van Ixnse flehen meine Lieder",
wanneer plotseling de zaak een dramatisch en
opzwaai neemt, die wel niemand verwachtte. De
vermakelijke situatie van de professorsvrouw,
die zich in een lichtzinnig oogenblik naakt liet
portretteeren door een teekenaar-a-la-mode en
daardoor in allerlei kluchtspelverwikkelingen raakt,
stijgt in de tweede helft van het werk eensklaps
tot een dramatische kracht die een oogenblik
een gooi naar het tragische doet. Een seconde
lang voelt men de grandioze schaduw eener
tragedie in grooten stijl over deze comedie trekken
wanneer al de luchtige en bekoorlijke verwikke
lingen zich samentrekken in de wrange afrekening
der afgewezen minnares. Het onschuldige speeltuig,
half sigarettenkoker Half revolver, dat als een
fatale deus ex machina achter de gebeurtenissen
staat, krijgt eensklaps een schokkende beteekénis
en het schot, dat den mondainen schilder
neervelt, doet <4e film met een onverwachten climax
van comedie naar'drama stijgen. Men krijgt zelfs
den indruk alsof Forst aan den goeden verstaander
te kennen heeft willen geven met deze episode
.,Dit zou ik hebben kunnen bereiken. .. . wanneer
ik mocht!" De stuntelig in de sneeuw vallende
bonbons en het langzaam ineenzakken van het
lichaam maken deze frappante scène tot een
ontstellende en aangrijpende episode en wanneer
de film eens werkelijk hiermee ware geëindigd.
zou de filmkunst een koene tragedie rijker zijn
geweest.
Maar zoover durfde Forst toch blijkbaar niet
te gaan.... aan n kant: gelukkig !.... omdat
wij anders de prachtige scène in de opera hadden
gemist, waar het meisje Poldi den grooten chirurg
om hulp smeekt voor zijn ge waanden mede
minnaar. Een scène die tot de spannendste en
knapste hoort, welke wjj den laatsten tijd mochten
zien. Vooral de merkwaardige figuur van den pro
fessor door Peter Petersen aanvankelijk met
rustigen humor, later in sterke dramatische
stijging voorgesteld, beleeft hier oogenblikken
van voortreffehjke inspiratie. A la bonne heure ?
de film moge zich dan op het laatste moment nog
van een aangrijpend slot afkeeren terwille van de
..happy ending" wij zijn er in ieder geval deze
prachtige episode rijker door geworden.
De sfeer
In ieder opzicht geslaagd is de sfeer van het
poque, die de heele film als een fijn parfum door
trekt. De sfeer van het begin 1900 met zijn elegante
décadence en zijn vermoeide, aristocratische
levensvisie. Een milieu dat midden in de Schnitzler-'
periode staat neemt ons zoo volledig in zich op,
dat wij ietwat verbijsterd terugkeeren in den tijd
van crisis en fascisme en lJiver"-geestdrift. Het
is de barokke melancholie van deze Jahrh
ndertWende" die zich overal voelen doet; in het gerucht
der bal-episoden, in de ruischende sleepjaponnen
en in de physiognomieën der personages. Sinds
RenéClair met ,,Le chapeau d§paille"' de rij
opende is de verliefdheid der regisseurs en
manuscriptschrijvers voor 1900" steeds toegenomen.
Men heeft met alle middelen die gelukkiger en
lichtzinniger tijd willen doen herleven en het is
ons uit tal van voorbeelden duidelijk geworden,
hoe moeilijk dit ie. Vooral het gevaar om van het
geval een caricatuur te maken, bleek slechts zelden
te ontgaan.
PAG. 6 DE GROENE No. 299»
Dictator
NATRIUMLAMPEN
TOEN Arthxtr Honegger in 1923 zyn mouve
ment symphonique Pacific 231 schreef, het
muzikale portret van een zware
sneltreinlocomotief lancée en pleine nuit a 120 k l'heure".
kon men zich verbeelden dat hier nog ontwikke
lingsmogelijkheden voor de toonkunst te vinder
waren. Deze gesublimeerde stoommachine
immertstamde in rechte lijn af van Rich. Strauss' blatend i
schapen en malende windmolens, van Liszt V
Mazeppa-paarden, Jannequin's krijgsknechten ei
Rameau's hoenderachtigen. Men kon ssich aldus
zeer wel voorstellen, dat het, thans ook in de muziek
toegelaten genre, genaamd bet machinisme, het,
aanzijn zou gaan geven aan Hispano-Suiza-rhap
sodieën en Gipsy-Moth-capriccio's.
Dat iets dergelijks tot dusverre niet plaats vond.
is een der weinige lichtpunten die het beeld van
dtegenwoordige muziek ons nog te bieden heeft. DI
vergissing met die groote locomotief was, blijkbaai.
al te evident: het toch al zoo korte traject van hè'
sublieme naar het ridicule had men hier met snel
treinvaart Afgelegd.
De denkende mensch van tegenwoordig is iii«'t
bijzonder musisch georiënteerd. De goede-oud<
tijd-maniakken schrijven dat verschijnsel op rekc
ning van het haastige leven: er zou geen tijd meer
zijn om te droomen. geen stilte waarin nog bezii ?
nig mogelijk was. Oppervlakkig gezien lijken dèv
opmerkingen juiste conclusies. Nauwkeuriger b> ?
schouwd zijn het echter slechts observaties; feiti
lijke gegevens waaruit de toekomst, dxmkt mii.
geheel andere gevolgtrekkingen zal maken. 11'
wordt niet zoo miserabel slecht gecomponeerd, in
onze dagen, omdat het vinden van rust en stil'-1
zooveel bezwaarlijker geworden is dan het VOM
vijftig jaren was. Maar het meerendeel van <'?
tegenwoordige muziek is inferieur, omdat de wezei ?
lijke belangstelling van de met creatieve begaafd
heid toegeruste menschen niet op abstracte, doch
op zoogeheeten concrete onderwerpen gericht is.
Zoo iets is eigenlijk zuiver een quaestie van mod».
Dezelfde belangstelling, hezelfde ijzeren gedulii.
dezelfde ontdekkingsdrift, welke in de Middel
eeuwen ten grondslag lagen aan het musische spe'.
dat verwezenlijkt werd met klanken, in den vorm
van canons en andere contrapuntische meest'«? <??
stukken deze geestelijke energie richt zich thans
op het mechanistische spel, waaruit radiotoestell» n
ontstaan, vliegmachines en koelkasten,
tclevisi"apparaten, duikbootèn en geluidsfilms. Het
cre-itief begaafde deel der menschheid begon utilistisch
te denken, daarbij uitgaande van de bewuste ? ?[
Het teekent den scherpen blik en fijnen smaak
van Forst, dat het hem in Maskerade" gelukt
is, zonder dat wij een oogenblik het idee van
caricatuur krijgen. De extravagante toiletten
der dames worden gedragen met een gemak m
onopvallendheid, die inderdaad het vermoedt n
doen rijzen dat ,,1000" toch niet heelemaal een
panopticum van ged sequilibreerden was. Misschien
is het juist deze zoo moeilijk te definieeren en no*.:
oneindig zwaarder te bereiken historische sfeer.
die de meest essentieele bekoring van deze film
voor den fijnproever uitmaakt.
Daarbij mag niet uit het oog Verloren worden.
dat het scenario uitermate gelukkig is. Een bonte
en toch duidelijke keten van gebeurtenissen.
vol kleur en leven vol interessante momenten
en verrassende wendingen maken dit manuscript
een object om van te watertanden voor den
regisseur-met-fantasie.... wat Willy Forst zeer zeker
is. Want zonder een moment in geforceerde allures
te vervallen, is toch geen woord zonder intelligente
illustratie geen verbeelding zonder geest gegeven.
Het is voor den filmliefhebber een lieve lust te
aanschouwen, hoe deze charmeur ieder scènetje
ieder détail iets persoonlijks weet te geven, dat
vermaakt en boeit. Soms is het een simpel voor
werp als de reeds gemelde
revolver-sigarettenkoker, dat als een veelzeggende parafrase op het
juiste oogenblik gelanceerd wordt andermaal
is het een kostelijke vondst als de
dirigeerbeweging, welke de C-dur symphonie van Bach inleidt,
om over te gaan in het gelijksoortige manuaal
van den variété-komiek. Maar altijd is het' d<>
regisseur, die men als een levende kracht achter
Machine
OF OPERA'S?
onbewuste overweging dat vliegtuigen en diesel
motoren van meer belang voor het menschelijk
geluk zouden zijn dan symphonieën en sonates.
Ons tijdsgewricht heeft tientallen droomen in ver
vulling zien gaan. waarover de wereld eeuwenlang
slechts gefantaseerd had. liet kan geen verwonde
ring wekken dat deze periode niet in de eerste
plaats hunkert naar nieuwe droomers. naar schep
pers van weer verder verwijderde idealen. Integen
deel: men heeft behoefte aan perfecte handwerks
lieden, aan fantasielooze werkers met bescheiden
doch concrete ambities.
Maar het gebied van de kunst komt op deze wijze
braak te liggen. De doelstellingen van het
geesteIjjk leven vallen niet onder de competentie van de
techniek. Zij die meenen de menschheid beter te
dienen met natriumlampen dan met opera's, ver
liezen uit het oog dat de meesterstukken van hun
mechanistisch vernuft slechts het comfort van den
mensch verhoogen kunnen, doch nimmer zijn levens
geluk.
In een amusisch tijdvak als het onze kan men
evenmin waardeering voor kunstwerken verwach
ten »Js belangstelling voor den kunstenaar. Nog
altijd droomen jeugdige en idealistische instru
mentalisten van succes ei» beroemdheid, hopen
talentvolle jonge componisten op erkenning van hun
praestaties. Kn zij hopen en droomen tevergeefs. Het
enthousiasme der menigte is in dit tijdsgewricht
niet meer het deel van den kunstenaar. De elite.
welke omstreeks het midden der vorige eeuw een
Franz Liszt verafgoodde, stelt niet bijzonder veel
belang meer in de muziek, en de om deze elite heen
gegroepeerde groot o massa, diéals klankbodem
voor de virtuozensuccessen kon dienen, is reeds
lang verdwenen. De cendags-idolen der menigte
worden niet meer uit het kamp dor kunstenaars
gerecruteerd, ma?,r uit het leger der technici, liet
is duidelijk dat wij ons met onze muziek in do buurt
van het nulpunt der publieke belangstel)ing be
vinden. Ik acht dit overigens veeleer een verheu
gend dan een verontrustend verschijnsel.
Want inderdaad zal de kunstenaar volledig
afstand moeten doen van de min of meer glorieuze
uitzonderingspositie welke de periode der
liomantiek hem had toegedacht, een uitzonderingspositie
die heden ten dage louter een anachronisme is.
Slechts door het prijsgeven van zijn al lang ver
jaarde privileges zal hij zijn zelfrespect kunnen
herwinnen, zijn geestelijke zelfstandigheid, zijn
roeping als schepper en verspreider van bescha
vingswaarden.
Deze evolutie zal niet vlot, niet moeiteloos ver
ieder onderdeel der handeling voelt. Mij dunkt,
hier is voor onze jonge Hollandsche filmkunst
iets te leeren: heb vermogen om van een d,u fond
toch zuivere amusementsfilm een schoone en
belangwekkende eenheid te maken.
De filmpersonages hebben nagenoeg zonder
uitzondering voortreffelijke vertolkers gevonden.
Op de wat zwakke en gemaniëreerde
professorsvrouw van Hilde von Stolz na, staan alle als
levende, vastomlijnde gestalten voor ons. Adolf
Wohlbrtick, die den Heideneck speelt (wie denkt
hier niet dadelijk aan, den
Simplicissimus-teekeiiaar F. von Rezniseck? 1) heeft hier zijn groote
kans gekregen en voortreffelijk benut. Hu heeft
den luchtigen en tegelijk geserreerden speeltrant
van Willy Forst zelf, zonder nochtans zijn
persoonlijke noot te verliezen. Uitstekend is ook de
reeds genoemde professor van Petersen die
vooral qua type van een frappante echtheid
werd. Paula Wessely, de sensatie van deze film,
maakt van het eenigszihs tweeslachtige figuurtje
der gezelschapsjuffrouw Leopoldine Dur, een
uitermate rake en charmante verschijning. Ten
slotte de Anita van Olgu Tschechowa een
speelster, die het nooit tot ,,star"-reputatie heeft
kunnen brengen, maar van wie ik nog nooit een rol
zag. die niet ver boven het middelmatige uitging.
Aldus werd Maskerade", onder deze voortref- '
felijke regie, met deze uitstekende mise-en-scène
en deze stuk voor stuk brillante spelers, een der
verheugenissen van het seizoen.... een' paar
uur amusement van zeer goede orde, dat (zonder
de pretenties te toonen) op een aanzienlijk hoogere
klasseering aanspraak mag maken.
loopt-n. l'e musicus heeft altijd een eigenaardige
positie in liet geestelijk leven ingenomen:
eeiu:r?/ijds was hij do uiterst verfijnde intellectueel. cl«-ir
magister anderzijds de ongelet tuide mu/ikaut.
de rauwe potsemiuiker voor biooddronkei'.
kcnuiKgangers. Hier behoort hij tot dr-ii hcogsten «.del
des geestes. ginds verkoopt hij zijn i echten, zijn
lijf en zijn ziel voor wat vUichtigen lurin. Men kan
er zeker var) zijn dat de muxiekiofcot zijn plaats
zonder «lag of stoot zal gaan innemen. En niet
alleen in het amusmneiitsbedrijf zal de machine
den muzikant verdringen - ook in de woonkamers
is ..muziek" niet nu-cr een zaak van.cultuur, maar
van mechaniek. Waarom nog pianospelen als
gramophone en radiotoestel zonder inspanning, zon
der vermoeienis, de voort xeffelijkste het scheppin
gen te hooren geven ? Waarom iets u.'et veel moeite
leeren als de p'ei f eet» lesultaten van datzelfde
leeren voor een handvol kleingeld te koop zijn 'f
Inderdaad nu>n zou tüet weten t« zeggen wat
ter wereld voor een onmondig, geblaseerd en
ideaalloos geslacht van nog grouter waarde geacht
kan worden dan zijn comfort.
Ijevenswijsht id en eeuwightidsbtsof zeker niet.
Wij zien op het oogenblik nog pas de eerste
regeeringsdaden van dictator Machine. Ik betwijfel
of de teekenen der tijden wel voldoende begrepen
worden, in de kringen die nog tot begrijpen in staat
zijn. In vroegere perioden beteekende het
machinisme voor het leven van den geest nog geen gevaar.
Dit begon pas te dreigen op het tijdstip waarop d«
zekerheid van geestelijke waarden te loor ging. Dat
de componisten zich met locomotief-impressies
onledig gingen houden, is een voor de continuïteit.
der kunst onbelangrijk verschijnsel. Maar dat het
muziekstuk Pacific 231. zoo goed als het
meerer:deel der in deze jaren overal in Europa geschreven
composities, dermate inferieur is aan hetgeen wij
twintig jaar geleden de nieuwe Europeesche muziek
mochten noemen, is een angstaanjagend symptoom.
WILLEM PIJPER
CONCERTGEBOUW
Mahler, Rafael Lanes
ER bestaat in Nederland een Mahler-truditie.
d.i. Mahler. zooals wij hem door de vertol
kingen van Willem Mengelberg hebben lee
ren kennen. Deze voorstelling is een bezit van Ne
derland geworden, zij. die Mahler hebben
..beleet'd" onder Mensxt-lberg. zullen deze beleving
moeilijk meer kunnen missen als toetssteen voor
anderer opvattingen en vertolkingen.
Bruno Walter is de discipel. 4e jonge vriend van
Mahler geweest, hij is het meest ingewijd in
Maliler's opvattingen en intenties, hij kent het werk
en de noten van de muziek. Op het onlangs te
Weenen gegeven concert door Mengelberg waarop
deze de J de van Mahler dirigeerde hebben de
Weeners verklaard, dat hij Mahler ..Mahlerischer"
dan Mahler dirigeerde. Wij eelooven het graag:
Mengelberg heeft misschien het meest van alle
Mahlerkenners ..wat achter de noten*' staat ge
voeld en begrepen. Bruno Walter kent vooral het
werk, de noten van Mahlcr's muziek: hij laat vooral
het werk spreken, niet in de eerste plaats Mahler.
De 3de symphonie, die Zondagmiddag door
Walter werd gedirigeerd, is compositorisch zekei
niet een der sterkste werken van Mahler. Het is
niet goed, dat op den opbouw, de ontwikkeling.
den symphonischen vorm van dit werk het meeste
licht valt. Het is, in klassieken zin. een uiterst
barok werk, een wirwar van invallen en fragmen
ten, die door n leidende en stuwende gedachte.
de idee" worden bijeengehouden. Het eerste deel
wordt een marsen -i?het marschachtige in Mahler
onderstreept Walter wel steeds bijzonder sterk
wjj herinneren maar aan het eerste deel van de 5de
symphonie, die, wellicht meer in de intentie van
Mahler, een groote marche funébre wordt, waarin
de hartverscheurende details minder naar voren
komen dan wij ze hebben leeren hooren. Zij klinkt
ors nieuw in de ooren, deze muziek kennen wij zoo
niet, wij bewonderen wat Walter er van maakt,
maar een aanwinst en een versterking van onze
liefde voor Mahler wordt , het niet. Mahler's
zwakheid: dat hij geen symphonicus is in den
compositorischen zin, wordt er te duidelijk door.
Een der aanwinsten onder de cellisten van het
Concertgebouw-orkest, Kafael Lanes, heeft ons op
een ander, concert het celloconcert van Saint Saens
voorgespeeld en wij hebben met verrassing ge
luisterd naar een zeer goïnspireerend en fijngevoe
lig spel, meesterlijk vaak van toon en uitdrukking
en uitstekend beheerscht technisch.
CONSTANI VAN WESSEM
\
PAG. 7 OE GROENE No. 2996
Hoe mooi het was
en hoe vervelend
HENRIK SCHOLTE
AndréObey's Le Viol de Lucréce",
door de Compagnie des Quinze
VHICKMD zijn de erotische problemen van
het Home der zeven koningen. Welgeteld.
zijn het maar twee legenden, die men aan
hun bestaan pleegt vast te knoopen : de Sabijnsche
maagdenroof en de geweldpleging jegens Lucretia.
Do eerste had belangrijk meer succes dan de twee
de, maar de nobele houding van de tweede, die
naar schande niet wilde overleven, is dan toch maar
oorzaak, dat onze ouders tot in lengte van dagen
hun dochters Lucretia zijn blijven noemen wat
een zonderling beeld geeft van de pessimistische
toekomstverwachtingen dier ouders. Enfin, in de
familie Borgia leidde dat dan ook tot een pijnlijke
vergissing en ook thans zijn er nog meisjes genoeg.
die Lucy heeten; en toch nog leven. ^
liet zal U wellicht verwonderen te vernemen
dat de man van Lucretia eigenlijk f'ollatinus ge
naamd werd. want gij hoort gewoonlijk van eenen
Brutus. die den dolk (met het nog lauwe bloed.
gelijk wij Titus Livius naschrijven) als teeken voor
den opstand zwaaide. Maar deze Brutus, even
achtenswaard! g als de latere, was slechts een vriend
des huizes met de kwaliteiten van een volksmenner
en de slagzin, dat Tarquinius' zoon Rome schond
gelijk hij de vrouw van een der notabelen had ge
schonden, kwam hem goed van pas. Er is nog iets
dat onverklaarbaar is in deze historie en dat is.
waarom de jonge Tarouinius het voor zijn vuige
driften juist bij de uitgesproken deugdzaamheid
zocht, tenzij dat dit te verklaren is uit de dorpsche
omstandigheden van het toenmaals kleine Home
of uit et-n vooropgezette zucht tot schandaal. In
elk geval, nimmer heeft sindsdien art. 242 den
dichters «tof t«»t edeler meesterwerken gegeven.
Shakespeare wijdde er een onleesbaar vers aan en
AndréObey heeft dat dichterlijk geparaphraseerd.
De val dezer verzen is schoon en subtiel, de han
deling wordt zuiver ondersteund en verinnigd door
het commentaar der beide ..recitanten", die ter
zijde van het tafereel als een synthese van het
antieke koor de mannelijke en de vrouwelijke ge
voelens ten aanzien van de daad vertolken. De
tekst is een simpel en ivin libretto voor een voor
stelling, waarin de stijl van het gebaar tot opperste
zuiverheid kon stijgen. En toch.... waarom moet
de deugd zoo vervelend zijn (als er geen nieuwe
spelling was, schreef ik dat woord met drie e's in
het midden), waarom de zonde zoo onsportief.
waarom de preek zóó wei nigmeeslefpend? Het stuk
vraagt gewoon om zijn eigen parodie, zoöals eeu
opera, zooals een even vrome als onnoodige ver
maning, en men behoeft waarachtig toch nog zelf
geen libertijn te zijn om te betreuren, dat er eenige
bedrijven lang een bed op het tooneel staat alleen
maar om er sermoenen bij te houden.
Intusschen heeft de voorstelling alles gedaan
om den indruk van het leerdicht" uit te wisschen.
Het kleine, hooggestemde troep je van Copeau's
jongeren, dat zich in Provencaalsche afzondering
tracht vrij te houden van de vernielende routine
van het métier, speelde dit stuk als een soort tra
gisch ballet, rijk en boeiend in zijn veelvuldige
nuances, in zijn realiseering van de innerlijke
lyriek der verzen, en daarbij dood-eenvoudig en
onvergelijkelijk schoon. Decors en costuums waren
niets dan tijdelooze aanduidingen, waarbij alleen
het smettelooze gebaar sprak en de bewogenheid
van het vers. Er werd gespeeld, zelfs in deze ab
stracte sfeer, met een volheid en een impuls van
leven, die opnieuw bewijst, dat waarUjk goed
tooneel eigenlijk niets noodig heeft om onmiddellijk
tot den toeschouwer te spreken.
Niets dan een stuk tenminste.
GRAND H OTEL LES AVANTS
1000 M. boven MONTREUX (Zwitserland)
MODERN FAMILIE- EN SPORT-HOTEL
IN HET MOOISTE SKIGEBIED.
ALLE TAKKEN VAN WINTERSPORT
EIGEN IJSBAAN - HUISORKEST
MATIGE PRIJZEN - DIRECTIE: A. SCHMID
BIJZONDERE AANBEVELING:
70% ONZER GASTEN KOMEN STEEDSTERUQ
j'; .
? t-' i
f
JU