Historisch Archief 1877-1940
Schilderkunst
Hendrik Wiegersma
Tentoonstelling bij kunstzaal
Buffa, Amsterdam
HET is toch altijd een genoegen een schilder
to zien erkend, zij het aarzelend, -/ij hot
zelfs onwillig, voor wien ge eerder ge
vochten hebt dan de anderen. Het is een vermaak
dan, kennis te nemen van de mcenmgen van
schilders en anderen, die beginnen toe te geven
of die door een ontkenning zelfs het govaar van
dien nieuwen medestander, dien zij, wat bevreesd,
als een concurrent ervaren, toch niet anders doen
dan toegeven. Permeke heeft in zulk een toestand
verkeerd, Wiegersma verkeert nog in. dien toestand.
Er wordt dan door velen, 't is alsof er een parool
werd uitgegeven, een zelfde bezwaar naar voren
geschoven. Nu het hun niet meer mogelijk blijkt
Wiegersma als figuur te ontkennen, wordt gezegd
en met graagte herhaald, dat hij niet schilderen
kan (d.w.z. niet op huu trant schildert, noch naar'
hun kleur). Maar wat is kunnen schilderen? Het
juiste schilderen is een functie van den innerlijken
toestand, en ik meen niet te stoutmoedig (o,
bangen !) te zijn, door te beweren dat de schilder
kunst van Wiegersma-, een hechte en betrouwbre,
de eenige mogelijke is ten opzichte van zijn
ontroeringen en ten opzichte der uren, waarop hij
schildert. Het ontkennen van zijn schilderwijze is
mij dan ook niets anders dan de laatste pogingen
om het nemen van een draai te verbergen en
tevens voor zichzelf het gevoel eener superioriteit,
eener voortreffelijkheid te handhaven, die feitelijk
in gebreke bleef, evenals het in zichzelf belachelijk
is te beweren; dat een medicijnman de anatomie
niet zou kennen !
De schilderijen
Het werk van Wiegersma is altijd er op gericht
geweest op groote wijze het vlak te vullen en
tevens het werk een sterk-psychologischen inhoud
te geven. Dit laatste verwondert niet; bij de
oorspronkelijke gave in dit opzicht, heeft zijn
beroep steeds volop psychologisch gehanteerd.
dit psychologische verdiept en leniger en leniger
gemaakt/Daarom is het goed, wanneer ge Wie
gersma's talent karakteriseert, zijn dokterschap
niet te vergeten. Wanneer ge dan verder vraagt
hoe dit psychologische gericht is, dan zijn twee
bepalingen daaraan toe te voegen: Ie dat het
tragisch is en 2e sferk-erotisch. Al deze dingen
vindt ge hier op de tentoonstelling die ook
door een niet te groot getal van schilderijen
f-i- ,
??&-. 4
? t
* >??* »
* ? ' J& * * W
r - ,' " * iV"' f » .
!*?>. *Jfo ^,»f .**. *i**H*,* '?**!
een goed-georganiseerde in. Do schilderijen zijiv
van 15)30 tot' eu met lÜJil en zij doen ons in
sommige der werken Wieftersma zien op zijn
best, meest zeker van zichzelveii on van aijn
compositie (in den bouw dus !). Wanneer wij dan
de data volgen, dan vinden wij den ironischen
Wiegersma in de zieke ('30) den tragischen,
zoowel in het (Jebed als zeker in Het Lied ('80),
waar de zingende als een verdoemde zingt. Het
jaar 1Ü3Öis, ik zie het hier weer duidelijk,
n der rijkste, bewogen jaren van Wiegersma's
leven. De Bergrede uit 1031 is een der zwakke
werken; een te veel, benevens een te duidelijk
aangeven van de richtingen, verdeelen het
werk in te kleine doelen en ontnemen het daardoor
de overzichtelijkheid. Dramatisch is: Het Docu
ment uit 1932, met de twee figuren, in groen en
geel geschilderd, een combinatie van kleuren, die
hij veel gebruikt. Zsldea schildert de figuur
schilder Wiegersma het landschap als hoofddoel
en onmiddellijk. Do dorpsweg te Lith", uit 1933,
is. een werk, dat voor mij veel bekoring bezit om
een ongewonen glans er in; do familie in den
tuin", uit 1934 daarentegen verwekt bezwaren om
do zwoelheid in de kleur en om het ietwat onge
ordende. Het kanaal bij Deurne", eveneens uit
1034 en naar de natuur gemaakt, is een volledig
landschap, hecht-gebouwd, groot gehouden en
rijk aan stemming; terwijl .het landschap met
het witte huis, linkb, voor mij door een lijn tegen
den hemel en door een leegte in het midden van
de lucht tot do minder belangrijke behoort;
evenals ik de boerderij bij Kuyk met de witte
vrouwefiguur niet tot tle grootste reken om de kleur,
die niet de drachtige gevoeligheid heeft, hem,
Wiegersma, meestal eigen. Sterk, opdoemend, een
mensch op zijn heroïsch moment is, in
groen-engeel, het zelfportret, een schilderij voor een
museum, in zijn Spaansche rijpe soberheid en
vollen vorm.
De teekeningen
Een noodzakelijke aanvulling van Wegersma's
schilderijen zijn de teekenirvjen.- Drie soorten kunt
ge daar onderscheiden, waarvan er twee lineair
zijn en ge n vindt waar votumen-icetrgaaf hoofd
zaak is. Van deze drie soorten zijn thane> bij Buffa
exempels. De hem meest natuurlijke soort, waar
mee hij talloos vele naakten heeft geteekenü,
lang voor Kelder tot zulke naaktteekeningen
overging, is die van een ijle, groot bewegende lijn,
die. soms verkort in de beweging, een sadisme,
Wiegersma eigen, doot ontdekken. In deze ge
voelige toch niet slappe lijn heeft hij de charme
van een oogenblik van een lichaam op fraaie wijs
ge-uit. Naast deze dunne komt in den laatst en tyd
een zware dikke lijn voor, die voor mij de mindere
is tegenover de eerstgenoemde. De derde soort
teekeningen, en bij verre de zeldzaamste, is die
soort.waar het volumen en dieptewerking
eerstedoel was. Bij dit soort teekeningen vindt ge van
de beste bij Buffa. Het zijn de tcekcningen als
Het gesprek, De dokters, Het landschap met figuren
enz., die u dit duidelijk maken....
Ge begrijpt, dat dit alles, wat ik hier in 't kort
opsomde, bij Wiegersma's tentoonstelling maakt,
dat ge bij het bezoeken daarvan, een wezen beleeft
en er zijn minder wezens in de schilderkunst, dan.
dikwijls wordt gedacht. PLASSCHAERT'
Les Arts Décoratifs"
La Luminaire (de «Antiquitéau XlXe siècle)
par Guillaume Janneau (Ed. d'Art R. Duehar. Paris)
DIT boekje behoort thuis in de bekende serie
les Arts Décoratifs" en het geeft een over
zicht betreffende het verlichtings-ornament van
de oudste tijden af tot aan de Empire-stijl (bij
105 afbeeldingen). Een afzonderlijk hoofdstuk is
gewijd aan de Musulmaansche kunst in de XIIJe
en XlVe eeuw ontstaan in déstad Mossoul in
Kurdistan (Perzië) en later ook in Syriëen Egypte,
meerendeels van rijk-gedreven en óók wel zeer
ingewikkeld a-jour-bewerkt geel koper of van
geëmailleerd glas, alsmede aan de Venetiaansche
lichtkronen en kandelaars van geblazen en geslepen
glas zooals deze eertijds in Venetiëzelf en later in
Murano werden gemaakt.
De schrijver is er in geslaagd, in het beperkt
bestek, de verschillende vormen en typen duidelyk
te karakteriseeren en de met zorg gekozen af
beeldingen zijn daarbij een welkom hulpmiddel.
EEKMAN
Reportage van
atelier van den
PARIJS draagt vandaag haar grijze sluier
van oud verweerde pa.ina, melancholie en
regen, maar wanneer ik de onaanzienlijke
poort in de Hue de Seine doorga, sta ik plotseling
op een brandend gele binnenplaats die door twee
grimmige Clüneesche leeuwen bewaakt wordt.
Vóór de leeuwen zie ik, barrevoets, een ge
sluierde, witgekleede zuster staan, die me met
zachte stem vraagt of ik kom voor de conférence".
Ik knik ontkennend, klim de holle trap op en
lees op de deuren der eerste tage: Les amis
du Boudhisrne".
De volgende tage is onbewoond. Op de derde
woont Eekman.
Wanneer ik in zijn atelier sta, tusschen de ge
bukte maaiers, de traag voortkruipende wiedsters
en de boerenvrouwen met volgepakte manden, die
langs de wanden hangen, vraag ik hem onwille
keurig: Hoe komt het, dat jij, die toch voor
alles een schilder van het land bent, hier in Parijs
woont?"
Hij antwoordt: In een dorp kent iedereen
je: de dokter, notaris, de groentenirouw en de
burgemeester. Zo bemoeien zich ook met je. Alleen
in de stad, heb ik ontdekt, is het mogelijk je
werkelijk to isoleeren. En wat de beelden van
het land betreft, die draag ik mee naar huis als
ik er weer een paar dagen geweest ben."
Ik ben n van negen kinderen, vertelt
Eekman, uit het gezin van een grooten hout
fabrikant in Brussel. We werden opgevoed in
christelijke saaiheid. Wanneer we in de kerk zaten,
en dominee preekte, herinner ik me hoe mijn
broers en ik telden hoeveel letters c of a er in zijn
tekst voorkwamen. Dat was óns spelletje. Toch
heeft die christelijke vroomheid langen tijd invloed
op me gehad. De grootste aantrekking voor mij
echter had niet de religie, maar de arbeid. Toen
ik 16 jaar was brak een groote staking in Brussel
uit. Dat was hst eerste konflikt met mijn vader,
toen ik tegen hem, aan tafel, vurig, het goede
recht van de arbeiders verdedigde."
Eekman is opgeleid voor architekt. Maar de
rijke kleurigheid van het boerenleven eischte een
andere uitbeelding dan hij in baksteen kon
geven.
. Als kind," zegt Eekman me, Was de komst
van de melkvrouw met haar hittenwagentje in de
straat een gebeurtenis voor me. Nog zie ik haar
wijdgeplooide rokken en den blozenden glimlach
onder haar hagelwitte kap. Soms mocht ik
meeVerzame
DE verzamelaar is soms een eigenaardig
menschelijk wezen; hij kan tot het onbe
schaamde, tot het gevaarlijke toe heb
zuchtig zijn. Hij bthoort tot de orde der bezetenen.
Maar, zooals in iedere massa, zijn er verschillen
bij de bezetenen en zijn ze temeer waardeerbaar,
naarmate het doel van hun bezit, naarmate de
voorwerpen, die zij bezitten willen, van blijvender
geaardheid zijn. Er is toe. h een afstand tusschen
b/jm, die ,,filmsterren" verzamelt en hem, die
meesterstukken der schilderkunst zich verzamelt.
Ik moet zeggen, dat ik de laatsten hoogacht en
gaarne ontmoet; ik-moet zeggen, dat alles wat de
film aangaat h t nog niet gebracht heeft tot een
concurrentie met het^ kunstwerk en dat het be
wegende, versnelde beeld $ot nu toe tegenover
het eer-genoemde tot een snel verdwijnen is ver
oordeeld. Maar de werkelijke verzamelaar is een
bezetene! Hem drijft niet alleen de schoonheid,
maar scherp jaagt hem de bezitzucht voort. Hy
ia de jachthond op het terrein der schoone
kunsten.
Ik geci toe, dat onze Hollandsche aard, die een
trage en bedachtzame is, zelden in ons land ons
van zulke jacht doet genieten; andere landen
geven daarvan hartstochtelijker voorbeeld. Zoo'n
verzamelaar kan eenzijdig zijn of veelzijdig zyn;
hij kan uit zijn op een bepaalde kunst of hij kan,
simpel-weg en grooter, uit zijn op kunst. Is hij
alleen uit op het werk van n kunstenaar b.v.
dan is onmiddellijk het jachtbeeld beperkter, maar
DE MENSCH
een bezoek aan het
schilder-teekenaar
rijden, vlak bij de bolle billen van het paard, dat
zijn malsche gele vijgen op de straat liet vallen.
Als de vrouw uitstapte nam ik zachtjes het zeel
van het paard in m'n handen en verbeeldde me
te sturen. Soms, als er een varken geslacht was,
mochten we mee naar de boerderij. De knechten
en meiden zaten er aan lange tafels, bedekt met
pannekoeken, zware kruiken bier en goudkleurige
brooden. Omdat ik een goede stem had, zette do
boer me midden op de tafel en ik zong voor die
katholieke boeren protestantsche psalmen, want
ik kende geen andere liedjes."
Hier liggen de oorzaken die een oppervlakkige
toeschouwer, bij het zien van Eekman's werk.
dadelijk aan Breughel doen denken. Wie echter
dieper schouwt ziet, dat Breughel en Eekman
baide, uit den zelfden, zwaar bemesten, Vlaamschen
b adem gegroeid, desondanks zich als kunstenaars
van volkomen verschillende eeuwen onderscheiden.
De oorlog
In den oorlog ging Eekman terug naar Holland.
Hij leefde er, dicht bij de pastorie van Nuenen,
en deelde er met vier arme Belgische schilder»
een vaderlijk pensum, dat nauwelijks voor n
mensch voldoende zijn kon. Hout voor de kachel
moest gestolen worden, 's Avonds gingen ze er,
met een dievenlantaarn op uit, om aardappelen
te rooien. Het was in de dagen dat ds de Ligt
zijn vlammende predikaties hield tegen den
oorlog. Ik heb, zegt Eekman, achteraf
ontzaglijk veel aan de Ligt te danken, die me o.a.
Van Gogh en Dürer heeft leeren kennen, maar in
die dagen werkte zijn voortdurende kritiek bijna
vernietigend op me. Jn de donkere sfeer van den
jongen van Gogh verloor ik mijn zelfvertrouwen
volkomen. Ik heb trouwens, uit mijn aard, reeds
zooveel Hollandsche zwaarte in me, dat ik, onder
het gewicht van onze vaderlandscho wolken niet
adem kan halen." ,
Misschien rekent Eekman tot deze
vaderlandsche zwaarte," ook die neiging om overal in
z'n werk een diepere gedachte uit te drukken.
Maar welk een charmante wending heeft 'deze
neiging onder de lichtere Fransche lucht genomen.
Voor mij ligt een boek met kindergedichtjes van
hem, dat kort geleden is uitgegeven. Van een
tweede, dat spoedig verschijnt, zijn 500 exemplaren
reeds verkocht nog voor het de boekhandel bereikt
heeft. De taal van al die gedichtjes is sprankelend,
geestig, bijna zooals kinderen dansen. En toch
laars
Hiermede openen wij een reeks artikelen
van verschillende deskundigen betreffende
het verzamelen van oude en niéuwe
kunstvoorwerpen.
het zal overal uitgeplozen worden bij een immer
Herhaald onderzoek. Zulke verzamelaar wordteen
til-weter' van een bepaalden kunstenaar; hij is in
/.ijn beperking autoriteit en nuttig; hij is noodig,
maniak, bekorend. De andere verzamelaar moet
psychologisch gest bekeerder zijn, grooter. Hij is
niet uit op een bizonderheid; hij is uit op alleen
het voortreffelijke. Hij is de meest uitmuntende
kameraad, dien ik zoek; hij is een metgezel voor
onze beste uren. Zijn verzameling wordt een groot
verhaal van den menschehjken geest, ten eerste
van bet menschelijk gevoel en waartoe dit gevoel
kan reiken. Zoo'n verzamelaar moet steeds zonder
het bijgeloof van-zijn-tij d zyn. Een <tijd verwerpt
logischerwijs altijd een deel van het gemaakte
(wat het niet noodiy heeft); de verzamelaar moet
zoeken wat geen tijdperk ooit rnel recht verwerpt.
Kan hij dat, dan behoeft de bevrediging van zijn
verlangens niet een daad te zijn van een zeer wel
gestelde. Integendeel: hij kan de voordeelen uit
buiten; wat zijn tijd verwerpt, ook daar kan hij
vry kiezen en goedkoop verwerven (wie kon inder
tijd niet een Vermeer betalen?) Ik durf dus zeggen,
dat een goede verzameling eigentlijk altijd mogelijk
is, mits ge de wijsheid der keuze bezit, speurkracht
en al uw tyd daarvoor over hebt. Tijd ig noodig,
want het is eigenaardig, maar kostbare dingen
zijn dikwijls, hoewel dichtbij, diep-geborgen.
Daarom is, zooals ik zei, jachthonden-natuur' den
werkelijken verzamelaar noodzakelijk.
A. PLASSCHAERT
Eekman
hebben ook die vroolijke kinderlijke gedichtjes
altijd een filosofische pointe:
?|J^?De kip graaft in de modder me.t z'n vuile
pooten, en de veeren en snavel van de kip zijn
vuil, en vuil is het nest in het vuile stroo, waai
de kip zijn ei legt. Maar hoe heerlijk, zuiver,
schoon en vol is het eitje van de kip dat het kind
aan z'n ontbijt krijgt !
Waarschijnlijk is het deze neiging tot
filosofeeren, waardoor Eekman zich den laatsten tijd
meer en meer tot de clochards," de zwervers
van onder de Seinebruggeii. voelt aangetrokken.
Zegt hij niet zelf. dat ze de filosofen onder het
proletariaat zijn?
..Verleden keer vind ik er een, die op z'n rug
ligt aan den kant van het water. Ik vraag hem of
hij komt poseeren. Hoelang duurt dat ? vraagt hij.
lederen dag een paar uren. Onmogelijk,
zoo lang kan ik niet weg van mijn Seine !
En de man leefde misschien van vischjes, die
hij den hengclaars afbedelt om ze dan, boven een
lucifertje, te roosteren."
Eekman vertelt mij over een kroeg aan de
, Seine, waar de clochards zich verzamelen. Chez
Pbrquin. Velen hebben den waard hun pensioen;
boekje of verzekeringspolis verkocht voor het
recht er iederen dag een paar glazen wijn te mogen
drinken. Zalf naar de bureaus en autoriteiten toe
te loopen is hun te veel moeite. De waard wordt
er rijk van. Laat hem rijk worden, zij zijn tevreden
met hun glas wijn en de Seine. Bij regendagen
zitten ze het heele etmaal in de kroeg, behalve
van l tot 3 's, nachts, wanneer ze schoon gemaakt
wordt. Eekman zit tusschen hn een heeft er zijn
vrienden. Je kunt er gerust komen," zegt hij,
als je maar geen geld of revolver bij je steekt,
want daar hebben ze lol in."
Eekman als leermeester
Wie Eekman tusschen zijn leerlingen ziet zit
ten, zou niet zeggen, dat lessen geven voor hem
een belasting beteekcnen: hij geeft zijn onderwijs
, met dezelfde liefde en toewijding, waarmee hij
ieder werk aanpakt dat hem voor de hand komt.
De leerlingen hebben vragen, gesteld over de
compositie. Eekman zit voor zijn ezel en toont
hun hoe het schilderij onder zijn handen groeit.
Het stoort hem niet, dat hij onder het werk door
uitlegging moet'geven.
Voordat ik begin," zegt,hij. '?draag ik
het schilderij klaar in mijn hoofd, tot in de kleinste
détails, ik hoef mijn beelden dan nog slechts na
te teekenen."
Muzikanten
Alleen kan het gebeuren, als de leerlingen weg
zijn. dat F.ekman niet op kan houden met werken.
Wanneer ze dan terugkomen zijn ze verwonderd
en, eigenlijk, teleurgesteld. Zooals een knop bloem
wordt terwijl wij slapen is het schilderij geboren
toen zij er niet waren.
Invloeden
Slechts zelden zijn de schilbergen van Eekman
ROO echt lekker vlot en dik in de verf gezet als
het publiek het graag zien mag. Meer dan
voor de meesten van zijn kunstbroeders, geldt
voor hem het nous voulons la nuance, rien que
la nuance."
Alleen reeds het blauwe of bruine fond van
veel zijner teekeningen is als een sprookje! Eekman
?werkt er aan tot zijn papier de koele .witheid ver
loren heeft en. als een huis in den avond, bereid
is om de teekening te ontvangen. Maar als het
werk af is, is Eekman toch zelf in laatste instantie
eigenlijk onvoldaan. Hoeveel heeft hij geworsteld !
Hoeveel geëxperimenteerd. Maar altijd, hoe hij
ook werkt, hoe diep en innig ons het schilderij
ook toeschijnt, blijft het beneden dat wat hij zou
willen geven, blijft het slechts een klein, klein
brokje van het oneindig vele. dat hij zou willen
zeggen. Wie Eekman's werk bekijkt, die ziet. hoe.
zou het ook anders kunnen, invloeden. Deze
mensch staat voor alle stroomingen van onzen
tijd open. Er zijn gezichten en komposities die
aan Toorop en Konijnenburg doen denken, maar
hij verwerpt Toorop, die als het ware voor ieder
gevoel een gestandaardiseerden uitdrukkingsvorm
klaar had liggen. Er zijn invloeden van de futuristen
en, er is een tyd geweest, dat Eekman, onder
invloed van Mondriaan, bijna den weg opging
van het volkomen abstracte. Er zijn sporen van
Breughel en herinneringen aan Dürer, zoowel als
aan Van Gogh. AI die invloeden zijn ten hoogste
van bet eekenis geweest voor zijn techniek. Het
diepste wezen van Eekman's werk is volkomen
eigen. Hij is een lid der ecclesia militans van hen
die stryden voor een betere wereld.
JÈF LAST
!?.- «
l llAl 7anilUIOn komen tot rust,
kalUW %CllUW6ll meeren en worden
daarbij tevens gesterkt door het gebruik van
1 ' ' ? ' * ,
NI ij n hardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisie 75 et. Bij Apoth. en Drogisten
Hendrik Wiegersma, Zelfportret
PAG. 14 DE GROENE No. 3998
PAG. 15 DE GROENE No. 2998