Historisch Archief 1877-1940
Schilderkunst
l
Verzamelen
Kashmir kostste/, Rijksmuseum
DELFTSCH AARDEWERK
ONDER de fraaie dingen uit
het. verleden, die niet alleen in
het lieve vaderland de begeer
ten der menschen hebben opgewekt,
behoort zeker het Delftsche aarde
werk. Waaronder verstaan moet wor
den die ceramische groep, die bedekt
is met een doorgaans witte.
ond<x>rzichtige glazuur, waarop met het.
penseel een decor is aangebracht.
Tot Delftsch moet eigenlijk gerekend
worden al het Noord-Nederlandscbe
aardewerk, aangezien vele stukken
niet voorzien zijn van een merk, dat
met min of ,meer groote zekerheid
naar Delft verwijst, terwijl het thans
wel vaststaat,, dat in de 17e en 18e
eeuwen behalve in Friesland (Makkum
on Harlingen) nog op verschillende
andere plaatsen dit gemeenlijk faïence
genaamd aardewerk is vervaardigd.
En men kan zonder een zweem van
chauvinisme volhouden, dat in dien
tijd. ongeveer 1050-1775, Delft in
ruimen zin de fraaiste faïencen
van het Noordelijk halfrond heeft
gefabriceerd. Nergens heeft men den
glans van de roonüge glazuur, den
gloed en den rijkdom der kleuren
kunnen evenaren.
De schrijver dezer regels heeft in
den eersten zin den verleden tijd
gebruik't. omdat hij inderdaad niet
weet, of op het oogenblik nog Delftsch
verzameld wordt. Essentieel van het
..verzamelen" is de doelstelling. De
gene, die bij een antiquaire of op een
veiling bekoord wordt door oen fraai
stuk Delftsch en zich dat aanschaft
om het in of op zijn glazen kast te
zetten en er verder met pleizier naar
te kijken, is nog geen verzamelaar
van Delftsch. Voor het begrip ver
zamelen behoort een zeker program,
hoe vaag dan ook.
Het program kan in zijn eenvoud
igsten vorm bestaan uit een niet te stillen
begeerte naar deze groep faïencen.
liet kan een. bepaald tijdperk om
vatten of de werken van een bepaalden
meester, men kan zich op gekleurd Of
op blauw Delftsch concentrecren, de
vorming van een menagerie beoogen.
Zoo is. althans naar schrijvers mee-1
ning, de bezitter van 21 waaier
borden", die op de betimmering ge-1
plaatst zijn eetkamer sieren, nog geen
verzamelaar van Delftsch.
Een verzamelaar is hij. die zich
na. n voorbereidende, doch niet
gewilde periode van uitziekep, een
program heeft opgelegd, dat hij zoekt
te verwezen lijken met alle hem ten
dienste staande middelen, vergelijking
met exemplaren in openbare en
partiSANATORIUM BERKENOORD41
GRAAFSCHEWEG 296 -NIJMEGEN
Voor ruitbehoevend«n, hcrjtellendtn
en lichte' zenuwpatiënten
Geneesheer-Directeur: Dr. J. Wlardl Beekman
Tweede Geneesheer: Dr. A. Rijpperda Wierdsnu
Thans ook kamers mit stroomend water
culiere collecties, voorlichting door
de beheerders en eigenaars daarvan
en van alle bij zijn aankoopen niet
geïnteresseerde deskundige personen.
Vooral moet hij zooveel mogelijk
objecten in de handen gehad en goed
bekeken hebben, opdat hij de tee
kenen kenne. die het sein op veilig
stellen, en niet minder dezulke, die
den consul raden te ca veeren. Want
de lezer zal wel begrijpen, of zelfs
helaas persoonlijk ondervonden heb
ben, dat het oude Delftsch niet heeft
?kunnen ontkomen aan de economische
wet die wil dat. wanneer een antiquiteit
schaarscher wordt en hare waarde
evenredigerwijze stijgt, er altijd wel
willende lieden opstaan om aan die
schaarschte tegemoet te komen.
De gulden tijd van Delftsch ver
zamelen, toen er oud. mooi en niet
te duur Delftsch in overvloed te krij
gen was. viel in het laatste kwart
der negentiende eeuw. Toen de
antiquaires de provincie in en den boer
op trokken en met wagenladingen
Delftsch .terugkeerden. Toen 'de ver
zamelingen Loudon. van der Burgh.
van der Schilden en Kvenepoel in
? omvang en gehalte toenamen, om
tenslotte, als monumenten van
speurzin en . qualiteitsgevoel. tot vreugd
en. genieting van het niet ingeslapen
deel der 'men'schheid in de musea
van Amsteidam. den Haag. Rotter
dam en Brussel een duurzame en
eervolle verblijfplaats in te nemen.
In die eerste periode dan werd
veel en goed Delftsch uitgevoerd
naar Frankrijk en 'Engeland, l^ater
toen ook de belangstelling der Hol
landers wakker werd en de prijzen
hier opliepen een evenement was
de veiling van de collectie I^ambert
van Meerten in 1902 - vloeide veel
van het geëmigreerde Delftsch weer
terug. Sinds 1902 stegen de prijzen
tot een soms verwonderingxvekkcnde
hoogte. Zoo is op d" veiling van de
collectie in het kasteel lleeswijk (1900)
een vijfdeelig zgn. Kashmir kaststcl,
thans in het Rijksmuseum, voor
? 7000.?verkocht. Een soortgelijk
stel bracht in 1H20 op de veiling in
Amsterdam / 24.000.?op.
Zooals boven reeds gezegd werd,
is het mij niet bekend of er op het,
huidig^ Qogenblik nog hier te lande
geprivilegiecrden. bestaan diéoud
Delftsch verzamelen". Het lijdt m.i.
geen twijfel, dat indien deze crisis
zal zijn bezworen, en het menschdom
inmiddels zijn begeerte naar bezit
van stoffelijke schoonheid niet zal
hebben weten te overwinnen, dat het
oude Delftsehe aardewerk een mis
schien nieuwe generatie van be
wonderaars zal Aveten te boeien, die
geen genoegen' nemen met wat de
musea hun daarvan bieden. t
Mr. H. C. GALLOIS.
i Conservator r. h. Haaijsche
(femeen'emuseitm
Euvels en remedies
ALB. PLASSCHAERT
Expertise
D K kennis. ' do vaardigheid en
het nabootsend vermogen der
schilderij-vervalschers hebben
de e.i-pcrtïae tot bloei gebracht. Do
koop*»!-» der schilderijen, vooral
deioude.' kostbare sehildorijeu hebben
dezen toestand, dio zeker gedeeltelijk
tot eou euvel zou worden, doen
ontstaan en bij voortduring sterker
gemaakt. Dat is begrijpelijk. Zoodra
er niet meer gekocht wordt uifc
liefde en belangstelling; zoodra keu
nis en gevoel vooral voor de schilder
kunst ontbreken en een portatieve
belegging de hoofdzaak wordt naast,
misschien, een trots tegenover den
buurman, kon dat niet uitblijven.
De koopers wilden zekerheid voor
hun geld en de niet-steeds onschul
dige verkoopers wilden hun die zeker
heid gaarne verschaffen. Dit is.
steeds gemakkelijker! gegaan. Zij,
die de expertises moesten leveren.
werden gaarne uitgezocht tusschen
hen, (Ue aan het hoofd stonden van
musea of die aan de Universiteiten
les gaven in de kunstgeschiedenis;
zulke offieieele posities gaven dade
lijk een zwaarte, een belangrijkheid
aan de goedkeuringen en aan de
afwijzingen. Behalve deze offieieele
persoonlijkheden vinden wij enkele
anderen als den voortreffelijken
Bredius. die nooit schroomde een zijner
zeldzame vergissingen te erkennen
en als den koppigen Hofstede de
(Jroot. die i.net terug wilde komen
op zijn expertises en daar de schade
van heeft ondervonden. Daar de
schilderijen, waarover de expertises
werden uitgebracht, belangrijke som
men vertegenwoordigden bt werden
geacht te vertegenwoordigen, vond
de verkooper geen bezwaar een be
trekkelijke grooto som te betalen
voor zulk onderzoek (hij telde die
som eenvoudig op bij wat de kcóper
had te betalen). Ge gevoelt onmiddel
lijk het gevaar, dat hier ontstond.
Daar steeds de prijs van de expertise
eenigszins afhankelijk was van de
toeschrijving of van de toekenning
(soms werd hij zelfs in procenten
van den vermoedelijken. koopprijs
uitgedrukt), kon bij den gever
deiexpertises (zij bleven toch
menschen !) bij'eenige aarzelirtg, om het
geval in 't algemeen het gunstigst
voor te stellen, de deskundige over
gaan tot het noemen van den
grootsten naam. dat is dan den ook voor
hem voordeel igst en naam. Dat is
n der .gevaren der expertise: d
voordeelig uitgelegde aarzeling. Maar
er zijn nog meer gevaren; er is het
gevaar der luchthartigheid. Deze
luehthartigheid kan beginnen met
zich zelf competent te verklaren
bij een handeling, waar evenveel
psychologie als gevoel en als kennis
noodig is; zij kan zich uitbreiden
door het speels-gewijs toedichten van
werken aan bepaalde meesters, liefst
groote meesters, waarbij zich nog
liet air van den specialist kan voegen,
die zich een autoriteit aanmatigt
ten opzichte van een bepaalde schil
derkunst of ten opzichte van een
bepaalden schilder. Wij allen, die
ons bezig houden met het hartstochte
lijk ambt der schilderkritiek, kennen
deze luchthartigen en deze specia
listen, die süllekcns doen lachen
maar ook soms een verbeten onwil
wekken, door dat toekennen en maar
steeds , toakennen zonder wezenlijke
kennisse des ondersclieids.
Het zou daarom hier onjuist zijn te
ontkennen, dat een zeker verbortd
P/G. 20 OE GROENE Ne. 2999
«in verband bestaat, een op geld
gegrondvest verbond en verband.
tusschen den kunsthandel en den
deskundige, (er zijn natuurlijk als
overal elders te eeren uitzonderingen !)
Restaurateurs
Er zijn neg anderen, die indirect
deelnemen aan deze zaken, aan de
transacties van den grooten kunst
handel en dat zijn de restaurateurs,
tegenwoordig, gelukkig voor de schil
derijen, soms gestudeerde chemici.
Deze liebben een wetenschappelijke
zekerheid, de chemische dateerint/,
pogen in te voeren. Ze zijn trotséli
en koppig, zooi»ls te veel
wetenschappelijken dat zijn en zij zijn,
daarbij, de ook zeer welbetaald<
dienaren en scms meer, van deu
kunsthandel, van den grooten kunst
handel, die' hun het baatgeverio
werk aanbrengt. Zij zijn dus, reëel
gezegd, niet zonder geldelijk belang
bij dien kunsthandel. Ze zijn m.i.
ook niet zonde.' een gevaar der een
zijdigheid want zij kunnen zich
vergissen, wanneer zij het .?alche
mistisch" gedoe der vroege kunste
naars vergeten, die als een gehein>
bewaarden wat zij toevallig
somvonden": een bereiding (die met hei
te-loor weer kon gaan) van eet
materie, desnoods eeuwen! vóór d
fabriekmatige, regelmatige producti*
van een verfstof.
Wij vinden dus op den weg vai.
den beschouwer der schilderkunst
en van alles wat daarmee te samen
gaat, drie groepen: kunsthandelaars.
uitreikers van expertises en
restaurateurs-chemici; die malkanderen te
eigen bate kunnen en dikwijls zullei
steunen. Het zou niet-menschelijk
zijn. als zij dat niet veel koeren
deden; wij kunnen toch niet aan
nemen (wij kwanjen bekocht anders
thuis !) dat hier alleen zich de zui
vere engelen" bevonden en dat de
duvels nooit toegang hadden tot
dezen kring. Wij weten inderdaad
beter....
Is verbetering mogelijk ?
De vraag is nu te stellen: zijn er
middelen te vinden tegen deze onze
kerheden?
(ie zoudt zeggen: schaf de exper
tises af en laat de koopers koopen
FABRIKANTEN
w;
I IJ zijn geen fabrikanten !"
riep verontwaardigd de ge
heele ontzet te hoop geloopen
schildersbent, niet in die kringen
zeldzame eenstemmigheid, toen, rm
ongeveer een jaar geleden, bekend
werd, dat de fiscus van de poovere
opbrengst van hun werk vier pro
cent omzetbelasting voor zich
opeischte.
De schildoi-svereenigingen ontplooi
den een ongekende activiteit. Men pro
testeerde links en rechts, schreef de
kranten vol, , zond zelfs deputaties
naar den Haag, en.... verzuimde na
te gaan of de nieuwe cyns wel rechtens
gevorderd kon worden en er geen wette
lijke middelen waren om den fiscus
in zijn kwaad opzet te stuiten.
Vandaar dat men met een kluitje
in .het riet gestuurd werd, Veront
waardiging maakt op het Departe
ment van Financiën al buitengewoon
voor hun eigen risico. Als alle ideale
toestanden acht ik dezen toestand,
hoe zeer ook geweiischt, niet meer
mogelijk, zeker niet gansch-en-al te
verwerkelijken. Er zijn toch vele.
belanghebbenden bij deze expertises !
Een skcpsis te verwekken, wat dezo
expertises aangaat, is echter en op
bepaalde wijze door den kunsthandel
mogelijk. Deze skepsis zal niet ont
staan, zoolang de grooto kunst
handel deze ,,toewijzingen" zoo ruim
ubtaalt.
Er zit dan te-veel geld in, om
deze toewijzingen, in het alge
meen, zelfs bij falen niet te steunen !
Wordt dit bedrag echter gering (af
spraken over den te bepalen prijs
zijn toch mogelijk!) dan zal de
kunsthandel zelf zich vrijer gevoelen
«>n niet om bepaalde sommen, groote
sommen, flaters meer verbergen. Het
is dus voor de toekomst zelfs voor
deelig voor den handel deze expertises
niet zoo hoog meer te honoreeren
?«?n de prullen onder de deskundigen,
A\ hebben zij een offieieele positie,
te laten vallen en te laten onder
duiken voor goed in hun onkunde.
De staat zou hier ook mee kunnen
helpen aan de zuivering. Hij zou zijn
ambtenaren, die .van hem honoraria
genieten, tractementen, kunnen ver
bieden anders dan gratis deze exper
tises te verschaffen, zóó zij neiging
hebben als deskundigen op te treden.
Ten slotte zou den restaurateurs
oen normale belooning moeten wor
den toebedeeld en . zou hun be
voegdheid scherp moeten gekeurd
worden.
Samenvatting
Tegenover den tegenwoordigen toe
stand, die, zooals iedereen weet, die
met de schilderkunst te maken heeft,
vele euvelen vertoont, is het eerste
noodig, dat de kpoper liefde en
weet bezit omtrent dat wat hij koopt.
Het is even roodig, dat bij hét publiek
?indlijk een skcpsis ontstaat tegen
over de toewijzingen, de certifi
caten.
Automatisch zal de handel dan
minder uit zijn op die expertises,
minder geld daaraan verdoen, minder
geneigd zijn ze te handhaven. Een
fatsoenlijk, absoluut maximum kan
bepaald worden voor een
expertisezelf; alleen den wezentlijk bevoegden
wordt dat uitbetaald.
Ik begrijp, dat er nog ontdui
kingen mogelijk blijven, maar zij
zullen gering in aantal moeten
worden tegenover wat nu mogelijk is.
Wordt slechts een gedeelte van wat
ik hier stel verwerkelijkt, dan zal
reeds de algemeene toestand frisscher
wordem
(Kritieken op pag. 27)
EN SCHILDERS
?
indruk, als nv-i daarvoor op zij
'j;ing, kon men de zaak wel sluiten. In
dit geval kon men er bovendien! op
wijzen, dat de heer e n zich geheel ten
onrechte boos maakten en dat noch de
-schilders, noch de echte fabrikanten
zich beleedigd behoefden te gevoelen
door de nomenclatuur van do
omzetbelastingwet, omdat deze alleen
fabrikanten-tusschen-aanhalingsteekens
kent, d.WiZ. een geheel willekeurige be
gripsomschrijving met don naam fabri
kant dekt, waardoor ook boeren,
'kroegbazcn n vele anderen, die in
het gewone spraakgebruik nimmer,
als zoodanig worden aangemerkt, bij
de toepassing van die spéciale wet
fabrikanten worden genoemd. Men
had de belastingplichtigen ook duizend
andere, minder vleiende namen kun
nen geven, zonder dat iemand zich
daardoor gekrenkt zou behoeven te
gevoelen, omdat nauwkeurig
omkrijgt
WIM!
Spaart plaatjes voor
het album Java I"
Verlaagde prijzen
der Droste-letters.
ca. 250 Gr.
75 et
ca. 150 Gr.
45 ct
ca. 75 Gr.
23 et.
Een dikke, groote W. 'n W van Droste-chocoladel Die
Wim boft maar, dat hij zoo'n voordeelige voorletter
heeft. Zoo'n lekkere, zware letter, waarvan je de hesle
familie kunt laten smullen l
En wat krijgt U?
Voor U is er ook zoo'n massieve Droste-letter. En nog
veel meer heerlijks van Droste kunt U krijgen: fijne
bonbons ... en pastilles ... en de fijn-smakende doublet
ten! Prettig om te geven en nóg prettiger om te ont
vangen. De prijzen van Droste-letters zijn weer verlaagd.
Denk er echter om .... niet uitstellen: de
Drosteletters zijn altijd het eerst in den winkel uitverkocht.
ALTIJD WELKOM!
schreven is, wie en wat, men er mede
bedoeld heeft.
Toen het zoover was. bleek het lan
der protesteerenden gebroken en ver-,
zuimden zij te onderzoeken of de aan
vankelijk aangeheven strijdkreet, ont
daan van affectieve elementen, niet
omgebouwd kon worden in een effec
tiever juridische stelling: Wij zijn geen
,,fabrikanten", do definitie die de wet
van, haar begrip fabrikant geeft, is op
ons niet van toepassing, en wij zijn
derhalve niét belast ingplichtig.
Het was een eenling, de schilder
Schuhmacher, die de kwestie
zoogesteld onderwierp aan het oordeel
van de daarvoor door de wet zelve
aangewezen beroepsinstanties en zijn
standpunt daar met klem van redenen
liet verdedigen.
De omzetbelasting betreft blijkens
de definities en opzet der geheele wet
uitsluitend het materieelc productie
proces als onderdeel van hét econo
mische leven. In de daaraan ontleen
de begrippenschemata, zoo werd be
toogd, de arbeid van den schilder te,
betrekken is een cultureel zoowel als
logisch geheel onverantwoord
motabasis eis allo genos, die zelfs de fiscxis
zivh niet veroorloven kan. Evenmin
als men er over denkt om den
neergostorten Phaëtoh te bekeuren, omdat
voor Helios' zonnewageii geen wegen
belasting is betaald en hij zelf niet in
het bezit is van een rijbewijs, kan men
van een schilder verlangen., dat hij
omzetbelasting betaalt rvan de werken
van den geest, waarmede hij gedwongen
is in de stoffelijke wereld een heen
komen te zoeken.
Er kon bij de adstructie van de
hier uiteraard slechts zeer globaal
weergegeven stellingen zelfs een beroep
worden gedaan op een resolutie van
den minister van Financiën zelf,
waarbij te kennen is gegeven, dat als
,,fabrikant" niet kan worden aange
merkt, wie bij het verrichten van zijn
productieven arbeid niet wordt ge
dreven door winstbejag. Den kunste
naar, die dezen naam verdient, is het
oogmerk winst te behalen zoolang hij
werkt, ten eenenmale vreemd. Hij heeft
goen ander doel dan de schoonheid
naar zijn beste kunnen te dienen. Het
gedésinteressoerd zijn is het kenmerk
bij uitnemendheid van iederen
waarachtigen geestelijk creatieven arbeid.
Dat men tevoren weet, dat' de re
sultaten daarvan zoo mogelijk te gelde
zullen moeten worden gemaakt, doet
hieraan niets af, en het door den
fiscus aangevoelde argument, dat de
meeste schilders dan toch maar van
de opbrengst van hun werk leven, hield
dan ook geen steek. De wetenschap of
waarschijnlijkheid, dat een bepaalde
handeling door een tweede zal worden
gevolgd, maakt die tweede handeling
geenszins noodzakelijk tot het motief
voor de eerste. In dit geval veeleer om
gekeerd. De schilder werkt niet om
te kunnen verkoopen, maar verkoopt
?om te kunnen werken.
? Zeer binnenkort zal op de hier
kortelijk gestelde kwestie in hoogste
instantie een beslissing worden ge
geven, die van groot belang zal zijn
niet alleen in haar f inancieelégevolgen
voor onze geheele schilderende gemeen
te maar ook ten aanzien van de clas
sificatie van dezelve in ons maat
schappelijk en cultureel bestel. D.
-i'
PAG. 21 DE GROENE No. 2999
L??_
J
J-'
r