De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 november pagina 11

24 november 1934 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Schilderkunst l Verzamelen Kashmir kostste/, Rijksmuseum DELFTSCH AARDEWERK ONDER de fraaie dingen uit het. verleden, die niet alleen in het lieve vaderland de begeer ten der menschen hebben opgewekt, behoort zeker het Delftsche aarde werk. Waaronder verstaan moet wor den die ceramische groep, die bedekt is met een doorgaans witte. ond<x>rzichtige glazuur, waarop met het. penseel een decor is aangebracht. Tot Delftsch moet eigenlijk gerekend worden al het Noord-Nederlandscbe aardewerk, aangezien vele stukken niet voorzien zijn van een merk, dat met min of ,meer groote zekerheid naar Delft verwijst, terwijl het thans wel vaststaat,, dat in de 17e en 18e eeuwen behalve in Friesland (Makkum on Harlingen) nog op verschillende andere plaatsen dit gemeenlijk faïence genaamd aardewerk is vervaardigd. En men kan zonder een zweem van chauvinisme volhouden, dat in dien tijd. ongeveer 1050-1775, Delft in ruimen zin de fraaiste faïencen van het Noordelijk halfrond heeft gefabriceerd. Nergens heeft men den glans van de roonüge glazuur, den gloed en den rijkdom der kleuren kunnen evenaren. De schrijver dezer regels heeft in den eersten zin den verleden tijd gebruik't. omdat hij inderdaad niet weet, of op het oogenblik nog Delftsch verzameld wordt. Essentieel van het ..verzamelen" is de doelstelling. De gene, die bij een antiquaire of op een veiling bekoord wordt door oen fraai stuk Delftsch en zich dat aanschaft om het in of op zijn glazen kast te zetten en er verder met pleizier naar te kijken, is nog geen verzamelaar van Delftsch. Voor het begrip ver zamelen behoort een zeker program, hoe vaag dan ook. Het program kan in zijn eenvoud igsten vorm bestaan uit een niet te stillen begeerte naar deze groep faïencen. liet kan een. bepaald tijdperk om vatten of de werken van een bepaalden meester, men kan zich op gekleurd Of op blauw Delftsch concentrecren, de vorming van een menagerie beoogen. Zoo is. althans naar schrijvers mee-1 ning, de bezitter van 21 waaier borden", die op de betimmering ge-1 plaatst zijn eetkamer sieren, nog geen verzamelaar van Delftsch. Een verzamelaar is hij. die zich na. n voorbereidende, doch niet gewilde periode van uitziekep, een program heeft opgelegd, dat hij zoekt te verwezen lijken met alle hem ten dienste staande middelen, vergelijking met exemplaren in openbare en partiSANATORIUM BERKENOORD41 GRAAFSCHEWEG 296 -NIJMEGEN Voor ruitbehoevend«n, hcrjtellendtn en lichte' zenuwpatiënten Geneesheer-Directeur: Dr. J. Wlardl Beekman Tweede Geneesheer: Dr. A. Rijpperda Wierdsnu Thans ook kamers mit stroomend water culiere collecties, voorlichting door de beheerders en eigenaars daarvan en van alle bij zijn aankoopen niet geïnteresseerde deskundige personen. Vooral moet hij zooveel mogelijk objecten in de handen gehad en goed bekeken hebben, opdat hij de tee kenen kenne. die het sein op veilig stellen, en niet minder dezulke, die den consul raden te ca veeren. Want de lezer zal wel begrijpen, of zelfs helaas persoonlijk ondervonden heb ben, dat het oude Delftsch niet heeft ?kunnen ontkomen aan de economische wet die wil dat. wanneer een antiquiteit schaarscher wordt en hare waarde evenredigerwijze stijgt, er altijd wel willende lieden opstaan om aan die schaarschte tegemoet te komen. De gulden tijd van Delftsch ver zamelen, toen er oud. mooi en niet te duur Delftsch in overvloed te krij gen was. viel in het laatste kwart der negentiende eeuw. Toen de antiquaires de provincie in en den boer op trokken en met wagenladingen Delftsch .terugkeerden. Toen 'de ver zamelingen Loudon. van der Burgh. van der Schilden en Kvenepoel in ? omvang en gehalte toenamen, om tenslotte, als monumenten van speurzin en . qualiteitsgevoel. tot vreugd en. genieting van het niet ingeslapen deel der 'men'schheid in de musea van Amsteidam. den Haag. Rotter dam en Brussel een duurzame en eervolle verblijfplaats in te nemen. In die eerste periode dan werd veel en goed Delftsch uitgevoerd naar Frankrijk en 'Engeland, l^ater toen ook de belangstelling der Hol landers wakker werd en de prijzen hier opliepen een evenement was de veiling van de collectie I^ambert van Meerten in 1902 - vloeide veel van het geëmigreerde Delftsch weer terug. Sinds 1902 stegen de prijzen tot een soms verwonderingxvekkcnde hoogte. Zoo is op d" veiling van de collectie in het kasteel lleeswijk (1900) een vijfdeelig zgn. Kashmir kaststcl, thans in het Rijksmuseum, voor ? 7000.?verkocht. Een soortgelijk stel bracht in 1H20 op de veiling in Amsterdam / 24.000.?op. Zooals boven reeds gezegd werd, is het mij niet bekend of er op het, huidig^ Qogenblik nog hier te lande geprivilegiecrden. bestaan diéoud Delftsch verzamelen". Het lijdt m.i. geen twijfel, dat indien deze crisis zal zijn bezworen, en het menschdom inmiddels zijn begeerte naar bezit van stoffelijke schoonheid niet zal hebben weten te overwinnen, dat het oude Delftsehe aardewerk een mis schien nieuwe generatie van be wonderaars zal Aveten te boeien, die geen genoegen' nemen met wat de musea hun daarvan bieden. t Mr. H. C. GALLOIS. i Conservator r. h. Haaijsche (femeen'emuseitm Euvels en remedies ALB. PLASSCHAERT Expertise D K kennis. ' do vaardigheid en het nabootsend vermogen der schilderij-vervalschers hebben de e.i-pcrtïae tot bloei gebracht. Do koop*»!-» der schilderijen, vooral deioude.' kostbare sehildorijeu hebben dezen toestand, dio zeker gedeeltelijk tot eou euvel zou worden, doen ontstaan en bij voortduring sterker gemaakt. Dat is begrijpelijk. Zoodra er niet meer gekocht wordt uifc liefde en belangstelling; zoodra keu nis en gevoel vooral voor de schilder kunst ontbreken en een portatieve belegging de hoofdzaak wordt naast, misschien, een trots tegenover den buurman, kon dat niet uitblijven. De koopers wilden zekerheid voor hun geld en de niet-steeds onschul dige verkoopers wilden hun die zeker heid gaarne verschaffen. Dit is. steeds gemakkelijker! gegaan. Zij, die de expertises moesten leveren. werden gaarne uitgezocht tusschen hen, (Ue aan het hoofd stonden van musea of die aan de Universiteiten les gaven in de kunstgeschiedenis; zulke offieieele posities gaven dade lijk een zwaarte, een belangrijkheid aan de goedkeuringen en aan de afwijzingen. Behalve deze offieieele persoonlijkheden vinden wij enkele anderen als den voortreffelijken Bredius. die nooit schroomde een zijner zeldzame vergissingen te erkennen en als den koppigen Hofstede de (Jroot. die i.net terug wilde komen op zijn expertises en daar de schade van heeft ondervonden. Daar de schilderijen, waarover de expertises werden uitgebracht, belangrijke som men vertegenwoordigden bt werden geacht te vertegenwoordigen, vond de verkooper geen bezwaar een be trekkelijke grooto som te betalen voor zulk onderzoek (hij telde die som eenvoudig op bij wat de kcóper had te betalen). Ge gevoelt onmiddel lijk het gevaar, dat hier ontstond. Daar steeds de prijs van de expertise eenigszins afhankelijk was van de toeschrijving of van de toekenning (soms werd hij zelfs in procenten van den vermoedelijken. koopprijs uitgedrukt), kon bij den gever deiexpertises (zij bleven toch menschen !) bij'eenige aarzelirtg, om het geval in 't algemeen het gunstigst voor te stellen, de deskundige over gaan tot het noemen van den grootsten naam. dat is dan den ook voor hem voordeel igst en naam. Dat is n der .gevaren der expertise: d voordeelig uitgelegde aarzeling. Maar er zijn nog meer gevaren; er is het gevaar der luchthartigheid. Deze luehthartigheid kan beginnen met zich zelf competent te verklaren bij een handeling, waar evenveel psychologie als gevoel en als kennis noodig is; zij kan zich uitbreiden door het speels-gewijs toedichten van werken aan bepaalde meesters, liefst groote meesters, waarbij zich nog liet air van den specialist kan voegen, die zich een autoriteit aanmatigt ten opzichte van een bepaalde schil derkunst of ten opzichte van een bepaalden schilder. Wij allen, die ons bezig houden met het hartstochte lijk ambt der schilderkritiek, kennen deze luchthartigen en deze specia listen, die süllekcns doen lachen maar ook soms een verbeten onwil wekken, door dat toekennen en maar steeds , toakennen zonder wezenlijke kennisse des ondersclieids. Het zou daarom hier onjuist zijn te ontkennen, dat een zeker verbortd P/G. 20 OE GROENE Ne. 2999 «in verband bestaat, een op geld gegrondvest verbond en verband. tusschen den kunsthandel en den deskundige, (er zijn natuurlijk als overal elders te eeren uitzonderingen !) Restaurateurs Er zijn neg anderen, die indirect deelnemen aan deze zaken, aan de transacties van den grooten kunst handel en dat zijn de restaurateurs, tegenwoordig, gelukkig voor de schil derijen, soms gestudeerde chemici. Deze liebben een wetenschappelijke zekerheid, de chemische dateerint/, pogen in te voeren. Ze zijn trotséli en koppig, zooi»ls te veel wetenschappelijken dat zijn en zij zijn, daarbij, de ook zeer welbetaald< dienaren en scms meer, van deu kunsthandel, van den grooten kunst handel, die' hun het baatgeverio werk aanbrengt. Zij zijn dus, reëel gezegd, niet zonder geldelijk belang bij dien kunsthandel. Ze zijn m.i. ook niet zonde.' een gevaar der een zijdigheid want zij kunnen zich vergissen, wanneer zij het .?alche mistisch" gedoe der vroege kunste naars vergeten, die als een gehein> bewaarden wat zij toevallig somvonden": een bereiding (die met hei te-loor weer kon gaan) van eet materie, desnoods eeuwen! vóór d fabriekmatige, regelmatige producti* van een verfstof. Wij vinden dus op den weg vai. den beschouwer der schilderkunst en van alles wat daarmee te samen gaat, drie groepen: kunsthandelaars. uitreikers van expertises en restaurateurs-chemici; die malkanderen te eigen bate kunnen en dikwijls zullei steunen. Het zou niet-menschelijk zijn. als zij dat niet veel koeren deden; wij kunnen toch niet aan nemen (wij kwanjen bekocht anders thuis !) dat hier alleen zich de zui vere engelen" bevonden en dat de duvels nooit toegang hadden tot dezen kring. Wij weten inderdaad beter.... Is verbetering mogelijk ? De vraag is nu te stellen: zijn er middelen te vinden tegen deze onze kerheden? (ie zoudt zeggen: schaf de exper tises af en laat de koopers koopen FABRIKANTEN w; I IJ zijn geen fabrikanten !" riep verontwaardigd de ge heele ontzet te hoop geloopen schildersbent, niet in die kringen zeldzame eenstemmigheid, toen, rm ongeveer een jaar geleden, bekend werd, dat de fiscus van de poovere opbrengst van hun werk vier pro cent omzetbelasting voor zich opeischte. De schildoi-svereenigingen ontplooi den een ongekende activiteit. Men pro testeerde links en rechts, schreef de kranten vol, , zond zelfs deputaties naar den Haag, en.... verzuimde na te gaan of de nieuwe cyns wel rechtens gevorderd kon worden en er geen wette lijke middelen waren om den fiscus in zijn kwaad opzet te stuiten. Vandaar dat men met een kluitje in .het riet gestuurd werd, Veront waardiging maakt op het Departe ment van Financiën al buitengewoon voor hun eigen risico. Als alle ideale toestanden acht ik dezen toestand, hoe zeer ook geweiischt, niet meer mogelijk, zeker niet gansch-en-al te verwerkelijken. Er zijn toch vele. belanghebbenden bij deze expertises ! Een skcpsis te verwekken, wat dezo expertises aangaat, is echter en op bepaalde wijze door den kunsthandel mogelijk. Deze skepsis zal niet ont staan, zoolang de grooto kunst handel deze ,,toewijzingen" zoo ruim ubtaalt. Er zit dan te-veel geld in, om deze toewijzingen, in het alge meen, zelfs bij falen niet te steunen ! Wordt dit bedrag echter gering (af spraken over den te bepalen prijs zijn toch mogelijk!) dan zal de kunsthandel zelf zich vrijer gevoelen «>n niet om bepaalde sommen, groote sommen, flaters meer verbergen. Het is dus voor de toekomst zelfs voor deelig voor den handel deze expertises niet zoo hoog meer te honoreeren ?«?n de prullen onder de deskundigen, A\ hebben zij een offieieele positie, te laten vallen en te laten onder duiken voor goed in hun onkunde. De staat zou hier ook mee kunnen helpen aan de zuivering. Hij zou zijn ambtenaren, die .van hem honoraria genieten, tractementen, kunnen ver bieden anders dan gratis deze exper tises te verschaffen, zóó zij neiging hebben als deskundigen op te treden. Ten slotte zou den restaurateurs oen normale belooning moeten wor den toebedeeld en . zou hun be voegdheid scherp moeten gekeurd worden. Samenvatting Tegenover den tegenwoordigen toe stand, die, zooals iedereen weet, die met de schilderkunst te maken heeft, vele euvelen vertoont, is het eerste noodig, dat de kpoper liefde en weet bezit omtrent dat wat hij koopt. Het is even roodig, dat bij hét publiek ?indlijk een skcpsis ontstaat tegen over de toewijzingen, de certifi caten. Automatisch zal de handel dan minder uit zijn op die expertises, minder geld daaraan verdoen, minder geneigd zijn ze te handhaven. Een fatsoenlijk, absoluut maximum kan bepaald worden voor een expertisezelf; alleen den wezentlijk bevoegden wordt dat uitbetaald. Ik begrijp, dat er nog ontdui kingen mogelijk blijven, maar zij zullen gering in aantal moeten worden tegenover wat nu mogelijk is. Wordt slechts een gedeelte van wat ik hier stel verwerkelijkt, dan zal reeds de algemeene toestand frisscher wordem (Kritieken op pag. 27) EN SCHILDERS ? indruk, als nv-i daarvoor op zij 'j;ing, kon men de zaak wel sluiten. In dit geval kon men er bovendien! op wijzen, dat de heer e n zich geheel ten onrechte boos maakten en dat noch de -schilders, noch de echte fabrikanten zich beleedigd behoefden te gevoelen door de nomenclatuur van do omzetbelastingwet, omdat deze alleen fabrikanten-tusschen-aanhalingsteekens kent, d.WiZ. een geheel willekeurige be gripsomschrijving met don naam fabri kant dekt, waardoor ook boeren, 'kroegbazcn n vele anderen, die in het gewone spraakgebruik nimmer, als zoodanig worden aangemerkt, bij de toepassing van die spéciale wet fabrikanten worden genoemd. Men had de belastingplichtigen ook duizend andere, minder vleiende namen kun nen geven, zonder dat iemand zich daardoor gekrenkt zou behoeven te gevoelen, omdat nauwkeurig omkrijgt WIM! Spaart plaatjes voor het album Java I" Verlaagde prijzen der Droste-letters. ca. 250 Gr. 75 et ca. 150 Gr. 45 ct ca. 75 Gr. 23 et. Een dikke, groote W. 'n W van Droste-chocoladel Die Wim boft maar, dat hij zoo'n voordeelige voorletter heeft. Zoo'n lekkere, zware letter, waarvan je de hesle familie kunt laten smullen l En wat krijgt U? Voor U is er ook zoo'n massieve Droste-letter. En nog veel meer heerlijks van Droste kunt U krijgen: fijne bonbons ... en pastilles ... en de fijn-smakende doublet ten! Prettig om te geven en nóg prettiger om te ont vangen. De prijzen van Droste-letters zijn weer verlaagd. Denk er echter om .... niet uitstellen: de Drosteletters zijn altijd het eerst in den winkel uitverkocht. ALTIJD WELKOM! schreven is, wie en wat, men er mede bedoeld heeft. Toen het zoover was. bleek het lan der protesteerenden gebroken en ver-, zuimden zij te onderzoeken of de aan vankelijk aangeheven strijdkreet, ont daan van affectieve elementen, niet omgebouwd kon worden in een effec tiever juridische stelling: Wij zijn geen ,,fabrikanten", do definitie die de wet van, haar begrip fabrikant geeft, is op ons niet van toepassing, en wij zijn derhalve niét belast ingplichtig. Het was een eenling, de schilder Schuhmacher, die de kwestie zoogesteld onderwierp aan het oordeel van de daarvoor door de wet zelve aangewezen beroepsinstanties en zijn standpunt daar met klem van redenen liet verdedigen. De omzetbelasting betreft blijkens de definities en opzet der geheele wet uitsluitend het materieelc productie proces als onderdeel van hét econo mische leven. In de daaraan ontleen de begrippenschemata, zoo werd be toogd, de arbeid van den schilder te, betrekken is een cultureel zoowel als logisch geheel onverantwoord motabasis eis allo genos, die zelfs de fiscxis zivh niet veroorloven kan. Evenmin als men er over denkt om den neergostorten Phaëtoh te bekeuren, omdat voor Helios' zonnewageii geen wegen belasting is betaald en hij zelf niet in het bezit is van een rijbewijs, kan men van een schilder verlangen., dat hij omzetbelasting betaalt rvan de werken van den geest, waarmede hij gedwongen is in de stoffelijke wereld een heen komen te zoeken. Er kon bij de adstructie van de hier uiteraard slechts zeer globaal weergegeven stellingen zelfs een beroep worden gedaan op een resolutie van den minister van Financiën zelf, waarbij te kennen is gegeven, dat als ,,fabrikant" niet kan worden aange merkt, wie bij het verrichten van zijn productieven arbeid niet wordt ge dreven door winstbejag. Den kunste naar, die dezen naam verdient, is het oogmerk winst te behalen zoolang hij werkt, ten eenenmale vreemd. Hij heeft goen ander doel dan de schoonheid naar zijn beste kunnen te dienen. Het gedésinteressoerd zijn is het kenmerk bij uitnemendheid van iederen waarachtigen geestelijk creatieven arbeid. Dat men tevoren weet, dat' de re sultaten daarvan zoo mogelijk te gelde zullen moeten worden gemaakt, doet hieraan niets af, en het door den fiscus aangevoelde argument, dat de meeste schilders dan toch maar van de opbrengst van hun werk leven, hield dan ook geen steek. De wetenschap of waarschijnlijkheid, dat een bepaalde handeling door een tweede zal worden gevolgd, maakt die tweede handeling geenszins noodzakelijk tot het motief voor de eerste. In dit geval veeleer om gekeerd. De schilder werkt niet om te kunnen verkoopen, maar verkoopt ?om te kunnen werken. ? Zeer binnenkort zal op de hier kortelijk gestelde kwestie in hoogste instantie een beslissing worden ge geven, die van groot belang zal zijn niet alleen in haar f inancieelégevolgen voor onze geheele schilderende gemeen te maar ook ten aanzien van de clas sificatie van dezelve in ons maat schappelijk en cultureel bestel. D. -i' PAG. 21 DE GROENE No. 2999 L??_ J J-' r

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl