De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 november pagina 14

24 november 1934 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

FLAMINGO'S Dr K. Kuiper Hiermede opent Dr. K. Kuiper, directeur der Rotterdamsche Diergaarde een reeks art/kelen over dieren. LAATST heeft in een dierentuin een flamingo een ei gelegd. De fotopers, die ons immers tegen woordig al zulke gebeurtenissen docu menteert, was er vlug bij om dit feit vast te leggen. Men had, zoo zag je op de prent» op den zacht glooienden oever van den flamingovijver kunstig, vermoedelijk van beton, eenige af gestompte kegels met een uitgehold bovenvlak en een hoogte van enkele decimeters neergazet en zoowaar een der flamingo's heeft zich daardoor laten verleiden, in flagranten strijd met de gewoonten der soort, in dat kunstnest te leggen. Naderhand heb ik er nooit meer iets over gehoord of gelezen, dus vermoedelijk zal het wel bij dat eene ei gebleven zijn. Dat is heel jammer, er zijn weinig vogels. die zoo bekend en tegelijkertijd nog zoo onbekend zijn. Bekend ja, want hoe zou een zoo olega.nte, fraai gekleurde en bovendien nog bizar gevormde vogel niet de aan dacht trekken van ieder die hem aan schouwt? Daarbij hoort hij vrywel tqt de vaste inventaris van bijna iedere n dierentuin, waar Zij het, mits hem voldoende water en het juiste voer ter beschikking staat, jaren en jaren oogenachijnlijk zeer naar genoegen heeft. Bekend ook bij den zoöloog, want DANSEN EEN BESCHAAFD GENOEGEN mits In TANZ KLAUSE Marnlzstr. b/b LtlDSCHEPLEIH hoe lang hebben de vogelkundigen zich niet afgetobd over de vraag of die steltloopers met hun zwemvliezen en hun haakvormigen, kwasi-omgekeerden eendensnavel nu eigenlijk bij de Reigerachtigen of bij de Gansachtigen moeten worden ingedeeld. Tot, nu bijna een halve eeuw geleden, de voortreffelijke anatoom Mas F rbringer, destijds hoogleeraar te Am sterdam en groot vriend van Wester man, den stichter en eersten directeur van Artis, in zijn klassiek geworden, ter eere van Artis' halve-eeuwfeest uitgegeven omvangrijk werk over de morphologie en systematiek der vo gels, op overtuigende wijze vaststelde, dat de flamingo een zelfstandige orde, een groep tusschen de beide felomstr den orden van reigers en ganzen in staande, vormden. Flamingo-kolonies BEKEND ook bij de veldornithologen, waarvan er vele uitverkore nen gereisd zijn naar Egypte, naar Spanje, naar de Rhónedelta, de be roemde Camargue en zelfs naar Karachi om het onvergelijkelijk schoone schouwspel van de duizenden stuks tellende flamingokolonies te genieten en tegelijk iets van de nog zoo onbe kende levenswijze dezer vogels uit t vorschen. Maar of we nu de enthou siaste beschrijving lezen van Ticehurst over ,dc- vogels by Karachi, of die over de Camargue van Glegg en onze talrijke lollandsche vogelmens'chen, die dat vogeloo:d hozochten, eon góéd afge ronde kennis van de biologie dezer belangwekkende dieren hebben we nog bij lange na niet. We weten, dat de in groote troepen levende vogels uit stekende vliegers zijn <«n dut '/M op allerlei punten van hun groot verspreidingsgebied de lagunen en vlakke meeroevers, hun gelief koosde verblijfplaatsen npxooki'ii.niaar een vaste regel of althans regelmaat in de tijdstippen van aankomst en vertrek op verschillende plekken. schijnt niet aangegeven te kunnen worden en. ook worden sommige broedplaatsen soms druk en dan weer bijna in het geheel niet bezocht. Dit geldt b.v. in sterke mate van de Camarguo. Natuurlijk is in hoofdzaak de broedbiologie wel bekend. De moddernesten' worden in ondiep water ge bouwd en steken daar een klein eindje boven uit, maar tijdens de broedperiode is gewoonlijk de waterstand zooveel lager, at het ' nest geheel droog komt te liggen. Op dat topje zitten dan de vogels, met de pooten net als de reigers onder zich gevouwen, op meest twee eieren, die een zachte witachtige kalkschaal en. een zachtblauwe onderschaal hebben. Het heeft lang geduurd eer het verhaal de we reld uit was, dat de flamingo hun nesten zoo bouwden, omdat ze tijdens het broeden hun pooten langszij lieten bungelen ! Een veteraan onder de ornithologie HET meeste wat we over het familie leven der flamingo's weten, dan ken we ongetwijfeld aan de uitstekende waarnemingen van den veteraan onder de Amerikaansche ?ornithologen.Frank M. Chapman, die al enkele tientallen jaren gelden het doen en laten van de Westindische Uoode Flamingo (Phoenicopterus ruber ruber) op de Bahamaeilanden bespiedde. Van hem stam men dan ook de meeste afbeeldingen van nestenopeenhoopingen, die in de gebruikelijke ornithologische hand boeken zijn doorgedrongen. De nest jongen, zoo vertelt hij, zijn reeds .enkelo uren na het uitkomen, in staat om te vluchten hetzij te water of te land, wanneer ze worden verontrust. Hun eerste maal bestaat uit een soort van mosselsoep, dat ze druppel voor druppel van de bek der ouders nemen en vervolgens doen ze zich tegoed aan stukjes van hun eigen eischaal. De snavel is, zooals bekend mag worden ondersteld, bij de geboorte recht en begint de karakteristieke kromming pas na enkele weken te krijgen. Ook de prachtige wit met roode kleur krijgen de jonge dieren pas later, vermoedelijk in het tweede jaar. Ik heb tenminste wel ,eens een jonge flamingo kunnen waarnemen, die in de Middellandsche Zee op een onzer Indische mailbooten was neergestre ken. Dit dier had reeds een vrijwel uitgegroeiden maar nog niet normaal gekleurden snavel, doch het veerenkleed was nog, grijs ge streept. In den loop van het daarop volgend winter en voorjaarsseizoen maakte dit jeugdkleed voor het smetteloos blanke kleed van den volwassen vogel plaats. En omdat de-flamingo's nu blijkbaar, niettegen staande hun langen levens duur in gevangenschap, tot dusverre daar nog mis sen, dat ik en weet niet wat, dat het broedinstinkt wekt, daarom hebben onze vogelpsychologen nog geen nauwgezette waarnemin gen over de parings- en broedgewoonten kunnen in gang zetten en daarom voel ik me gerechtigd om te beweren, dat we van deze bekende vogels toch nog maar een bitter, klein beetje op de hoogte zijn. Hoe je kunt HENRIÈTTE ET nare van een ontnuchterinc: is dat ie zoo inéns komt. Je slooft je uit, je verwacht, het onmogelijke, en dan. plotseling, blijkt de waarheid. Gravin Knal had hem ontdekt toen ie zich aanmeldde niet een introduc tiebrief van een Ilongaarsche baron uit Londen, die de broer was van eei; dame uit Buda Pest, die indertijd in Parijs de vriendin was geweest van een oom van haar man. Hij zat op Gravin Knal's Louis Seize als een vreemde paradijsvogel toen ik binnen kwam met geslagen Russische roomvla van Mama omdat de lieve, oude gravin iets had aan haar gebit. HU was zwart, met een Roemeensch rood-geruit zijden overhemd* en hij speelde 'viool, en zei dat ie sogar seine alte, treue Geige had moeten verkoopen, wat we erg treurig vonden omdat je, als violist zijnde, geen viool kunt spelen zonder viool. En hij praatte als een sneltrein en zei: Hubermann! Kreisler! Kubelik!" en hij bleek een internationaal kunstenaar te zijn met een wereldreputatie en uitgeknipte kritieken in het Hongaarsch. Maar met z'n kapitaal scheen er iets te zijn. Een slachtoffer van de hedendaagsche ontwrichting," knikten de bePAG.'K, DE GROENE Ne. 2999 niemand vertrouwen VAN EYK grijpende oogen van de oude gravin. En ik zei dat de Kunst dood bloedde. Maar hij ging begeesterd op het kleed staan en zei: ,,Nein! Die Künstler sterben, die Kunst stirbt nie ! ! !" en hij keek uitgehongerd naar den blauwen hemel, en Gravin Knal snoot haar oude, trouwe neus met 't oog op de aandoening. Enfin, ik moest weg omdat ik niet blijven kon, maar Gravin Knal ging er dieper op door en peilde zijn treurige omstandigheden en gaf hem de een of andere Stradivarius om mee te spelen. En hij speelde met die Stradivarius op een muzikale soiree bij de van Naeldwycken. En iedereen was opgetogen over 'm, en ze zeien: Ongelooflijk !" Wat een temperament!" Een groot kunstenaar!" Een Hollander blijft toch altijd maar een Hollander." En: ..Holland is een kikkerland." En iedereen vond dat ie geholpen moest worden omdat ie zoo heelemaal uit Hongarije kwam. En onze cercle ont sloeg als n man alle pianojuffrouwen en -meneeren omdat je je kinderen beter les kunt laten krijgen van een genie uit Hongarije dan van een ge woon iemand zonder temperament. En we maakten hem beroemd, en hij werd dik, en kocht een pels. Hij had ook een naam: Kuhn Arpadkhaia. En 't mooiste van 'm was z'n bescheidenheid, want hij wilde niet in een publiek concert optreden met 't oog op de grof besnaardheid,maar all een voor de intieme elite (dat waren wij), en omdat ie er op stond z'n brood persoonlijk te, verdienen, ging ie en passant met onze brieven in z'n pels naar allerlei betere cabarets en dan cings om zich te laten aannemen, en hij speelde onder bioscopen en in do hall van het Ritz Hotel, waar ie stond als een parel tusschen de zwijnen. En hij werd alsmaar dikker. Z'n portret (in een rok van Papa) hing op straat als reclame, en hij speel de voor grammofoonplaten en compo neerde iets als dank aan Gravin Knal. En Gravin Knal zei: Er is toch iets in Hongaren, dat je aantrekt." En wij zeiden: ,,Hij is veel te beschei den. HU hoort hoogerop." En Papa zei: Maar hij slaat er zich toch maar doorheen. Een Hollander zou al lang bij de pakken neergezeten hebben.... Ik zie niet in waarom Höllandschc vioolmenschen altijd op straat moeten staan, onder een boom, met een om gekeerde hoed.v..- Geen schaamte gevoel." Arpadkhaia ging dikwijls met z'n Stradivarius uit eten, en toen ie ver leden week uit eten ging bij de van Naeldwycken, waar ik later aanliep, zag ik 'm zoomaar het hof maken aan de verdwaasde Rietje. Dat schaap is net gek, maar dat moet zij weten. En Arpadkhaia keek de idiote Rietje aan met plotseling ongunstige oogen en zei dat ie in Berlin een vrouw gekend had, ,,eine reizende Frau...." En hij legde z'n sigaret op den sierbijbel en glimlachte tegen de vuurroode stumper en zei dat ze er op leek. Sie sind diese Frau sèhr ahnlich." En toen stond Rietje op om te bellen. Ze droeg iets blauws en wist zélf niet hoe léhjk ze was, anders had ze niet zoo verheer lijkt loopen kijken. Ik ging weg. ik kan zoo iets niet aanzien. En Mama zei: Een kunste naar móét zich niet binden." Maar vanaf dat moment ben ik lont gaan ruiken .tot de ontnuchtering kwam. Het is de redding geweest voor de zielige Rietje van Naeldwyck, maar Gravin Knal heeft een klap op haar hoofd gekregen met de Stradivarius, want een paar dagen na die aanko mende kwestie verscheen er een juf frouw uit Haarlem op het tooneel met gestopte toppen. Die juffrouw zei dat ze de vrouw was van het portret in de rok van Papa, dat overal buiten hing, en ze zei: Hongaar? Hij? Welnee !" en ze lachte hysterisch op de sofa van Gravin Knal en vertelde dat ie die heele aanbevelingsbrief gewonnen had bij een weddenschap met een vriend, die 'm op afbetaling gekocht had van een meneer met een snor. En ze woof met een oud trouwboek je, en een pas poort, en met allerlei andere vieze dingen, en legitimeerde Arpadkhaia als de zoon van een huisschilder uit Naarden. Ontzettend", zei Gravin Knal zwijgend. Maar....", zeien wij. Zijn naam? En we klampten ons als laatste stroohalm vast aan Arpadkhaia. Maar de vrouw met de gestopte toppen zei dat ie Piet heette, en nóg wat Ja....", zei Mama. Toch was er altijd al iets in z'n spel, dat me hin?lerde " Hij heeft Papa later in z'n gezicht uitgelachen toen ie er wat van zei. Waarmee ik maar wil zeggen hoc jo nooit een Hollander moet voorthelpen met een Stradivarius. SELECTIVITEIT IN DE RADIO Schilderkunst Kroniek Bauer's opiumschuivers uit Saigon, bij Van Wisselingh AAN het algemeene oordeel over Bauer's werk, dat ik indertijd gegeven en geschreven heb in de Amsterdammer, verandert deze verzameling niets; integendeel beves tigt zij dat nog ns voor mij. Maar dat wil toch niet zeggen, dat ik ze niet met belangstelling heb bekeken, want er zijn tusschen deze teekeningen som mige teekeningen, die merkwaardig van psychologie bleken tusschen het ander werk van Bauer. Ze zijn als het overige werk van Bauer van een koelen-romantischen aard. dat is im mers Bauer's algemeene wezen, maar ze zijn toch in de beste der werken nu en dan bevangen van iets, dat ook in Bauer meer voorkomt, maar misschien zelden zoo tragisch. Wat in de figuren, in de omgeving en in het licht van deze teekeningen van Bauer dus treft, is dat ze niet meer Westersch bleven, maar Oostersoh worden; dat ze een geheim niet ont hullen maar nu en dan doen vermoe den; dat de begeerte naar den droom geïnsinueerd wordt als op onacht zame wijs. Sint Lucas. Notities IEDEREEN wil er op zijn voordeeü^st uitzien op zijn portret (waarom ook niet?); we worden zóó toch over geleverd aan de nakomenden, maar daarom is het niet altijd gemakkelijk zichzelf te laten gelukken (de schilder of de schilderes zit er ook nog tus^ schen !) Het lijkt me ook niet gemak kelijk geweest te zijn voor den heer Ketelaar om, nogal vóór een achter grond, diep en toch tegelijk kwiek t? kijken, als bezig met lastige dingen waarvan ge toch de .oplossing in uV zak" hebt (of schoot mevrouw Boiderhey hier niet in de roos?). Rijk is de jmpressie van bloemen door mej. van den Berg; zeer goed is het portret ?van Bobeldijk.Luchtig isLoeb's meisje; 't nieuwst is, in zijn grijs, bruin, zwart het stilleven van mej. van Regteren Altena. Een der wezentlijko coloristen is als steeds Coba Ritsema (zie vooral 169). Het lijkt mij toe, dat de tentoon stellingen van Sint Lucas voor ver nieuwingen en voor versterken van de op te wekken indrukken op velerlei wijzen, vatbaar-zijn en dat dit geen verloren werk zou zijn zóó iets te probeeren. PLASSOHAERT? IN het laboratorium, waar de uit vinder, over zijn retorten gebogen, door nieuwe vondsten tot nieuwe perspectieven komt, ontstaan de nieu we wetenschappelijke woorden. Als die woorden uit het laboratorium wegwandelen en by den leek terecht komen, dan kunnen zij er zeker van zijn eeu beetje te worden mis handeld, d. w. z. verkeerd te worden gebruikt. Zulk een woord is ook het nieuwe woord selectiviteit". Het ligt op ieders lippen, en toch weet maar eea heel enkele, wat het beteekent. Dit zou nu niet zoo erg zijn, als niet door het veikeerd begrijpen van de selec tiviteit eischen werden gesteld aan moderne radiotoestellen, die nu eens volstrekt onvervulbaar zijn, dan weer, als men eraan tegemoet kwam, groot e nadeelen ten gevolge zouden hebben. Het is daarom in het belang van radiobezitter en radio-fabrikant, dat ieder een over die selectiviteit goed is ingelicht; wij zeggen er dadelijk bij, dat voor een goed inzicht iu de zaak niet de minste technische" studie vereischt is, want dat iedereen, zonder uitzondering kan begrijpen, wat selec tiviteit beteekent, om de eenvoudige reden dat, zooals U meteen zult zien, iedereen heel goed weet wat de selec tiviteit op ander gebied is. Door een vergelijking begrijpen wij de zaak ineens: Wanneer wij voor een groote hoop zand staan, waarin fijn zand, heel kleine steentjes, iets dikker grint en grootere steenen door elkaar liggen, dan weten wij. dat het niet zoo moeilijk is. die groe pen van elkander te scheiden: wij doen dat door het ruwe zand te zeven; vaak ziet men, als een huis in aanbouw is. hoe verschillende zeven achter elkaar zijn opgesteld. De eerste zeef is er een met wijde mazen, waar dus ongeveer alles doorheen valt met uitzondering van ruwe steenen: dau volgt een fijnere zeef, die de kleine steentjes en de grofste zandkorrels tegenhoudt. De laatste zeef heeft, de fijnste mazen; die laat alleen het allerfijnste zand door, waarmee de aannemer straks gaat werken ! Eer. electrisch karakter WELNU, in ons radio-apparaat ge beurt eigenlijk hetzelfde. Met dit onderscheid wel te verstaan, dat wat er gebeurt geen mechanisch karakter heeft, maar een electrisch, lederen avond proVeeren meer dan 250 ver schillende golflengten, die zich overal uit Exu-opa op ons radiotoestel stor ten, daarin binnen te dringen; maar wij, de Ivist eraars, hebben maar behoefte aan n golflengte. Bijgevolg moeten wij aan alle andere golf lengten verhinderen ons toestel bin nen te dringen, d.w.z. wij moeten drie of vier zeven opstellen., waar door aan het eind alleen n golf lengte, n.l. de door ons gewenschte, overblijft. Het spreekt vanzelf, dat hierbij de kwaliteit van de zeven een groote rol speelt. Een zorgvuldig gefabriceerde zeef zal veel betrouw baarder zijn dan een, die mulder precies is en minder solide. Met niet meer dan twee zorgvuldig gefabri ceerde zeven kan men meer bereiken dan met vier of drie, waaraan men minder zorg heeft besteed. De kwali teit van. een ontvangtoestel hangt daarom in de eerste plaats volstrekt niet af van bet aantal der zeven, maar van hun, hoedanigheid. Intusschen blijft natuurlijk altijd waar, dat vier goede zeven minder1 door laten dan twee van dezelfde kwaliteit. Dit zeefproces, waaraan in het radio apparaat de golflengten moeten gelooven, is nu in het algemeen die selectiviteit" waarover wij het zoo gaarne hebben. En dit zeefproces is, gegeven het groote aantal Europeesche zendstations, volstrekt onmis baar. Maar nu is er op dit punt iets heel belangrijks, dat men nog te weinig weet, namelijk dit: Het is heel gemakkelijk om door overdreven se lectiviteit een ontvangtoestel in plaats van heel fijngevoelig, volkomen cubruikbaar te maken. Om dit goed duidelijk te maken keeren wij weer even terug tot onzen zandhoop. Wat denkt u dat er gebeurt, wan neer wij een zeef gebruiken met te nauwe mazen? Wij vangen, dan<,f wel heelemaal geen zand meer op, Cf althans te weicig! Als wij dit nu overbrengen op het radiotoestel, dau beteekent dit het volgende: Wij snijden wel alle overtollige golilengten links en. rechts van het door ons gewenschte zendstation, af. maar wij kwetsen tegelijkertijd onze eigen golflengte. luplaats van het zuivere en volle geluid, dat wij hoopten te hooren. bereikt ons nu iets gedeukts en gehavends. dat ons oor niet streelt maar beleedigt. De te. hooge selectiviteit heeft belangrijke g^luidsfrequenties weggemaaid: want het zijn. altijd de hooge tonen, die het eerst verloren gaan. Stellen wij onze bedrijfsauto ooit den eisch, dat hij even vlug over den weg rijdt als een vliegtiiig voortsnelt boven de wolken I' Wanneer wij zóó hard wilden rijden, zou dat gaan ten koste van de veiligheid! Heb ik het recht, van een goed radiotoestel t? verlangen, dat het ouder allo omstan digheden'de zwakste en verst afge legen zendstations hoorbaar maakt? Als ik dien eisch stel. moet ik'af zien van een minimum mooien klailk en zuiverheid van toon. Het radio toestel wil niet iedereu avond records slaan, het doet uitstekend zijn werk. wanneer het u. na u\v dagtaak thuis gekomen, iu staat stelt de program ma's van 30 of 40 zendstations zuiver en op volle kracht.te beluiste ren; van alle andere kan uien., zoo iu het algemeen gesproken, toch immers best afzien;' Het heeft gén zin. de eischeu van selectiviteit op kosten der aeoustische kwaliteit te' overdrijven. 'Voor de moderne radio-apparaten. b.v. de Philips-toestellen. heeft men dank zij langjarig laboratorium-onder zoek r een zoodanige selectiviteit kunnen uitkiezen, dat de luisteraar zonder bezwaar elk belangrijk station heel mooi overkrijgt. Men is zoo wijs geweest, ervan, ??af te zien. de selectiviteit te ver door te voeren.' Alleen op deze manier immers, d.w.z. binnen de grenzen, die het gezonde verstand heeft getrokken, is het naar de radio luisteren een genot! . HEINZ ENGEL PAG. 27 DE GROENE No. 2999 Phftips-spoefen, waaraan de sefectiViteit . der toestellen te danken is 'i.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl