De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 november pagina 2

24 november 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

.. **L't I., f *» Autonomie der gemeenten De autonomie der gemeenten is een typisch Nederlandsche bijdrage tot de structuur van de moderne democratie BIJ de behandeling van de begrooting voor het Departement van Binnenlandsche Za ken in de Tweede Kamer stond het vraag stuk van de autonomie der Nederlandsche gemeen ten in het middelpunt der discussies. En dit was het merkwaardigste: op n lid na bleken alle sprekers, de Minister van Binnenlandsche Zaken - inbegrepen, warme voorstanders van die autonomie. Slechts Mr. Westerman, de afgevaardigde van Nationaal Herstel, had niet de minste waardeering voor deze typisch Nederlandsche bijdrage tot de constructie van de moderne democratie. Wij heb ben in onzen modernen staat heel wat elementen ontleend aan het Engelsche parlementaire stelsel, aan de Fransche revolutie, zelfs langs een omweg aan de Amerikaansche revolutie, maar de autono mie der Nederlandsche gemeenten is een stelsel, dat op Ncderlandschen en Vlaamschen bodem is gegroeid, dat zich in de Middeleeuwen heeft ont wikkeld en dat de staatsconstructie van de Repu bliek der Zeven Vereenigde Nederlanden heeft beheerscht. De vertegenwoordiger van Nationaal Hei-stel was gaarne bereid dit element van ons bestuur, waarin de nationale traditie van vele eeuwen is belichaamd, volledig op te offeren aan den autoritairen staat, overgenomen van hot.Ttaliaansche en Duitsche voorbeeld. Men verweet in de Tweede Kamer aan de Regee ring, dat zij dozo autonomie aantast, door de nieuwe regeling van de financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten, door de instelling van het nieuwe Werkloosheidssubsidiefonds, door de maat regelen tegen de gemeenteraden van Amsterdam en Rotterdam en door tal van circulaires van den Minister van Binnenlandsche Zaken aan de ge meentebesturen. De Minister echter wierp al deze verwijten verre van zich af. Hij verklaarde integendeel, dat hij eerder voor een beschermer van de autonomie kon doorgaan. Hij vergeleek zijn positie in dit opzicht met een vriend van hem, die een hond in de duinen uit een klem had verlost. Nauwelijks vrij. had die hond zijn redder in de hand gebeten. Wat moet van deze critiek en van de daarop gegeven repliek gezegd worden? De autonomie Is geen vast omlijnd begrip O.,. vetten omschrijven de autonomie der Nel.»r'« mlsi !??-> gemeenten met de beroemde woorileu.dai na.n «lu '? eenteraden de regelingen,het bestuur van de huishou'iMig der gemeenten worden "vorueiatfMi. ZoowcJ' ili; re^f.t nde als de besturende functie in de gemeente komen a.u'i den gemeente raad toe. Altijd natuurlijk niet do/e gewichtige restricties, dat die materie, welke de r-ijkswetgever aan zich getrokken heeft, aan de bevoegdheid van den gemeenteraad wordt onttrokken en dat de centrale overheid zich het recht voorbehoudt tft beslissen j of de gemeenteraden binnen den kring hunner bevoegdheden zijn gebleven en door hun plaatselijke regelingen het algemeen belang niet hebben aangetast. Met opzet gebruikt de grondwet de uitdrukking overgelaten". Het is niet de grondwet, die oor* spronkelijk de autonomie aan de gemeenten toe kent. Die autonomie is ouder dan ónze grondwet»* ten. De grondwet constateert slechts, dat de gemeen teraden deze autonomie van oudsher hadden en dat de moderne staat die autonomie aan de ge meentebesturen laat". Desniettemin is die autonomie der Nederland ische gemeenten geen vast omlijnd begrip, omdat niet precies vaststaat, wat onder de huishouding der gemeente moet worden verstaan. Dat hangt er in de eerste plaats van af, wat de gemeente besturen tot hun taak willen rekenen die taak is in de laatste 40 jaar ontzaggelijk gegroeid maar in de tweede plaats, van wat de rijkswetgever meent, dat voor een regeling van de centrale over heid in aanmerking komt. Men. zal thans niet meer betwisten, dat de in richting van een telefooncentrale een materie was die 40 jaar geleden bij uitstek aangewezen leek om door een gemeente ondernomen te worden. De ontwikkeling van de techniek, de uitbreiding van het intercommunale telefoonverkeer, zal ver moedelijk tot gevolg hebben, dat op den duur de gemeentelijke telefooncentrales door het Rijk ge annexeerd zullen worden. Zoo onberekenbaar is hetgeen de toekomst nog aan ontwikkelingsmogelijkheden in haar schoot verbergt", merkt prof. van der Pot in zijn bewer king van Oppenheim's Gemeenterecht op, dat men eigenlijk van geen enkel belang, waarvan de regeling thans nog algemeen door de gemeenten geschiedt, beweren kan, dat het niet ondor be paalde omstandigheden het doelmatigst verzorging vinden kan door het hooger gezag". Wat op het oogenblik met het telefoonbedrijf het geval is, kan morgen gelden voor do. eloctrische centrale (provinciale bedrijven) on voor het gas bedrijf (voorziening door do mijnen of do hoog ovens). * * Nooit kan het centrale bestuur dulden, dat de maatregelen van de plaatselijke-besturen de politiek van het centrale gezag ondermijnen HOE ruim men liet begrip autonomie in een be paalde periode ook wenscht op te vatten, hoe zeer men groote waarde wenscht toe te kennen aan degemeentft als plaatselijke school vóór de opleiding tot den dienst dor gemeenschap, nooit zal men kunnen dulden,- dat de maatregelen der plaatse lijke besturen de door hot centrale bestuur nood zakelijk geachte politiek ondermijnen. Naar dien maatstaf gemeten blijft het beleid van de meerderheid in de gemeenteraden van Amsterdam en Rotterdam in verschillende opzich ten verre onder de maat van hetgeen toegelaten Tweeërlei antithese ZOO gepreoccupeerd is de Europeesche pers door alles wat ons drukt en benauwt, door dreitjend onheil en telkenmale ons tceer ontzinkend vertrouwen in zorgelooser tijden, dat nauicelijks aandacht geschonken is aan de gebeurte nissen in Amerika, aan de verkiezingen, aan Rooseveü's persoonlijken Triomf: Geen Europeesch dictator schiep de politieke eenheid van zijn land op deze wijze. In volkomen vrije wilsverklaring. Het was dan ook niet zoozeer de politieke overwinning van een partij, het tcas de morcelc overwinning van de New Deal, van een economisch stelsel. De bevestiging van dit stelsel door vrijicel-unanieme appreciatie. Het gaat er hier niet om, een beschouwing te t f veren of de New Deal al of niet gebreken heeft, noch om de aandacht te vestigen op-het onloochen bare feit dat maar een klein gedeelte is afgelegd van den weg die van het diepste punt der depressie voeren moet naar normale levens-oniatandiffheden. De beteekenis van den uitalag der verkiezhvicn, waarover uitvoerige berichten in de Amerikaansche pers ons nu bereiken, is deze, dat hél Amerika ais het ware te kennen geeft: Wij gaan niet ter uu naar den ouden staat van zaken. Wij sicn, icij erkennen dat een </ediri</ecr(le economie <u»n t/ecenha'i&eerd Richard Strauss kan worden. De artikelen van den wethouder Aan Amsterdam Kropman in dit weekblad hebben dat, voor wat Amsterdam betreft, zonneklaar aange toond. De politiek, die do meerderhoid van den gemo.'ii. terAad van Amsterdam volgt ten aanzien vq,n de bezoldiging van het gemeentepersoneel, is in lijnrechten strijd met het beleid van het centrale gezag ten aanzien van het overheidspersoneel. Kn dit beleid op zijn beurt is een zeer gewichtig oud djel van het economische, sociale en financiële programma der regeering. De regeering kan niet dulden, dat haar met de grootst mogelijke inspan ning doorgevoerde politiek van aanpassing, die zij voor ds saneering van den overheidsdienst, liet behoud van het financicele evenwicht en het her stel van de welvaart, onvermijdelijk acht, door de daden van plaatselijke besturen wordt onder graven. Voor wat betreft de bezoldiging van het £e meentepersoneel van Amsterdam, heeft de regce ring haar wil doorgevoerd; voor Rotterdam dreigt zij hetzelfde te doen, wanneer de gemeenteraad! niet zwicht. Het ziet er op het oogenblik naar uit. plan van opbouw, een tne,t moedwil opgezet uitgavenprogram ons langzaam, misschien met zoeken e tasten, uit de modder zal hijschen. Wij willen til terug naar de traditioneele economie. Wij hebben d< gapende difpten gepeild, die na de toomelooK Sound Business steeds moet komen." Het was van beteekenis dat Roosevelt en omgeving dit alles twee, jaar geleden inzagen. 1I( is van veel grooter beteekenis dat het volk van ce geheel continent dit nu erkent, eigener beweging,\ uit inzicht en begrip, en nog voordat de resultaten^ er zijn". Want dan is het makkelijk juichen! Tusschen de New Deal en de verwachtingen} die de Europeesche koopman, reeder, bankier t/ fabrikant koestert de staat van zaken die hij zich\ fantaseert dat teel weer eens terug zal komen ? loopt een scherpe grens. Het is een principieel! tegenstelling. Een antithese, die Amerika, misschien met Rusland, stelt tegenover.... ?«, tegenover wat? ? ?'?.'? .??»...? Tegenover den Chaos. Het is niet de schuld van dien koopman, van dien reeder, zelfs niet van den staatsman, dat hij niet inziet hoezeer noodig het is over die grens heen te stappen. Hóezeer noodig het is een overwinning te bevechten (die moeilijke over winning, die een zelfovencihning is) op het bijge loof dat alles wel weer op zijn pootjes terecht tal komen ..als er weer rust in de wereld is". Dit inzicht zal komen. Men zal eens Parlementaire perikelen Dr W. de Sitter dat de gemeenteraad van Amsterdam de begrooling voor 1935 zal verwerpen. Dat zal onvermijde lijk tengevolge hebben, dat de regeering wederom /?il ingrepen, dat zij ook in dit geval de autonomie ?/.ui aantasten en de taak van den gemeenteraad nuk in dit opzicht zal overdragen aan het college van burgemeester en wethouders. Waarschijnlijk stellen de groepen, die deel uit maken van de halsstarrige meerderheid in den ge meenteraad van Amsterdam, zich voor, dat zij door aldus te handelen groote successen zullen hohalen-blj de verkiezingen voor den gemeenteraad ui het voorjaar van 1935. Misschien zal die ver wachting zelfs in vervulling gaan. Maar de aldus samengestelde gemeenteraad zal, als hij op dien weg voortgaat, hoe langer hoe min der van ztfn bevoegdheden overhouden. En hij zal dat aan zich zelf te wijten hebben. Het grootste gevaar voor de autonomie der Xederlandsche gemeenten schuilt niet in het beli id van de huidige regeering, maar in het beleid van sommige plaatselijke colleges, met name in dat van de meerderheid van den gemeenteraad van Vmsterdam. A. C. JOSEPHUS JITTA Twee maatregelen die van groot finantieel belang zijn en waarvoor een meerderheid in het parlement is te vinden: het ontslag der ge huwde onderwijzeres en de uitbrei ding van de staatsloterij, werden verworpen. DE Tweede Kamer heeft met een meerderheid van ongeveer rechts tegen links het ontslag der huwende onderwijzeres aanvaard, doch op het dreigement van den Minister van Onderwijs, dat anders het geheele wetsontwerp zou worden ingetrokken, het amendement, dat beoogde ook de gehuwde onderwijzeres, die geen kostwinster is, te ontslaan voor welk amendement een meerder heid in het parlement was te vinden ingeslikt. Dat valt te betreuren. Waar veel onderwijzers moeten worden ontslagen en velen werkloos zijn, moetrmen diegenen het eerst ontslaan, die in het algemeen belang en in hun eigen belang het best gemist kunnen worden. Dat is geen kwestie van feminisme of van anti-feminisme, maar van gezond verstand. Er is niets tegen aan een echtpaar, waarvan, beide leden een betrekking hebben, de keuze te laten, wie van beiden zijn ontslag zal nemen. Feitelijk zou de keuze trouwens, wanneer men het ontslag der gehuwde ambtenares doorvoerde, bestaan. Wanneer de man zijn ontslag zou nemen, zou de vrouw vermo delijk als kostwinster in dienst kunnen blij ven. Honderd tegen n, dat de vrouw haar ontslag zou nemen en de man zou blijven. Het valt te betreuren, dat de linkerzijde dat niet wil inzien en dat de Minister, uit gard voor de linkerzijde, het amendement onaannemelijk verklaarde. Voor het socialistische initiatiefvoorstel tot uit breiding der staatsloterij ware vermoedelijk een meerderheid te vinden geweest, indien niet de Roomsch- Katholieken en misschien ook zelfs de Christelijk-Historischen in het Kabinet en in de Tweede Kamer voor de bezwaren van de AntiRevolutionnairen uit den weg waren gegaan. Het valt te betreuren, dat de Anti-Revolutionnairen in dit opzicht zoo op hun stuk blijven staan. Ik verlang niet, dat zij vóór zullen stemmen, maar dat zij de anderen vrij laten. Het was trouwens geen kwestie van beginsel maar een kwestie van meer of minder. De Vrijzinnig-Democraten en de begrooting van defensie DE Vrijzinnig-Democratische Bond houdt op 24 en 25 November zijn jaarlijksche alg meene vergadering te Rotterdam. Het punt op die vergadering, dat bet meest de algemeene belangstelling zal trekken, is, in hoeverre die ver gadering pressie zal oefenen op de kamerfractie ten aanzien van haar houding ten opzichte van de be grooting van defensie. dnt de economie beheerscht wordt door regels die even wetmatig zijn als de wetten der phvsica, die uteeds beter in kaart worden gebracht; men zal eens erkennen dat de economie niet beheerscht kan wor den mei maatregelen waarvan elementen van gevoel m vooroordeel een onderdeel uitmaken. Maar hoe kan men zich hiertoe zetten en eens rustig en abstract ?man nadenken, wanneer ieder het gevoel heeft dat hij allereerst zijn eigen huis moet beschermen het gevoel heelt van dreigend gevaar? Als er maar weer eens rust was...." dat is nipt (jennrg Wij moeten inzien, dat geen verleden weerkeert, 'jccn wezenlijke Restauratie ooit in de historie stand houdt. Wanneer het verleden tot een mislukking heeft gevoerd, moeten de zaken opnieuw en anders "orden opgebouwd. Er zijn er genoeg, die dat inzien, nu komen met een panacee, ieder voor -het gebied l(it hij zelf ten naastenbij bestrijkt of waaraan hij uit herwegingen van gevoel zijn voorkeur geef t. Influtionisien. Andere experimenten-liefhebbers. Eenzijdige ontwapenaars. Pacifisten, die zich in laten wiegen door holle woorden en beloften verplichting. Daar tegenover staan ,star-reactionnairen, die den trijd de moeite waard keuren voor het absolutisme n den gouden standaard. Die gelooven dat de tand van voor tien jaar terug kan keeren. Die pessimistisch cynisme demogelijkheid ontkennen dat Europa ooit te organiseeren zou zijn, zoodanig dat iedere aanvaller door een geweldige overmacht in toom zal kunnen worden gehouden. ' * * * Strijdpunten die voorloopig ijdel gijn. Want het dreigend gevaar ontneemt ons de rust en de gelegenheid om die strijdpunten onder het oog te zien. Een andere antithese moet eerst overwonnen worden. Die tegenstelling die het verontruste Europa op dit oogenblik in haar ban houdt; eenerzijds het gecoquetieer van zekere machten met het Geweld anderzijds de ver starrende vrees van een ring van volkeren voor een opnieuw opvlammen van den oorlog. Eerst moet die tegenstelling worden overwonnen. Wat alleen kan door het ondoenlijk maken of het ondoenlijk worden van den overval. . Niets is onmogelijk. Voorzichtig laveerend zeilen we er doorheen. Maar er liggen mijnen in het vaar water. De Joego-Slavische kwestie. De Saarkwestie. Daarachter de onzekere factor van HiÜer-Duitschland. Half paniekstemming, half agressiviteit, zooals de laatste dagbladberichten nu omstandig vermelden. Hier ligt het gevaar, dat in wezen VREES is, een vrees die niet kan worden weggenomen, als de oorzaak niet wordt weggenomen. Om deze overwinning te bevechten, moet in .de praktijk over alle andere punten van strijd gezwegen worden. Over theoretisch pacifisme, over theorieën van crisisbestrijding. M. KAN N PAG. l Dl GROENE N«. 2M9 Er komt een motie aan de orde, die zoo ver gaat, dat zij de fractie bijna de instructie geeft tegen te stemmen, wanneer niet aan bepaalde eischen wordt voldaan. Dat is uit een staatsrechtelijk oogpunt hoogst bedenkelijk. Wat blijft er van de vrijheid, van den volksvertegenwoordiger over, wanneer men hem zoozeer aan banden legt, dat hem wordt op gedragen op een bepaalde wijze te stemmen? Het is zeker, dat de Vrijzinnig-Democratische leden van de Tweede Kamer een bindende instruc tie in geen enkel opzicht zullen aan vaarden.*I k hoop zelfs, dat zij aan de begrooting van defensie, waarin de beide Vrijzinnig-Democratische ministers berust hebben, hun steun zullen geven. Doen zij dat niet, dan zullen zij later met den mond vol tanden staan, wanneer bijvoorbeeld de Anti-Revolutionnaire fractie zou weigeren het beleid van het kabinet te steunen voor wat betreft de bezuiniging op de bijzondere school, of de Roomsch-Katholieke fractie het beleid van het kabinet zou afkeuren op economisch of sociaal gebied. A. C. J. J. Prof. Dr W. de'Sitter HET is niet mogelijk, in luttele woorden de wetenschappelijke beteekenis aan te ge ven van den geleerde en leidsman, die den 20sten November aan zijn, hem zoo dierbaar, gezin, aan Nederland, aan de Leidsche universiteit en haar sterrewacht en aan de geheele internationale wetenschap ontvallen is. In tal van dagbladartike len en wetenschappelijke tijdschriften zal men onge twijfeld op deze beteekenis het volle licht laten vallen. . Laat mij dus hier, bij zijn beeltenis, slechts een kort, eerbiedig woord wijden aan de nagedachtenis van dezen begaafden en beminnclijken mensch, om wiens groeve over enkele dagen, met vele ande ren, de Nederlandsche astronomen in diepe ver slagenheid zich zullen verzamelen. Een zwaardere slag als deze bad hen moeilijk kunnen treffen. Geschoold onder de bezielende en voortreffelijke leiding van den grooten Kapteyn, bezield met een groote liefde voor de wetenschap en een nooit ver zwakkende belangstelling voor haar groei, aange trokken door de moeilijkste problemen die de menschelijke geest zich stellen kan en begiftigd met een verstand dat ze alle omvatten kon, heeft de Sitter, vooral sedert hij te Leiden zijn onderwijstaak met het directoraat van de sterrewacht vereenigde, al zijn gaven van hoofd en hart in dienst gesteld van de astronomische wetenschap. Met bewonderens waardige volharding, grooten tact en een zeldzaam talent om zoowel de groote lijnen als de details van een wetenschappelijke organisatie te behandelen, heeft hij de Leidsche sterrewacht en haar werk zaamheden verheven tot een peil, dat in ons vader land tevoren nimmer bereikt werd. Nadat, in September 1924, de reorganisatie tot stand was gekomen, werd de Sitter reeds inden zomer van het volgende jaar gekozen tot voorzitter der Internationale Astronomische Unie, in welke functie hij in 1028 haar derde Congres leidde op een wijze die hem, ook door zijn initiatief om daar voor vertegenwoordigers der bij de eerste congres sen buitengesloten centrale rijken" en Rusland uit te noodigen, alom geëerd en bemind maakte. In 1930 stelde de Rockefeller stichting een aan zienlijk bedrag te zijner beschikking om daarvoor een grooten fotografischen kijker te doen opstellen op een terrein van de Unie sterrewag te Johannesburg en hei is een droeve gedachte dat hij de voltooiïng van dit zuidelijke filiaal" van zijn sterre* wacht niet heeft mogen beleven. Tal van hooge onderscheidingen zijn de Sitter, vooral in de laatste jaren, te beurt gevallen. Hij aanvaardde ze dankbaar en tevreden, maar zonder ?hoovaardij. Zijn geest was daarvoor te groot en zijn gemoed te eenvoudig. HU liet geen gelegenheid voorbij gaan om te wijzen op den steun en de verdiensten van zijn medewerkers. Moge het dezen en de Sitter's opvol ger gegeven zyn om de Leidsche sterrewacht te handhaven op het hooge niveau waarop hu haar gebracht heeft. Zijn nagedachtenis zou niet beter geëerd kunnen worden. Utrecht, 21 Nov. 1034. Dr J. VAN DER BILT -l i : ; \ l U j i* II H f h l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl