Historisch Archief 1877-1940
DE MACHTSPYRAMIDE
van den Japanschen staat
GÜNTHER STEIN
Op dit oogenblik staal de Japansche poli
tiek in het brandpunt der belangstelling.
Alles is er in groei, niet alleen in de
binnenlandsche politieke ontwikkeling, ook in de
buUenlandsche. Japan verlangt een
domineerende positie in het Verre Oosten en den
Pacific meer dan een bevestiging van sijn
Imperium zal het niet kunnen krijgen.
De schrijver laat zien, hoe men de lijn der
ontwikkeling kan volgen, den groei kan begrij
pen, icanneer men inzicht heeft in de psychische
en sociale structuur van het Japansche volk,
dat in de machtspyramide van zijn maat
schappelijke hiërarchie een vorm van staat
kundig, leven heeft gevonden, waarin het de
stormen, die een Westersche ontwikkeling mee
brengt, heelt leeren trotseeren.
IN een periode, waarin Japan een strijd voert
om de vergrooting van zyn vlootmacht, en
niet alleen zijn invloed doet gelden in China
maar om de uitbreiding van zyn export vecht, een
stryd, die haast het karakter heeft van een
diplomatieken oorlog in zoo'n periode is het van
belang, zich eens op de hoogte te stellen van de
binnenlandsche politieke structuur van het land,
van de jongste veranderingen in het land en van
de psychologie, die deze periode beheerscht. Het
uiterlijk schema van den Japanschen staat is dat
van een constitutioneele monarchie met algemeen
kiesrecht, politieke partyen, Hooger en Lager
Huis, een verantwoordelijk kabinet, kroonraad
enz. Kortom, het lijkt heel veel op een westerschen
staat. Maar juist daarin ligt een van de oorzaken,
die het zuiver kennen van het wezen van den
Japanschen staat bemoeilijken, daar dit wezen
zoo totaal verschillend is van welken westerschen
staat ook. De binnenlandsche ontwikkeling van
den Japanschen staat ging sinds den wereldoorlog
in een richting van steeds groeiende absolute
autoriteit, onder den grooter wordenden invloed
van het militarisme, een richting, die men in Europa
vaak heeft vergeleken, en zelfs heeft gelijkgesteld
met een fascistische ontwikkeling. Maar ook in
deze slechts uiterlijke overeenkomst ligt eerder een
oorzaak, die kan leiden tot een misverstand, dan
een, die hulp kan bieden om tot een beter begrip
van Japansche toestanden te komen. Ook de ont
wikkeling tot autoritairen staat is in Japan geheel
verschillend van die van menigen westerschen
staat.
Twee bijzonderheden bepalen van oudsher zyn
staatkundige ontwikkeling: in de eerste plaats
de eigenaardige, uit traditie voortgesproten, psy
chologie van het Japansche volk; en in de tweede
plaats de eigenaardigheid van zijn economische
ligging, die het behoud van deze traditioneele
psychologie steeds weer in de hand werkt.
De staatkundige psychologie
De staatkundige psychologie van Japan is aan den
eenen kant die van eilandbewoners die langen
tijd geheel van de buitenwereld waren geïsoleerd,
en die zich steeds na het ondergaan van invloeden
van buitenaf (in de oudheid
Chineesch-Boeddhistische, in de latere middeleeuwen de Europeesch
Christelijke, in de vorige eeuw de
modern-westersche) weer in zichzelf keerden, terwijl zy zich
het vreemde eigen maakten, zich sterker maakten
door het nieuw opgenomene, het assimileerden,
om zich dan naar hun eigen aard op nieuwe basis
verder te ontwikkelen. Het wantrouwen tegenover
vreemdelingen is altijd sterk geweest; eveneens
het gevoel van eigen historisch, overwicht en het
meerderwaardigheidsgevoel, wat ras" betreft;
des te meer, toen een compensatie gevonden moest
worden voor een opkomend minderwaardigheids
gevoel op technisch of materieel gebied. Keizer
en godheid, vaderlandsliefde en godsdienst was
voor de Japanners steeds n, en de overtuiging
van déuitverkorenheid van het Japansche volk
ioor de goden is heden nog sterker ingeworteld
dan het ooit bij eenig ander volk het geval was.
Dit gflooi', dut vol is VHII /.uitlelijk fanatisme, gut
on geeft nog den staat en de hooge politiek in <le
oogen van de massa en in die van velen van zij u
leiders iets bovennatuurlijke als ware het een
zending. En telkens als Japan met het buitenland
in aanraking kwam, zag het fouten en gebreken
in de instellingen en in de handelingen van de
andere volken, die Japan in zijn eigengevool
versterkten. De handelsgeest, die met de eerste
Christelijke zendelingen Japan binnendrong; de
gedragslijn van politieke macht van de van vrijheid
sprekende groote mogendheden tegenover China;
hun eigen ineenstorting tijdens den wereldoorlog;
het falen van hun volkenbond; hun machteloosheid
tegenover de economische crisis dat alles bij
elkaar versterkte den geest van het Japansclie
nationalisme, bevestigde de insulaire psychologie
der eilandbewoners met hun typisch wantrouwend
meerderwaardigheidsgevoel. Verder is het
staatsbegrip in Japan dat van een volk, dat gedurende
i duizenden jaren in een min of meer feodale maal
schappij heef t geleefd, onder volstrekte gehoorzaam
heid in de verhouding van zoon tot vader, van
vrouw tot man, van boeren of krijgslieden tot hun
leenheeren. En omdat in den landbouw, in het
handwerk, in de klein-industrie feodale maat
schappelijke vormen konden blijven bestaan i.f
opnieuw zijn ontwikkeld, is ook de geest daarvan
ook heden nog levend. Ook hier heeft het
samentreffen met het westen niet veranderend, maar
bevestigend en versterkend op Japan gewerkt.
Na een zeker doordringen van democratische
ideeën in Japan tot kort na den wereldoorlog.
is, met de gebeurtenissen in het westen, de
oude Japansche geest ook ten opzichte van de
binnenlandsche politiek weer agressief en ei-i;
van de meest overheerschende invloeden in
cUJapansche politiek geworden. De gevaren, die van
bolsjewistische naburige zijde dreigen, hebben den
geest van Japan gestaald.
Bij deze hoofdfactoren van specifiek Japansche
psychologie en traditioneele gehechtheid komt
Leden der Togo-organisatie, een der vele
nationallstischen
vereenigingen, waarin de Japansche jeugd in
zin wordt opgevoed
Humaan oorlogvoeren
Uit de X.R.C, dit bericht:
Onze correspondent te Brussel meldt ons: i
Op initiatief van de Belgische regeering zal het
volgende jaar, tijdens de Bruaselsche wereldtentoon
stelling, in deze stad een diplomatieke conferentie
voor een meer humane wijze van oorlogvoeren worden
gehouden. De J Se internationale
Roode-Kruisconferentie te Tokio heeft de Belgische regeering
met dit initiatief geluk gewenscht, Aan alle onafhan
kelijke staten van de geheele wereld zal verzocht
worden aan de Bruaselsche bijeenkomst deel te
willen nemen." ' i.
Men kan zeggen: dit ontbrak er nog maar aan!
Als het tenminste niet een misplaatste grap" be
duidt, en er intusschen geen onhumane oorlog is
uitgebroken, kunnen wij op die conferentie wat
beleven. Zooals eens Ie roi Bébanzin bekende:
des plus sinistres crétins je f ais des ministres"..
van deze soort ministers moet men naar de confe
rentie afvaardigen. Zij zullen er een goed figuur
maken en de zaken open en argeloos behandelen.
De efficiency wordt dan met déhumaniteit tot n
schoon geheel gebracht, en als een duikboot een
Japansche gloeilampen (van 3 cent per stuk)
op de contróletafel in een fabriek te Tokio
koopvaarder torpedeert, zal zij tegelijk een impo
sante marche funèbre over de wateren doen klinken
om den verdrinkenden een waardig graf te bezorgen.
Ook kan men reukwerk in de springende grana
ten mengen, opdat onze laatste ademtocht geparfu
meerd zij en zou de wreede verbranding van het
mosterdgas door een bijgevoegd machtig
verdoovingsmiddel gehumaniseerd kunnen worden.
En zoo vatt er beslist nog veel meer wél te doen.
Maar ik vem^oed toch, dat de Belgen met dit plan
eigenlijk een clou" voor hun aanstaande tentoon
stelling bedoelen, een hoofdattractie voor de vreem
delingen, die inderdaad en masse zullen komen
opzetten, om in Brussel de vreemdsoortige Wezens
te zien, die zich lieten vinden den oorlog te gaan
humanisèeren in een tijd, dat 's menschen vernuft
zich nu juist op de meest helsche en onmenschelijkf
vernielingen toelegde.
Wie zou niet begeeren deze Wezens te zien, deze
sinistres crétins, die allicht helscher zijn dan alle
andere duivels ? Men mag ze echter wel in een kooi,
houden.... en 't is tenslotte toch maar een griezelige
, F. C.
PAG, 4 DE GROENE No. 2»
v
De massa in Japan, hoewel niet steeds solidair met het militarisme, wordt .er toch door beheerscht
nog de typische eigenaardigheid van de economi
sche ligging van het land, die juist nu weer zulke
sterke krachten in het leven roept.
Het overbevolkte Japan lijdt aan een ontstellend
gebrek aan natuurlijke rijkdommen, in grootere
mate dan in welk ander land ook. Het is een
ver?ichrikkelijk arm land. De overbevolking eischt de
noodzakelijkheid van industrialisatie, om de toe
nemende bevolking werk te geven. Het gebrek
,,:tn grondstoffen brengt de noodzakelijkheid mede,
dat deze industrialisatie met hulp van
buitenlaadsche grondstoffen en daarmee gepaard gaande
s(»-rke ontwikkeling van eigen uitvoer van
fabrieksartikelen, ongestoord plaats vindt. Aan den
anduren kant echter staan het overgroot aantal
voorhanden zijnde arbeidskrachten, en de armoede
van het land, het snelle opruimen van do vaak
half feodale arbeidsvoorwaarden in den Weg.
lies te sterker is de weerstand van het buiten
land tegen de op deze Wijze zoo goedkoop gepro
duceerde Japansche producten Waarvan het
gevolg is een nieuwe versterking van het natio
nalisme, van de Wantrouwige psyche der
eilandinwoners. En des te krachtiger schiet de oude
sociale structuur van het land weer jonge wortels;
I-MI nieuwe versterking van den half-feodalen
ireest.
Het militarisme
HET militarisme belichaamt in zich de beide
primaire eigenschappen van de oude Japansche
psychologie: de vaderlandslievende -- bijna tot
godsdienstigheid gestegen en de
feodaal-patriarchale bijna tot staatssocialistischen vorm gemo
derniseerd. Vroeger was het militarisme onbetwist
de basis van de Japansche machtspyramide.
Thans heeft het zijn vroegere positie met practisch
gesproken haast volkomen uitschakeling der par
tijen Weer veroverd. Het krijgswezen steunt in
sterke mate op den landbouw, waaruit het het
grootste gedeelte van zijn recruten put, en waar
heen Weer de Welopgevoede, politiek geschoolde,
en min of meer in patriottische vereenigingen
georganiseerde reservisten terugkeeren. Het mag
over de geheele basis van de politieke machts
pyramide wel is waar hier en daar met onverschil
ligheid van zekere volksklassen, en ook, vooral in
de steden, met hun tegenstanders te kampen
hebben, de oppositie tegen het militarisme echter
is tegenwoordig niet sterk of in het geheel niet
georganiseerd. Zij zal zeker niet gestaald worden,
zoolang het anti-militarisme niet zelf voor de
regeering verantwoordelijk is, doch er critisch
tegenover staat en in het bijzonder zijn best doet
voor de verwaarloosde belangen van den land
bouw uit een vanzelfsprekend gevoel van oppo
sitie op te komen. Al staat ook de groote massa
volstrekt nog niet solidair tegenover de denkbeel
den van het militarisme, toch wordt zij in den
la'atsten tijd door de militaristen beheerscht.
Ongetwijfeld zijn de politieke partijen, flie overi
gens het laatste restje geloof aan zichzelf moesten
opgeven, niet zoo vast van deze feiten overtuigd
als het militarisme zelf.
Boven- de basis bestaat de opbouw van de
machtspyramide gedeeltelijk uit een vaste groep
..burocraten", namelijk ambtenaren en uit den
ambtenarenstand voortgekomen politici, die
met de vertegenwoordigers van het militarisme,
maar aan den anderen kant ook met die van den
landbouw en die der partijen in een van dag tot
dag weer opnieuw onbeslist en strijd staan, wie
den overheerschenden invloed zal hebben. De
strijd der politieke partijen, die met de overige
groepen wisselende betrekkingen onderhouden en
zonder deze van geen beteekenis zouden zijn, is
slechts de weerspiegeling van dezen groepenstrijd.
Wij spreken hier van de omgeving van het kabinet
en van de regeeringslichamen van den staat, de
sfeer, waarbinnen steeds weer nieuwe verwarrende
^coalities wurden gesloten, die niet alleen van de
?«tegenstellingen der drie verschillende groepen, maar
<ook van die der eerzuchtige persoonlijkheden in
n van die groepen profiteeren. Ook hier dringt
de invloed van het militarisme door, heerscht die
zelfs, ofschoon de ambtenarenklasse zich minder
met de ideeën van het militarisme solidair voelt
dan het volk. Duidelijk ziet men het groeiend
contrast) tusschen de eenigSzins conservatieve
vlootkringen en de voor nieuwe denkbeelden
geestdriftig geworden kringen in het leger.
Nog sterker echter dan de invloed van het mili
tarisme is die van den daaropvolgenden hoogeren
graad van macht op de, eigenlijk regeerende,
tweede volksklasse. Wij hebben bij deze derde
verdieping in den opbouw;, van de Japansche machts
pyramide te doen met de hofkliek, binnen en bui
ten den kroonraad. De personen, die hier, slechts
weinig zichtbaar, hun groote macht uitoefenen,
zijn echter veel meer dan louter vertegenwoordi
gers van een staatkundige instelling. Zy vormen
de belichaming van de Japansche staatsidee, van
de Japansche psychologie en traditie. En daar deze
zich nauwelijks wijzigen, heerscht ook in de politiek
en in het persoonlijke type van deze machthebbers
een specifiek Japansche continuïteit. Vroeger
was het de raad der oudere staatslieden", de
voormalige leiders der Japansche restauratie,
die, zonder inachtneming van de grondwet, met
en naast den kroonraad het superkabinet" der
Japansche regeering vormde. Thans leeft slechts
nog n der door de natie erkende en vereerde
oudere staatslieden", en wel vorst Saionji, die,
hoewel reeds bijna negentig jaar oud, nog altijd
onbetwist de leidende geest van den staat is.
Na hem zal vermoedelijk de kroonraad alleen de
opperste wachter worden van de Japansche
politiek.
De traditioneele functie van dezen kring bestaat
hierin, dat deze de aanbeveling indient voor
minister-president en leden van het kabinet bij de
kroon. Volgens het traditioneele standpunt, dat deze
kring hierby inneemt, let hij bij de keuze van .deze
functionarissen op de eensgezindheid der politieke
en economische stroomingen in de onderste lagen
der machtspyramide, en verhindert daardoor
abrupte en schadelijke gevolgen. Hij wijkt altijd
voor de sterkste macht, en waardeert nieuw ont
stane feiten op een manier, diévoor uitbreiding
vatbaar is; maar steeds zorgt hij er voor, den
regeerenden machten te verhinderen, dat ze het
absolute gezag in handen krijgen, terwijl hy hun
dan eens uit deze dan weer uit die groep
bondgenopten geeft, om op deze wijze te trachten de oppo
sitie te versterken. Aldus is het te verklaren, dat het
militarisme in de laatste tien jaar wel is waar sterk
aan invloed heeft gewonnen in de Japansche poli
tiek, doch dat het desondanks de absolute
beheersching van den staat nie.t kon bereiken.
Het militarisme neemt weliswaar ook in dezen
kring een bijzondere positie in. omdat volgens de
grondwet ministers van oorlog en marine zonder
tugschenkomst van den minister-president steeds
direct toegang hebben tot den keizer, en omdat ze
volgens de grondwet tot den actieven dienst
behooren. en door den gcneralen staf van leger n vloot
moeten voorgedragen zyn. Maar ook deze machts
positie, waarmee het militarisme het lot van het
kabinet in de hand houdt dat immers zonder
ministers van oorlog en marine niet tot handelen in
staat ,zoüzijn heeft slechts beperkte beteekenis.
Want de traditioneele politiek van de opperste
trede van de staatspyramide, van den verheven
kring rondom den monarch, gaat op verstandige
objectieve Wy'ze eveneens in de richting van een
vergelijk tusschen de verschillende machtsfactoren.
By deze psychologie en btf deze structuur van
den Japanschen staat is het begrijpelijk, dat elke
buiten de politiek staande mislukking, elke ver
grooting van nationale vrees, de binnenlandsche
politieke macht van het militarisme versterkt; dat
aan den anderen kant elk door Japan als zoodanig
gevoeld succes die macht verzwakt. Doch de maat
staven, Waarmee successen en mislukkingen in
Japan worden gemeten, zijn anders dan de maat
staven, die wij plegen aan te leggen. Wij dienen
PAG. 5 DE GROENE Na 2999
t o bedenken, dat het de maatstaven zyn van een
eerzuchtig, wantrouwend en door de natuur slecht
behandeld land; maatstaven, die de wereld slechts
moeilijk rechtvaardigen kan.
Men moet het bovenstaande begrijpen en door
drongen zyn van de beteekenis der historische en
psychologische factoren, die het Japansche
staatsleven bepalen, om in staat te zijn de buitenland
sche politiek van Japan ten volle te begrypen.
Bij de onderhandelingen, die op dit oogenblik
te Londen gevoerd worden, komt duidelijk tot
uitdrukking welke behoefte, zich te laten gelden.
de Japanners hebben. Welke behoefte zich in hun
eigen oogen te laten gelden! Zij onderhandelen
over de >*lootpariteit en hebben als duidelijken
eisch gesteld, dat zij officieel en volgens den tekst
der verdragen aanspraak maken op gelijkheid.
Maar tegelijkertijd laten zij zich in met besprekin
gen, die ten doel hebben om terzijde van den letter
van het verdrag een gentleman's agreement op te
stellen, dat uiteindelijk geen ander doel kan heb
ben dan voor Japan de moreele verplichting te
scheppen om toch een lager cijfer dan de pariteit
niet te boven te gaan. In hun eigen oogen sluiten
zij dan een verdrag af, dat hun dezelfde rechten
geeft als de westersche 'mogendheden hebben. De
van hen verlangde concessie in margine" vatten
zij niet onvoorwaardelijk op als inbreuk makend
op hun gevoel voor eigenwaarde. Weer wordt in den
boezem der regeeringskringen, die kringen immers,
die boven het leger en boven de diplomatie staan.
die kringen, die de verhevenste top van de Japan
sche machtspyramide het naast staan, de eind
strijd uitgevochten.
De uitslag rust nog in den schoot der goden. Zal
het te Londen tot geen compromis komen:* Dat is
niet waarschijnlijk, al kan het wellicht lang duren,
eer er een compromis is bereikt.
AAN INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun bij
dragen een gefrankeerd brief
omslag met adres van den
afzender in te sluiten. Op het
adres van stukken, voor de
redactie bestemd, vermelde
men gén namen van personen
DAN
PARAAT
?t
<'
!!=
l!'
M.
?j' ?
iy
i.