De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 november pagina 3

24 november 1934 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE MACHTSPYRAMIDE van den Japanschen staat GÜNTHER STEIN Op dit oogenblik staal de Japansche poli tiek in het brandpunt der belangstelling. Alles is er in groei, niet alleen in de binnenlandsche politieke ontwikkeling, ook in de buUenlandsche. Japan verlangt een domineerende positie in het Verre Oosten en den Pacific meer dan een bevestiging van sijn Imperium zal het niet kunnen krijgen. De schrijver laat zien, hoe men de lijn der ontwikkeling kan volgen, den groei kan begrij pen, icanneer men inzicht heeft in de psychische en sociale structuur van het Japansche volk, dat in de machtspyramide van zijn maat schappelijke hiërarchie een vorm van staat kundig, leven heeft gevonden, waarin het de stormen, die een Westersche ontwikkeling mee brengt, heelt leeren trotseeren. IN een periode, waarin Japan een strijd voert om de vergrooting van zyn vlootmacht, en niet alleen zijn invloed doet gelden in China maar om de uitbreiding van zyn export vecht, een stryd, die haast het karakter heeft van een diplomatieken oorlog in zoo'n periode is het van belang, zich eens op de hoogte te stellen van de binnenlandsche politieke structuur van het land, van de jongste veranderingen in het land en van de psychologie, die deze periode beheerscht. Het uiterlijk schema van den Japanschen staat is dat van een constitutioneele monarchie met algemeen kiesrecht, politieke partyen, Hooger en Lager Huis, een verantwoordelijk kabinet, kroonraad enz. Kortom, het lijkt heel veel op een westerschen staat. Maar juist daarin ligt een van de oorzaken, die het zuiver kennen van het wezen van den Japanschen staat bemoeilijken, daar dit wezen zoo totaal verschillend is van welken westerschen staat ook. De binnenlandsche ontwikkeling van den Japanschen staat ging sinds den wereldoorlog in een richting van steeds groeiende absolute autoriteit, onder den grooter wordenden invloed van het militarisme, een richting, die men in Europa vaak heeft vergeleken, en zelfs heeft gelijkgesteld met een fascistische ontwikkeling. Maar ook in deze slechts uiterlijke overeenkomst ligt eerder een oorzaak, die kan leiden tot een misverstand, dan een, die hulp kan bieden om tot een beter begrip van Japansche toestanden te komen. Ook de ont wikkeling tot autoritairen staat is in Japan geheel verschillend van die van menigen westerschen staat. Twee bijzonderheden bepalen van oudsher zyn staatkundige ontwikkeling: in de eerste plaats de eigenaardige, uit traditie voortgesproten, psy chologie van het Japansche volk; en in de tweede plaats de eigenaardigheid van zijn economische ligging, die het behoud van deze traditioneele psychologie steeds weer in de hand werkt. De staatkundige psychologie De staatkundige psychologie van Japan is aan den eenen kant die van eilandbewoners die langen tijd geheel van de buitenwereld waren geïsoleerd, en die zich steeds na het ondergaan van invloeden van buitenaf (in de oudheid Chineesch-Boeddhistische, in de latere middeleeuwen de Europeesch Christelijke, in de vorige eeuw de modern-westersche) weer in zichzelf keerden, terwijl zy zich het vreemde eigen maakten, zich sterker maakten door het nieuw opgenomene, het assimileerden, om zich dan naar hun eigen aard op nieuwe basis verder te ontwikkelen. Het wantrouwen tegenover vreemdelingen is altijd sterk geweest; eveneens het gevoel van eigen historisch, overwicht en het meerderwaardigheidsgevoel, wat ras" betreft; des te meer, toen een compensatie gevonden moest worden voor een opkomend minderwaardigheids gevoel op technisch of materieel gebied. Keizer en godheid, vaderlandsliefde en godsdienst was voor de Japanners steeds n, en de overtuiging van déuitverkorenheid van het Japansche volk ioor de goden is heden nog sterker ingeworteld dan het ooit bij eenig ander volk het geval was. Dit gflooi', dut vol is VHII /.uitlelijk fanatisme, gut on geeft nog den staat en de hooge politiek in <le oogen van de massa en in die van velen van zij u leiders iets bovennatuurlijke als ware het een zending. En telkens als Japan met het buitenland in aanraking kwam, zag het fouten en gebreken in de instellingen en in de handelingen van de andere volken, die Japan in zijn eigengevool versterkten. De handelsgeest, die met de eerste Christelijke zendelingen Japan binnendrong; de gedragslijn van politieke macht van de van vrijheid sprekende groote mogendheden tegenover China; hun eigen ineenstorting tijdens den wereldoorlog; het falen van hun volkenbond; hun machteloosheid tegenover de economische crisis dat alles bij elkaar versterkte den geest van het Japansclie nationalisme, bevestigde de insulaire psychologie der eilandbewoners met hun typisch wantrouwend meerderwaardigheidsgevoel. Verder is het staatsbegrip in Japan dat van een volk, dat gedurende i duizenden jaren in een min of meer feodale maal schappij heef t geleefd, onder volstrekte gehoorzaam heid in de verhouding van zoon tot vader, van vrouw tot man, van boeren of krijgslieden tot hun leenheeren. En omdat in den landbouw, in het handwerk, in de klein-industrie feodale maat schappelijke vormen konden blijven bestaan i.f opnieuw zijn ontwikkeld, is ook de geest daarvan ook heden nog levend. Ook hier heeft het samentreffen met het westen niet veranderend, maar bevestigend en versterkend op Japan gewerkt. Na een zeker doordringen van democratische ideeën in Japan tot kort na den wereldoorlog. is, met de gebeurtenissen in het westen, de oude Japansche geest ook ten opzichte van de binnenlandsche politiek weer agressief en ei-i; van de meest overheerschende invloeden in cUJapansche politiek geworden. De gevaren, die van bolsjewistische naburige zijde dreigen, hebben den geest van Japan gestaald. Bij deze hoofdfactoren van specifiek Japansche psychologie en traditioneele gehechtheid komt Leden der Togo-organisatie, een der vele nationallstischen vereenigingen, waarin de Japansche jeugd in zin wordt opgevoed Humaan oorlogvoeren Uit de X.R.C, dit bericht: Onze correspondent te Brussel meldt ons: i Op initiatief van de Belgische regeering zal het volgende jaar, tijdens de Bruaselsche wereldtentoon stelling, in deze stad een diplomatieke conferentie voor een meer humane wijze van oorlogvoeren worden gehouden. De J Se internationale Roode-Kruisconferentie te Tokio heeft de Belgische regeering met dit initiatief geluk gewenscht, Aan alle onafhan kelijke staten van de geheele wereld zal verzocht worden aan de Bruaselsche bijeenkomst deel te willen nemen." ' i. Men kan zeggen: dit ontbrak er nog maar aan! Als het tenminste niet een misplaatste grap" be duidt, en er intusschen geen onhumane oorlog is uitgebroken, kunnen wij op die conferentie wat beleven. Zooals eens Ie roi Bébanzin bekende: des plus sinistres crétins je f ais des ministres".. van deze soort ministers moet men naar de confe rentie afvaardigen. Zij zullen er een goed figuur maken en de zaken open en argeloos behandelen. De efficiency wordt dan met déhumaniteit tot n schoon geheel gebracht, en als een duikboot een Japansche gloeilampen (van 3 cent per stuk) op de contróletafel in een fabriek te Tokio koopvaarder torpedeert, zal zij tegelijk een impo sante marche funèbre over de wateren doen klinken om den verdrinkenden een waardig graf te bezorgen. Ook kan men reukwerk in de springende grana ten mengen, opdat onze laatste ademtocht geparfu meerd zij en zou de wreede verbranding van het mosterdgas door een bijgevoegd machtig verdoovingsmiddel gehumaniseerd kunnen worden. En zoo vatt er beslist nog veel meer wél te doen. Maar ik vem^oed toch, dat de Belgen met dit plan eigenlijk een clou" voor hun aanstaande tentoon stelling bedoelen, een hoofdattractie voor de vreem delingen, die inderdaad en masse zullen komen opzetten, om in Brussel de vreemdsoortige Wezens te zien, die zich lieten vinden den oorlog te gaan humanisèeren in een tijd, dat 's menschen vernuft zich nu juist op de meest helsche en onmenschelijkf vernielingen toelegde. Wie zou niet begeeren deze Wezens te zien, deze sinistres crétins, die allicht helscher zijn dan alle andere duivels ? Men mag ze echter wel in een kooi, houden.... en 't is tenslotte toch maar een griezelige , F. C. PAG, 4 DE GROENE No. 2» v De massa in Japan, hoewel niet steeds solidair met het militarisme, wordt .er toch door beheerscht nog de typische eigenaardigheid van de economi sche ligging van het land, die juist nu weer zulke sterke krachten in het leven roept. Het overbevolkte Japan lijdt aan een ontstellend gebrek aan natuurlijke rijkdommen, in grootere mate dan in welk ander land ook. Het is een ver?ichrikkelijk arm land. De overbevolking eischt de noodzakelijkheid van industrialisatie, om de toe nemende bevolking werk te geven. Het gebrek ,,:tn grondstoffen brengt de noodzakelijkheid mede, dat deze industrialisatie met hulp van buitenlaadsche grondstoffen en daarmee gepaard gaande s(»-rke ontwikkeling van eigen uitvoer van fabrieksartikelen, ongestoord plaats vindt. Aan den anduren kant echter staan het overgroot aantal voorhanden zijnde arbeidskrachten, en de armoede van het land, het snelle opruimen van do vaak half feodale arbeidsvoorwaarden in den Weg. lies te sterker is de weerstand van het buiten land tegen de op deze Wijze zoo goedkoop gepro duceerde Japansche producten Waarvan het gevolg is een nieuwe versterking van het natio nalisme, van de Wantrouwige psyche der eilandinwoners. En des te krachtiger schiet de oude sociale structuur van het land weer jonge wortels; I-MI nieuwe versterking van den half-feodalen ireest. Het militarisme HET militarisme belichaamt in zich de beide primaire eigenschappen van de oude Japansche psychologie: de vaderlandslievende -- bijna tot godsdienstigheid gestegen en de feodaal-patriarchale bijna tot staatssocialistischen vorm gemo derniseerd. Vroeger was het militarisme onbetwist de basis van de Japansche machtspyramide. Thans heeft het zijn vroegere positie met practisch gesproken haast volkomen uitschakeling der par tijen Weer veroverd. Het krijgswezen steunt in sterke mate op den landbouw, waaruit het het grootste gedeelte van zijn recruten put, en waar heen Weer de Welopgevoede, politiek geschoolde, en min of meer in patriottische vereenigingen georganiseerde reservisten terugkeeren. Het mag over de geheele basis van de politieke machts pyramide wel is waar hier en daar met onverschil ligheid van zekere volksklassen, en ook, vooral in de steden, met hun tegenstanders te kampen hebben, de oppositie tegen het militarisme echter is tegenwoordig niet sterk of in het geheel niet georganiseerd. Zij zal zeker niet gestaald worden, zoolang het anti-militarisme niet zelf voor de regeering verantwoordelijk is, doch er critisch tegenover staat en in het bijzonder zijn best doet voor de verwaarloosde belangen van den land bouw uit een vanzelfsprekend gevoel van oppo sitie op te komen. Al staat ook de groote massa volstrekt nog niet solidair tegenover de denkbeel den van het militarisme, toch wordt zij in den la'atsten tijd door de militaristen beheerscht. Ongetwijfeld zijn de politieke partijen, flie overi gens het laatste restje geloof aan zichzelf moesten opgeven, niet zoo vast van deze feiten overtuigd als het militarisme zelf. Boven- de basis bestaat de opbouw van de machtspyramide gedeeltelijk uit een vaste groep ..burocraten", namelijk ambtenaren en uit den ambtenarenstand voortgekomen politici, die met de vertegenwoordigers van het militarisme, maar aan den anderen kant ook met die van den landbouw en die der partijen in een van dag tot dag weer opnieuw onbeslist en strijd staan, wie den overheerschenden invloed zal hebben. De strijd der politieke partijen, die met de overige groepen wisselende betrekkingen onderhouden en zonder deze van geen beteekenis zouden zijn, is slechts de weerspiegeling van dezen groepenstrijd. Wij spreken hier van de omgeving van het kabinet en van de regeeringslichamen van den staat, de sfeer, waarbinnen steeds weer nieuwe verwarrende ^coalities wurden gesloten, die niet alleen van de ?«tegenstellingen der drie verschillende groepen, maar <ook van die der eerzuchtige persoonlijkheden in n van die groepen profiteeren. Ook hier dringt de invloed van het militarisme door, heerscht die zelfs, ofschoon de ambtenarenklasse zich minder met de ideeën van het militarisme solidair voelt dan het volk. Duidelijk ziet men het groeiend contrast) tusschen de eenigSzins conservatieve vlootkringen en de voor nieuwe denkbeelden geestdriftig geworden kringen in het leger. Nog sterker echter dan de invloed van het mili tarisme is die van den daaropvolgenden hoogeren graad van macht op de, eigenlijk regeerende, tweede volksklasse. Wij hebben bij deze derde verdieping in den opbouw;, van de Japansche machts pyramide te doen met de hofkliek, binnen en bui ten den kroonraad. De personen, die hier, slechts weinig zichtbaar, hun groote macht uitoefenen, zijn echter veel meer dan louter vertegenwoordi gers van een staatkundige instelling. Zy vormen de belichaming van de Japansche staatsidee, van de Japansche psychologie en traditie. En daar deze zich nauwelijks wijzigen, heerscht ook in de politiek en in het persoonlijke type van deze machthebbers een specifiek Japansche continuïteit. Vroeger was het de raad der oudere staatslieden", de voormalige leiders der Japansche restauratie, die, zonder inachtneming van de grondwet, met en naast den kroonraad het superkabinet" der Japansche regeering vormde. Thans leeft slechts nog n der door de natie erkende en vereerde oudere staatslieden", en wel vorst Saionji, die, hoewel reeds bijna negentig jaar oud, nog altijd onbetwist de leidende geest van den staat is. Na hem zal vermoedelijk de kroonraad alleen de opperste wachter worden van de Japansche politiek. De traditioneele functie van dezen kring bestaat hierin, dat deze de aanbeveling indient voor minister-president en leden van het kabinet bij de kroon. Volgens het traditioneele standpunt, dat deze kring hierby inneemt, let hij bij de keuze van .deze functionarissen op de eensgezindheid der politieke en economische stroomingen in de onderste lagen der machtspyramide, en verhindert daardoor abrupte en schadelijke gevolgen. Hij wijkt altijd voor de sterkste macht, en waardeert nieuw ont stane feiten op een manier, diévoor uitbreiding vatbaar is; maar steeds zorgt hij er voor, den regeerenden machten te verhinderen, dat ze het absolute gezag in handen krijgen, terwijl hy hun dan eens uit deze dan weer uit die groep bondgenopten geeft, om op deze wijze te trachten de oppo sitie te versterken. Aldus is het te verklaren, dat het militarisme in de laatste tien jaar wel is waar sterk aan invloed heeft gewonnen in de Japansche poli tiek, doch dat het desondanks de absolute beheersching van den staat nie.t kon bereiken. Het militarisme neemt weliswaar ook in dezen kring een bijzondere positie in. omdat volgens de grondwet ministers van oorlog en marine zonder tugschenkomst van den minister-president steeds direct toegang hebben tot den keizer, en omdat ze volgens de grondwet tot den actieven dienst behooren. en door den gcneralen staf van leger n vloot moeten voorgedragen zyn. Maar ook deze machts positie, waarmee het militarisme het lot van het kabinet in de hand houdt dat immers zonder ministers van oorlog en marine niet tot handelen in staat ,zoüzijn heeft slechts beperkte beteekenis. Want de traditioneele politiek van de opperste trede van de staatspyramide, van den verheven kring rondom den monarch, gaat op verstandige objectieve Wy'ze eveneens in de richting van een vergelijk tusschen de verschillende machtsfactoren. By deze psychologie en btf deze structuur van den Japanschen staat is het begrijpelijk, dat elke buiten de politiek staande mislukking, elke ver grooting van nationale vrees, de binnenlandsche politieke macht van het militarisme versterkt; dat aan den anderen kant elk door Japan als zoodanig gevoeld succes die macht verzwakt. Doch de maat staven, Waarmee successen en mislukkingen in Japan worden gemeten, zijn anders dan de maat staven, die wij plegen aan te leggen. Wij dienen PAG. 5 DE GROENE Na 2999 t o bedenken, dat het de maatstaven zyn van een eerzuchtig, wantrouwend en door de natuur slecht behandeld land; maatstaven, die de wereld slechts moeilijk rechtvaardigen kan. Men moet het bovenstaande begrijpen en door drongen zyn van de beteekenis der historische en psychologische factoren, die het Japansche staatsleven bepalen, om in staat te zijn de buitenland sche politiek van Japan ten volle te begrypen. Bij de onderhandelingen, die op dit oogenblik te Londen gevoerd worden, komt duidelijk tot uitdrukking welke behoefte, zich te laten gelden. de Japanners hebben. Welke behoefte zich in hun eigen oogen te laten gelden! Zij onderhandelen over de >*lootpariteit en hebben als duidelijken eisch gesteld, dat zij officieel en volgens den tekst der verdragen aanspraak maken op gelijkheid. Maar tegelijkertijd laten zij zich in met besprekin gen, die ten doel hebben om terzijde van den letter van het verdrag een gentleman's agreement op te stellen, dat uiteindelijk geen ander doel kan heb ben dan voor Japan de moreele verplichting te scheppen om toch een lager cijfer dan de pariteit niet te boven te gaan. In hun eigen oogen sluiten zij dan een verdrag af, dat hun dezelfde rechten geeft als de westersche 'mogendheden hebben. De van hen verlangde concessie in margine" vatten zij niet onvoorwaardelijk op als inbreuk makend op hun gevoel voor eigenwaarde. Weer wordt in den boezem der regeeringskringen, die kringen immers, die boven het leger en boven de diplomatie staan. die kringen, die de verhevenste top van de Japan sche machtspyramide het naast staan, de eind strijd uitgevochten. De uitslag rust nog in den schoot der goden. Zal het te Londen tot geen compromis komen:* Dat is niet waarschijnlijk, al kan het wellicht lang duren, eer er een compromis is bereikt. AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN wordt verzocht bij hun bij dragen een gefrankeerd brief omslag met adres van den afzender in te sluiten. Op het adres van stukken, voor de redactie bestemd, vermelde men gén namen van personen DAN PARAAT ?t <' !!= l!' M. ?j' ? iy i.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl