De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 november pagina 4

24 november 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

f i] te ) !l» -J.* T ), ' ?-S i. Gastronom, de grootste levensmiddelenwinkel van Moskou Roebels en roebels WAARDE EN BETEEKENIS VAN HET GELD IN RUSLAND Mr. J. Huijts ALS men graag sprookjes vertelt, kan men, van een reis naar de Sowjetunie terug gekomen, evengoed een verhaal doen van hoe schrikbarend duur, als hoe bespottelijk goed koop het er was. Men kan zich van den domme houden en net doen alsof men gelooft, dat de Rus, die in Gastronom twintig roebel voor een kilo Hollandsche kaas betaalt, deze roebels heef t moeten koopen tegen den koers van / 1.28, die voor den vreemdeling geldt. Dan kost de kaas inderdaad ? 25,?. Men kan ook heel grootmoedig willen schijnen en als men iets opgevangen heeft van een goudwaarde van den papieren roebel van vijf of zes centen, gaan uitrekenen, dat de kaas dus eigen lijk nog goedkooper is dan bij ons en dat de tram je voor een cent door heel Moskou brengt. Zoo is het dus niet, Maar hoe is het dan wel? We zullen probeeren er een idee van te geven; voor meer dan een idee reikt onze plaatsruimte niet. Om te beginnen: wat hebben wij eigenlijk met den roebel uit te staan ? We mogen geen roebels in de Sowjetunie invoeren en als we Weggaan, mogen we ze niet uitvoeren. Ze zijn en blijven een binnen landsche aangelegenheid. Als de Sowjetunie strikt aan haar verplichtingen jegens het buitenland vol doet, heeft dat niets te maken met den koers van den roebel, maar wel met de noteering van het vertrouwen, dat de Sowjetunie behoeft, om'op crediet van het buitenland te kunnen rekenen. We hebben zelfs niet met den ronbêl van doen, als we ecu stukje kaas willen koopen, Want als vreemdeling doen we dat niet in Gastronom, maar in den Torgsinwinkel, waar de prijs in een gering aantal kopeken genoteerd staat, dat tegen den koers van ? 1,28 in ons geld omgerekend, ook nog een gering aantal centen blijkt. Maar ook de Bus kan hier slechts met goud en zilver en buitenlandsche valuta terecht. Wat is een. roebel? Als men zegt: een munt eenheid van heel ?verschillende waarde» heeft men iets geconstateerd, maar nog niets begrepen. Als men zegt: het monetaire middel, waardoor de sowjetmacht de heele oeconomie regeert en regelt, staat men aan het begin van den weg, die tot het antwoord moet leiden op de daarop volgende vraag: hoe? De roebel-waarde In de productie OP het gebied van de productie is zijn functie heel wat eenvoudiger dan op dat der distri butie. In de productie is de roebel sinds jaar en dag dezelfde gebleven, de roebel van 1926/27, die toen in een staats-kapitalistibche maatschappij nog om en nabij zijn volle goudwaarde bezat. Deze roebel i's sindsdien, toen met het Eerste Vijfjaarsplan de socialistische planmaatschappij in het gezicht kwam, de reken waard e gebleven. Als men nog weieens van gouden roebels spreekt, dan is de uitdrukking volgens de prijzen van 1926/27" in elk geval nauwkeuriger. In deze prijzen berekent men steeds de geld-aequivalenten in de Vijfjaarsplannen, de jaarlijksche controlecijfers en de begrootingen van den staat en zijn lagere organen; de verrekeningen tusschen den staat en zijn be drijven, en tusschen de bedrijven onderling, hebben er in plaats; het is de roebel, dien de boer ontvangt, die aan zijn verplichting tot inlevering van een deel van zijn landbouwproducten voldoet; maar, behalve als hij het machine-tractorenstation voor bewezen diensten betaalt en zijn verzekerings premie voldoet, is het een hee andere roebel, als de boer hem uitgeeft, en een heel andere roebel in handen van den arbeider en den aangestelde, die hem ter belooning van zijn arbeid ontvangen heeft. De boer geeft trouwens niet alleen roebels uit, die hij ontvangen heeft volgens prijzen van 1926/27"; hij ontvangt, als hij van het overschot van zijn oogst nog een gedeelte aan den staat of aan de coöperaties verkoopt, roebels volgens conventioneelen prijs", den prijs, dien het staatsprijzenbureau voor dezen handel van jaar tot jaar opnieuw vaststelt; en op de kolchozmarkt ontvangt hij roebels volgens op de markt te bedingen prijs", die een regelrechten revolutiewinstmaker van hem zou hebben gemaakt, als de staat niet nu eens ruw, en dan weer uiterst behendig het snoeimes had gehanteerd. In deze verscheiden heid komt tot uiting, dat de boer een beetje een fabriek, een beetje een arbeider en ook nog een beetjo kapitalisme" vertegenwoordigt. Van den arbeider en dit geldt ook voor den ambtenaar kan men zeggen, dat de staat hem, voor zoover niet in bewezen diensten die in de Sowjetunie een zeer groote plaats innemen in roebels vol gens conventioneelen prijs" betaalt, want de staat immers bepaalt ook de prijzen, waartegen hij met zijn roebels koopen. kan. Zoo zijn we van het terrein van de productie op dat der distributie gekomen. Als ook daar de roebel zijn regeerende en. regelende taak wil blijven vervullen en niet de speelbal van de elementaire botsing van vraag en aanbod worden wil, moet er een zeker evenwicht gehandhaafd worden tusschen het aanbod van ge- en verbruiksartikelen en den daartegenover beschikbaren geldvoorraad ouder de bevolking. De in den beschikbaren geldvoorraad uitgedrukte vraag is echter volgens prijzen van 1926/27", veel grooter, dan bet aanbod bevredigen kan. De verklaring is eenvoudig genoeg. Tot 1926/27 duidde de prijs inderdaad een zekere evenwicht van vraag en aanbod aan. Sindsdien echter werd de voortbrenging van productiemid delen sterk opgedreven, niet slechts in vergelijking met, maar ook ten koste van de voortbrenging van ge- en verbruiksartikelen, die immers voor een gedeelte nog als betalingsmiddel voor productie middelen aan het buitenland moesten dienen. Dit moest dus door de onevenredige stijging van het geldinkomen van de bevolking, dat niet door een toenemend aanbod van ge- en verbruiks artikelen in evenwicht kon worden gehoudep prijsstijging, of wel waardevermindering van het geld betcekenen. De bevolking kon haar roebels uiet meer volgens de prijzen van 1926/27'.' blijven uitgeven en als de staat daar verder niets aan gedaan had, zou dat een ontzaglijk inflatieproces zij u gaan beteekenen en op den duur de ineen storting van het heele plan gebouw. Het werk van den Staat DE staat heeft echter wat anders gedaan. Hij is de genationaliseerde woningruimte volgens di oude prijzen blyven verhuren, bleef er de tarieven voor de openbare middelen van verkeer en dr belastingen in vaststellen en ook de prijzen vais een aantal voor een minimu.n-levensonderhoud onontbeerlijke levensmiddelen, die dan tegelijk op rantsoen werden gesteld. Allerlei kleine afwij kingen, bijv. een verhooging van de spoorweg tarieven, met het klaarblijkelijke doel, om dr spoorwegen ten gunste van het goederenverkeei van een gedeelte van hét passagiersverkeer te ont lasten, laten we hier buiten rekening. En wat nu de rest van de ge- en verbruiksmiddelen betref t. heeft de staat, alsof het den aanleg van een eler trische waterkrachtcentrale gold, het niveauver schil tusschen vraag en aanbod door een variati in de distributie, waarop ook de prijs van in vloei! is, nog weten aan te wenden als een kracht ten gunste van het plan. Met een enkele aandui ding blyve volstaan. Er is als het ware een gecom bineerd kracht- en sluizenstelsel ontworpen, doov de verschillende categorieën van coöperaties, doen de z.g. commercieele winkels, door den Torgsinhandel, die alle een verschillende prijsregelin: hebben. In de eene, de coöperaties, schept men dooi' planmatige bepaling de hoeveelheden goederen, die voor bepaalde groepen der bevolking ter be schikking gesteld worden en baat aldus het tekort aan deze goederen uit, om het niveauverschil tusschen vraag en aanbod zoo te regelen, dat dmenschelijke arbeid stroomt naar de plaatsen. waar men hem het meest behoeft, de beroepen en industrieën, die voor de ontwikkeling van d<; sowjethuishouding het meest beslissend zijn. Daarbij speelt het geld nog een ondergeschikte ro'.. Iets anders wordt het in de commercieele winkel;-. waar juist naar een zekere niveau verevening van vraag en aanbod gestreefd wordt, maar ook hier niet volgens elementaire wetten, maar volgens d ? verhoudingen, welke n macht, de staat, di?> zoowel de koopkracht als de prijzen regelt, wede:overeenkomstig zijn algemeeue plan bepaalt; d" sowjet- of kolchozmarkt, waarop de prijzen ge heel vry" bepaald worden, werkt eigenlijk precies eender, behalve dan dat hier weer door een kunstkgeconstrueerde vrijheid" het aanbod geprikkeld wordt, dat immers uit de voorraden, welke te'1 vrije beschikking van de boeren gebleven is. komen moet. Déwerkelijke waarde MAAK nu zijn waarde ? Uit al het geschreven*! valt wel op te merken, dat de goederenprij< daarvoor geen juisten maatstaf biedt. Als evenings»' punt, tusschen vraag en aanbod, zou men haai, heel in het vage, kunnen aanwijzen tusschen dez<; twee beweringen in: dat een sowjetburger met ecu gemiddeld inkomen ongeveer vier maal zooveel geld noodig zou hebben, als de heele sowjetdistributie op het spoor van bet commercieele handels verkeer geleid werd en dat, als men de prijzen van een reeks artikelen in het vrije verkeer ver* gelijkt met de wereldhandelsprijzen, men tot een gemiddelde waarde van den roebel van vijf of zes (Am.) centen komt. Daarbuiten valt dan aan den eenen kant de planroebel, die zich aan de prijzen van 1926/27 houdt, en aan den anderen kant do roebel, waarmede voor enkele zéi'r schaarsche dingen wordt betaald, /.ooals bijv. een goed horloge of een fotografietoestel. In de distributie heeft de roebel ^ ongetwijfeld slechts een deel van zijn Belastingvraagstukken l ; BEGROOTINGSVARIA W. H. Meyburg Omzetbelasting IX do rede, die Minister Oud ter verdediging van zijn beleid in de Tweede Kamer heeft. gehouden 1), wordt nogmaals de indruk ver.sterkt, dat de weg naar een sluitende begrooting lang en moeilijk is. Het is als een tocht door de jungle. We gaan voorwaarts met het kapmes in de hand, twee passen vooruit, een pas achteruit. Maar de nevelen trekken op en dezen bewindsman ontbreekt het niet aan vertrouwen in den goeden afloop van den tocht. Het begrootingstekort over 1934 werd aanvankelijk geraamd op 30 millioen. Daar de tegenvallers ons in dit jaar niet zijn bespaard, moest deze ra ming worden herzien en geven de laatste bereke ningen een defecit van 92 millioen. Van dit ver schil is 25 millioen te wijten aan de teleurstellende cijfers der Omzetbelasting, die naar verwacht wordt inplaats van de geraamde 8lV3 millioen in 1934 slechts SO1^ millioen zal opbrengen; voor waar een slecht entree. Het blijft een open vraag, <»f dit tekort geheel moet worden toegeschreven aan factoren, die zich bij de invoering lieten gelden en dus de raming voor 1935, die opnieuw op Sl1/^ millioen werd vastgesteld, zal worden gehaald. In de ontvangsten der achter ons liggende maan den zit geen lijn. Alleen valt te constateeren, dat deze elke maand met wanhopige regelmaat ver beneden 1/12 van de begroote jaarlijksche ont vangsten blijft, waarbij de maand Maart fungeert als de uitzondering, die den regel bevestigt. De Alinister is hier al meer bescheiden in zijn wenschen en spreekt de verwachting uit, dat de opbrengst in 1935 70 millioen, of misschien nog wel wat meer zal bedragen, hoewel de raming 1934 eenige maanden geleden voor 1935 werd gehandhaafd. In ieder geval gaan we 1935 in met een ambtenarencorps, dat zich met de invoering van deze wet geleidelijk heeft vertrouwd gt maakt; op l Jan. 1934 lagen nog grodte voorraden goederen vrij van omzetbelasting bij de handelaren, welke nu reeds lang in het verkeer zijn opgenomen en zoo zouden we nog op eenige lichtpunten voor 1935 kunnen wijzen. Laten we voor onze staat sfinanciën hopen, dat deze belangrijke heffing niet te veel achterblijft en de oorspronkelijke opzet blykt niet al te hoog te zijn aangeslagen. Het geraamde tekort op de overige middelen van 10 millioen zou nog wel tot een gelukkige ontknooping kunnen leiden want met name de directe belastingen hebben zich in 1934 tot nog toe goed gehouden. Crisis Inkomstenbelasting D II-Crisis Inkomstenbelasting heef t geen. voorspoe dige geboorte. Liefde tot het beginsel om van hen, wien het in deze benarde tijden vóór den wind bleef gaan, een extra bijdrage te vorderen, leidde ertoe, dat een ontwerp van wet aan de Tweede Kamer werd aangeboden om deze crisiöwinstmakers te treffen. De gelukkigen, die in vergelijking met het belastingjaar 1931/1932 hun inkomen met minder dan 10 pCt. zagen dalen, zouden worden getroffen. Bij de voorstanders van een Crisis Inkomsten belasting onderscheid ik twee groepen. In de eerste plaats zij, die den nadruk leggen op de crisiswinst (als peüdant van de oorlogswinst), welke in enkele bedrijven inderdaad wordt gemaakt, afgescheiden van het verschil in koopkracht van den gulden. Het komt mij redelijk voor om van hen, wien deze crisiswinsten door een gril van de fortuin in den schoot worden geworpen, een noodoffer te vragen. Verder gaan zij, die sterk onder den indruk zijn 1) Rede van 13 Nov. 1934. nominale waarde; welke, is er/echter ook al weer van afhankelijk, langs welken weg een mensen voornamelijk ? in zijn levensonderhoud heeft te voorzien, zoodat een algemeen cijfer steeds meer een abstractie worden zou. Daarentegen kan men in het productieproces zonder bezwaar den roebel van 1920/27 aanvaarden; want de staat, die geld» gever, geldnemer en bemiddelaar tusschen beide tegelijkertijd is, heeft dezen als het controlemiddel op zijn boekhouding gekozen en als controlemiddel is hij even onveranderlijk als de meter of het kilo gram. van het gemis aan waardevastheid van ons ruil middel en er een «nbillijkheid in zien, dat degene, wiens geldinkomen gelijk is gebleven (die thans evenveel zware guldens" ontvangt als vroeger lichte"), in verhouding evenveel belasting betaalt als degene, wiens geldinkomun evenveel of meer gedaald is, dan de koopkracht van den gulden is gestegen. Het is deze laatste gedachtegang, dien men in het ontwerp terugvindt, waar ook een extrabijdrage wordt geëischt van hem, wiens inkomen niet of nagenoeg niet is gedaald. En hierdoor zou deze last ook worden gelegd op dat deel der jongere generatie, dat zich gelukkig mocht prijzen door een stijging van inkomen of daling van levensstan daard bij gelijk gebleven inkomen de stijgende gezinsuitgaven op te vangen. De vrees was niet denkbeeldig, dat de technische onvolmaaktheden der wet op de Ink. Bel. bij de vergelijking van het inkomen over twee belastingjaren tot onzuivere uitkomsten zouden leiden. Het is verblijdend t hooren, dat de aangevoerde bezwaren indruk op dezen bewindsman hebben gemaakt: Moet aan alle bezwaren worden tegemoet gekomen, waarvan spreker de gegrondheid erkent, dan vreest spr., dat de kosten van uitvoering en van controle veel te hoog worden in verhouding tot de opbrengst". Bezwarende kosten EFFICIENCY toch gebiedt naast de geraamde bruto ? opbrengst der belasting ook de kosten van uitvoering wel degelijk te laten gelden. Een wet, die een groot aantal ambtenaren noodig maakt om een betrekkelijk geringe opbrengst aan 4* staatsontvangsten toe te voegen, is een onding. Deze idee verdient, gezien onze gecompliceerde belastingwetgeving, nog op ruimer gebied over denking dan alleen als bezwaar, aan de invoering van de crisisinkomstenbelasting verbonden. Het is aardig, daarbij de twee nieuwe heffingen, die in 1934 werden' ingevoerd, naast elkaar te stellen nl. de Couponbelasting en de heffing van Instel lingen in de Doode Hand. Uit de bepalingen van de Couponbelasting blijkt de eenvoudige uitvoering (zegels plakken door belanghebbende en controle van «on zeur eenvoudige aangifte). Ki-n dergelijke wet zal, wannoor eenmaal d« mot'ilijkheden bij de invoering zijn overwonnen, met een minimum aan personeel, en dus aan kosten, toch goed kunnen worden uitgevoerd. De raming voor 1934 bedraagt U,4 millioen. Daartegenover staat de Doode l landbelasting met een nuttig effect van 3 millioen. Maar hierbij zullen jaarlijks veelal ingewikkelde vermogensopstellingen worden gecontroleerd, waar aan de belastingadministratie haar toch al zoo verdeelde aandacht zal moeten wijden. De Minister heeft dan ook duidelijk doen blijken, dat met crisisinkomstenbelasting voorloopig geen haast wordt gemaakt. En wanneer we temidden der voortwoekerende crisis hooren, dat crisisinkomstenbelasting tengevolge van de practische bezwaren niet als urgent wordt beschouwd, is de conclusie niet te gewaagd, dat dit ontwerp wel in het mausoleum zal worden bijgezet. In dit' verband zij er op gewezen, dat de vraag meermalen is gerezen, of bepaalde bedrijfscategoriëen groot profijt van de crisis trekken. Er is een periode geweest, waarin de sterke daling van de groothandelsprijzen slechts langzaam door werkte op de kleinhandelsprijzen. Dit kan voor zeer bepaalde categorieën van neringdoenden een goede tijd zijn geweest. Verder zullen contingenteeringsbesluiten bij veel nadeel ook aan bepaalde groepen, die zich meer op de binnenlandsche markt oriënteerden, een voordeel in den schoot hebben geworpen. Voorts noemen we de industrie die by de uitvoering der crisiswetgeving is betrokken. Men moet echter niet vergeten, dat men, vóór van een conjunetuurverschijnsel kan worden gesproken, hetwelk belastingheffing wenschelijk, ja noodig maakt, zooals dat in 1914/1918 het geval was, niet kau volstaan met enkele gevallen, die de spraakmakende gemeente wét. En uit de gepu bliceerde jaarverslagen krijgt men wel den indruk, dat bij enkele groepen een verhoogde winstmarge kan worden geconstateerd, doch dat daartegenover veelal de daling van de omzetten dit voordeel weer rijkelijk opheft. Op de helling HET onticeip ran icet op de besloten Saamlooze Vennootschappen maakt volgens de herhaalde mededeel ing des Ministers een punt van onder zoek uit. Wanneer het scheepje gebreeuwd en geteerd de 'helling verlaat om opnieuw de fel bewogen golven van de zee der critiek te trotseeren, zal er gelegenheid worden geboden, de door den bouwer aangebrachte verbeteringen te bezichtigen. Laten we nu deze heerlijke rust om dit meest omstreden ontwerp niet verstoren. Het versche kadetje of de wonderen der techniek Teekening voor de Groene door W. v. d. Elzen l , 'il Het kadetje tot Minister Slotemaker de Bruine: Hoera, hoera, daar ben ik, pa!' ::i "WK" PAG. fr DE GROENE Ne. 2999 PAG. 7 DE GROENE Ne. 2999

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl