De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 november pagina 6

24 november 1934 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

Boeken Bedorven bloed ALBERT HELMAN Gerard Walschap Gerard Walschap: Celibaat I) LANliZAMEHIIAND begint zich af te toekenen, wat eigenlijk hut hoofdmotief is in al do romans van Walschap. on wat maakt dat zu ondanks hun uiterlijke verscheiden heid toch zooveel innerlijke gelijkenis vertoonen. Het is het determinisme van do afstamming, de onontkoom bare kracht die een ontwikkelings reeks dwingt zich voort te zetten tot zy haar eindpunt bereikt heeft, tot aan haar absolute voltooiing, liet is, als men wil, een eugenetisch probleem, on zeer verwant aan dat hetwelk onder vele andere meesters ook Zula stelde: Kan er sprake zijn van een persoon lijke wilsvrijheid, wanneer de psychi sche structuur zoo gosd als de somati sche door erfelijkheid bepaald wordt, en dermate vastgelegd is, dat de om standigheden haar niet meer kunnen beïnvloeden, maar het integendeel de psyche is, welke waarde en werking van de omstandigheden bepaalt? Het is de aloude kwestie van de tnatc van onze wilsvrijheid, en deze kwestie werd door Walschap niet eens nieuw geformuleerd. 'Misschien is dit juist zijn kracht, dat hij het probleem met alle primitiviteit, in heel zijn antieke ensceneering stelt. Tenslotte maakt het geen verschil of men het over Parcen, Xornen of een Ohristengod heeft j of men Mektoub" zegt, of lieer, uw wil geschiede". Telkens weer is het een bekentenis van 's menschen onmacht, van zijn geloof in een kracht die niet te koeren is, waaraan wij machteloos zijn overgeleverd, «n waarmee de laffen, de diplomaten en de kooplieden Jiet liefst zouden pactoeren indien dat mogelijk ware. Soms beelden ze zich dit laatste in, trachten ze een geheele samenleving tot zulk een tragie-comedio te forceeren, het geen dan een walgelijke vertooning vormt. E(o personages van Walschap doen dit gelukkig niet ; zelfs de zwakkelingen onder hen hebben een zekere norsche eigengereidheid die ze sym pathiek nmaakt. Zo gaan grimmig hun voorgeschreven weg, in het volle bewustzijn dat per slot niet 'zij 'de ver antwoording dragen van het onver kwikkelijke feit dat alles is zooals het is. Ze zijn allen, zelfs de kerkschon onder hen, in de uiterste en beste zin goddeloos. ZQ zijn in hun ontzaglijke eenvoudigheid, in hun bloed-gebondenheid welke geen transigeeren kent, de regelrechte tegenvoeters van Dostojëfski's romanfiguren, die trotsch overeind staan van vrije wil en geloof in de mogelijkheid te pacteeren met hun godheid: Xijgh en v. Ditmar . N.V. 1034. CJeeii wonder dan ook, dat Wal schap steeds minder pcrsona grata is bij degenen voor wie hij zijn boeken mogelijk toch in de eerste plaats be doeld heeft. Zij die mot transcenden tale illusies leven, voelen instinct matig waar govaar schuilt voor hun zelfverzekerdheid. Ik ken geen zeld zamer menschensoort dan dat het welk zich zonder kompas en zonder ster op de wyde oceaan der ervaringen durft avonturen, wetend dat de onderstroomingen ons tóch voeren waar heen ze willen.... Doellooze avonturiers ON DE R dezulken is ook geen zooge naamde heldhaftigheid moer mo gelijk. Zij zijn allen even groote helden, of liever: oven doellooze avonturiers. Zij zijn menschen bij wie geen enkele vezel verhoornd of afgestorven is. Maar de een heeft nog krachtig, vitaal bloed, hij kan het leven aan, en zijn kinderen kunnen van alles tot stand brengen; bij de ander echter, is het bloed reeds verschaald en bedorven, het vermag niet meer buiten het . lichaam te treden en in andere cellen nieuw leven te verwekken; Wat er is, leeft compleet, gaaf in zijn soort, maar als een eindproduct naar zijn con sumptie, zijn uiteindelijke vernieti ging toe. Walschap geeft steeds de voorkeur aan romanfiguren die min of meer bohept zijn met bedorven bloed. Dit geeft ue sombere, hopoloozo onder toon aan zijn boeken. Hij zou, om eenzijdigheid-on valschheid van voor stelling to vermijden, een fel contrast moeten stellen tusschen de determi natie door de ziekte,1 en die door de gezondheid van het geërfde zielscom plex. Want het leven streeft evenzeer naar haar bestendiging als naar haar vernietiging; juist in deze dubbelwaardigheid ligt alle tragiek besloten. Bij Walschap echter is de ondergang van zijn figuren vooralsnog meer som ber dan tragisch, meer luguber dan ontzetting-brengend". Ziet men naar de vorm, dan valt niets dan goeds te zeggen van ,,Celi baat". Het is sterker, procieser on nog gedrongener dan Walschap's vorige werk. Hot bezit ook niet meer die ideologische weifelingen die mij meer malen bij hem stoorden. Do kracht van deze roman is zijn on-willekeurigheid; hij loopt af met de wetmatigheid van een machine. Het is ingenieurswerk en geen aesthetorij, behalve op oen heel enkele plaats waar de auteur de bekoring van het zuiver poëtische niet heeft willen weerstaan; bij de be schrijving van het leven en de dood van den ouden dorpspastoor. Maar zelfs dat zal hem de verloren bewon deraars niet doen terugwinnen. Celibaat" stel ik ook hoogor dan Walschap's andere boeken, omdat naar het slot toe, de hoofdpersoon daaruit opeens veel grootere propor ties dan de gewone krijgt. De opzweepende gebeurtenissen van de wereld oorlog doen het tempo van zijn groei vortiendu bbelen; met razende snel heid ijlt hij zijn einde tegemoet, en deze noodwendige verhaasting geeft de laatste episode van het boek een zeer groote spanning. Walschap is een der weinige Nederlandsche schrijvers naar wiens verdere ontwikkeling men nieuwsgierig is, omdat er zeer weinig van vooruit te zeggen valt. Voorioopig draait hij, hoe virtuoos dan ook, in een betrekkelijk kleine kring rond. Maar ziet hij kans daaruit los te breken, dan zal hij spoedig genoeg een der belangrijkste roman ciers van deze generatie kunnen zijn. NEDERLAAG TEGEN DEN DOOD H. Marsman: Porta Nigra. De Gemeenschap. HOEWEL het groote beschrij vende gedicht Breeroo, dat de eerste af deel in g vormt van den bundel Porta Nigra, en de deelen Terugtocht en Hemelsblauw getiteld, betrekkelijk veel variatie in de mo tieven bieden, valt het niet te ont kennen, dat Marsman's laatste poëzie zich hoofdzakelijk concentreert om het eeuwig raadsel van den dood. Reeds in het vroeger verschenen Witte Vrouwen (1930) was de dood het vraagstuk dat hem rusteloos vervolgde, dat den dichter hanteerde, doch het aspect van den dood blijkt bij vergelijking der beide boeken sinds dien totaal veranderd. De ontwikke ling van Marsman's visie op liefde, leven en dood en de vei-schillende wijzen, waarop hij zich achtereen volgens tegenover deze verschijn selen, die de afmeting van een onont koombaar, soms dwingend, verterend, dreigend fatum aannemen, heeft ge steld, laat zich het eenvoudigst demonstreeren aan de vergelijking van de gedichten Afscheid uit Paradise Hegained en uit Porta Nigra. Beide het leven, evenzeer verlangt. In de afdeeliiig van den bundel, die denzelfden titel draagt als het boek, vindt hij een directer contact met den dood, wordt het leven ervaren als een verband waaraan de dood een onherroepelijk einde bereidt. Ver langen naar en afschuw voor dit einde, dat afscheid beteekent van veel dat ons lief is, het leven zelf in de eerste plaats, wisselen elkander af. Al impliceert gehechtheid aan het leven nog geen levensliefde, in den zin van optimisme en levensbereidheid, de dood rukt uiteen wat als levende eenheid gegroeid waa en zonder pijn niet kan worden ver nietigd, terwijl vroeger de dood ver zoening en opheffing van de begren zing bracht. Deze twee opvattingen markeeren zich het sterkst in de tegen stelling tusschen het begin van het gedicht De Overtocht H uit Paradise Regained en het eind van Maan nacht uit Porta Nigra. de dood heeft mij samehgelegd ? met het teedere witte kind.... en: Zoo liggen wij naast elkaar als tweelingen, sluimrende kindren zullen wij elkaar niet meer vinden dan zij mij dood ??? of ik haar? In Porta Nigra nemen Wiüiam Blake's Gates of Paradise (uit het motto voor De Overtocht II) de gedaante aan van déZwarte Poort, den weinig uitnoodigenden toegang tot het land van. den dood, die ons meer bedreigt dan dat hij hemelsche heerlijkheid belooft; al wenkt ook het Nieuw Jeruzalem, de vrees voor het afscheid en de aarzeling, die de angst voor den tocht begeleidt, wegen zwaarder. Als een zwarte engel keert de dood in deze verzen terug, maar nu ..zonder blinkende rusting of zwaard, PAG. 10 DE GROENE No. 2999 H. Marsman zyn prachtige en overtuigende specimina van zijn poëtisch vermogen, van zijn onweerstaanbaar romantische natuur tevens; heb eerste formuleert streng de noodlottige gescheidenheid van man en vrouw, voortkomend uit beider onvereenigbaren aard, die hun bewuster wordt naarmate zij elkaar dieper bereiken en inniger verstaan; het tweede zingt helder en meesleepend van hot afscheid van twee gelieven, als gevolg van den dwingend verleidenden lokroep des doods. Marsman heeft den dood in ver schillende gestalten leoren kennen. Het Woord gestalte"' drukt, strikt genomen, het wezen van den dood, zooals hij hem heeft ervaren, niet juist uit. Plastiek, exacte verbeelding en het scheppen van een zichtbare contour zijn nooit Marsman's treffend ste kwaliteiten geweest; zijn. diepe toon, de doordringende formuleei-mg van zielsstaten en de onweerstaan bare kracht van zijn rhythme vooral gaven altijd aan zijn werk het karak ter van sublieme poëzie. Zoo verscheen hem de dood eerst als een paradijs, een hemelsche belofte; daarna als aardsch verschijnsel, noodwendig ge volg onzer sterfelijkheid, en als toe stand van het ontzielde lichaam; ten slotte, in Porta Nigra, als macht, als bedreiging met een staat, waarvoor men in het leven bevreesd is en waar naar men, uit verbittering tegen CHARI MAAR WANNEER ÓÓK ? ,.De leiding der N. S. B. heef t niets. maar dan ook volstrekt niets gedaan, dat dezen maatregel zou rechtvaar digen." (Mussert) ,,De schrijver heeft niets, m.d.o. te vertellen." (N.R.C.) Van die hooge verwachtingen is niets, m.d.o.n. terecht gekomen." (N. Haarl. C.) ..Bij die vluchten mag niets, m.d.o. letterlijk n. aan het toeval overgelaten worden." (O.H.C.) ,.Als roman heeft dit boek niets, m.d.o.n. te zeggen." (N.R.C.) PLAUDERSTÜBCHEN Verdekt opgestelde infanterie gaat voor." (Gr.) Twente, waak op t" (Ing, H. P.) Hoezee! Komt begeesterd te zamen." (Ons Toon.) De zekeringen van het electrisch licht waren losgedraaid." (N.R.C.) Zij verlief t zich hartstochtelijk in Alcxander Stavinsky." (H.D.) ? Het werk is uitzichtloozer ge worden." (N.R.C.) NAASTING Daartegen beschermt hem naast uitwendig het Wetboek, innerlijk hun maatschappelijke traditie." (Hand. Ned. Jur. Vér.) Naast uw liefde voor waarheid en schoonheid brandt gij van liefde voor al wat Hollandsen is." , (Min. v. O. Versl. N.R.C.) Naast deze waarde eener groote bijeenkomst, zijn er vraagstukken, die zoo n iet op te lossen zij n." (Ons Toon.) zwart en stil aan het eind van de laan"; hij stelt zijn verontrustende vragen en verdwijnt, als de onwil om hem te volgen blijkt, de heugenis achterlatend aan zijn lied, dat rond blijft waren als het lied van een vogel, die fluit uit een wolk". Tot eindelijk de lokstem van het Nieuw Jeruzalem het verzet verlamt en het afscheid zich moet voltrekken. Ofschoon Porta Nigra enkele gedich ten bevat, dio geheel staan op het hooge peil van zijn vroegere bundels (.Slapende Vrouw; liegen: en het moedige, overtuigende gedicht Aan Anton van Duinkerken), toch draagt* Marsman's laatste wevk niot moor de signatuur van zijn oorspronkelijke kracht; het rhythme mist te vaak zijn -klemmenden. dwang, de ver betenheid heeft herhaaldelijk plaat» gemaakt voor een soms sloopende berusting of de erkenning van do onmacht om het leven te aanvaarden ot' den dood te kiezen, ilet zich ver lengend rhythme legt van deze on zekerheid onmiskenbaar getuigenis af. De verbitterde felheid van enkele korte gedichten en de Volle roman tische toon. van een paar strofen in grootere verzen heft het bedenkelijke hiervan niet op. Trots en verwoedheid, en een moed als men zelden bezat, zij verdwijnen in een onstilbaar ver langen a Is de scliaduw des doods wast.... Zoo is het. D. A. M. BIXNENÜIJK VARIA ,,De Prinses, die een grijze bonten mantel en een, zwarte muts met dito veer droeg, zag er opgewekt uit." (N.R.C.) Dus niet zoo sjagrijnerig als ge wone bruidsmeisjes. ,,Do yqu want leurn English? Read than this. Wilt u ngelsch leeren, stapt u dan naar Mr. Smit aan de Houtstraat; geeft u zonder aarze len op. Do it now. Only than is it good." (De Zandv.) As is'so must go, tjxan but lovelier not. Primo kon nog vrijwel geen woord ngelsch." (Hbl.) Maar, dacht hij, ik ken het leeren. CORRESPONDENTIE D. te S. Dezer dagen lazen, wij J n ,,De Telegraaf" herhaaldelijk van Duitsche voistinncn en vorsten, die overgekomen waren. Nu treffen we in dat blad weer een foto aan van Prinses . Juliana in gezelschap van den ,,vorst" en vorstin" zu Bentheim und Ste'infurt. Kan .ik het bericht over het hoofd hebben gezien, dat in Duitschland de republiek is opgeheven, dus dat daar weer vorsten regeeren ? Of moet ik aannemen dat de redactie van een groot blad niet weet, dat een Duitsche Fürst" bij ons prins" heet? 'Antw. Ik denk, dat de Telo -raaf Propaganda bedoelt. T tekening van Charles E/k uit: Albcrt Kuyle, Tusschen Keulen en Parijs" KORTE RECENSIES Albert Kuyle, Tusschen Keulen en Parijs. W. L. en J. Brusse N.V. Rotterdam, I934. , ligt de weg naar Home, en al die dien weg wil volgen, moet de manieren verstaan van den vromen wandelaar", (blz. ló). j'Su dit houdt heel wat meer in dan u of ik, die nu, vele jaren van verlangen Rome mochten bereiken, wel beseffen. Kuyle beseft het. als hij zegt: ,.lk geloof niet. dat voor ons nog het Volledig geluk vari de pelgrimage is weggelegd. Dat is een privilege ge worden voor de eenvoudige n van harte, i»n misschien, voor hen die onder het denkend hoofd een branderder hait dragen dan het onze". Dit boek. dat de schrijver bescheiden aan kondigt als: ..vluchtige notities uit een te veel beschreven land", is een verrukkelijk boek geworden ! Een boek vol geestdrift, vol intelligentie en ironie: een uiterst gevoelig boek, dat veel te denken geeft over heden' en verleden, en dat in de/en tijd van negoties dubbel weldoend is, omdat het hot boek is van een vroom mensch. De talrijke voortreffelijke illustraties van Charles Kyck sluiten zich bijzonder goed bij den tekst aan W. v. K Elsa Kaiser. Laat mij niet alleen. Veen's Uitg. Mij. N.V. Amsterdam (1934). HET zou niet noodig zijn veel woorden aan dit boekje te ver spillen, als niet aan vorig werk van deze schrijfster hier en daar een vrij gunstige bespreking te beurt was ge vallen. Ofschoon dit laatste boekje misschien iets minder flagrant slecht is, is het toch zoo hopeloos banaal, zoo vol psychologische fouten, grove onmogelijkheden en valsch sentiment, dat het telkens uiterst lachwekkend aandoet. "NV. v. E. RECTIFICATIE ONDER het opschrift Gênante Bewondering" in de Groene van 17 November becritiseert do heer Heiman o.a. een monografie Willem Kloos en de Dichtkunst"; volgens genoemden criticus zou dit werk ge schreven zijn onder den kennelijken schuilnaam Khouw Bian Tic." Hier is geen sprake van een ,.kenne lijken schuilnaam." Khouw Bian Tic is de naam van een begaafd Chineesch student, die voor eenige jaren aan de Nederlandsche Handels Hoogeschool te Rotterdam studeerde. De bccritiseerde monografie werd door dezen Oosterling (tusschen aanhalingsteekcns volgens den heer Helman) tijdens zijn doctorale, studie in de handelswetenschap geschreven. De heer Khouw Bian Tic woont thans te Semarang. L. DE KLEIN-SLTJITEIIS. Ad-m'* N.H.II.S. VRAAGT VOOR UvV WON l NGINRICHTING ADVIES EN CATALOGUS AAN L.OV. TE OOSTERBEEK _QF HAAR FILIALEN meubelen FA F. SINEMUS Leidschestraat 2O-22 A M S T E R D A M-C. UITGEBR. COLLECTIE ULSTERS VANAF Fl. ^57.50 Onzen Indischen Abonné's wordt verzocht het abonnementsgeld 1935 (zeepost f 10.-?; per mail f 13.50) tijdig te voldoen, zccdat wij VOOR 1 FEBRUARI 1935 in het bezit daarvan zijn. Na dien datum wordt anders over het bedrag gedisponeerd, verhoogd met f l.~ incassokosten. DE ADMINISTRATIE Wee/schen van het goede het beste... daarom gebrui ken we .altijd de practische en uitmuntende MAGGI5 BOUILLON NEDERLANDSCH PRODUCT IN KWALITEIT AAN DE SPITS Een ding is zeker Uw Haar " heeft behoeffe A aan Silvikrin Stopt den haaruitval, doet het haar groeien en ver wijdert de roos. Tegen kale plekken en kaamoofdigheid. Maakt de hoofdhuid sterk, gezond en vitaal. Zet een flesch op Uw waschlaf el Tjerko Gashaarden Nederlandsch Fabrikaat De voordeelige warmte b ro'n! Prijscourant op aanvrage G. J. de Koning & Zn. i . ? , . ' ' Keizersgracht 447 - Amsterdam C. Tel. 32457 - Opgericht l 739 r AG. II DE GROENE No. 2999 ?r t J '< t .; ii. i\ f i» ?i f» .IS' f K 'i \ i" V ?'><

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl