Historisch Archief 1877-1940
Muziek
Tooneel
l
t
) .
RICHARD STRAUSSFEEST Vastgeloopen en
Constant van Wessem
HENRIK
RICHAUO STKAUSS werd 11 Juni zeventig
jaar. In verband niet hei voorbije seizoen
en 's meesters afwezigheid is ile herdenking
van dit feit naar het najaar verschoven en danr
om begint de huldiging ten on/ent 7.00 laat. De
pièce de résistanee zal de opvoering van de nieuwe
opera van Strauss, ArabelUi", door de
Wagnervereeniging vormen.
De figuur en de beteekcnis van Hichard .Strauss
voor ons muziekleven en voor de muziek is in deze
kolommen reeds vaker besproken, het laatst nog
in Juni, bij gelegenheid van zijn. TOsten verjaardag.
Er is toen op gewezen, dat Strauss tot die compo
nisten behoort, die reeds over hun hoogtepunt
heen zijn. die zich in. hun latere werken slechts,
meestal /.wakker, herhalen. Zijn orkestwerken wer
den met Ein Heldenleben" glorieus afgesloten;
na zijn Rosenkavalier" componeerde Htrauss geen
opera meer, die repertoire kon houden en van die
latere werken bleef alleen de suitenurziek uit de
Burger als Edelmaim" nog een bij het publiek
geliefd werk. Natuurlijk zijn wij benieuwd naar
zijn nieuwe opera Arabclla"; wij hopen, dat
Strauss ons toch nog voor verrassingen zal plaatsen.
De Strauss-feesten vingen aan met een orkest
concert in het Concertgebouw, onder leiding van
Dr. Willem Mengelberg, die met dit concert tevens
het eerste van zijn seizoen dirigeerde, nadat Bruno
Walter met een eclatant Weensch programma",
een bij het publiek geliefd nummer" blijkbaar.
want wij kregen het al vaker, voorloop! g af scheid
van ons had genomen.
Dit eerste concert, waarop ..Tod und Verklarung".
de Burleske voor piano en orkest en ,,Ein Helden
leben" werden uitgevoerd, was in zekeren zin ook
een herdenking van een glansperiode der muziek,
toen Mengelberg zelf met al zijn kracht en a l zijn
overtuiging pionier stond voor deze werken, waar
mee wij in onze jeugd als lu t ware zijn opgevoed.
Er was ook een herdenking van' een geestdrift, die
in illusies verliep, want er veiauderde sinds dien
veel, ook in de muziek. Dat het verleden nogmaals
een avond lang werkelijkheid voor ons kon worden,
wij danken het in de eerste plaats aan de geestdrift
en hi't on verzwakt geloof van den dirigent Mengel
berg zelf in deze muziek, waardoor het mogelijk
was over wat ons, critisch beschoxrvvd, 'vaak van
een pompeuse leegheid en van louter orkestraal
raffinement toelijkt, heen te hooren en. mee
gesleept door de overtuiging van den voordrager,
open te staan voor veel gemaals, dat het werk
van Richard Strauss ondanks alles toch heeft.
De pianopartij van de Burleske, een van Strauss'
vroegere werken, met hier en daar merkwaardige
aanloopen tot wat in ,,Eulenspiegel" en de
..Koscnkavalier" verder en rijper uitgewerkt werd,
speelde de Amerikaan Einest Schelling en het
was in zekeren zin te betreuren, dat deze piano
partij was toevertrouwd aan een voordrager, die
er de sentimenten voor mist: ondanks het knappe
spel van den pianist klonk het alles wat koel,
wat stug, het miste het Weensch-vleieude en
overmoedig-speelsche, dat deze muziek bij de
voordracht niet ontberen kan.
PASSIESPELEN
Met 't voortschrijden van den tijd vermeerdert
de intensieve activiteit van het bestuur der stich
ting Passiespelen. Ieder ziet met groot verlangen
uit naar den tijd, dat het spel der Goddelijke
passie, hetwelk niet alleen een belangrijke gebeur
tenis voor Tegelen, maar voor geheel Nederland
zal zijn, gaat beginnen.
Willem Mengelberg voor zijn orkest
Shaw's On the Rocks"
bij het Rott. H ofs t ad toe nee l
ZOO min als men hot Don Carlos mocht
euvel duiden, dat hij met drie-en-twintig
jaar nog niets voor de eeuwigheid had ge
daan, zoo min kan men van Shaw eischen, dat hij
met bijna acht kruisjes als tegenhanger van zijn
baard op zijn rug, nog alsmaar" iets voor de
eeuwigheid doet. Maar al begon het verval een
verval, dat overigens meer de dramatische
conceptio dan de brains" daarachter betrof met een
verwant stuk als The Applecart", dan ontneemt
dat zijn laatste Work nog geenszins zijn bijtende,
actueele Waarde. Shaw blijft Shaw tenslotte en
you nevor can be shaw, zei Chesterton al. Een
brillant polomist is hij altijd gebleven en hij weet
zijn vragen zoo suggestief te stellen, dat men zich
om het antwoord niet bekommert. Men voelt
alleen, dat het de vraag van een geboren debater
is, waarop men eigenlijk zou moeten weten te ant
woorden, en aan dat intellectueele gezelschapsspel
ontleenen de laatste, zuiver politieke Shaw's hun
boeiend interesse. Zij blijven geschreven in den
stijl der hoofdartikelen, maar drie sterren gaan
hun vooraf en om die drie sterren kijkt de heele
wereld op. Dat de democratie vastgeloopen is, is
op zichzelf nauwelijks meer een berichtje waard.
Maar als Shaw in de vlijmscherpe caricatuur van
een liberalen eersten minister ons den wind van
voren geeft, dan luistert men en vergeet dat het
tooneel is (Wat het dan ook eigenlijk niet is). Wan
neer hij daarna zoo'n beetje in de brij van het
fascisme roert, dan is dat' geen antwoord, maar
hoogstens een versterking van de (rhetorische)
vraag. Shaw flirt met den dictator zooals hij succes
sievelijk met alle staats-ideeën geflirt heeft. En
tenslotte is het minder belangrijk of ShaW als
fascist sterft dan dat hij als socialist geboren is.
Want daaraan ontleent zelfs zijn laatste stuk zijn
waarde. Al wijst hij geen remedie, hij verheldert
niettemin den achtergrond, en die komt uit een
diepe en constante kennis van wat des levens is.
Al schreef hij tenslotte geen stuk (want er werd
twee bedrijven vergaderd en het had zonder be
zwaar korter gekund), hij schiep althans figuren
met een fond. Voor de rest moge men dan
desgewenscht zijn werk veroordeelen met een kleine
variant op het bekende contract uit het internatio
nale zeerecht, dat de hulp ,aan vastgeloopen sche
pen behandelt: no cure no play.
Behalve den spot, dien hij aan den armen ver
politiekten eersten minister spendeerde, zijn er
twee figuren, die hij met zeer bizonderéliefde be
handeld heeft: do oude, oerwrjzo en door niets in
de war te brengen revolutionnair Hipney en de
brillant geziene oude aristocraat, de Hertog van
Domesday. Zij Werden dan ook uitzonderlijke
episoden, de ,,oude Hipney" is zelfs een figuur.
die om zijn zeer bizondero actualiteit het stuk lang
zal overleven, de hertog daarentegen stamt meer
uit de litteratuur. Uit den mond van den ouden
Hipney vielen de belangrijkste Woorden van het
stuk, dat bij de arbeidersklasse de angst voor den
dictator geen opgeld meer doet, omdat *men ten
slotte beseft dat het boter is n dictator te hebben.
<iie zich tegenover het wereldgeweten heeft te ver
antwoorden dan honderd kleine op den hoek van
elke straat. En door den ouden hertog boven den
premier te plaatsen speelde Shaw zijn beste troef
uit: boven den, vastgeloopen man de man-die
heelemaal niet meer loopen kan, nooit heeft willen en
nooit heeft kunnen loopen. Maar het moge iets
zeggen, dat deze beide meesterlijke aanwinsten der
dramatische litteratuur.... kraak-oudo heeren
zijn, zoo maar voorbeelden naast de deur ge teekend.
Wanneer Shaw de jeugd ten tooneele voert (en ay,
dat valt hier zoo'n half dozijn keeren ruw uit de
handeling), dan is er Wel heel erg een ShaW Sr. aan
het woord. Maar eigenlijk is het een tweede vraag
of Shaw in al zijn werk ooit echt, eerlijk en
rondweg jong geweest is, zijn late verliefdheid op de
Heilige Johanna uitgezonderd?
De voorstelling was in vele opzichten voortref
felijk, met Verbeek als een licht en toch natuurlijk
gehouden premier (niet meer jeune), Anton Roe
mer onvergetelijk als de oude Hipney, Theo
Frenkel virtuoos als de Hertog. Verder mooie rollen
van Fie Carelsen (wat een pracht van een tooneel*
truc speelt Shaw hier uit met zijn dame in 't grijs"!)
van Piet Bron, van Johan Elsensohn, van Paul
vlot gepraat
SCHOLTE
Steenbergen. Over vrijwel do geheole linie was de
oudere garde ook hier belangrijk beter dan do
jonge. De intelligente regie was een succes voor
Bets llanucci-Bcckman, hot rijke decor voor Karel
Brückman. En mevrouw Theo Mann-Bouwmecster,
*lio nog den tijd gekend heeft, dat er geen Shaw en
zelfs maar nauwelijks een parlementaire
regeeringsvorm was, kwam er voor naar den schouwburg en
klapte enthousiast l
Toegepaste Kunst
La Céramique" (deel l en II) par Jeanne
Giaomotti (Ed. d'A't. R. Ducher, Paris)
HET eerste deel behandelt de pottenbakkers
kunst der oudheid n.l. die van de
Musulsnaansche landen en van den Oriënt. Het is verlucht
met 97 afbeeldingen. In deel twee wordt de
Europeesche ceramiek besproken van de Middel
eeuwen tot aan de XVIIIe eeuw. Aan dit boekje
zijn 84 afbeeldingen toegevoegd terwijl, in beide
werkjes een viertal uitstekende reproducties in
kleuren zijn vervat, onder andere van een fraai
Delftsch bord door A. Pynacker beschilderd.
Waren tot nog toe de uitgaven op dit bijzonder ge
bied der toegepaste kunsten voor het meerendeel vrij
kostbaar en vielen deze daardoor buiten het bereik
van het groote publiek, bij deze aantrekkelijke
boekjes is daarvan geen sprake en de prijs in dan
ook zoo laag mogelijk gehouden (slechts 15 francs).
Zij voorzien in een ware behoefte vobr allen die
belangstellen in de pottenbakkerskunst. De
schrijf?ster bespreekt op zeer duidelijke en aangenaam
leesbare wijze de verschillende technieken uit het
verleden (in Egypte, Griekenland, Italiëen Ameri
ka), vervolgens wordt aan de fabrieken in Frankrijk
Italië, Duitschland en Holland aandacht gewijd,
terwijl.in een afzonderlijk hoofdstuk de werkplaat
sen te Bouaan, Marseille, Nevers, Straatsburg
enz. omschreven Worden aan de hand van wel
gekozen afbeeldingen, welke, alle voor zich, repre
sentatief mogen heeten.
Costumes des Provinces frangaises" par Charles
Brun (Ed. d'Art. B. Ducher, Paris)
HET eerstverschenen deel in de serie Costumes
des Provinces franfaises" is gewijd aan de
volksdrachten 'zooals deze gedragen Worden tot
beneden de Loire. Bij ongeveer honderd afbeeldin
gen, meest naar foto's, een enkele maal naar
gravures of schilderijen (van Gogh's
Arlusienne" schijnt de schrijver niet te kennen!),
wordt een bijzonder aantrekkelijk overzicht ge
geven van oude kleederdrachten in Frankrijk zoo*
als deze, eeuwen lang, de trots waren der boeren
en boerinnen, visschers en visschers vrouwen,
herders en herderinnen en, gelukkig, ook nu nog
niet geheel in onbruik zijn geraakt!
Een afzonderlijk hoofdstuk geeft de kleedij der
bevolking van Corsica weer zooals men nu nog in
de schilderachtige dorpen en soms ook in de steden
onder oogen krijgt.
Er is zeer veel lezenswaardigs'in dit aantrekkelijke
boekje, niet alleen voor folkloiisten, maat-ook voor
allen die oog hebben voor de bijzondere schoonheid
van menige volksdracht.
Het is jammer dat de aan het werkje toegevoegde
illustraties wat al te zeer verschillend van formaat
genomen zijn, waardoor een onrustige indeeling der
bladzijden Werd verkregen. Doch dit doet aan de
waarde van de uitgave als historisch document
niets af. O v. T.
Pcemieplaat Artiet Amicitiae
Voor het jaar 1034 zal door de Maatschappij
Arti et Amicitiae" als premieplaat aan hare leden
een kleurenlitho door Jan Sluyters worden uit
gereikt. De plaat is uit de reeks
kinderteekeningen van dezen voortreffólijken kunstenaar;
de uitvoering bewijst, dat Jan Sluyters ook als
lithograaf een eerste plaats inneemt.
Voor M O O IE L A M P E N in groote sorteering
, en NOOIT DUUR n adres
JASPERS, Ceintuurbaan 308
Er is maar n Jaspers op de Ceintuurbaan
Tooneeruit Berkeley Square", Rialto
VERWAARLOOSDE JEUGD
Bioscopy: L. J. Jordaan
PAG. 12 DE GROENE Ne. 2999
Frankie Darrow In Wellman's
Waar zijn onze kinderen ?" Royal
HET is niet die Amerikaanscho sociale"
films alevel een raar geval, waarvan wij.
Europeanen, wel nooit goed hoogte zullen
krijgen. Op gezette tijden laat men daarginds een
film los, die onze haren te berge doet rijzen van
wege de toestanden welke er in worden behandeld.
En hoe behandeld !.. . . met een scherpte en niets
ontziende openhartigheid, die in elk ander land
filmkeuring zoowel als rechtbank in rep en roer
zouden brengen. Het fameuse ,,I am a fugitive",
dat Warner een beteren naam bezorgde dan alle
revue-films bij elkaar ..20.000 years in
SingSing" en nu pas weer Massacre" deden ons min
of meer verbijsterd het Europeesche hoofd schud
den. Hoeveel procent sensatie en hoeveel procent
waarheid steekt er in deze ongehoord felle ..aan
klachten"? Wat is dit voor een gouvernement, dat
dergelijke middeleeuwsche toestanden laat voort
woekeren en er geen enkel bezwaar tegen heeft.
wanneer de bedenkelijke faam er van, dank zij het
?populairste publicatie-middel, over de heele wereld
gaat? Het is waar, dat in den laat sten tijd een be
weging in Amerika doende is om het makendat,
althans den export van films die den naam der
Vereénigde Staten in het buitenland schaden",
verbodeo worden. Wij kunnen dit slechts betreuren: het
sluit onzen horizont voor een rumoerig, bruut,
half-barbaarsch maar ongelooflijk vitaal volk. Een
volk waar het goed en het kwaad nog openlijk
tegen elkaar kunnen uitrazen en geen minister
van propaganda noodvorbanden der censuur over
stinkende wonden legt. Maar vooral het berooft
ons van een merkwaardig soort films. Niemand
gelooft een oogenblik dat dergelijke werken voort
komen uit louter bejeedigd rechtsgevoel.... zelk's
de producer niet?wat misschien het ontwapenende
in de heele situatie is. Warner Bros. brengen deze
producten uit zonder eenige pose als Wereldverbe
teraar. Hun reclame-aanwijzingen staan vol met
aanbevelingen van de sensation" en de hits"
en de ,,pep" der historie, zij zijn vol geestdrift over
het levensgevaar waarin de spelers verkeerden en
over het geld dat de zaak kostte. Over de sociale
beteekenis geen woord ! En toch gaat in deze films
PAG. 13 DE GROENE No. 2999
het hart van een volk voor ons open met al zijn
hartstochten, goede impulsen en duistere driften.
Authentiek of niet.... er pulseert i.u deze werken
een warm. heftig leven en er worden quaesties in
aangeraakt, die ons goddank de eeuwige operette
en revue-sfeer besparen.
Een Amerikaansche Weg ins Leben"
WELLMAX'S Wild boys of the voacV.dat in
Holland onder den titel Waar zijn onze kin
deren?" wordt uitgebracht, behoort tot de serie
interessante films, die Warner Bros. op dit terrein
hebben geproduceerd. Men zou het de Amerikaan
sche versie kunnen noemen van Nicolai Kek's Weg
ins Leben": het thema behandelt het lot der ver
waarloosde en verwilderde jeugd, waarvan wij tot
onze verbazing vernemen, dat ook het land der
Y.M.C. A. het privilege bezit, liet gaat over de avon
turen van jongens en meisjes, wier ouders door de
crisis tot ai moede zijn vervallen en die nu op eigen
gelegenheid hun Weg ins Leben" zoeken.Een avon
tuurlijke en moeilijke weg! Zij maken als blinde
passagiers het spoorwegnet onveilig, ontzien zich
niet om. in het nauw gedreven, desperate aanvallen
te doen op politieagenten. Zij wonen als nomaden
stammen op aschbelten en in rioolpijpen en wij
huiveren bij de gedachte aan al de verwording
en misère die de film Ons nog bespaart. Doch
wij staren met dezelfde verwondering naar dit
Ie vendeparodoxon: dezen onbegrijpelijken misstand
in zulk een volmaakt georganiseerden staat!
Midden in deze bewogen en spannende historie
staat de opmerkelijke figuur van Frankie Darrow,
het boefje" der Amerikaansche film. Wij kenden
dit cui-ieusc jongmensch reeds uit Mayo's ,.Mayors
of Heil", waar hij hetzelfde type lanceert: een on
beschrijfelijk gemeen, maar. zeldzaam levend jog.
Men zou hem de jeugd-editie kunnen noemen van
dieni anderen volwassen ,,boef", James Cagney,
een type dat evenzeer afstoot en even sterk fase
iCHAMPAGNE KRUG
Qualitéincomparable
Hl