Historisch Archief 1877-1940
?M.Aa'v
'f
-t.i
i
De bloedige strijd
om den Gran Chaco
Een buitengeicone Volkenbondsvergadering
kicam dezer dagen te Gentve bijeen om ie trachten
een eind te maken aan, of weer te bemiddelen, in
den oorlog tusschen Bolivia en Paraguay. Er is
een pertnanente commissie gevormd van
twee-enticintig leden, om deze zaak ter hand te nemen. Als
drie-en-twintigste lid heeft zich Eciiador daar nu
bijgevoegd, terwijl Avenol, de secretaris-generaal
van den Volkenbond, een uïtnoodiging heeft ge
richt tot de V. S. en Bolivia o>n eveneens in deze
commissie zitting te nemen.
Er is veel kans dat deze onderhandelingen tot
een nieuwen icapens'tilstand sullen leiden.
Eeuwenoude tegenstellingen
NIETTEGENSTAANDE alle betrokkenen in
het midden van dit jaar, een verbod tot ver
koop van wapenen aan Bolivianen en
Paraguayers hebben onderteekend, is de strijd
tusschen de twee volken van. Indiaanschen oor
sprong op bloedige wijze voortgezet. De Volken
bond mocht intusschen al bemiddelend zijn opge
treden, hij was echter niet bij machte in deze
Zuid-Amerikaansche landen een blijvenden
vredestoestand te brengen. Laat ons hopen, dat de
thans opnieuw ondernomen poging van dien bond
om vrede te stichten meer succes zal boeken, nu
de Volkenbond door zijn commissie 22 in hare
vergadering van 23 November op een belang
rijk punt aan de wenschen van Paraguay is tege
moet gekomen. Dit had betoogd» dat het uit
geografische en andere overwegingen niet goed
mogelijk was, dat de legers na de beëindiging der
vijandelijkheden zich 50 K.M, van hun tegen
woordige standplaatsen zouden moeten
terugtrekken. De commissie heeft dit bezwaar erkend,
en heeft bepaald, dat bij staking der vijandelijk
heden ieder contact met elkander zal worden
verbroken en dat de legers binnen tien dagen zich
zoover zullen terugtrekken als ten aanzien van
ieder punt mogelijk is.
Het feitelijke begin van den oorlog tusschen
Bolivia en Paraguay is niet te achterhalen, want
van de Amerikaansche geschiedenis uit het tijd
perk, vóór de Spaausche kolonisten hun voet daar
aan wal zetten, is weinig bekend, en van voor
dien tijd af dateert het begin van de reeks ooi-logen
tusschen beide volken.
De inzet van den laat sten oorlog, die in Juni
1Ü32 ontbrandde, was het streven van Bolivia om
den rechter- of westelijken oever van de
Paraguayrivier in zijn bezit te krijgen.
Volgens het zeggen der Paraguayers heeft
Bolivia dit sinds jaren voorbereid en het laten
aankomen op een conflict met Paraguay. liet
heeft zijn leger georganiseerd en het laten dvitlen
door Duitsche instructeurs, en bovenal, zich
buitenlandsche credieten verschaft.
Eén ding staat vast, dat Bolivia in de laatste
tien jaren zijn militaire voorposten in den Chaco
in steeds sneller tempo en. met steeds duidelijker
bewustheid heeft vooruitgeschoven in zuid-ooste
lijke richting.
Pogingen tot bemiddeling
ZIENDE dat het mettertijd tot een uitbarsting
zou moeten komen, besloten de andere
Amerikaanschc republieken haar bemiddeling aan te
bieden, en om den schijn van baatzuchtigheid te
vermijden, onthielden de buurstaten Argentinië,
Brazilië, Chili en Peru zich van een actieve rol
in die bemiddeling, en werd de actieve bemidde
laarsrol gespeeld door de V. S,, Uruguay, Mexico,
Columbia en Cuba. Deze bemiddeling werd ge
kristalliseerd in een conferentie te Washington,
welke eind 1931 bijeenkwam, en nog aan' het
beraadslagen was, toen de Bolivianen in Juni
1932 plotseling het Paraguaysche fort Pitiantuta
overrompelden. De Paraguayers protesteerden ter
conferentie en heroverden het fort in Juli d.a.v.
,De conferentie spatte uiteen; de
^ .^ oorlog begon in vollen ernst;
voor* V "' loopig zonder oorlogsverklaring om
dat geen van beide regeeringen het
odium daarvan op zich wilde nemen,
en van dat oogenblik .werd met af
wisselend succes gestreden. In het
begin met terreinwinst voor de
Bolivianen; gedurende de laatste
maanden echter bleek Paraguay aan
de winnende hand. Wat des te meer
bewondering wekte omdat het Boli
viaansche leger ver in de meerderheid
was boven het Paraguaysche.
Dit artikel is echter geen mi'itaire
geschiedenis van den Chaco-oorlog;
we moeten dus volstaan met in
hoofdtrekken te beschrijven, wat er
gebeurd is. De Bolivianen rukten
in tal van gevechten, die hun, ten
gevolge van hun strijdwijze, heel wat
meer offers kostten dan den zich
in guerrilla verdedigende Paragua
yers, voort, namelijk tot en met
het fort Nanawa in het zuiden, en
een lijn, zoo ongeveer noordelijk
vandaar door den Chaco getrokken.
De forten, die op en een weinig
ten westen van die lijn liggen
Gohdra, Zenteno, Arce, Boquerón
zijn anderhalf jaar lang het terrein
geweest van een feilen, blpedigen
strijd, die op dit in'omvang be
trekkelijk kleine oorlogs-theater
vaak geheel het karakter van den
positie-oorlog naar Europeesch voor
beeld aannam, met loopgraven,
tanks, vlamm'enwerpers incluis. Een
groot nadeel voor beide partijen in
dezer* strijd was,.. dat het terrein
volkomen waterloos was, zoödat
beide legers dorst leden en de cava
lerie moest werken als infanterie,
omdat er voor 'de paarden ? niet
genoeg water was.
Een Porogugyscne Joopgraof in den Chaco
P In deze periode van' den oorlog heeft de buiten
gewone elasticiteit der Paraguayers in het be
handelen van hun front hun groote voordeeleii
opgeleverd. Niet alleen maakten zij veel gevan
genen, maar zij veroverden ook, wat voor hen
zeer belangrijk was, enorme hoeveelheden
Boliviaansch oorlogsmateriaal.
, De posities wijzigen zich
DE groote reactie kwam in het begin van Decem
ber 1933. De Bolivianen, die trots tallooze
aanvallen in gesloten formatie, ondersteund door
vliegtuigen, tanks en vlammenwerpers er niet in
geslaagd waren, door de Paraguaysche linies heen
t« breken, hadden langzamerhand in deze sectie
van den Chaco het gros hunner troepen en van
hun oorlogsmateriaal verzameld, en hun flanken
en achterhoede erg verzwakt. De opperbevelhebber
der Paraguayers, commandant later generaal
Estigarribia, wist van deze omstandigheid gebruik
te maken en bracht, met een dubbele omsingelende
beweging, die de twee flanken van het
Boliviaansche centrum omtrok, een groot gedeelte
zijner troepen in den rug der Bolivianen, hun
verbindingswegen, en dus ook hun toevoer van
water en levensmiddelen afsnijdend. Het resultaat
was te voorzien: de Bolivianen moesten zich, na
verscheidene hardnekkige pogingen om de omsin
geling te doorbreken, overgeven. Drie Bolivi
aansche divisies capituleerden op 11 December
1933. Het was de grootste helft van het geheele
Boliviaansche leger, dat nog in den Chaco opereerde.
Van dat oogenblik af was elke energieke tegen
stand van de Bolivianen gebroken, «.n de opmarsch
der Paraguayers begon. Deze concentreerde zich
op de Boliviaansche vesting Ballivian, die echter
eerst kortgeleden definitief in hun bezit kwam.
Dft fortines" (oorspx'onkelijk simpele blokhuizen,
maar in den loop van den oorlog tot ware vestingen
uitgewerkt) Sorpresa, Munbz, Magarinos, Linares
langs de Pilcomayo-rivier, Platanillos, La China,
Cabezón in de lijn van Boquerón naar Ballivian.
vielen, de een na de andere,.in Paraguaysch bezit.
En achter de lijnen werd schoongemaakt."
D.w.z.: aan de groote omsingeling ontsnapte
Boliviaansche detachementen, die nog rond
zwierven, werden gevangen genomen; hier en
daar geconcentreerd oorlogsmateriaal soms
door de Bolivianen begraven werd verzameld.
Toen, einde December, de wapenstilstand ge
sloten werd op voorstel van het in Montevideo
vergaderende Pan-Amerikaansche Congres en de
commissie van den Volkenbond, welke Bolivia en
Paraguay had bezocht om bemiddeling' te
verleenen, had 'Paraguay 15.000 Bolivianen in krijgs
gevangenschap en het Paraguaysche leger was
uitstekend bewapend met.... Boliviaansch
oorlogsmateriaal. Sindsdien zijn nog eenige dui
zenden Bolivianen en nieuwe voorraden oorlogs
materiaal in het bezit der Paraguayers gevallen.
Voortzetting van den oorlog
DE wapenstilstand, op voorstel van Paraguay
eenmaal verlengd, werd, tengevolge van den
tegenstand van Paraguay tegen een tweede ver
lenging, afgebroken, en de oorlog schreed voort.
Een hardnekkige poging'van de Volkenbonds
commissie onder leiding van Don Julio Alvarez
delVayo, Spaansch ambassadeur in Mexico, om
tot vrede te geraken, mislukte. De Bolivianen
bleven insisteeren op het onderwerpen van den
geheelen Chaco aan arbitrage, terwijl Paraguay
aldus redeneerde: De Chaco is Paraguaysch ge
bied; wij hebben over een grensregeling willen
onderhandelen en waren daarbij bereid, concessies
aan Bolivia te doen; Bolivia heeft dit niet gewild.
maar heeft ons aangevallen; het is gevoelig ge
slagen. Elke poging tot arbitrage behoort uit die
gebeurtenissen de logische conclusie te trekken en
in te zien,1 dat wij, na ons succes en de offers,
die Bolivia's aanval ons gekost heeft, geen arbitrage
kunnen aanvaarden, die mér wil dan een grens
regeling. Bovendien hebben wij als leden van den
Volkenbond, het recht te eisenen, dat bij
eventueele vredesonderhandelingen de vraag, wie de
aanvaller was, officieel beantwoord worde."
De oorlog werd thans voortgezet, bloediger en
heviger. Misschien zal eindelijk de Volkenbond.
met meer succes dan voorheen, er in slagen, een
einde aan, den strijd te maken.
Krijgsgevangenen in Paraguay
IK mag dit artikel niet besluiten zonder eenige
speciale woorden te wijden aan de Boliviaanscho
krijgsgevangenen, die ik in Asunción gezien en
bezocht heb. De Paraguaysche Generale Staf heeft
mij op mijn verzoek zeer bereidwillig verlof ge
geven, de kampementen van Boliviaansche krijgs
gevangenen, zoowel officieren als manschappen.
vrijelijk te bezoeken en met de gevangenen te
PAG. 1 DE GROENE No. 3000
Verboden toegang"
Teekenlng voor De Groene" van W. v. d. Elzen
Generaal Duymaer van Twist adviseert den ontwopenoars de grens te beschermen met een bordje verboden toegang"
spreken. Mijn indruk die overigens volkomen
gelijkluidend is met de indrukken, opgedaan door
den Pauselijken Nuntius in Buenos Aires, die in
opdracht van Z. H. den Paus de Boliviaansche
krijgsgevangenen in Asunción bezocht is. dat
,de menschen goed verzorgd worden. Zij zien er
over het algemeen welvarender^ gevulder uit dan
de Paraguayers zelf, en medische controle heeft
een algemeene gewichtstoename bij hen gecon
stateerd. Ik schrijf dit hoofdzakelijk toe aan het
feit, dat zij in krijgsgevangenschap zich natuurlijk
hebben moeten spenen van coca-kauwen, dat.
naar bekend is, een slechten invloed heeft op den
eetlust. Do Bolivianen in krijgsgévangerischap
hebben meer eetlust dan thuis, en de Paraguayers
zorgen ervoor, dat die eetlust bevredigd kan
worden. '
De Boliviaansche krijgsgevangenen wonen over
het algemeen in zelfgebouwde woningen, die
verHE«FST- «n
WINTER.
REIZEN
""MADE l
RARONDREIZEN van 20 tot 33 DAGEN
WEST-IN Dl E
RONDREIZEN van 37 tot 54 DAGEN
NEW-YORK
VIA WEST-INDIE EN MIAMI
RONDREIZEN van 46 tot 63 DAGEN
PRIJZEN U KLASSE, .allei !nb«or«pen
RÊSP., f 265.- - 485.- ? 720.- «n hoog.r
KON. NED. STOOMBOOT Ml| n.v. A'D AM
schillend zijn naarmate het materiaal, dat ter
plaatse tot hun beschikking pstond. Biet, stroo,
leem, hout; ziedaar de materialen. Dezelfde, waar
uit de armere Paraguaysche bevolking haar
huizen bouwt.
l
Een probleem voor den overwinnaar
DE Paraguaysche regeering heeft aan de Boli
viaansche laten voorslaan, dat beide landen de
kosten zouden dragen van het levensonderhoud
hunner gevangenen in het land van den vijand.
Bqlivia heeft dit afgeslagen, en naar aanleiding
van deze weigering laat Paraguay de Boliviaansche
soldaten ; niet de officieren in krijgsgevangen
schap werken. Hoofdzakelijk aan verbetering van
wegen in het eigenlijke Paraguay, vooral rond
Asunción. Zoo ziet men op de wegen rond Asunción
hier en daar groepjes Bolivianen, onder militaire
bewaking, bezig met het reparecren van wegen.
Van een vijandige houding onder de Paragu
ayers tegenover de Boliviaansche krijgsgevan
genen heb ik oiets bemerkt. Men scheldt niet op
de boli" zooals men hen in Paraguay noemt,
afgekort, en met den klemtoon naar
Guaranigewoonte op de laatste lettergreep , als men
aan deni weg werkende Bolivianen per tra.ni
voor'byrijdt, ziet men het publiek weieens grijnzen of
glimlachen, en nu en dan hoort > men eenigzsins
spottende opmerkingen als: Als de oorlog nog
lang duurt, hebben'we in heel Paraguay asphalt
of betonstraten." CHR. J. VAN BALEN
PAG. 5 DE GROENE No. 3000
RIJMKRONIEK
Chari varius
Vergunt me wederom een overzicht te geven
Van wat de wereld mocht, of liever, moest beleven.
Ook heden open ik mijn chronologisch rijm
Met een merkwaardigheid uit Heilsieghitlerheim,
Waar thans een neiging zich begint te openbaren
Den Führer vóór zijn dood al heilig te verklaren,
Tenminste wel zoowat. Men richt een altaartj' op
In woon- of slaapvertrek; de Swastikaansche kop
Hangt boven een buffet, waarop een purpren looper,
En kaaisen (altijd aan) in kandelaars van koper.
De zoogenaamde zuiver Hollandsche partij
Krijgt hier voor niemendal den goeden raad van mij,
Om voor haar Afgod nog iets heiligers te stichten,
En, bij de Duitsche grens, een Tempel op te richten,
Hoog op een heuvel, ver van 's waerelds wild geraas
Daar trone d'Opperheer, verkleed als Sinterklaas.
Onz' TJivervaarders trof een toomeloos gehuldig;
Het maakte Parmentier een beetje ongeduldig.
Als nationale helden worden wij beschouwd,
En deden niets dan 't werk, dat ons was toevertrouwd,"
Zoo klaagt hij sympathiek. Laat Parmentier ons leeren
Wat maat te houden in ons juublen en fêteeren.
Ik zal maar niet veel zeggen van dien jongen man,
^ Die zoo'n beroering bracht met zijn fantastisch plan:
Hij had een wonderbaarlijk werktuig uitgevonden,
En is deswegen naar een ziekenhuis verzonden.
Italiëheeft nu een Instituut gesticht,
Waar knaapjes, ver van moeder, worden afgericht,
,.De Zoontjes der Wolvin," zoo heeten deze welpen;
Ik protesteer met klem; maar 't zal wel niet-veel helpen.
De rede van Marchant. tot Huizinga gericht,
Had dezen tot een woord van tegenweer verplicht;
Hij schreef dan ook een stuk. waarin hij kort betoogde,
Dat eenheid in den vorm de klaarheid niet verhoogde,
Integendeel; men leest geen letters, maar een woord.
Zelfs komt uit deze regels taaiverarming voort,
En taaiverarming leidt tot geestlijke vervlakking,
Dus brengt dit medicijn geen voordeel, maar verzwakking.
En velen zijn, als hij, noch dankbaar, noch voldaan,
Dat toont de Haagsche Post enquête duidlijk aan.
Nu moet ik plotsling weer van heel wat anders sproken.
Dit rijm is geen gedicht, liet is een lappendeken:
Doumergue ruimde 't veld. Stavisky, Prince, Sarraut.
(Ik stip maar aan), zijn rede door de radio....
Een innerlijke stem zei: ..Als je wijs ben. ruil je
Het woelige Parijs voor 't stille Tournefeuille."
En toen zijn grondwetswijziging hem was, mislukt.
Is hij, den raad dier stemme volgend, ingerukt.
De Roomschen maakten het Colijn een beetje lastig.
Maar deze bleef golukkig stevig en standvastig.
't Gevaar van de besmetting door de X.S.B.
Is thans geheel geweken, zei De Geer. Hou zee.
Wel vroeg hij den premier nauwkeurig op te letten.
Of't groepje feitelijk werkt in strijd met onze wetten.
Mij dunkt, die slaafsche geest en pootjelichterij
Is maar wat Duitsche wind; dat waait wel weer voorbij.
De onderwijzeres, mits huwend," wordt ontslagen.
Maar wanneer is ze huwend? zou ik willen'vragen:
Dat moet wel zijn "t moment van 't zoete woordje ..Ja";
Roept op dat oogenblik de Staat dan: ,,Ik ontsla?"
t Een aantal menschen zijn hierover slecht te spreken.
Dat is in Kamer en in vrouwenclubs gebleken;
Maak toch tenminste dat verbod niet permanent!"
Riep mevrouw Bakker-Xort, maar haar amendement
Had geen succes. De vrouwen echter bhjven vechten
Voor wat zij voelen als haar burgeresseh-rechten.
De Heilige heeft met een Franschen diplomaat
Wat over 't mooie weer n kans op krijg gepraat; '
,,'k Ben," sprak hij, pacifist. Dat moet de waereld weten,"
En wat er in ,,Mein Kampf" staat, was hy wat vergeten.
Toen Baldwin had verkondigd, dat de Duitsche Rijn
Voor Groot Brittanje de defensie-grens moest zijn,
En 't in het lage land geen vreemd ge vlieg zou dulden,
Heeft Haüsham de met zeekre achterdocht vervulden
Bemoedigd, en met dit verklarend woord gesust:
Geen schennis van gebied." Toen waren wij gerust.
De vraag: hoe wordt het best het léven-leed gelenigd?
Heeft velen op 't lawaai-congres, te Delft vereenigd,
Waar leve n-d i ge woorden luid gesproken zijn;
Ik las 't verslag maar half; mijn trommelvlies deed piju.
Professor Zwicker vond de volgende geluiden
In wat men pleegt als auto-herrie aan te duiden:
Geratel en geknal, gepingel en gebonk,
Geknars, gejoel, gegil, gebalk, gebulk, geronk,
Voorts fluiten, puffen, kloppen, huilen, gieren, tikken,
Tot niezen toe; ik miste rochelen en hikken,
Dat is dus ongeveer hetzelfde dat men hoort
In zuivre jazz-muziek, maar,dan in n accoord.
De TJivervaarders zijn inmiddels hier gekomen,
Je hebt daar wel het een en ander van vernomen;
Men heeft de wijze les van Parmentier betracht:
?t Gehuldig was niet erger dan'ik had verwacht.
Maar toch ik vraag mij af, wat moeten wij beginnen,
Als straks nog vlugger vliegers 't weer van dezen winnen?
Ik heb nog heel wat meer, maar (dit in diep geheim),
't Was mij wat moeielijk, vanwege maat en rijm.
- *.f~ ' rX.^ ^*
~. C2V« '