De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 1 december pagina 4

1 december 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

i l \ AMSTERDAM'S RAADHUIS De Dam te Amsterdam, met het Stadhuis van ter zijde gezien. Schilderij van G. A. Berckheyde (17de eeuw) Amsterdam behoort het debat over het eigendoms recht van Jacob van Cam pen *s Raadhuis te sluiten. Er valt alleen nog maar te spreken over den-weg-terug, den weg van het Prinsènhof naar den Dam. Een kwestielooze kwestie EEN kwestie, die geen kwestie is en toch reeds gedurende 121 jaar als brandende kwestie om een oplossing vraagt, kan alleen maar een kwestie van misverstand zijn, welke niet alleen afschuwelijk is, maar ook permanent dreigt te worden. Voor zoover de Paleis-Raadhuis kwestie het eigendomsrecht van Am sterdam op Jacob van Campen's stadhuis in.het geding heeft gebracht, is zij inderdaad geen kwest ie, want de iti 1808 door koning Lodewijk Napo leongepleegden roof is 2 December 1813 door d^n souvereinon Vorst Koning Willem I tijdens zijn ver blijf in het oude stadhuis, uitdruk kelijk verloochend.' Als eerste daad van souyereiniteit heeft de Prins, overeenkomstig het advies van Van HogenjAorp, het ge bouw als Kaadhuis aan Amsterdam teruggegeven. Het provisioneel be stuur heeft dit aanbod bij monde van zijn president van der Hoop gaarne aanvaard, en daarmede was de zaak in beginsel afgedaan. t Een belangrijke .?maar" MAAK 'als tusschen principe en uitvoering mér dan een eeuw ver traging ligt. wil het beginsel wel eens in het vergeet boek raken. Deze .,maar", welke de uitvoering in den weg stond, werd reeds in 1813 gesteld, en is tot op onze dagen een chronisch obstakel gebleven: Amsterdam's financiën ver oorloofden niet het gebouw weer naar de eischen des tijds in bezit te nemen. Daarom heeft Amsterdam aan den Vorst het provisioneel gebruik van het aan de stad gecedeerde paleis" aangeboden, al nam zij als eigenaar het noodzakelijk onderhoud voor haar rekening. Willem I heeft dit aanbod bij schrijven, van 7 Februari 1814 op zijn beurt aan vaard, zonder terug te komen op den door hem gedanen afstand,"!) en zonder dat ook een der Oranjes na hem er ooit op teruggekomen is. Volkomen in deze lijn kon burge meester de Vlugfc dan ook in 1910 verklaren, dat Koningin Wilhelmina, indien Amsterdam het paleis" terug verlangde, zich daartegen niet zou verzetten. Andere aanspraken TUSSCHEN oranje en Amsterdam bestaat, over Jacob van Campen's schepping inderdaad geeu enkele kwestie" en wanneer een juristenrapport in 1034 tot de conclusie is gekomen, dat dit paleis eigendom is van de gemeente Amsterdam, dan trappen de heeren een open deur in. En als de commissie Wibaut er aan toevoegt, dat zij het paleis geschikt oordeelt voor de huisvesting van de kern van het gemeentebestuur, dan staat alleen de traditioneele maar" dezelfde van 1813 de uitvoering van Amsterdam's wensch in den weg. Ja, en misschien ook nog een andere tnaar." Het Rijk heeft zich in den loop 1) Prof. Dr. H. Brvamana: Van Kaarthuis tot der jaren in deze kwestieooze kwestie als derde partij opgeworpen. Het heeft het eigendomsrecht van Am sterdam zelfs op volkomen onhoud bare gronden betwist, het heeft ge tracht de hoofdstad, bij eventueel herstel van het. Raadhuis op den Dam. geheel of gedeeltelijk voor de kosten van een nieuw Koninklijk Paleis te laten opdraaien (minister Heemskerk in 1012) en het is ten slotte in 1031 met een voorstel van minister de Geer gekomen, waarin de hoofdstad afstand zou doen van haar eigendomsrecht voor een maxi maal bedrag van 15 millioen gulden, dat zou dienen voor den bouw van een modern stadhuis, elders dan op den Dam. Het woord is aan B. en W. AMSTERDAM is op deze uitnoodiging tot verkwanseling van het ..achtste wereldwonder" waarvan Vondel wenschte, dat de wijsheid noit van 't Raethuis scheijden magh" ge lukkig niet ingegaan. Maar wat dan wel? Op deze vraag pleegt in parle mentairen stijl een commissie ant woord te geven en zoo'n commissie doet dat niet alvorens weer een paar jaar gestudeerd te hebben. En nu do commissie Wibaut dan eindelijk ge sproken heeft en voor de zooveelste maal het eigendomsrecht der ge meente en de geschiktheid tot repre sentatief stadhuis bevestigd heeft, nu is het woord weer aan B. en W. Dit college heeft het Rijk thans definitief kenbaar te maken, dat Amsterdam na rijp, ja zér rijp beraad, en op onwrikbare gronden, principieel be sloten heeft het raadhuis van Jacob van Campen zijn oude bestemming te hergeven. Principieel, want het traditioneele maar" van 1813 is actueelcr dan ooit en behoeft niet herhaald te worden. Principieel, want evenmin als tijdens het 15-milliouubod. mogen financieele overwegingen. in dezen Amsterdam's standpunt be palen. Het Rijk behoort voor ns en voor goed te weten, dat Amsterdam, het debat over deze kwestie" sluit. Haar rechten staan historisch en juridisch vast en er valt alleen nog maar te praten over de uitvoering van haar besluit. Dit is dan de eenigo maar," waarop B. en W. zich nood gedwongen mogen beroepen..,. ? De weg terug , OP die principieel? verklaring wacht Amsterdam's burgerij. Zij kan geen genoegen nemen met het d faitistisch voornemen, dat B. en W. in dezen tijd geen stappen moeten doen om wijziging in deri bestaanden toestand te brengen, omdat zoowel de regeering als het college thans andere zorgen" hebben. Die andere zorgen hebbeu niets te maken met de grondwettelijke verplichting van het Rijk den Koning zomer- en winterpaleizen, in gereed heid te brengen," en evenmin met de plicht van B. en W. Amsterdam'* recht principieel te stellen en te ver dedigen. Als de regeering in deze zorgelijke tijden zelfs een revolutionnèerend spellingsvraagstuk aan de orde stelt, zal niemand het Amsterdam kwalijk tiereen als zij in de taal van het hart opkomt voor eon historisch bezit, dat haar door een vreemdeling werd ontroofd. Men spreke in het vervolg alleen nog over den-weg-terug, den weg vaii Prinsenhof naar den Dam. De; weg Dam-Prinsenhof werd in 1808 precies in n maand van 2 Februari tot 2 Maart afgelegd. Dezelfde afstand terug 'duurt nu reeds langer dan qen eeuw.... Hetzelfde is niet altijd hetzelfde als hetzelfde! J. C. PRAENKEL PAG. « DE GROENE No. 3000 HET PROBLEEM VAN DE JAVA-SUIKER-INDUSTRIE Ir. H. van Heijst De Nivas HET is opvallend, dat er in. den laatsten tijd minder over de Javasuikerindustrie is ge schreven dan voor ongeveer een jaar. Toen had men waarschijnlijk nog meer hoopvolle ge dachten en men waagde zich aan min of meer gunstige voorspellingen op dit gebied. Heeds in de Groene Amsterdammer van, 2 en 9 September van 1933 heb ik op het gevaar van v ooi-spellingen gewezen en verschillende uitspraken als onge fundeerd, ja zelfs sommige als onjuist moeten kwalificeeren. Jammer genoeg hebben de zwartkijkers gelijk gekregen. Niet alleen zijn de prijzen achteruit ge sukkeld, doch ook de geëxporteerde quant i zijn onvoldoende geweest. In mijn reeds boven aange naaide artikelen noemde ik voor uitvoer beschik baar het quantum van 2.301025 totxs op 31 Maart 1931*, terwijl Dr. Prinsen Geerlings in de Telegraaf d«- voorraad per 31 Mei 1934 schat op 2.203.000 tons; Czarnikow geeft per l Sept. 2.407.000 tons waarvan geblokkeerd 351.000 tons. De verbetering is dus minimaal en mijn reeds vroeger gemaakt o opmerking, welke stexm vond in een artikel van de hand van J. H. Cohen Stuart in Ec. Stat. Berichten, dat het Chadbourneplan niet veel heil zou brengen, is maar al te zeer bewaarheid geworden. Op dit moment komt wederom de vraag aan de < >rde of de Nivas haar werkzaamheden moet continuecren of niet en of de Regeering ook voo*r den vervolge haar invloed moet blijven uitoefenen.. Heeds kort na het optreden van de Nivas klon ken er stemmen, welke verkondigden, dat deze organisatie niet aan redelijke verwachtingen be antwoordde. Ik stelde reeds in het licht, dat dit niet na een /eer kort tijdsbestek kon worden be? »ordeeld en dat het niet aan de Nivas als zoodanig lag, dat zij zeker niet aan haar verwachtingen zou beantwoorden. De Nivas is niet alleen haar werk zaamheden onder zeer bezwarende omstandigheden begonnen, doch ook uit een organisatorisch oogpunt /al zij nooit aan haar verwachtingen kunnen vol doen. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging. dat de suikercultuur een industrie is geworden en dat het parool van een cultuur, n.l. the buyer seeks the seller, langzamerhand dient te worden omge draaid. Ook Dr. A. de Graaf f heeft in zijn zeer lezenswaard proefschrift reeds op deze omstandig heid gewezen en de Ned. Indische Landbouw -Maatschappij was van eenzelfde meening, welke wel door die van Dr. de Graaf f zal zijn beïnvloed. De heer Paerels heeft in den Yolksraad gezegd, dat de Nivas in de eerste plaats een Producenten organisatie is, maar dan mag m.i. daarop de vraag worden gesteld waar dan wel de goed ingerichte verkoopsorganisatie is, welke met deze prpducenten-organtsatie samenwerkt. Mr. Hamer hoeft blijkbaar opgemerkt, dat de suikerhandel door be perkende bepalingen van de Nivas is ingekrompen. Dit wordt door den regeerings-gemachtigde niet .,onderschreven", doch wanneer Mr. Hamer een dergelijke opmerking in den Volksraad plaatst, dan kan deze gedachte aldaar toch blijkbaar eeiv onderwerp van discussie uitmaken en dat alleen al werpt een eigenaardig licht pp den verkoop van POHIRfSIIHI SCHLOSS-HOTEL . Eerste Rangs Holel. 200 bodden ENGADIN Pension van Fr. 17, de suiker in de tegenwoordige omstandigheden. Het wordt m.i. tijd, dat men alle middelen, die de moderne handelstechniek ten dienste stelt, te baat neemt om de enorme hoeveelheden suiker, die nog verkocht moeten worden, aan den man te brengen. Hiertoe zijn in de eerste plaats soepel werkende handels-organisaties noodig, waarvoor ik de Nivas niet het meest aangewezen orgaan acht. Ik heb daarom het systeem aanbevolen van de op te richten Handelaren, welke verkoopslichamen ond«n- controle van de producenten zelf zouden moeten staan. Deze op te richten Handelaren krijgen hetwalleen fcooprecht van een lichaam als de Nivas (welk lichaam ik in'den vervolge ook maar de Nivas zal blijven noemen). Het aantal Hande laren moet gering zijn en deze moeten dan de suiker aan de volgende hand verkoopen eventueel in onderlinge concurrentie. Zij mogen dus verkoopen tegen prijzen, welke zij het meest geschikt achten, doch de Nivas stelt voor hen den gelijken inkoops prijs vast. welke inkoopsprijs zich al naar de om standigheden zal wijzigen. De voordeden DEZE methode van werken heeft meerdere voordeelen. In de eerste plaats kan men zichtbare voorraden in onzichtbare veranderen en in. de tweede plaats is de prijs waartegen men koopen kan geen publiek geheim meer, zooals dit op het oogenblik wel het geval is. Deze verhouding tot.de Nivas van deze handelaren is een geheel andere dan die van de exporteurs. De eersten hebben n.l. een verkoopsdrang, omdat ze een onderdeel van de producenten uitmaken, terwijl de exporteurs alleen dan zaken doen. wanneer het hun gunstig voorkomt om winst te maken. Het is dus de bedoe ling, dat soepel werkende lichamen zooveel moge lijk suiker trachten te verkoopen tegen prijzen, die niet in de eerste plaats zijn gericht op het maken van winst voor de handelaren maar op het verkoopen van zooveel mogelijk suiker. Omdat de Nivas de inkoopsprijzen van de Han delaren vaststelt is er var groote onderlinge con«?urrentie geen sprake. De opmerking dat de groote producenten dan practisch hun eigen pro duct gaan verkoopen door dit product van de Nivas terug te koopen is dunkt me als bezwaar tegen het systeem niet steekhoudend. Wanneer dit het geval zou zijn en iedere handelaar deed dit. dan zou door hen gezamenlijk toch alle suiker worden ver kocht, omdat elke producent wel zal zorgen bij een handelaar aangesloten te zijn. Men zal zeggen, dat het gevaarlijk voor den pro ducent is zelf te gaan verkoopen, maar het prijsrisico, dat vroeger door de exporteurs werd gedra gen, is thans, nu dezen er geen voordeel meer in zien voorkoopen te doen, toch reeds geheel op de schouders van de producenten gelegd. Wat de risico verdeel ing betreft zal er practisch dus geen verslechtering plaats hebben en het reeds genoemde voordeel is, dat men meer direct kan medewerken tot het plaatsen van de suiker. Al deze beschouwingen zijn echter van weinig waarde, wanneer niet een zeer aanzienlijke beper king van productie wordt ingevoerd. Deze beper king moet dan gebaseerd zijn op de grootte van het natuuilijke afzetgebied van Java; wanneer men tenminste nog van het natuurlijke afzetgebied durft spreken. Nu brengt elköbeperking in een fabriek, welke dan ook, een verhooging van kosten met zich. Meq moet dus liefst tot een dusdanige beperking komen, waarbij liet werkende deel van de Industrie op volle capaciteit werkt* Dit is eenvoudiger voor die PANDER PARAAT concerns, die meerdere fabrieken hebben, want deze kunnen om aan de quote te komen een deel van de tot het concc-rn behoorendo fabrieken stop zetten eu het andere deel volop laten draaien. Anders is het echter voor de enkele fabrieken. die niet kunnen doen, zooals reeds de Ned. Handel Maatschappij blijkbaar gaat doen n.l. het samen voegen van verschillende fabrieken. De enkele fa brieken zijn bij een aanplant beperking altijd do dupe. . Een systeem, dat wellicht aan deze bezwaren tegemoet kan komen, is het z.g. idtkoopsysteem. Men vraagt daartoe de verschillende fabrieken af. wie gedxirende een vooraf te bepalen tamelijk langen tijd wil gaan stilliggen en wat de betrefferde eigenaar daarvoor moet hebben. Wanneer men een groot aantal aanbiedingen krijszt. dan kan men het vereischte aantal uit de goedkoopste bijeenzoeken. Wanneer dit onverhoopt niet het geval mocht zijn dan moet men voor het rest eer rende deel nog een beperking toepassen. . De groote moeilijkheid van .dit systeem voor dezen bedrijfstak is evenwel de vraag- wie de gevorderde middelen moet bijeen brengen. Het zelfde systeem is hier te lande reeds gepropageerd voor een nationalen bedrijfstak eu daarbij is dit punt eenvoudiger op te lossen, omdat men daar do werkende fabrieken het gevorderde bedrag kan laten opbrengen, aangezien men gemakkelijk den ?prijs iets kan verh'oogen.. Deze oplossing is voor de Javasuikerindustrie niet zoo eenvoudig, omdat men hier te doen heeft met de buitenlandsche concurrentie. Men zal dus de uitbetalingen door de werkende aan de stil liggende fabrieken afhankelijk dienen te stellen van het resultaat van den verkoop door de geheele industrie, Ook hierom is het noodig. dat er eenheid in den verkoop va» de suiker blijft en dat een centrale organisatie blijft bestaan. Door deze oplossing wordt waarschijnlijk min of meer de coöperatieve gedachte, welke door de Ned. Ind. Landbouw Maatschappij is gepropa geerd, benaderd. De nadere 'uitwerking van dit systeem zal niet zoo eenvoudig blijken te zijn, doch het is zeker do bostudeering waard en dat te meer omdat het reeds elders mét succes is toegepast. Voor Uw cadeaux op verlichtingsgebied natuurlijk Jaspers, Mevrouw! De grootste collectie en .... nooit duur. JASPERS, Ceintuurbaan 308 Er is maar n Jaspers op de Ceintuurbaan Met Kerstmis Waarom zoudt ge lang peinzen . , . . . . om Uw familieleden en kennissen in ? Indiëmét Kerstmis te verrassen? Geef hun sen abonnement per 1 JANUARI 1935 op De Groene Amsterdammer DE GROENE IN IN DlE Elke week opnieuw zullen zij genieten van die cadeau. De abonnementsprijs bedraagt voor Indiëf 10.?per zeepost en f 13.50 per mail zullen ervoor zorg dragen, dat dit abonnement zoo mogelijk met Kerstmis wordt bezorgd met een begelei dend schrijven van den schenker . Deel onze administratie, Keizersgracht 355, Amsterdam C., zoo spoedig mogelijk schriftelijk het adres mede van Uw familielid of vriend en tevens voor wiens rekening wij het abonnement kunnen boeken ? . PAC. 7 DE GROENE No. 3000 i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl