Historisch Archief 1877-1940
Verzamelen
?l
t
De Prentenverzamelaar
M. D. HENKEL
Conservator Rijks Prentenkabinet Amsterdam
ONUKH ele ver/anu'hiars neemt
de prent enverzamehiar y.eker
een afzonderlijke plaats in. J lij
?/elf verbeeldt zieh als luuist alle
verzamelaars, de meest universeele
te zijn. <*n misschien niet een zeker
recht, l'rent en wureu vóór
photogvaphie en film liet meest algeme-ene
muldel tot ontwikkeling. Door de
prenten en daarbij beliooren ook
alle afbeeldingen in boeken, de
houtsmedon en steemlrxikken. evengoed
als de kopei'gravxxivs hebben zich
onze vooroxidei-s .hun bepaalele voor
stellingen gewormd van vreemde lan
den en volken, van hun zeden en ge
woonten, van het uiterlijk van hun
groote mannen, maar ook van d-?
kxirst werken, schilderijen en beelden.
van het verleden, en voorts A'an de
tallooze soorten van planten en
dieren, kor*om van de gehcele
zichtbare wereld.
Xxi worden de prei'teii als afbeel
dingen maar door een categorie van
plantenliefhebbers verzameld, die zich
alleen voor bepaalde onderwerpen
interesseeren en slechts tiit een zake
lijk peziehtspuu» hun historische en
topografische atlassen en hun
portretteneollecties bijeenbrengen. hoe
wel zij daarbij natuurlijk ook een
verschil tusschen. mooi en leelijk
xxxllen maken. Pe tweede categorie.
de zuiver kunstzinnige, waaraan men
meestal denkt, als van
prentenliefhebbers gesproken wordt, is het
haast uitsluitend om de aesthetische
waardu van de prenten te doen: het
onderwerp komt bij hen in de t weed ^
plaats.... Maar ook dit type van
verzamelaar wil weten wat op de
prent eigenlijk is voorgesteld. Hoe
kan hij anders daarover o'oitl >elen.
<>f de kunstenaar bereikt heeft, wat
hij heeft willen uitbeelden. Bij de
om haai' kunstwaarde verzame d-.*
prenten hebben wij. als wij van de
landschappen afzien: in de meeste
gevallen te doen met afbeeldingen
uit de fictieve wereld, uit de
bijbelsehe geschiedenis, het leven, der
heiligen, de antieke mythologie (deze
laatste voor den kunstenaar dikwijls
alleen het voorwendsel om het
vroxixvelijk naakt te introduceeren): en
om deze onderwerpen te begrijpen
(waarover de leek'Tret eerst ingelicht
wil worden) zijn velerlei kundig
heden nooelig. komen vele weten
schappen te pas, oxtdheidkxtnele en
topografie, genoalogie en
wapenkunde. '
De verzamelaar, die zijn bezit
behoorlijk . ordcivn \\-\l. is daarom
eigenlijk altijd bezig. Dan moet dit
opgezocht worden, dan moet dat
nagegaan worden; niet alleen het
onderwerp eischt vaak oen uitge
breide studie, maar ook de prent
zelf moet nauwkeurig onderzocht
eii aan de beschrijvingen in de vak
literatuur getoetst worden. Daarvoor
heeft de verzamelaar een kleine
handbibliotheek noodig, waar hij over
alles opheldering kan vinden. Voor
sommige prenten verzamelaars, de
leergierigen. zijn deze kleine werkzaam
heden een van de bijzondere attrac
ties van zijn hobbie. Omdat hem zijn
verzamelen met zoovele gebieden
van de wetenschap in aanraking
brengt, krijgt deze verzamelaar in
zijn ongunstige exemplaren soms iets
sehoolmeesterachtigs, hij weet te veel
details en wordt een betweter, ook
waar hij niets van afweet.
Wat men hem echter slechts zel
den kan verwijten, dat is snobisme,
waarmede andere verzamelaars nog
al mee behept moeten zijn. Snobisme
is bij liem haast niet mogelijk, want
zijn verzameling is onzichtbaar, ligt
begraven' in portefeuilles, die in
kasten opgeborgen zijn. Wat opge
hangen en ingelijst kan worden is zoo
een miniem gedeelte, dat dit niet
meetelt.
Prenten hebben daarom een
disoreet, intiem karakter, in tegen
stelling met schilderijen, die iets
opdringerigti kunnen hebben; men moet
ze zien. of men wil of niet. Ken
prent moet men van dichtbij be
schouwen, moet men in de hand ?
kunnen nemen, om ze ,bij het. gun
stigste licht te zien en om van alle
finesses te kunnen genieten. Men kan
haar slechts aan een paar menschèn
toon«n. in kleinen kring; voor een
schilderij kan oen groot gezelschap
vol bewondering staan'to kijken, bij
een koud buffet,, met een glas wijn
i u de hand en een sigaar in den mond.
Als men prenten wil bekijken moet
men van deze materieele geneugten
afstand doen.
Voor den verzamelaar van schilde
rijen heeft de prentcnliefhcbber dit
voor. dat zijn jachtterrein onmetelijk
is. Schilderijen zijn uniek, prenten
komen in vele exemplaren voor;
de honderdguldenprent van
Rembrandt is in vele prentenkabinetten
en verzamelingen aanwezig. Natuur
lijk bestaan daartxjssohen verschillen,
dikwijls zeer belangrijke in druk en
kwaliteit, cónserveering, en ook nog
.statenverschil, on deze
statenverschillen brengen in het leven van den
verzamelaar een bij/.iwlfre .sensatie.
Men Weel. iltkt dut door elke
verand'rinvr. die de kunsteii'iar, na don.
eersten afdruk op zijn plaat aan
brengt, door elk lijntje, dat hij er
aan toevoegt, een nieuwe ^tasit ge
vormd wordt. .Hot spreekt vanzelf.
dat de kunstenaar deze veranderingen.
als verbeteringen beschouwt; de laat
ste definitieve staat zou dan als de
meest volkomen uitdrukking van
hetgeen de kunstenaar bedoelde moe
ten gelden -?tenminste als de plaat
door do afdrukken, die de
kutiste, naar intxisscheii gemaakt heeft, niet
geleden hoeft. De verzamelaar ? en
do handelaar oordeeleix in vele geval
len anders, en voor hen is do eerste
staat, vóór do veranderingen on
dikwijls nog onaf, van grootere waar
de, dan de latere, meer complete
staten. J lierbij spreken dan soms niot
meer zxiivore aesthetiseho overwe
gingen mede. maar do zeldzaamheid
van den staat beslist dan over de
waarde. Zoo loopt do verzamelaar
hot niet denkbeeldige gevaar xiit
motieven te verzamelen, dio bij den
postzegelverzamelaar begrijpelijk en
toelaatbaar zijn, ? tu verzamelen
om do variëteit.
Do zeldzaamheid is van groot
gewicht bij de vroege prenten en
houtsneden uit de XVu-eeuw, waarvan
soms maar weinige exemplaren be
waard zijn gebleven; do aesthetische
factor, de aparte charme, die in de
naïeve onbeholpenheid van de.zo
voorproducten ligt; speelt in ieder geval
bij de commercieelo waardeering daar
van niet meer de hoofdrol.
Do vroege prenten behooren met
do toppunten, met Diirer en
Rembrandt. eix de Engelsche
zwartekunstp renten (meer een modegril)
tot de hoogstbetaalde voortbrengselen
der prentkunst. De couranten, die
over veilingen berichten, vermolden
slechts deze hoogo en exceptionele
prijzen. 18000 Mark voor den Heiligen
Hieronymus. en 20000 Mark (geen
roismarkon) voor de honderdgulden
prent van Rembrandt. verleden jaar
bij Börne.r te Leipzig betaald, moeten
den verzamelaar natuurlijk afschrik
ken, ten onrechte, want in het alge
meen is hot verzamelen van prenten
geen zoo dure liefhebberij en ook
iemand mot een meer .bescheiden.
bextrs kan zich doze ,luxe veroor
loven.
oethe, die zelf alle mogelijke
dingen verzameld Ix3eft. penningen
en munten, prenten en tcekeningen.
majolica en natuurhistorische voor
werpen, zegt ergens: ,,Die Sammler
sind doch glückliehe Menschen." Hij
moest het wel weten, maar het is
toch slechts een halve waarheid. De
hartstochtelijke verzamelaar heeft ook
zijn zorgen en zijn mriglxeden. en
leef b soms in duizend angsten; en
zijn voornaamste vrees is die voor
valuche kunstvoorwerpen. Op geen
enkel gebied komen ' echter meer
falsificaties voor dan op dat dor
prentkunst, vooral de zoo hoog opge
voerde foto-mechanische techniek
maakt het soms moeilijk een
heliogravxire, waarin met burijn of
etsnaald is gewerkt, van de origineelen
te onderscheiden. '
Er zijn etsen van den niet meer
voldoende gewaardeerden Felix, Rops,
waarvan nauwelijks gezegd kan wor
den, of zij als reproducties naar
toekoningen van ham of als oor
spronkelijke etsen beschouwd moeten
worden. En eer van onzen moderne
houtsnijders moet hii overkomen zijn.
dat, toen men hem een van zrjn
houtsneden toonde en' hetri vroeg of deze
werkelijk nu een afdruk van zijn
houten blok of misschien een
lijnclichó naar een van zijn houteneden
was, hot antwoord schuldig bleef.
Waarom
Hoogleraarsbenoeming aan de
Rijks Akademie voor Beeldende
Kunsten te Amsterdam
HET is niets ongewoon» don
hoor K. Westendorp autoritair
te zien optreden; hij is daar
enboven door, mij verbazende, omstan
digheden, oppermachtig in hot
cxiratoriutn van de Rijks Akademie van
Beeldende Kunsten; hij neemt daar als
elders, naar mijn inzien, een plaats
in, die hem niot past; waarvoor hij do
werkelijke hoedanigheden niet vol
doende .bezit. Hij is in dat curatorium,
zoo verblind van zijn macht, dat hij
zich zelf s tot handolingenlaat verleiden.
die tenminste storend.zoo niot stootend
zijn. Er is natnontlijk een plaats
vacant aan do Akademie (die der
decoratieve kxmstcn) en tegen allo redo
en recht in heeft do heer K. Weston
dorp zich in 't hoofd gehaald deze
plaats door een buitenlander.
Campeixdonk, te laten bezetten. Zoo'n in
't hoofd-halerij" zoxx alleen geoor
loofd zijn, zoo wij in Holland niemand
bozaton, die daarvoor minstens zoo
goed geschikt was. Wij hebben in
Holland zeker n .,decoratief kunste
naar", die daarvoor eerder is aange
wezen en nog een aantal anderen (ik
heb de namen in een vorig artikel
gonoemd) die even zeer geschikt zijn
voor deze pla'ats. Ik heb in dat vorig
artikel geschreven, dat ik het
tegendoel van bevriend ben met hem, dion
ik daarvoor het moest geschikt acht.
Etser, plaatsni/der en liefhebbers. Prent
in het Rijks Prentenkabinet te Amsterdam
GHARI
OP DE GLIBBERIGE PADEX
Doch laten \\.ij op die zwakke
plekken in het spel txict al téveel
zout leggen. Lateiv \vij die z.-iken met
de mantel der liefde bedekken. Op
de minder goede plekjes kan later
nog de klemtoon worden gelegd."
(HU.)'
.,De exquise geest van dezen kunste
naar heeft hem steeds uit het troebele
vaar- of zwemwater gehouden, waar
anderen naar hartelust in spartelden."
(U.'D.)
HET JUISTE WOORD OP DE JUIS
TE PLAATS
,,\Vat heeft de schrijfster toch voor
met zoo'n aaneenschakeling van pes
simistische pruilerijen waarvan het
boek toch wel heel erg gespeend is."
(Prol. Vrouw)
,,Voor hun daden draagt het be
stuur geen verantwoording." (Hbl.)
,,Zulke ambtenaren dienen van de
hooge plaats, welke zij innemen w
ggemaaid te worden." (Soer. Hbk.)
, .Deze ramp is een der lafste geweest
in de geschiedenis van de zee." (H.D.)
,,De regeering behoeft van niemand
de toestemming in te halen.".(N.R.C, j
,,Het gonsde als een radiator itx de
lucht." (Leeuw., C.)
,,Ik heb hem, aldus spr.. eenigsztns
ongelooflijk aangezien." .(id)
PAINDELUXE-BROOD
,,Of de dieven hier met opzet ge
tracht hebben brand te stichten, heeft
men nog niet kunnen vaststellen."
(Tel. j
,,Hèt mondeling uitgesproken
von,nis." JX.R.C.)
Zoowel Barthou als Hitlcr beiden
hebben evenzeer het belang daarvan
ingezien." (Alg. Ind. Dbl.)
ONS GEHEUGENSTREEPJE
,,De minister heeft den eisch ge
steld, dat de burgemeesters ontslag
behooren te nemen." (X.R.C.)
,,Dan moet voorkomen worden dat
de zijtakken, van de kroon niet
tot groote gaffels overgaan/'
(Al$. Ind. Dbl.)
Campendonk?
?
namenlijk den heer .1. Nicolas! lei wijl
ik met genoegen hierbij voeg, dat ik
totaal onzijdig sta tegenover Campen
donk. Hot is bij mij hier uitsluitend
een qxiaestie van qxialiteit en :lat de
aesthetiseh-meest-gt schikte k» mt op
de plaats, die hem toekomt. Ik sta
daarenboven, wat Campendonk aan
gaat, niet alleen. De houyletrurcn ilcr
JiijksaJutdintie. die do heer K. Wes
tendorp als, ondergeschikten in dozen
schijnt te beschouwen, in plaats van
ze als raadgevers te laadplegeii,
hebben zich unanicmleg'en de banoctmng
i-an den Dvitscïicr, Campotdonk,
i-erklaard.
De heer K. Westendorp, heb ik
gemerkt, staat niet alleen in zijn liefdo
tot den heer Campendonk en in zijn
lust tot acMfruiisetting van de
Hollandftcfie kunstenaars.
De heer Bxiys.een. n!et tij ieder be
kend architect xiit den Haag; de heer
Oleides, zeker niet n dor leidende
schilders van .Amsteidem en de Heer
De Gixiyter (niet in zijn kwaliteit
van kiitikx:s van , Het Vaderland")
hebben in Amsteidam een vergadering
belegd om tegen alles in, waaiop ik xi
wees, den heer Campendonk tb steu
nen. Ik vraag mij af: met welk recht?
De heer Bxiys. deze Campendonkiaan,
was. niettegenstaande zijn voorstander
schap en onder het mom het inter
nationalisme der kunst te, veidedigen
(tegen wien moest hij dat veidedigen ?)
zoo slecht op de hoogte van wien hij
voorstond, dat hij in een. artikel in het
VARIA
UIT DE HCCGESCKCCL DI-K
JOURNALISTIEK
,,Dit bestaat niet uit het wat lange
takjes wegknippen, maar tot een'
stevige stamvotming, die zich recht
standig vcrltr.gt tot in den top van
de kroon." (Alg.. Ind. DU.)
,,Toen de schilderachtige oude s(r.d
Frciburg, na het ravijn van de Saar.e
overgestoken te zijn, achter me lag,
.ontrolde zich voor me een bovchjijk
hc'uvellandf.thsp." (Riiun tn Tv.)
DE LEVENDE^UCCDEN T
,,De Noorscïie rem^ci liad cok den
Amerikaan en den Duitschei onlrndct,
die in Irak door Eedoeïnen gedccd
waren." (HU.) r t *
,,Telkens paften we op krokodillen,
die dood of gewond hun laatste krach
ten int-pandc-n om het water te berei
ken." (H. P.) '
Want de wetenschappelijke
bclec%kenis van deze reis van de K XVIII
kan mc-n moeilijk onderschatten."
Het is en blijft een lastig wcoid.
Lcelijkst stellend eeluetf de
X.R.C.: ..minzaamst ?wxtivcrd
dankte de l^rinee-s." ?
GEI EIERDE. KUNST/
Het geestige duet en het
ontrocrer.d mooie koor waren, evenals de
erotische tasïoJo be&lifct te JoVcn."
(Vli$s. C )
^ CChKtSlCNDENTlEy
D. te A. ifaar ik denk, dat dit de
zaak niet maken zou (ne fcrait pas
l'af faire) van den Heer H. R. Witte",
schrijft Coencn in de Groene" van
17 NcA-fmber 1934. Is dit misschien
een ,,Allons enfants"?
.Antw. 'Hij is een beetje Fianeth
van zin. Hij. spreekt, gc;lcof ik,
zijn naam ook uit: Kaar het uiterlijk
van (a l'instar e?e) Citict'n: Ce;fnen.
llaagsche Vaderland den flater beging
zijn favoriet oen verkeerde nationali
teit (in dozen de Nodorlamlsche) toe te
kennen ! J lij lijkt mij, ook daardoor,
niets anders toe dan een onduidelijk
internationalist. KM met welk recht
werpt de heer (Joides zich op in do/e
..elee-oratieve" kwestie? Ook daar zie
ik geen welen voor. Kn waarom gaan
de/e in Amsterdam vergaderen? Is
ex een compleit gevoimd ten bate van
den vreemdeling, teiwijl wij /.elf hes
tors hebben?
Het kan voor doHollandseho kunste
naars, bij deze» benoeming betrokken.
niet anders dan een. onwilwekkendo
teleurstelling woide-n, wanneer ele
betrokken minister zic-h in zulke be
langrijke zaak, laat lijmen" ik
vinel geen aneler, wooid er voor,
wanneer hij er toe zoxi overgaan
Campendonk to benoemen !
PLASSniAERT
CRITIEKEN
H.H. Kzmerlingh Ornes,
Koninginnegracht 77,,
Den Haag
HET laatste werk van
Kamerlingh Onnes bewijst, zoo dat
nog bc-wezen moest worden.
dat het tijelperk der proefnemingen
en der excessen ^voorbij is en elat do
schilelers, elie doze proefnemingen
be&tonden en eleze excessen waagden,
gekoeld zijn tot hun wozentlijke per
soonlijkheid en vol eenvoud en met
onverstoorbare zekerhe id aan het werk
zijn. Deze vaststelling wil niot zeggen,
dat de proefneming eix het exces op
een zekeren tijd overbodig waren:
ik wil hier alleen constatecren. dat
bij de werkelijke schilders dé..natuxir"
ten slotte overwint, en een eenvoud
in het werk daarvan op
gemakkelijkverstaanbare wijze getuigt. Do ten
toonstelling A'an de werken van
Kameilingh Onnes is een aangename
tentoonstelling! Ik zal nie;t zeggen.
dat ge door haar in den picturalen
htmel rei echt komt, maar er zijn hier
weinig of geen werken of werkjes.
die elesor mo'r.elwil oi.wil wekken.
Ongetwijfeld is Kamerlingh (mres
ee.n realist, ik schreef haast een
Leidsdio italist. L'at wij mi en. dan aan
Floris Veaster denken is geen blaam
h!e-r. maar iets. dat wij kxinr.in ver
wachten, en'elat een sterker innigheid
in do beste Veisters te ervaien valt.
wie zou dat ouders veiwachten?
De stillevens van H. II. Kamerlingh
Onnes voiinen e>e>n be-langiijk deel van
deze 'uitstalling en go vinelt er de
Hollamlsche hocelanigheid in, elat de
stofuitdixikking nooit ten koste van
ele klc-xir gaat: elat eleze klex'r dxishet
werk beheersclit: elat ele kleur een
sofceie deftipheid aan eleze kleine
schilderijen schenkt, die elen schiWer
detet ke^rmen als pictxiraal van gorden
huize. Waaiem elczo Onnrs afzonder
lijk te noemen b'ijkt, zijn de jtorlretlf.*!.
Ook daar is do realistische schilder
to vinden,' die van proefnemingen
wcerkeeido, maar tussehcn wiens
vreregerc proefnemingen toch por
tretten waren als het cene van
Khrtnfept en het hier aanwezige van profes
sen- Kamerlingh Onnes. I/c portiotlen
van Onnes zijn meer portretten van
karakters, dan elat zij staatsie of
ooit mondaine portretten welden.
Het Zijn niense-hen op zijn daags,
maar lie-ihetterd l-ezien. t-'.t ins is
elaar ee n m«-nseh oveischat a's b.v.
Dr. IIx:niine (elie zich rree r, eem dandy
waant'dan hij is), maar meestal zijn ze
juist geschat eri juist grschüdeid. Een
enkele maal is bij Onnes ftnfarkusnic
duielelijk kenbaar; voor de mee sten
ongemerkt allicht, is vij toch zeer
agressie;! in wezen, zoowel in he-t por
tret als in areh-ie vooisteJJing, De
meeste portretten zijn xoo oprecht,
dat zij fcve-n zelfs kxinncn
veiwe»r.e!olen (zie e-en poitie-t van pie>f.
hhienTIJDG;ENOOTEN
Tcekcning vcor ,.De Groene" van Ch. Rcclofsz.
fest on dat van /ijn vroxiw1): het zijn
meestal intelketxfeehn. elie Onnes
schileleit.Koj.reen eigt.r.sil ap.ei-nhi* r
vanzc-lf sprekenele eij.'e>i:scl;ap is Ie
'veiiiielden. gtv<»Jg van 's srhilde is
psychologie en eeiivoxiel: altijd typee
ren elo kleteleieii nue. lietxij l ij den
heer T. X. schilele'rt of het xtitmxmtenel
portretje van zijn zuster. Een paar
landschappen xiit lu:ekige t n xiit latere
peiiode volte>ejien het oveizieht over,
elit work vah een schilder, «'.ie nooit
oveirompeleml. toch een wezen bezit.
dat in de herinneiing op aangename
wijze achter blijft.
Timmer, bij Aalderink
te Arr.ste'rdc'm
'?Een enkele maal d.oe»t een.
el.ieivnteekening van Tin;nier mij cU-nken aan.
Theo van Hoytenia's ironische
n:ensehelijkhejid, waaimee (k-ze geestig
teedere de djereix kim bezien. Van
Hoytema bezat een dieper wezen en
had in het algemeen e'.e neiging
ele dieren m en schel ijker te zie-n elan
Tiroirw, terwijl zijn kleur
gevoeiigei\vas. Toch is deze. wat uitgebreide
verzameling dierenkari'katuren n:et
geneicgen rond te gaan. Het zijx
in('rxikken van n se-hvrp oo
in allen gevalle ue;^.-vi u alsof zij zóe>
g«-wild zijn.' Doze tentoonstelling is
niet. een. waardoor ge c«»4«dhartig en
sul wordt (zulke vcrzatnr-lingeu be
staan <:«'k. ir.M-n iki. maai van tijd.
tut tijd kri.'i.t p- ei-n se-ltck'»-. 'd«.'or dt>
kodeligheiei e', e r waarm-ii.iixg «? n door
<le geestigheid' van eleii neerzet vaix
het lijnenspel: iJ.nnr (!?? openbaring,
van een bespeittc-lijkheid i zie :'». S, 13»
IS. li>. 17. 2(t. 22. 20. :',.">. -n S), ook
door de ..fraaiheid van een lijn. die
eeix lichaam in beweging «.>ns geeft,
wat ik gaarne ele kalligraphio der
tée-kenkunst heet.
?Kr zit in eleze teekeiiiüuvn ten slotte
iets, e?.at eloet vragen of deze Timmop
niet ook karikat uren enz. van ?menncheii
heeft ge-teekeiuf.. Ook e'.cze zullen weK
zoo ze bestaan, meer get>Teerel zijn
door geestigheid e»f vroolijkheid dan
door bitterheiel. meer e).e>or koddigheid
dan etoor kwaadaareiigheid. Bestaatv
ze elus. elan ware het niet on passend.
dat ele kunsthaiulel Aalderitxk ook
deze eens ..aan het licht biacht". He't
is te-gemvooreiig onge-twijlVld een
genoe'gen ii'ts te zien, «lat aan elen
hupscheix kant is. .
Prof. Buser's Meisjes-Instituut
in het Santiigebied
boven St. Gallen; Zwiis.
Hoogtezon - School -Wintersport
Volledige cursus tot elndsxamen. Handelsdiploma.
Inten?leve talenstudie. Volledige Hul*houd*ehool. Afzonderlijk
KINDERTEHUIS uitstekend ingericht. Groote speel- e,n sport
terreinen. - Wintersport, op eigen gebied.
ZUSTER- PUCVDDtO boven Vevey bij het meer van
INSTITUUT ^ llLAunLüGenève F R-*" SC H als hoofdtaai
' IO-.DE GROENE No. 3001
PAG. II DE GROENE No. 3001