Historisch Archief 1877-1940
-r
f
f
]
Aanteekeningen over dictatuur
/Arv II '(»?/ l* rei hei t klingt so schuit, dass
»nin es nicht entbehren kiinnte, und venu
es einen Irrtnni l>c:eiclinete. (ioethe
N alle vraagstukken, waarin de machtsidee de voornaamste rol
speelt, vormt het Christendom voortdurend een element, dat ver
warring sticht. Koningen en heerschers, volken en staten, die zich
Christelijk noemden en noemen, die met trots over hun staatsgodsdienst
spn-ken en zich /.elfbewust stellen tegenover degenen, die kracht
verkiezen hoven deugd en de uiteindelijke beslissing dus overlaten
aan het geweld, zijn van oudsher onrustig geworden, als zij hun
instincten voor macht en heerschappij nu eens moesten verloochenen,
dan weer gedwongen waren deze onder valsche vlag tot uiting te
laten komen. De geschiedenis van Europa in de laatste 1500 jaar
bestaat uit een aaneenschakeling van impasses, waar koningen en
priesters zich steeds uit trachtten te redden, door de innerlijke tegen
spraak, die gelegen is in hun gemeenschappelijk optreden, te ver
doezelen. De oogenblikken, waarop zij rede en moraal de waarheid
in het gezicht slingerden, waarop zij met banvloeken en brandstapels,
met gevangenissen, verbanning en afzetting elkaar, evenals heden
ten dage, bestreden, dat zijn de grootste momenten der geschiedenis.
Zij zijn belangrijker dan alle feestelijke intochten van succesrijke
legeraanvoerders.
? De ware Christen, ook die van onze dagen, is ongevoelig voor de
suggestie der macht, zooals, in de meest verheven verhalen der
menschheid, de wijze ongevoelig is voor de verlokkingen van het geld. De
veldpredikant, die kanonnen en vaandels zegent, zal altijd liet
symbool van een groote tragi-comedie blijven. De gevoelens van
vrome en tegelijkertijd naar macht strevende menschen zijn tot in
naamgeving en terminologie vervalscht. Op de geheele wereld geldt
de tyran als een slecht mensch, als een halve demon, en toch was
de (ineksche tyrannos slechts een alleenheerscher, vaak humaner en
goedmoediger dan menig gekozen president.
Nu had de klassieke wereld in het algemeen vele mogelijkheden
om de heerschappij in dragelijken vorm te gieten. Daar de
voorChristelijke maatschappij geen kwaad geweten ten opzichte van het
machtsbegrip behoefde te hebben; zijn de overgangen van den eenen
regeeringsvorm tot den anderen steeds natuurlijk verloopen. De woor
den hadden nog hun ware beteekenis, demos was nog volk, de dictator
een beambte, die in het oude Rome hoogstens 6 maanden lang zijn
functie mocht waarnemen. En daar in Athene in het begin van elk
jaar een Archon Basileus, een regeerende koning, werd gekozen en
in Sparta de twee koningen alleen gezamenlijk konden optreden,
bleken reeds in die dagen de sombere gestalten van latere tijd
perken onbestaanbaar. Terwijl men de Grieksche kunst slechts onder
voorbehoud zorgeloos kan noemen, mag men den Griekschen staat
toch. als zoodanig karaktériseeren.
Scheiding van klassiek en modern
r*\IT alles was weliswaar slechts mogelijk op de basis der slavernij,
^ die de klassieke wereld van de tegenwoordige scheidt. Hoeveel
mannen en vrouwen in Thebe en Rome werkelijk slaven waren, is niet
zeker. Neemt men aan, dat het slechts de helft was, dan herkent
men daar een wereld in, waarin het sociale onrecht gemakkelijk te
negeeren viel en men verwondert zich slechts, dat zij niet ten gevolge
van een slavenopstand te gronde ging. Want hoewel menige slaaf in
Athene een beter leven had dan een mijnwerker, dan blijft nog het
onderscheid, dat in de Christelijke maatschappij de slavernij een
innerlijk conflict zou doen ontstaan, dat in.de klassieke wereld niet
mogelijk was.
Schopenhauer heeft de ridderlijkheid er van beschuldigd, dat zij
de geschiedenis bedorven heeft; hij bedoelde in dit verband de Chris
telijke moraal. Als de burger;uit de klassieke oudheid zijn rechten
handhaafde, deed hij dat steeds als een oligarch, want onder hem
stond de grauwe massa, waarvan de leden als voorwerpen behandeld
werden en die men naar willekeur als een huisdier mocht dooden.
In Rome verwierp men het voorstel om alle slaven van een kenmerk
in hun hals te voorzien, op de in onze ooren merkwaardig klinkende
tegen werping/ dat zij dan zouden zien, hoe talrijk zij wel waren en
dus tegen hun meesters in opstand zouden komen.
EMIL LUDWIG
Sedert alle menschen broeders zijn, omdat zij allen slechts n
vader hebben, is het probleem onoplosbaar zoo lang de wil tot macht
nog in den enkeling, die op de hoofden der anderen wil klimmen,
(vaak alleen maar om zich te amuseeren), leeft. Deze enkeling is lang
niet altijd de slechtste, maar de geschiedenis is toch nog steeds armer
aan mannen, die door de macht niet bedorven zijn, dus armer aan
mannen met hoogstaand karakter dan aan genieën. Tusschen Pericles
en Lincoln zal men een half dozijn met karakter kunnen aanwijzen.
En men zal slechts zelden een genie onder deze onkreukbare karakters
aantreffen; Caesar is misschien de eenige geweest.
Heden ten dage, nu de leuzen zoo. afgesleten zijn, dat ze als de
beeldenaren op te lang in circulatie gebleven munten niet meer te her
kennen zijn, is de verwarring nog grooter geworden. Een energiek,
naar de macht strevend man noemt zich in plaats van tyran
slechts dictator. Sedert Napoleon de slechte gewoonte weer heeft
ingesteld om de door middel van zijn genie verkregen macht
door de armzalige vertooning van een plebisciet te laten
sanctionneeren, hebben zijn kleinste navolgers hem in dit spelletje nage
aapt in de verbeelding, dat niemand dat zou merken. En toch
was juist Napoleon verstandig genoeg om in te zien hoe sceptisch een
wereld, zonder op menschelijke wezens gelijkende goden, tegenover
menschelijke grootheid stond, want op den dag, dat hij tot keizer
gekroond werd, zei hij met een mengeling van spot en melancholie:
,,Ik ben te laat geboren. Neem bijvoorbeeld Alexander. Hij ver
klaarde Jupiter's zoon te zijn en het geheele Oosten geloofde hem.
WA T IS EIGENLIJK
T-V" Tij leven in een merkwaardig
\A/ tijdvak.'
* * Misschien kunnen wij zelfs nu
zoo vroeg als bij de intrede ran het janr
1935, a' met redelijke kans op goed
hegrijpen afstand nemen en trachten
ons een objectief beeld te vormen van
onzen tijd, van dien storm van twintig
verwarde jaren, die een kentering zijn
tusschen twee eeuwen.
Een kort bestek, dat evenals de
Fransche revolutie en het eerste Keizer
rijk een uitgesleten eeuw, een zich
zelf overleefd hebbende maatschappij
afsloot en een nieuwen tijd, een
nieuwen levensstijl inluidde. Het was
merkwaardig dat al het heftig bewogenc,
al het glorieuze, al het idealistische, en
ook al het barbaarsche, dat de generatie
van Quatorze Juillet tot Waterloo ken
merkte, zoo verschrikkelijk ontbrak
aan de eeuw van biedermeiersche
burgerliikheid, van
victoriaanschcomntercialtsme en van het imperialisme der
a/geschuierde uniformen. Maar dia
gedachte is een troost. Want, zoo
gezien, hebben wij tenminste eenigen
grond, te mogen aannemen, dat onze
kinderen groot zullen worden in een
wereld die weinig met de onze gemeen
heeft, in een maatschappij die zich
niet zoo snel zal hebben overleefd als
it'at wij hebben achtergelaten, zoodat
hun de geweldige decepties bespaard
zullen blijven, die wij leerden ken
nen.
Want het zijn voornamelijk onze
teleurstellingen, die ons belet hebben,
de zaken in hun juiste proporties te
overzien. Na den eersten wereldoorlog
dachten wij: Ziezoo, nu is het
afgeloopen." Maar de fouten van onze
maatschappij, die niet van uitsluitend
politieken aard waren (zowls de
overwinnaars-uit-den-oorlog, de volken
bondsslimmeriken en de argelooze
pacifisten tot hun schade zouden
merken), en evenmin van enkel
economischen aard (zooals
vrijhandehiren, marxisten en andere
cenheidstheoric-berijders te hunnen detri
mente ervaren) de fouten van
onze samenleving zouden voeren tol
nieuwe decepties, tot de ineenstorting
die wij de wereldcrisis noemen en dit
feitelijk niets anders was dan het
verder verloop van de revolutie, die in
'14 begon.
De menschelijke samenleving, di<
op onze rustig voortwentelende aard*
ontstaan is, onderscheidt zich van d>
dierenwereld en van de heele verder,
physische ontwikkeling, die zich o j
aarde vertoont, slechts hierin, dat zi.
mens c hèlij k is. En der zelve,
fouten zullen dus ook wel -menscneliji
zijn en niet in n enkelvoudig axiomu
'zijn samen te vatten. Men kan er een
dik boek over schrijven. Maar laat
ons er hier over zwijgen.
Hetgeen nu onze aandacht boeit
zijn de catastroplien waartoe eei>
overleefde aera gevoerd heeft, d<
stormen, waarvoor wij hebben moeten
bukken. Die hebben volkeren ontwor
teld en bij millioenen menschen een
ongekende vrees voor de. toekomst doen
ontstaan, door het voortdurend besef
van dreigenden ondergang.
Hier schrikt, door vrees bevangen,
door een pessimistischen angst gebio
logeerd, een deel van de menschheid
terug. Dat deel wil niet zien wat er
werkelijk gebeurt. Het sluit zijn oogen.
Het vlucht in het verleden. Om dit
goedte begrijpen, moet msnds vergelijking
durven trekken mit de psychische
PAO < WINTFRNUMMER No. 3001
Als ik mij op het oogenblik Zoon van den Eeuwigen Vader noemde,
zou het eerste het beste vischwijf mij uit f luiten".
Doordat zij dit inzien doen de huidige dictatoren zich democratisch
voor en bederven daardoor hun beeld voor de geschiedenis. De grootste
dictator van onzen tijd, Mnssolini, heeft herhaaldelijk met mij over
de bron der macht, voortkomende uit de ware democratie, gesproken,
en de grootste democraat van onzen tijd, Masaryk, heeft mij in lange
gesprekken, die ik eerstdaags denk te publiceeren, de noodzakelijk
heid van korte perioden Van dictatuur bewezen. En hierbij komen wij
o]) de voornaamste drie punten van het probleem: natie, duur en
persoonlijkheid.
Zeker is het, dat enkele volken, bijvoorbeeld de Zwitsers, Hollan
ders, Engelschen, in aanleg en volgens de traditie minder geschikt
zijn voor de dictatuur dan andere, maar geen enkel volk is er geheel
veilig voor. Toen ik in 1928 Mussolini op het feit opmerkzaam maakte,
dat de Pruisen voor het fascisme veel geschikter waren dan de Italia
nen, gaf hij dit toe. Een volk als de Duitschers is niet alleen in staat,
maar verlangt er zelfs naar te gehoorzamen een unicum overigens
in de geschiedenis het houdt van ordening, rangschikking en ver
kiest deze boven de vrijheid, zoodat het dus een dictator verdient;
deze ziet er dan natuurlijk anders uit dan de man, dien de Italianen
op den langen duur zouden kunnen dulden. In elk geval zijn het geen
tijdperken, waarin een volk zich krachtig voelt, als het zich aan een
enkeling onderwerpt, en het zijn steeds de sterksten geweest die hem
bestreden.
Deze omstandigheden zien er op den afstand, waarop de historicus
DICTATUUR?
gesteldheid van die pathologische in
dividuen, die de werkelijkheid niet
zien willen en zich in een gefanta
seerde -wereld terugtrekken.
Ditzelfde geldt voor dat groote in
dividu, dat ,,menigte" heet. Wij zien
dezelfde pathologische trekken, de
kenmerken van een soort geestelijk
atavisme, dat zich in de gemeenschap
uit als een opleving van het horden
instinct.. Zoo herleeft, in de
schijnideologiecn van tallooze staatsideeën
die tegenwoordig opgeld doen, een
verleden van duizenden jaren. De oer
horde, de hoovaardij van den stam, de
behoefte naar een horden-aanvoerder,
een oervader. De dictatuur.
£*V' regressie-verschijnsel dus, die
heele ,,dictatuur". M aar daar
in j moeten we n factor niet vergeten.
De technische ingewikkeldheidvanonze
maatschappij, die tot het failliet van de
bestaande verhoudingen leidde, eischt
nieuwe vormen van samenleving en
samenwerking. Het ver 'uitgebouwd
mechanisme vergt nauwkeurig in el
kaar sluitende radertjes, een subtiel
aanvoelen van met elkaar in verband
staande bewegingen. En voor alles,
de behoefte aan overgave.
Een'verkeerd begrip van dezen
onverbiddelijken eisch voert allicht tot de
cultureele vergissing, dat wij ons in
blind vertrouwen aan een leider kun
nen overgeven, een vergissing die dan
wordt aangevoerd als motiveering van
een ideologie die tot geen ander rijk
behoort dan dat der verbeelding.
Een voorbeeld: er is waarschijnlijk
geen schooner instantane'e te nemen
van onzen tijd, in zijn technischen,
zijn wetenschappelijken en zijn
humanitairen kant, dan de operatie-zaal
PAG *> WINTERNUMMER N<> 3001
van een ziekenhuis. De arts, die de
narcose geeft, de verpleegsters, die de
doktoren in hun steriele jassen helpen,
de assistent die den chirurg hij staat.
de- leiding van dezen laatste ntin wien
alles in schijn onderworpen is (terwijl
het in werkelijkheid onderworpen is
aan een objectief gevonden stelsel, dat
iederen dag voor critiek en verbetering
vatbaar is) dat heele samenspel van
krachten, van intensieve actie, staat
van niets verder af dan ranhc,t beeld van
een gekurasscerd triomphator die een
zegekar door triomphbogen voert....
Neen, juist in die uitingen van onze
cultuur waar de topprestaties der
techniek tot de fijnste nuanceeringen
in staat stellen, bij de radio, de film,
de luchtvaart en zooveel meer, is het de
op elkaar af gestemde samenwerking van
gevoelige en geschoolde krachten, de
coöperatie' en niet de subordinatic,
die tot scheppend werk in staat is.
In hoe nauwen band ook collectief
samenwerkend, met n enkel doel
voor oogen, de werker van dezen tijd
is niet een onderworpene zonder ver
antwoordelijkheid. De richtsnoer voor
zijn arbeid vindt niet zijn verbin
dende kracht in een formeel bevel,
maar in een georganiseerde samen
werking volgens regelen die men
steeds op critischeen nuchtere wijze
tracht te volmaken. Wel is daar dan
een georganiseerde leiding, maar een
die verantwoordelijkheid, ook van
anderen, aanvaardt. Zooals de piloot
die aanvaardt van den marconist.
En omgekeerd.
Wij kunnen het leidend werk van
het collectief aanvaarden, maar niet
de. gezegelde orders van de dicta
tuur. ,
M. A'/LV.V
ADOLF HITLER
\
i
<y