De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 22 december pagina 4

22 december 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

-r f f ] Aanteekeningen over dictatuur /Arv II '(»?/ l* rei hei t klingt so schuit, dass »nin es nicht entbehren kiinnte, und venu es einen Irrtnni l>c:eiclinete. (ioethe N alle vraagstukken, waarin de machtsidee de voornaamste rol speelt, vormt het Christendom voortdurend een element, dat ver warring sticht. Koningen en heerschers, volken en staten, die zich Christelijk noemden en noemen, die met trots over hun staatsgodsdienst spn-ken en zich /.elfbewust stellen tegenover degenen, die kracht verkiezen hoven deugd en de uiteindelijke beslissing dus overlaten aan het geweld, zijn van oudsher onrustig geworden, als zij hun instincten voor macht en heerschappij nu eens moesten verloochenen, dan weer gedwongen waren deze onder valsche vlag tot uiting te laten komen. De geschiedenis van Europa in de laatste 1500 jaar bestaat uit een aaneenschakeling van impasses, waar koningen en priesters zich steeds uit trachtten te redden, door de innerlijke tegen spraak, die gelegen is in hun gemeenschappelijk optreden, te ver doezelen. De oogenblikken, waarop zij rede en moraal de waarheid in het gezicht slingerden, waarop zij met banvloeken en brandstapels, met gevangenissen, verbanning en afzetting elkaar, evenals heden ten dage, bestreden, dat zijn de grootste momenten der geschiedenis. Zij zijn belangrijker dan alle feestelijke intochten van succesrijke legeraanvoerders. ? De ware Christen, ook die van onze dagen, is ongevoelig voor de suggestie der macht, zooals, in de meest verheven verhalen der menschheid, de wijze ongevoelig is voor de verlokkingen van het geld. De veldpredikant, die kanonnen en vaandels zegent, zal altijd liet symbool van een groote tragi-comedie blijven. De gevoelens van vrome en tegelijkertijd naar macht strevende menschen zijn tot in naamgeving en terminologie vervalscht. Op de geheele wereld geldt de tyran als een slecht mensch, als een halve demon, en toch was de (ineksche tyrannos slechts een alleenheerscher, vaak humaner en goedmoediger dan menig gekozen president. Nu had de klassieke wereld in het algemeen vele mogelijkheden om de heerschappij in dragelijken vorm te gieten. Daar de voorChristelijke maatschappij geen kwaad geweten ten opzichte van het machtsbegrip behoefde te hebben; zijn de overgangen van den eenen regeeringsvorm tot den anderen steeds natuurlijk verloopen. De woor den hadden nog hun ware beteekenis, demos was nog volk, de dictator een beambte, die in het oude Rome hoogstens 6 maanden lang zijn functie mocht waarnemen. En daar in Athene in het begin van elk jaar een Archon Basileus, een regeerende koning, werd gekozen en in Sparta de twee koningen alleen gezamenlijk konden optreden, bleken reeds in die dagen de sombere gestalten van latere tijd perken onbestaanbaar. Terwijl men de Grieksche kunst slechts onder voorbehoud zorgeloos kan noemen, mag men den Griekschen staat toch. als zoodanig karaktériseeren. Scheiding van klassiek en modern r*\IT alles was weliswaar slechts mogelijk op de basis der slavernij, ^ die de klassieke wereld van de tegenwoordige scheidt. Hoeveel mannen en vrouwen in Thebe en Rome werkelijk slaven waren, is niet zeker. Neemt men aan, dat het slechts de helft was, dan herkent men daar een wereld in, waarin het sociale onrecht gemakkelijk te negeeren viel en men verwondert zich slechts, dat zij niet ten gevolge van een slavenopstand te gronde ging. Want hoewel menige slaaf in Athene een beter leven had dan een mijnwerker, dan blijft nog het onderscheid, dat in de Christelijke maatschappij de slavernij een innerlijk conflict zou doen ontstaan, dat in.de klassieke wereld niet mogelijk was. Schopenhauer heeft de ridderlijkheid er van beschuldigd, dat zij de geschiedenis bedorven heeft; hij bedoelde in dit verband de Chris telijke moraal. Als de burger;uit de klassieke oudheid zijn rechten handhaafde, deed hij dat steeds als een oligarch, want onder hem stond de grauwe massa, waarvan de leden als voorwerpen behandeld werden en die men naar willekeur als een huisdier mocht dooden. In Rome verwierp men het voorstel om alle slaven van een kenmerk in hun hals te voorzien, op de in onze ooren merkwaardig klinkende tegen werping/ dat zij dan zouden zien, hoe talrijk zij wel waren en dus tegen hun meesters in opstand zouden komen. EMIL LUDWIG Sedert alle menschen broeders zijn, omdat zij allen slechts n vader hebben, is het probleem onoplosbaar zoo lang de wil tot macht nog in den enkeling, die op de hoofden der anderen wil klimmen, (vaak alleen maar om zich te amuseeren), leeft. Deze enkeling is lang niet altijd de slechtste, maar de geschiedenis is toch nog steeds armer aan mannen, die door de macht niet bedorven zijn, dus armer aan mannen met hoogstaand karakter dan aan genieën. Tusschen Pericles en Lincoln zal men een half dozijn met karakter kunnen aanwijzen. En men zal slechts zelden een genie onder deze onkreukbare karakters aantreffen; Caesar is misschien de eenige geweest. Heden ten dage, nu de leuzen zoo. afgesleten zijn, dat ze als de beeldenaren op te lang in circulatie gebleven munten niet meer te her kennen zijn, is de verwarring nog grooter geworden. Een energiek, naar de macht strevend man noemt zich in plaats van tyran slechts dictator. Sedert Napoleon de slechte gewoonte weer heeft ingesteld om de door middel van zijn genie verkregen macht door de armzalige vertooning van een plebisciet te laten sanctionneeren, hebben zijn kleinste navolgers hem in dit spelletje nage aapt in de verbeelding, dat niemand dat zou merken. En toch was juist Napoleon verstandig genoeg om in te zien hoe sceptisch een wereld, zonder op menschelijke wezens gelijkende goden, tegenover menschelijke grootheid stond, want op den dag, dat hij tot keizer gekroond werd, zei hij met een mengeling van spot en melancholie: ,,Ik ben te laat geboren. Neem bijvoorbeeld Alexander. Hij ver klaarde Jupiter's zoon te zijn en het geheele Oosten geloofde hem. WA T IS EIGENLIJK T-V" Tij leven in een merkwaardig \A/ tijdvak.' * * Misschien kunnen wij zelfs nu zoo vroeg als bij de intrede ran het janr 1935, a' met redelijke kans op goed hegrijpen afstand nemen en trachten ons een objectief beeld te vormen van onzen tijd, van dien storm van twintig verwarde jaren, die een kentering zijn tusschen twee eeuwen. Een kort bestek, dat evenals de Fransche revolutie en het eerste Keizer rijk een uitgesleten eeuw, een zich zelf overleefd hebbende maatschappij afsloot en een nieuwen tijd, een nieuwen levensstijl inluidde. Het was merkwaardig dat al het heftig bewogenc, al het glorieuze, al het idealistische, en ook al het barbaarsche, dat de generatie van Quatorze Juillet tot Waterloo ken merkte, zoo verschrikkelijk ontbrak aan de eeuw van biedermeiersche burgerliikheid, van victoriaanschcomntercialtsme en van het imperialisme der a/geschuierde uniformen. Maar dia gedachte is een troost. Want, zoo gezien, hebben wij tenminste eenigen grond, te mogen aannemen, dat onze kinderen groot zullen worden in een wereld die weinig met de onze gemeen heeft, in een maatschappij die zich niet zoo snel zal hebben overleefd als it'at wij hebben achtergelaten, zoodat hun de geweldige decepties bespaard zullen blijven, die wij leerden ken nen. Want het zijn voornamelijk onze teleurstellingen, die ons belet hebben, de zaken in hun juiste proporties te overzien. Na den eersten wereldoorlog dachten wij: Ziezoo, nu is het afgeloopen." Maar de fouten van onze maatschappij, die niet van uitsluitend politieken aard waren (zowls de overwinnaars-uit-den-oorlog, de volken bondsslimmeriken en de argelooze pacifisten tot hun schade zouden merken), en evenmin van enkel economischen aard (zooals vrijhandehiren, marxisten en andere cenheidstheoric-berijders te hunnen detri mente ervaren) de fouten van onze samenleving zouden voeren tol nieuwe decepties, tot de ineenstorting die wij de wereldcrisis noemen en dit feitelijk niets anders was dan het verder verloop van de revolutie, die in '14 begon. De menschelijke samenleving, di< op onze rustig voortwentelende aard* ontstaan is, onderscheidt zich van d> dierenwereld en van de heele verder, physische ontwikkeling, die zich o j aarde vertoont, slechts hierin, dat zi. mens c hèlij k is. En der zelve, fouten zullen dus ook wel -menscneliji zijn en niet in n enkelvoudig axiomu 'zijn samen te vatten. Men kan er een dik boek over schrijven. Maar laat ons er hier over zwijgen. Hetgeen nu onze aandacht boeit zijn de catastroplien waartoe eei> overleefde aera gevoerd heeft, d< stormen, waarvoor wij hebben moeten bukken. Die hebben volkeren ontwor teld en bij millioenen menschen een ongekende vrees voor de. toekomst doen ontstaan, door het voortdurend besef van dreigenden ondergang. Hier schrikt, door vrees bevangen, door een pessimistischen angst gebio logeerd, een deel van de menschheid terug. Dat deel wil niet zien wat er werkelijk gebeurt. Het sluit zijn oogen. Het vlucht in het verleden. Om dit goedte begrijpen, moet msnds vergelijking durven trekken mit de psychische PAO < WINTFRNUMMER No. 3001 Als ik mij op het oogenblik Zoon van den Eeuwigen Vader noemde, zou het eerste het beste vischwijf mij uit f luiten". Doordat zij dit inzien doen de huidige dictatoren zich democratisch voor en bederven daardoor hun beeld voor de geschiedenis. De grootste dictator van onzen tijd, Mnssolini, heeft herhaaldelijk met mij over de bron der macht, voortkomende uit de ware democratie, gesproken, en de grootste democraat van onzen tijd, Masaryk, heeft mij in lange gesprekken, die ik eerstdaags denk te publiceeren, de noodzakelijk heid van korte perioden Van dictatuur bewezen. En hierbij komen wij o]) de voornaamste drie punten van het probleem: natie, duur en persoonlijkheid. Zeker is het, dat enkele volken, bijvoorbeeld de Zwitsers, Hollan ders, Engelschen, in aanleg en volgens de traditie minder geschikt zijn voor de dictatuur dan andere, maar geen enkel volk is er geheel veilig voor. Toen ik in 1928 Mussolini op het feit opmerkzaam maakte, dat de Pruisen voor het fascisme veel geschikter waren dan de Italia nen, gaf hij dit toe. Een volk als de Duitschers is niet alleen in staat, maar verlangt er zelfs naar te gehoorzamen een unicum overigens in de geschiedenis het houdt van ordening, rangschikking en ver kiest deze boven de vrijheid, zoodat het dus een dictator verdient; deze ziet er dan natuurlijk anders uit dan de man, dien de Italianen op den langen duur zouden kunnen dulden. In elk geval zijn het geen tijdperken, waarin een volk zich krachtig voelt, als het zich aan een enkeling onderwerpt, en het zijn steeds de sterksten geweest die hem bestreden. Deze omstandigheden zien er op den afstand, waarop de historicus DICTATUUR? gesteldheid van die pathologische in dividuen, die de werkelijkheid niet zien willen en zich in een gefanta seerde -wereld terugtrekken. Ditzelfde geldt voor dat groote in dividu, dat ,,menigte" heet. Wij zien dezelfde pathologische trekken, de kenmerken van een soort geestelijk atavisme, dat zich in de gemeenschap uit als een opleving van het horden instinct.. Zoo herleeft, in de schijnideologiecn van tallooze staatsideeën die tegenwoordig opgeld doen, een verleden van duizenden jaren. De oer horde, de hoovaardij van den stam, de behoefte naar een horden-aanvoerder, een oervader. De dictatuur. £*V' regressie-verschijnsel dus, die heele ,,dictatuur". M aar daar in j moeten we n factor niet vergeten. De technische ingewikkeldheidvanonze maatschappij, die tot het failliet van de bestaande verhoudingen leidde, eischt nieuwe vormen van samenleving en samenwerking. Het ver 'uitgebouwd mechanisme vergt nauwkeurig in el kaar sluitende radertjes, een subtiel aanvoelen van met elkaar in verband staande bewegingen. En voor alles, de behoefte aan overgave. Een'verkeerd begrip van dezen onverbiddelijken eisch voert allicht tot de cultureele vergissing, dat wij ons in blind vertrouwen aan een leider kun nen overgeven, een vergissing die dan wordt aangevoerd als motiveering van een ideologie die tot geen ander rijk behoort dan dat der verbeelding. Een voorbeeld: er is waarschijnlijk geen schooner instantane'e te nemen van onzen tijd, in zijn technischen, zijn wetenschappelijken en zijn humanitairen kant, dan de operatie-zaal PAG *> WINTERNUMMER N<> 3001 van een ziekenhuis. De arts, die de narcose geeft, de verpleegsters, die de doktoren in hun steriele jassen helpen, de assistent die den chirurg hij staat. de- leiding van dezen laatste ntin wien alles in schijn onderworpen is (terwijl het in werkelijkheid onderworpen is aan een objectief gevonden stelsel, dat iederen dag voor critiek en verbetering vatbaar is) dat heele samenspel van krachten, van intensieve actie, staat van niets verder af dan ranhc,t beeld van een gekurasscerd triomphator die een zegekar door triomphbogen voert.... Neen, juist in die uitingen van onze cultuur waar de topprestaties der techniek tot de fijnste nuanceeringen in staat stellen, bij de radio, de film, de luchtvaart en zooveel meer, is het de op elkaar af gestemde samenwerking van gevoelige en geschoolde krachten, de coöperatie' en niet de subordinatic, die tot scheppend werk in staat is. In hoe nauwen band ook collectief samenwerkend, met n enkel doel voor oogen, de werker van dezen tijd is niet een onderworpene zonder ver antwoordelijkheid. De richtsnoer voor zijn arbeid vindt niet zijn verbin dende kracht in een formeel bevel, maar in een georganiseerde samen werking volgens regelen die men steeds op critischeen nuchtere wijze tracht te volmaken. Wel is daar dan een georganiseerde leiding, maar een die verantwoordelijkheid, ook van anderen, aanvaardt. Zooals de piloot die aanvaardt van den marconist. En omgekeerd. Wij kunnen het leidend werk van het collectief aanvaarden, maar niet de. gezegelde orders van de dicta tuur. , M. A'/LV.V ADOLF HITLER \ i <y

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl