Historisch Archief 1877-1940
KUNNEN WIJ ONS BESCHERMEN?! Engelsche politiek
Teekening voor,,de Groene"
van S. C. van Vleuten
BURGERS EN GAS
l
i
WIJ leven vrij. wij leven blij, en wij leven
vooral rustig. Om ons been davert «Ie wereld
politiek, en er zijn er die zeggen dat op
een kwaden dag hot gedaver der kanonnen weer
alle andere geluiden zul overstemmen, maar
voorshands vinden wij de spelling-kwestie en de
begroot ingsdebat ten toch nog- wél zoo belangrijk.
liet is dan ook niet waarschijnlijk, dat liet
eenige weken geleden verschenen boekje over
den eheuiiscben oorlog en zijn beteekenis voor de
burgerbevolking 1) veel onrust zal verwekken,
eu eenerzijds is dit natuurlijk ? maar goed ook.
Aan den andereu kant staan er enkele dingen
in, die toch wel eens onder de aandacht mogen
worden gebracht.
Daar is in de eerste plaats de vraag, óf chemische
strijdmiddelen gewoonlijk samengevat als
gassen" in een eventueelen oorlog tegen do
burgerbevolking zullen worden gebruikt. De
schrijver meent van wel. Reeds in 'den vorigen
oorlog waren de industrie en het verkeer in het
achterland van ten minste even groote beteekenis
voor de overwinning als de troepen aan het front:
een gevolg van de moderne krijgstechniek, die
enorme hoeveelheden materiaal verslindt, liet
meisje dat granaten maakt is voor den vijand
niet minder gevaarlijk dan de artillerist die ze
verschiet. Er was maar n reden om den artillerist
1) Yge ' Foppema:
(Schiiyt, Velsen).
Cfas! Zijn wij
niHiimiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiij
f T\E Groene" heeft een aantal deskundigen |
i' »?*?"' van verschillende richting verzocht hun op- f
= vattingen te doen kennen over een aantal onder- |
| deelen van het verontrustende probleem der lucht- f
f bescherming, speciaal met betrekking tot den chemi- |
s schen oorlog. Achtereenvolgens zullen schrijven: f
Lt.-Gen. P. H. A, DE RIDDER over de organisatie f
| der luchtbescherming; i
l Ir. K. J. HONDIUS en architect A. H. VAN f
| LEEUWEN over gasmaskers en vluchtkelders; i
| WICKHAM STEED over de vraag, of de burger- |
| bevolking in een eventueelen strijd zal worden
| betrokken; |
| JERóME DEBRIEU over het karakter [van den \
= gasoorlog; f
| Dr. H. PEETÊRS over de gevolgen van gasvergiftiging; |
| terwijl in een slotartikel de conclusies uit een en f
f -onder zullen worden getrokken. . f ?
| Deze week worden aan de hond van eenige recente \
| publicaties de hoofdpunten van het vraagstuk der \
i luchtbescherming aan de orde gesteld. i
r s
Tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i in iiiiiiiiiiniiiiiiiiii min iiiiiniT
wel en het meisje niet aan te vallen: en wel juist
de aanwezigheid van een front, waar de strijd
werd uitgestreden en waarachter het vaderland
betrekkelijk veilig lag.
Doch op 1918 is een periode gevolgd van snelle
ontwikkeling der luchtvaart. De oorlog is drie
dimensionaal geworden. Over de fronten heen
is elk achterland bereikbaar: het geheele land
is ,,front" geworden. Vandaar dat Lloyd George
kon zeggen, dat in een volgenden oorlog ,,de
kinderen in de loopgraveu zouden staan".
Ongetwijfeld zijn er overeenkomsten, die het
luchtbombardement en het gebruik van chemische
strijdmiddelen tegen een bargetbevolking Ver
bieden. Doch ook in 1914 waren er verbodsbepa
lingen tegen de toepassing van gifgassen, en in
den loop van den wereldoorlog zijn al de/.e bepa
lingen overtreden of omzeild. Er is weinig reden
om te verwachten, dat in de toekomst papieren
bepalingen stand zullen houden tegenover militaire
noodzaak.
Geen bescherming van
het economisch leven
T N de tweede plaats dringt
J- zich de vraag op wat der
burgerij te wachten staat indien
zij werkelijk met de strijdmid
delen van den modernen oorlog
zou worden aangevallen. En dan
valt het op, dat er tot dusver
vrijwel uitsluitend en dan
nog weinig aandacht is be
steed aan de bescheiming van
het bloote leven der burgers,
doch dat er bijna niets is ge
daan (ett mogelijk ook maar
weinig gedaan kan worden) om
bij een permanenten alarmtoe
stand en ondanks herhaalde
aanvallen een eenigszins
regelmatigen voortgang der productie
en een aan noodzakelijke be
hoeften voldoend verkeer te
handhaven. Het gevaar voor
ontreddering van het
productieen distributie-apparaat acht de
schrijver het grootst ? en juist
tegen dit gevaar bestaat vrijwel
geen bescherming.
In de derde plaats komt de
vraag, wat er dan wél te be
schermen valt. Het is duidelijk,
dat luchtbescherming binnen
zekere grenzen mogelijk is. Doch
niemand schijnt ook maar bij
benadering te weten, waar deze
grenzen liggen. Volgens den
schrijver .moet men met betrek
kelijk eenvoudige beschermings
maatregelen kunnen volstaan.
Immers, tegen een voltreffer met
een modern projectiel is vrijwel
? niets'bestand. Boven een zekere
grens van bescherming gaat
toevalsfatcor, waar het de
Oe ridder der twintigste eeuw
projectiel neerkomt, «en zóó groote rol spelen,
dat verdere beschermingspogingen het karakter
krijgen van een loterijspel en de meerdere kosten
en bezwaren niet door een grootere veiligheid
worden gerechtvaardigd.
Luchtbescherming beteekent geen betrekkelijke
veiligheid, doch in het beste geval een verminde
ring van de kans, in lijf on leven te worden ge
troffen. Zij biedt een zekeren waarborg voor
verbetering van de ongevallenstatistiek, doch
zij schenkt den individueelen burger geen bepaalde
zekerheid als resultaat van bepaalde maatregelen.
Ten slotte komt de kwestie der organisatie.
In alle militaire geschriften over het onderwerp
kan men lezen, dat gastucht van meer belang
is dan een gasmasker, dat het grootste gevaar
der chemische strijdmiddelen schuilt in hun
demoraliscerenden invloed.... op straf georgani
seerde en gedisciplineerde troepen ! Wat mag men
in dit opzicht van do burgerij verwachten? Dit
probleem is nog bijna niet aangeroerd; het is
alsof de deskundigen huiverig zijn om er over te
beginnen. De stelling van den schrijver, dat van
luchtbeschermingsmaatregelen weinig heil te ver
wachten is zoolang niet de geheele burgerbevol
king onder militaire tucht staat, is misschien
voor aanvechting vatbaar, doch dan zal men toch
een eenigszins aannemelijk beeld moeten schilderen
van hoe het wél moet en kan. liet is teekenend,
dat men in onze groote steden, die het eerst
en het meest gevaar loopen, tot dusver nog niets
op dit gebied heeft durven orgauiseeren.
Een humaan" strijdmiddel
GEN.-MAJOOB Foulkes. do commandant der
Engelsche gasbrigade in den wereldoorlog,
schat het aantal dooden en gewonden ten
gevolge van gas op het Westelijk gevocht
sterrein op een milliuen. terwijl het aantal
gasprojectielen slechts ongeveer 5% bedroeg van het
verschoten totaal. ,
In de eerste maanden van den gasoorlog.
toen de soldaten nog vrijwel onbeschermd waren
tegen het nieuwe wapen, was uit den aard dor
zaak het sterftecijfer zeer hoog, dorh ook daarna
bleef het gas een geducht wapen. In de periode
van December 1915 tot Augustus 1U1U hadden
de Engelschen aan het Westelijk front vijf groote
gasaanvallen te doorstaan; 4378 mannen werden
hierdoor buiten gevecht gesteld, vati welke
21 pCt. stierven. Nog op 31 Januari 1017 'werden
bij een aanval op 10000 man Fransche troepen
in Champagne 2002 man gegast; hiervan over
leden er 531.
Dat later het sterftecijfer aanzienlijk daalde
was een gevolg van de invoering van het
mosterdgas, en men heeft hieraan de conclusie willen
verbinden, dat dit gas eigenlijk een zeer humaan
strijdmiddel is. Inderdaad is het percentage
gestorvenen lager, doch daarvoor zijn de totalen
dan ook zooveel te hooger!
Dat de mortaliteit bij mosterdgas zooveel
lager is dan bij andere gassoorten is een gevolg
van twee feiten. In de eerste plaats werden met
dit gas vél meer monschen bereikt, van wie
een groot deel slechts licht besmet werd. Deze
verhooging van het totale aantal getroffenen
drukt het sterfte-percentage, zonder dat het
aantal dooden er minder door wordt. In de tweede
plaats is het antwoord op een
mosterdgasbeschieting de zgn. tactische weigering": men
ontruimt eenvoudig het beschoten terrein, omdat
liet toch niet te houden is, en spaart zoodoende
zijn manschappen.
Alle gasstatistieken zyri onbetrouwbaar in dit
opzicht, dat er niet in begrepen zijn degenen,
die tijdens een gasaanval door kogel of bajonet
zijn gesneuveld (doch die, indien zij hiervoor
gespaard waren gebleven, aan gasvergiftiging
zouden zijn gestorven) en evenmin zij, die later,
soms na jaren?stierven aan secundaire gevolgen
der vergassing.
Bij de beoordeeling van het gevaar, dat de
burgerbevolking in een volgenden oorlog zou
loopen, zijn deze dingen van zeer' groote beteekenis.
De cijfers, die door den Engelschen hoofdofficier
zijn gepubliceerd, komen juist op tijd om tal
van misvattingen op dit punt : ontstaan door
dat de meeste Duitsche gegevens over de resul
taten van den ehemischen oorlog hopeloos onbe»
trouwbaar zijn recht te zetten. Zij maken de
vraag: Wat staat ons en met name de burger
bevolking r in een volgenden, oorlog te wachten?"
klemmender dan ooit.
F. A. BOELS
PAG. 4 DE GROENE No, 3004
Twee rapporten
DE Engelsche landsdrukkerij heeft zich
de laatste maanden danig geweerd. Twee
vette rapporten zijn verschenen, het eerste
over eenige noodlijdende gebieden in Engeland"
en, vrijwel in bybelomvang, een verslag van de
gezamenlijke commissie uit Hooger- en
LagerHuis over den nieuwen Britsch-Indischen
regeeringsvorn». Hoewel van het uiterste belang,
heeft het; groote publiek van geen van beide veel
notitie genomen. Daarvoor zijn zij te zeer nog op
het gebied, der theorie. Maar politiek is er geweldig
van de roode en zwarte torens geblazen en uit deze
cacophoniüheeft de nationale regeering zeker geen .
,lang zal zo loven" kunnen componeeren.
Onbehaaglijke cijfers
HET onderzoek naar maatregelen ter bestrijding
der werkloosheid is uitgebracht door vier
dignitarisscn met centros titels en functies voor en
achter hun naam. Het rapport heeft een
overeenkntnstigen netten eu bezadigden inhoud, behoort
in iedere conservatieve huiskamer thuis en kan
met vrucht bestudeerd worden door medelijdende
harten voor een knappend haardvuur. Het is
jammer voor hot gouvernement, dat dezen vier
heeren oen z.g. vrije hand liet (maar eraan toege
voegd zal hebben ,.maar nu geen gekke, ruoie
plannen voorstellen"), dat het feiten- en cijfer
materiaal zoo weinig comfortabel is. In do bespro
ken districten: Cumborlond, Durham-Tynosido.
Wales-Monmouthshiro en Schotland zijn stuk voor
stuk moer dan 30 pCt. dor bevolking werkloos.
In Cumberland zijn mijndistrieten waar moor dan
i»0 pCt. werk zoeken; liet grootste deel is moer dan
oon jaar en moer dan een vierde langer dan vier
jaar werkloos | Dit district biedt ook vrijwel
geen kans op'verbetering; or is oon overschot van
."«O 'pCt., dat nooit moor emplooi vindt.
. fn deze rapporten komt niet of nauwelijks tot
uitdrukking, dat in Engeland weer typische
..doode steden" zijn ontstaan, waar geen fabriek
of mijn moor werkt of werken zal en straten wieden
wordt afgewisseld mot balie kluiven. De moroelo
invloed hiervan juist op den Engelschen arbeider.
dit-, hoewel traag, zich altijd een specialist
gildeman voelt is grooter dan in andere landen.
liet geweldige vraagstuk, hoe do komende
generat ie op peil to honden, wordt in het rapport bijna
overal behandeld met de naïveteit van iemand,
di<Lloyd George
hij den aankoop van een doosje lucifers op straat
voelt een padvindersdaad te hebben verricht.
Dit is trouwens geheel in overeenstemming met
het' principe van den werkloozensteun, die toch ook
in wezen niet meer dan een sentimenteele oplos
sing van een technisch probleem is. Nergens een
koen project, en dat voor een land met koloniën
on dominions, die zoowel haar klimaat als ruimto
nog milliocnen kunnen absorboercn.
Een plan vereiscmS een sterke hand.... en
kapitaal; de eerste ontbreekt en het tweede moet
toch interest opbrengen !
GANDHI
LEUTEN
Hervormingsplannen in Britsch-Indi
HET India-Reform-rapport heeft de bronnen der
welsprekendheid heel wat hooger doen spuiten..
De nieuwe regeert ngs vorm is eon poging1 om van do
kolonie Indiëgeleidelijk oen zelfstandig Dominion
to maken. Men koos als basis oen federatie van
provinciën en staten (waar de vorsten regeereiO.
ledere ..federal state" heeft een centrale wetgeven
de en uitvoerende macht. De provinciale staten
worden gekozen door mannelijke en vrouwelijke
kiezers. Het getal kiesgerechtigden zou ongevoel
ig pOt. der huidige bevolking zijn (28 millibon
mannen en <i millioen vrouwen). Voorts eenige.
bizondere zetels (Europeanen en ex-officieren).
waarvan men nu eenmaal in Britanniëgeen afstand
kan doen. Het is bedoeling, het directe fci?estelsel
te nemen. De uitvoerende macht berust bij oon
door de kroon aangestolden gouverneur.
Boven dit stelsel van autonome provinciën en
staten is oen Indisch Hooger en Lager Huis met
een gouverneur-generaal geconstrueerd. Bij dezetv
laatste ligt dan nog steeds oen groot o macht
daar hij, wat betreft .'leger, vloot, bniJonlandscho
politiek en inwendige orde. naar eigen inzicht kan
handelen.
Dit alles is opgezet volgens de beste tradities
der Engelsche democratische idee en met groot
besef van het probleem van rassen, godsdiensten
011 kasten. Het is een respectabele poging, maat
hot gaat den nationalisten in Indiëlang niet ver
genoeg (al kan men aannemen dat de intransigontie
van (jandhi heeft afgedaan), en een groot dool der
Engelschen vé>l te ver.
De onwil der Indiërs is echter mce,recii questie
van ras dan van regeeringsvorm. En als zij hun
nu toegedachte functies goed vervullen, zullen zij
spoedig genoeg volledige autonomie kunnen
afdwingen (zie Zuid-Afrika). De starre conser
vatieven schetteren ovor den waanzin, in dit
tijdsgewricht een volk een versleten
regeeiingsvorm te willen geven. Bit klinkt idealistisch; maai
er achter schuilt Ijtft praeterea censoo: ,.ze zullen
onze vorderingen en pensioenen niet moer betalen
on onze goederen niet meer köopen." Dot is daar
vooral dat den heeren de rijlaars knijpt. En de pijn
was zoo kwalijk, dat een scheur in de conservatieve
PAG. 5 DE GROENE No. 3004
kamerfractie alloen kou worden voorkomen door
een partijcongres. Verscheidene machtige
partijbonzi'ii speelden hevii: op. maar Baldwin kon na
aflonp 'zijn vriend MaePonald een gerust stollend
toletrram zonden, al profeteerde ('hui-chill dat 'met
«Ie ij/.oren vuist Indiöeouwiir Britsen, met dit plan
Indio in honderd jaar verloren Z"ii zijn.
Koren op den Labour-molen
EX mi de invloed van deze twee problemen op
het' binnenlandsehe politieke spel. In H»33 zijn
er nieuwe verkiezingen. De regeering is de laatste
twaalf maanden geweldig veel minder getapt bij
haar volgelingen, terwijl I^abour bij alle
tusschentijdsche en no venverkiezingen winst of vorderingen
maakt. (De,regeering werkt nu al met 37
cinemaatito'seii -pusten om propaganda temaken.) Het
oorsto rapport heeft Labpür weer een dikke ..plank
in the platform" gegeven. Het 'tweede rapport
«l heeft- hot een forsche meerderheid in het Lager
huis gekregen?heeft de wig zoo diep in do
recht'seho partij gedreven, dat men 't kan hoofeii
kraken. Dit vooral omdat de India-Bill oen. ont
werp is, overgenomen van do vorige socialistische
reiïooring. zonder d«t dit bij hot vormen der
coalitie-rogeering was afgesproken. Dus een zuivere
concessie aan de
National-labourit.es.En achter de coulissen staat een gevaarlijke
duivol-in-de-doos. Lloyd (ïoorge. Zijn vroegere libe
rale pari i j is op sterven na dood. Maar hijzelf heeft
nog altijd ooi i groot gehoor bij geinatipd-liuks. en
hij hooft blijkbaar genoeg van memoires-schrijven
on boeren. Op 15 .December gaf hij een verklaring
van zijn Xew deal". Hij is voor geen socialen
maatregel vervaard, al was het maar om het
socialisme af te loeven. Hij ziet zich als tolk van
allo links-gorichten, die tot nog toe geen kleur
wilden of durfden to bekennen. Het geheel lijkt
sterk op een poging van kapitalisten, een mogelijke
overwinning van Labour te voorkomen door een
nieuwo ,,derdo partij".te schoppen, die de
parlementairo touwtjes in handen hooft. Do komende
IS maanden zullen wel toonen of de berekening
voor hem en zijn vrienden uit bank- en
industriekringen steek zal houden.
II. VAN RAVKNBKKK
?r