De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 29 december pagina 7

29 december 1934 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Schilderkunst ?'.?*'! .»! f l ] Hedendaagsche schilders l ?'M »'-i' f J» II l A. Loots. bij Santee Landweer. Amsterdam W A N N K K K wij het o\vr ..na tuurlijkheid" hij e«'Uschild«'i hebben «Hu voegt y,eker eenige oplettciidhcül. Natuurlijkheid is ongetwijfeld ??«?u overeenkomst ighcid van «l" gi-voeicns van tlt'nschihl'-r met «lie «Ier incest t- nu'iisi'lH'ii; liij hi'eft dan «Ie kans op hot meest-verstaan wor«len: zijn persoonlijkheid, met haar marge van afwijking van «len norm. «lie iedere perst lonlijklu'id karakte riseert, kan dan liet eenvoudigst ge noten worden dour de meenten. Banaliteit valt van /.elve hier buiten: bairiliteit erkennen wij niet in het kunstwerk. Kr is echter nog een na tuurlijkheid, die ge moet laten gelden. wanneer liet kunstwerk u bizar of den meer-teil vreemd en vervreemd van de meesten, u toeschijnt te '/.ijn. Deze hi/.onderc . nat wirlijkheid" is in het kunstwerk steeds aamxe/ig. wan neer mv gevoel u «loei gevoelen. dat de innerlijke aard van «U-n. schilder geen andere vertolking duJdt dan hij geeft: waniieer ge tussclien /ijn werk en zijn w<"Zen geen actief voornemen ontdekt ..afzonderlijk" te zijn. geen moeilwil dus er in erkennen kunt. Dat isnoic een natuurlijkheid.dicafzonderlijke en diclatcrtot een haast algemeeiie kan worden, wanne»-!' het we/en van een tij«{p«-rk daarom vraagt en /.e vele elementen bex.it. toch Vllll blijvenden aard. Zulke af/.onderlijke. eerst afzonderlijke natuurlijkheid, die dikwijls iet- nieuws brengt, heeft in de kunsten menigmaal aanleiding gegeven toi ioiderschatting. miskenning. onwil, di" later wonderlijk kun nen toelijketi. liet \verk van den jonr«'n schilde;A/li. r.ti'ifx is van een eenvoudige nat uurlijkiiei'l. die «je b.v. bij den schralen <>reg<drc te veel mist. Het werk is het werk van een «uilen realist en <«-l«'ii-;t en het is in /.ijn intonatie /eer uit ons land.. Twee poi'tretle), .niet het naakt) en een paar s'tad>.ge/.ichtcn /ijn (laarvan «te iiUH-.st t ypeeii-nde voorbeelden. Vooral d" twee portretten, waarvan het lle nnn<.ri-n<iam is door Vele levende ..bruinen" >'M waarvan het andere (met roodeii de figuur weergeeft' in een licht-niimte. lijken mij van Loot s i--t~ t.e «l-ieii .verwachten. Eekman bij Santee Landweer, Amsterdam NATliTKLUK ziet iedereen en z«lgt het. dat Kekman een invloed lieeft ondervonden van. Jirueghel. <len teekenaar der boeren. Het is niets ongewoon*, dut iemand xoo'n invloed ondergaat van een der oivweerstaanbre meesters van ons ras. of dal hij. van datzelfde ras gelijkenis vertoont met "Bru ey h el. Soms is zulke gelijke nis van de hoogste orde en g«v kunt zeggen-<1 H t een ras. zich opni.-uw be leeft of herleeft in een .schilder. (.Jo gevoelt dan enkel noodzaak in het werk: innerlijkheid cnwerk xijn ongescheiden: geen verstandelijke over weging ti-aeht «l«iu bedriegelijk aan elkaar te plakken wat geenonsL-h.'idbanr geheel is. .Hij IVrmcke vindt ge de Jiêrleving van het Vlaamsclie ras in een schilder en het werk is bij h'.'in onscheidbaar van de aan-/ettende DANSEN EEN'BESCHAAFD GENOEGEN mits In TANZ KLAUSE Mirnlittr. b/h LEIDSCHEPLEIN ontroering, Kr zijn andere ««vereenkomsten bij andere schilders, /ij xijn in meerdere of mindere maten be vangen van visucelc herinneringen atitieen voorgang,«r of aan een grootere en hun geest, uit op Koeken, voelt .zich tijdelijk verzadigd door wat een ander maakte, /onder dat daarom hun eigen wezen geheel gegeven wordt door wat zulke visueele herinnering daar achterliet. Kr is nog iets, en dikwijls, in zulk. werk te bespeuren. J let werk van den n'ivtdgeriden schil der krijgt iets litterair* tegenover het volslagen picturale van don vooruauger: het drarnu wordt gespeeld op een kleiner, en eer-begrensd toonecl. Wie kun ontkennen, dat we dit laatste bij Kekman vinden? J. Troelstra. bij Van Lier Amsterdam H KT werk van J elle Troelstra heef t een bekend gezicht; het is zonder twijfel uit wat g^ de Iktrgsehe School ?/.oudt kunnen noemen. Het vertoont dnarvan «Ie kenmerken: een sterk driedimensionaal modeléen het tracht de vormen synthetiseereiid. groot ze te geven. Het is van dat Jiergsche werk een exempe!. zoo niet een kiaehtigst voorbeeld! Ge wordt onophoudelijk herinnerd aan sterker talenten bij het bezien ervan. K^n tier goede portretten van Troflstra is de kop vun Wibaut. een kop. di * door d? uitdrukking van 'macht-hebben en van inachtig-/ijn, meer dan n schilder bewoog hem te kenschetsen. De meeste, andere wer ken zijn landschappen met de eigen schappen, die ik hiervoor beschreef. Toch is er verschil in de/e landschap pen, enz. Sommige zij n blanker, andere zwaarder van /wart. Mijn voorkeur gaat mrir het wei-k, dat blanker is; ik vind daar een persoonlijker uit drukking in dan in de andere. j. P. van der Leeuw, Statenlaan 71. Den Haag OM het goud. rood en blauw zullen sommigen deze teekeningcn ver warren met groot e miniaturen. Wij waardeeren alleen de miniaturen uit bepa-ilde perioden, omdat zij ons tref fen door een'toch sterke naïveteit en omdat de vulling van hel vlak, omrand door guirlanden. een krachtig gevoel' voor het decoratieve vertoont, waar bij wij dan wel aan natuurgetrouw heid? wat verspelen, maar veel meer winnen door juist den gesimpliceer den rijkdom der versiering. Kigcnlijk zoeken wij dus overal oen kracht, die recht van «loon geeft en eigenlijk laat ons wat zwak in van onnatuurlijk heid onverschillig of ongetroost. De/e teekeningen van Van der Leeuw hebben om* nergens overtuigd van de kracht van den teekenaar; /ij hebben ons nergens overreed tot het medebeleven der ontroeringen van den maker: zij hebben ons de 'ontroer ringen van «len maker nergens aange naam gemaakt. -.Jlot is niet zonder leeriiig voor den toeschouwer, als hij de teekeningen vergelijkt met Heanlsley's werk, met dat van De Xerée. Deze vergelijking kan dien toeschouwer toch duidelijk maken, dat Vnn der Leeuw kracht ruist in de lijnen, die zijn vormen bepalen en in de lijnen, die bij «leze teekenin gen dus overbrengsters zouden moeten blijken vanden wil of van het geluk vanden kunstenaar. .Hel tegendeel overkwam ons. We vonden geen volledige mannelijkheid of spontane \rou\\elijkhcid in dit werk. maar een soort tussehentoestand. die. en dat is persoonlijk, meer weerstreven wekt dan bereidwillig mee-gami. Isaac Israëls. een algemeene beschouwing E H is een regelmatige opeenvol ging vast te stellen in de vraag stukken, die de schilderkunst van den eolorist Isaac Israëls zich heeft gesteld. K n deze opeenvolging i-, zou natuurlijk, dat ge u ze niet anders kunt denken dan zooals hij ze beleefd heeft. Wat is toch logischer. al zijt g.* later bij uitstek «Ie schilder der beweging, om te beginnen met den stilstand, niet den stilstand dei din gen, met de stilstaande dingen V liet is van den scholier om de \\-eivld zoo te kunnen weergeven en uiterst ge ring is het aantal der schilders, die den scholierentijd schijnbaar oversprin gen. Maar wat. Isaac Israëls eigen zou worden, is daarna spoedig gekomen: zijn figuren hebben zich in beweging gezet; zij xijn bewegende volumina geworden, die soms den rijkdom had den van een sterke ghuv/.ende kleur. Daarmee zijn sommige levens van schilders verzadigd en daarmee en daarin zijn ze geëindigd. Maar niet Isafic Israëls. Hij heeft de bewegingen niet steeds bezien als bewegingen. verplaatsingen van schoon e vlekken kleur; hij heeft de bewegingen gegeven in het licht. Dat is een saamgestelder probleem, waarbij het licht echter, hoe ook genuanceerd~en hoe ook de locale kleuren wijzigend, een bepaalde ge stadigheid bezit. Het is met andere woorden een ingrijpen van liet eene stabiele op het andere oorpsronkelijk stabiele, waaruit vele wijzigingen kun nen voortkomen; waarbij het oog vele verrassingen ervaart en waar de snelnoteerende Isaaac Israëls ons fleurigheden heeft doen genieten, die men bij andere Hollanders uit zijn tijd niet genoot. De/e luminist Isanc Tsraëls. verwant aan de Franschen. heef t aan do/e subtiliteiten voor ons oog en die alleen in het gebied dei kunst te waardeel en zijn bij ongerepte zuiverheid en zekere beschaving, nog iets toe gevoegd; zich het nog moeilijker, nog gecompliceerder gemaakt. Was het licht in de werken op bepaalde mo menten toch als stabiel nog'gevoeld, een laatste wijziging was nog mogelijk. Het was het omhullende licht feitelijk als labiel steeds te gevoelen: een bewe ging van het licht yelf nog te erkennen en te genieten. liet licht had op den duur bij alles wat zich leeds wijzigde. nog wankelingen in zich zelf: alles bewoog zich in een licht, dat zelf bewoog on zelf ook onophoudelijk veranderde. Wij vinden dat in be paalde werken, b.v. uit Indië. Door een veranderende licht-at mospheer liepen, bewogen zich figuren! (Je zoudt. zonder gevaar van tegenspiaak. kunnen zeggen, dat hier door Isaöc Israëls een maximum- van zijn kunst bereikt was. Nog verder op dezen Aveg toch voortgaande mo;>st allen* vorm verliezen en worden tot iriseerende trillingen, of hij mói>st positief weer terug gaan en tot de erkenning van bet nmte volumen zich bekeereii. zij dat volumen ook in het licht ge modelleerd. Kn soms vraag ik mij af. of we. in een enkel zelfportret «lat laatste niet kunnen aanduiden': PLASSCHAKHT KINDERPOSTZEGELS D ITMAAL is aan Afirt ;-ati buruh vanwege den Bond voor Kin derbescherming opdracht- verleend tot het ont\yefpen van. een z.g. kinderpost zegel, waarvan de opbrengst ten goede komt aan verschillende instellingen welke zich bewegen op het gebied der kinder verzorging. Ken meisje, met een ' ietwat ouwehjk gezichtje, een popje in de handen hou dend. kijkt vragend naar omhoog. Kr is een fijne lichtglans om het' figuurtje, dat van boven en van onder door duidelijke -letters is afgesloten. Ook de waardecijfers zijnfloed opgelost. Wat het meest opvalt is echter het bezield karakter. Ken zegel dat gezien mag worden O v 'l'. PAC. 12 DE GROENE No, 3004 C F. VAN DAM Afscheid van De Groene" M KT het eimle van «lit jaar gaat de Heer C'. F. van Dam. die gedurende twintig jaaraan «ie (Jroene verbonden was het gr«>otste deel van di.-n tijtl als secretaris van de Heduetie ons l.la«l verlaten, om zich in het vervolg geheel te wijden aan werkzaamheden', die bij in de laatste jaren naast «lie aan «!«? (iroene heeft waargenomen. Toen ik in «leii zomer van 15(17 voor het eerst aan «Ie (Jroene werk/aam was, als tijde lijke plaatsvervanger van den toenmaligen secretaris |der redactie, IL Salomonson, trof ik er den Heer van Dam reeds aan. In «lie langdurige periode heeft «Ie Heer van Dam zich de dankbaarheid van «te redactie en van de lezers verworven do«>r «len gro«»ten ijver. waarmede hij zich bezig hield met het omvangrijke werk. «lat bestaat in het voeren van «Ie correspondentie met de medewerkers en het wekelijks tot n geheel verwerken van bijdra gen van zoo vcrsi.'.liilleiulen «mrsprong. Kr is op het bureau van een week blad als de ti'mene heel wat meer te «loen. dan de meeste lezers zich waar schijnlijk vo«iirstellen. De individua listische aard van ons Nederlanders heeft tengevolge, dal vele schrijvers alle aandacht besteden aan hun eigen bijdrage, zonder zich rekenschap te geven van de maar beperkte plaats, «lie tloor een stuk kan worden inge nomen. Het verband te leggen tusVerzamelen C. F. van Dam suhen de deelen en van die tleelen een geheel te vervaardigen, behoorde mede tot de taak van den Heer van Dam. Er is heel wat tact voor noodig om zorg te «Iragen, dat die omsmel ting de meilewerkers niet grieft. Wanneer wij met gepaste bescbei lenheid mogen getuigen, dat het resul taat niet onbevmligend was. dan is etMi woord van hulde voor tlit werk aan den Heer van Dam. op Ix-t oogenblik. «lat hij ons .blad gaat verlaten, zeker Wel verdien«l. De lezers en «Ie redactie van «Ie Groene Amsterdamm«ir zijn den Heer van Dam «lankbaar voor hetgc«-n hij ten behoi'Ve van «ms weekbhul heeft getlaan «>n zij spreken de beste wenschen uit voor zijn werkzaumhetlen in zijn nieuwe functie. A. C. JOSKl'lU'S J1TTA De verzamelaar laatrestaureeren Oeze bijdrage in onze reeks verzome/en"^ werd .geschreven door een onzer knapste restaurateurs. Om eiken schijn van reclame-voor-eigen-zaak er aan te ontnemen, verschijnt zij of> verzoek van den schrijver zonder vermelding van zijn naam. D K verzamelaar van oude schil«lerijen, die in zijn collectie een tl«>el van zijn hoogste goed vertegemvoor«ligd heeft, die ermede leeft er'er eiken dag vreugde aan beleeft. zal u gaarne alle bijzonderheden van zijn bezit toonen. Hij zal u-vertellen van «Ie oude meesters, die aan zijn verzuiu«>lin<ï'.medewerkten. «>ver do ?problemen, die het verwerven ervan met zicli niede.bracht, over de rang schikking, de belichting bij dag en bij avond. Kort«>m. hij zal u deelgenoot maken van alle emoties, die hij als vei-zamelaar medemaakt. Misschien zal hij ook wij/en op de conditie van zijn s«-liil<lerijcnbezit, en wellicht ook, «lat hij heeft ,.lat«*n rcstaureeren". Is restaureercn eigenlijk wol «Ie juiste benaming? Gedeeltelijk. Soms is het wel degelijk. n<>o«lig. beschadi gingen, nis scheuren of krassen, die het at'sthetisch voorkomen ernstig storen, te herstellen. IIiervo«>r is ivstaurecreii een goede benaming. Maar dikwijls is een kunstwerk vrijwel jiog ongerept, doch in onaantrekke lijke!» toestand., geraakt door den invloed van «len tand «les tijds. een volkomen natuurlijke oorzaak. Ook dun kan het aanzien verbeterd worden, al wordt hier ook w«-inig g«-restau-' Jeefd. Heter ware liet hiel' van c«»nserveeren te sprek«Mi. Het is duidelijk. «lat beide wij/en van verbetering wel eens in elkaar grijpen. Hoofdzaak is. «lat het ivsultaat «len verzamelaar bevredigt «'t* vo«»ral. dat «lit. resultaat duurzaam is. Wanneer een schilderij moet wor«l«'ii gerestaureerd is tot op zekere hoogte een kwestie van. smaak. Niet elke ver zamelaar stelt even luioge eisclu-n ann het goede. v«.»orkomen van zijn bezit. Er zijn er, al behóoren zij tot «Ie uit/«mderingen, «lie liefst alles Z«H> laten, zooals zij het verkregen hebben, doch er zijn er «>ok. die hun schilderijen in zoo goed mogelijken toestand willen brengen, en zich niet tevr«-«len stellen met een be/it, «lat alle teekepen, van verwaarl»H>/ing draagt. ' Ken schiUU'Kj «>p doek kan een onge lijk oppervlak vcrtoonen. Het is niet meer goed opgespannen ? op het raam. vertoont bobbels-en daarbij eeu hin derlijke barst vorming. -Bovendien, is de 'vernis.'ondoorzichtig, vergeeld en met een-vuil aanslag bedekt. In tij t geval kan d«ior een. do'elt ivffemle ver doeking, gepaard met reiniging van de voorzijde van het schilderij' e«-n grooto verbetering tot staiul gebracht worden. Schilderijen op hout trekken soms krom of. barsten, langs de lijnmaden van de planken. O«»k hierin is verbe tering te brengen iltmr een lat werk aan de achterzijde, een z.2. parkc-tteering. Ten slot t e xal de verzamelaar een keus moeU-n doen. wie hij /ijn schilde rijen zal toevertrouwen. Dit znl ui«'t altijd even gemakkelijk -vallen «-n het'beste doet hij wellicht zich om a«lvies te wenden tot <le «lirectie van een Kritiek der -»-?»? Schilderkunst ALB. PLASSCHAERT WIJ spraken over de verstand houding tussehen kritikus en Ie/er, die kan - en moet berusten.op wederzijdse h verstaan. iNog OV.T veel andere dingen kun nen zij het dan ns worden, /ij kun nen tesamen verstaan, dat grooté, synthetische vormen alleen goed /ijn als /ij alle details als het ware op slokten; dat zij dus werkelijk de saamvatting van details zijn en nietverwaarloo/ing van details. De kriti kus en de Ie/er zullen eveneens begrijpen, dat grootgolvende lijnen alleen wa-ir zijn. als die in hunne bewegingen all«- details meesleuren of mee doen dienen: zij zullen tesamen ervaren, «lat een lijn sexueel tot sadisch toe den vorm ontvang! : dat een lijn realistisch of romantisch een vorm kan bepalen: «Int ook in de beeldhouwkunst de vormen bepaald zijn óf op romantische of op realis tisch»' wijs: «Ie eene keer zullen de volumina zich toch scherp afscheiden van de omringende ruimte, de andere keer zullen zij. als het ware. naar de grootéruimte weer willen kecrcn. .. . Kr is voor den krilikusen voor den Ie/er altijd meer ! Kr is het soms ver bijsterend probleem van d"U inhoml. Dus wat het werk aan persoonlijkgeschakeerd gevoel, psychologie, get si bevat. Niemand kan verder reiken dan hij lang is. ook «Ie kritikus niet. maar iedereen kan zich. m<nt zich ontwikkelen, ontplooien, geestelijklanger, geestelijk-dii-per worden, mits hij teil eerste de kei 11 van gevoel be/it ! Het probleem vanden inhoud is het probleem van «l-n meiisi-helijkeii. geestelijken rijkdom. Kr is altijd, een problccm-van-het -tijd.vak. naai wel ker oplossing dat tijdvak hunkert en er zijn altijd (g.-lukkig'J persoonlijklieden, die eigell schakeerillïi" ti'eVell aan /ulkeoplossing. Deze oplossingen. on/er musea. Kr zijn vele categorieën van schilderijen en 7.00 zijn er ook velr categorieën van restaurateurs. liet persoonlijk element, zoowel bij den ?\vrznmclaar als bij den restaurateur. zal' steeds een rol spelen. Het is te vergelijken met de 'keuze van een medicus, wanneer men een zieke in zijn omgeving heeft. Ken goede diagnose blijft in elk geval van heel groot |belang, liet is te verwerpen zonder eenig vooraf gaand onderzoek aan «-en schilderij t«- beginnen en zi«-h geen rekenschap te geven van het resultaat, dat te hereiken 'valt.. A-"» zal men ook in veel gevallen de oorzaak van de kwaal eenvoudig visueel kunnen vaststellen. niet altijd is dit even betrouwbaar. D«>ch tlan zijn er weer nnxlerne hulpmuUlelen. Door mier»wet»pisrhe be schouwing van liet oppervlak van het schilderij, door microehemisehe ana lyse en vooral- dooi- röntgeiiopnumen kan de conditie van een schilderij feilloos w«»rden vastgelegd en «laarine«l«' wof«lt «Ie kans op onn'ïiurenHme verws-»ingen tot een minimum be'perkl.. Is «Ie verzamelaar eenmaal bevivdigd niet het resultaat van een eerste ivstauratic. dan zal hij misschien i»i,-t dirt-kt. doch welhaast zeker ir» eenigen tijd .met aiidetv stukken uit /ijn col lectie «loorgrtan eii' niet rust ««n. tot /ijn geh«vl bezit er il' alle on'lel'de.'leU ev«-n góéd-uit /iet. Kerst dun zal hij volop genoegen aan zijn verzameling kunnen beleven. TIJDGENOOTEN Teekening voor De Groene" van Ch. Roelofsz «Ie/e hunkering moet de kritikus. «-n niet alleen va n-, «V-n tijdvak! kuitn.-n begrijpen en in woorden, in klare. stijlvolle Woorden duidelijk klM'llen maken. Dat is het grootéwelk van hem naast het kleiner, datrelijksch weik. <>m dat te kunnen moet hij volop. leVelld /.ijll ell Volop-levend blijven, lli.j moet leven om het kun-;t" werk. «lat kristal van het leven, te kunnen met en-en te kunnen vereeren. Hij moet hartstocht be/.itt«-n en wijshfid. onrust, of rust of be/.onueidu-id en een talent van kan'tig schrijven: hij moet kunnen karakteriseeien. kun nen voorvoelen op haast, stoutmoe dige, roekeh'o/e wijs: hij moet kunnen liefhebben en kunnen haten. /.'/? i* ?/i'i'ti ifi-o»(>' H('i<!(' zondt'i" <li >i '.;;»?<«»/» n limit. Niet die kritici zijn kritici. die. sukkelachtig-goe«lhartig. alles in n weckéomliel/.iiiir otnatineii. De. kri tikus moet ook kunnen veistootcn ! Want «Ie schoonheid is met eene. die ge wandelend op alle wegeii vimlt: /ij is «Ie zeldzame: /.ij is geen juffer van elk uur. van eiken «lag! De schoonheid is «Ie gemnkkelijk-ver-. worpene (de burgerman vreest .haar !) en het besef van haar rijkdom woult in de scholen ni«>t gewonnen. De gave. de sehoonheiil te genieten, is. ik herhaal, een geschonken gave: zij zoekt het leven sub specie aeternitatis. Dat wél te willen, «lat wél te zoeken - daar voor mag «len kritikus geen innerlijke tocht te ver zijn. De kritikus is een getrouw, een bezeten. een lK-l«l«»r beseffen»', «lienaar van «Ie '.schoonheid: hij beleeft" zijn le\vn in haar. Hij is «lus geen drentelaar op het domein der kunsten: hij flaneert daar niet met ziji>.-zi«»l-on«W-d«»n-arm: ?' hij is geen bru'ual nietsnutte!' ' hij is «Ie verrukte jager om n veer van een stein'.s ven'cr vlU'i'cm'eii vogel. Dat is hij: «Mar is zijn mio,l/aak ! Kri'ii'k is willig en onwi'Iig zijn:' willig legenovi-r 'het echt»-, dat alle jai-«-n vtirduurt. en omvillig-zijn tegen het onechte. tt'U'ell de U I1U edwil. tegen d.-n uewion«_vn stand. Hij is voor lyet nieuwe l>ereid e u open. wanneer het. n< od/akeiijk i<: hij i.< tegelloVet het oude « el'biedic. wanneei het ns n< ciJ/.akelijk was ! Hij i> luist ei/.iek. kijk/.iek. h« o:-ziek om den neii tooi>. «.'Jen hij zoiu'.e ? weifelinti hei kent en die de «lrang is van het 1-art tot ten onw» e-.staanbie melodie u'eW«m'en: r.ie zingeiul-öp door de «ouwen naat en ki»mt. luid als een waa:eü«le \\ini'. of als een fluUtei-ing di-.-ht bij het innerlijk «. or ! (üj meent ? wellicht'. «'.at dat niet voldoende is: ge . neht dan. in tegenstelling tot u. het ambt van den kiitikus. xoo begrepen, zóó vol voerd, «'en we/ent lijk ambt. nood zakelijk en nuttig, nuttig en. onver mijdelijk. NEDERLANDSCH BALLET Nu er veel Iniitenh'ndsche artisten in ons-land gekomen zijn c-m' hier \vtrk te .zoeken en er voortdurend l uit«.nlanilsche groepen van balletten k< men. is te Amsterdiim opgericht: ,,Het Ne.Ur'landsoh Bullet" onder leuling van Lily Green. Kr wortlt metlegewerkt tlo,.r liet Nieuw Amste-rdamscii Orkest, onder leiding van Nico. van «Ier Linden, Hnllet en orkest bestaan uit Neder landers, en men hoopt hierdoor, \\vrk te aivn een veertigtal kunstenaars. DB ZKEMBEUW-SBItlK ? lo»i m .«d«r« «atdt bo«kt"«''«l -«'k""b'" VAN LOGHUM SLAUKUS ? mtiMviM ? N.V. StKVIBi PAG. 13 DE GROENE re. 3004

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl