De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 20 april pagina 14

20 april 1935 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

Hoe ontstaan detective-romans? IVANS Teekeningen Th. Ortmann EU /ijn critici, die in het ont staan van een detective-roman e?n eitteuaardigi» overeenstem ming ontdekt hebben met de kook kunst, zooals onze brave huismoeders die uit haar kookboeken kennen. ,,Men neemt 'n moord, 'n groot aantal onwaarschijnlijkheden, 'n beetje peper, overgiet dit alles rijkelijk met 'n aftreksel van schijn-logica, schudt deze ingrediënten goed dooreen en giet het geheel over in een puddingvoim, dien men in den warmen oven plaatst. Na vijf minuten is de detective-roman dan genietbaar voor hen, die van dezen kost houden." Ik zal niet ontkennen, dat er detec tive-verhalen bij do vleet.zijn, die «»p deze of een dergelijke wijze wolden toebereid. Maar er zijn er ook, die op andere manieren tot stand komen. . Voordat ik omtrent die andere ma nieren het een en ander mededeel, mort mij even de opmerking van het halt. dat men het in zekere litteraire kringen den detective-schrijver nog maar steeds kwalijk schijnt te nemen, dat hij geen Kunst, met een groote K, levert. Ik kan natuurlijk alleen voor mijzelven spreken en verklaren, dat ik mij dat ook nooit verbeeld heb. Mijn kunst?met 'n kleine k be staat /i/erin, dat ik in dezen zwarten tijd, de menschen wit de put tracht te, halen, hun iets voorzet, dat aan hun zorgvollo' en droevige gedachten een andere richting geeft en dat hen 'n oogenblik haalt uit de drukkende atmosfeer, waarin zij leven. Kn blijkens de stapels brieven, die ik krijg, is mijn streven in dit opzicht .niet vergeefsch. Er bestaat een zekere vertrouwelijke band tusschen mijn lezers en mij; en in den loop van de jaren verslapt die niet. Dat is voor mij de hoofdzaak; en of mijn boeken Kunst of kunst of heelemddl geen kunst zijn, laat mij daarnevens koud. ik weet, dat zij aan menigeen opbeuiing verschaft hebben in booze tijden en dat mijn lezers dikwijls mijn vrienden worden, al kou ik ze niet persoonlijk. j .Hoe ontstaat nu zulk een boek.... ? 1 Ik vrees, dat de wijze, waarop dit geschiedt, wel weer zeer onartistiek zal zijn. Maar omdat de vraag mij zoo dik wijls gesteld wordt «n omdat de Redactie van 'dit* blad mij wel in de gelegenheid stellen wil. hieromtrent het een en ander mede te doelen, wil ik daarover gaarne iets vertellen. Er zijn vele metho den, volgens welke .men werken kan. Het is mij niet onbekend, dat beroemde detective-schrrjvers de methode, die ik Volg, niet'zouden kunnen toepassen, terwijl ik de hunne niet, toepassen kan. Laat mij een voorbeeld geven. Velen werken van achteren naar voren", zooals men dat pleegt te noe men. Dat wil zeggen: zij gaan uit van de oplossing en werken dan, in tijds orde, achteruit. Dientengevolge heb ben zij in hun gedachten eerst, het feit en leiden dan "uit dat feit de oorzaak af. .Er zifc, in deze wijze van werken een wiskundig element: men staat als 't ware telkens voor een feit, dat men bewijzen moet. En zoo'n bewijs schept weer de noodzakelijkheid de daarin genoemde feiten eveneens te bewezen. Zoo werkt men terug tot op hét oogenblik, -waarop de aller eerste kiemen voor bet geval, 'dat men wenscht te vertellen, gelegd werden. Het komt ei- nu op aan in de/e chronologische, rij van feiten de plaats te bepalen, waar men met /ijn ver haal aanvangen zal. Wat daarna n voorafgaat, is de voorgeschiedenis. Van de keuze van deze plaats hangt zeer veel af met betrokking tot de spanning, waarin men den lezer brengt. Persoonlijk heb ik deze wijze van werken ns willen tocpa?8i*n. Maar ilit is een absolute mislukking ge worden: het verhaal is nor.it voor elkaar gekomen, want ik kón aldus niet werken. Kn daarom heb ik het later ook nooit meer beproefd. Bekend is het verder, dut enkele voel-golezen detecti ve-schrijvers -spe ciaal Amerikaanscho ? er een soort van bockonfabriek op na hielden. Zij beperk ten zich tot het aan geven van den loop van het verhaal en de beschrijving van de daarin optredende personen. Ken aantal ondergeschikten be lastten zich dan niet de uitwerking, die later aan het oor deel vanden schrijver"onderworpen werd. die daarin de doorhem noodig geoordeelde veranderingen aanbracht. Het spreekt vanzelf, dat iemand. die deze methode toepast, over 'u aardig kapitaal t je beschikken moet «ui zijn fabii-'k" op gaiux te houden. Xoo iets is voor dvii Xedeilundschen detective-schrijver niet weggelegd. Kn dat is maar gelukkig ook. Want, al heeft men ook niet. de pretentie Kunst te leveren, de zooeven be schreven bockcnfabiiok hoeft niets aantrekkelijks, ook voor den meest eenvoudigcn verteller, die toch in ieder geval er prijs op zal blijven stellen, zijn persoonlijken stempel op zijn eigen werk te drukken. De wijze, waarop ik zeJf mijn boe- ? ken samenstel, i« oen geheel andere en staat tegenover de methode, die ik zooeven het van achteren naar voren"-werken noemde. Deze laatste brengt mee. dat men de geheele geschiedenis, die 'ine.li vertellen zal, in zijn hoofd heeft, of zelfs?schetsmatig op papier, voordat men met zijn verhaal be gint. Bij mijn methode is dat in het geheel niet het geval. Hoog stens heb ik in den aanvang een zber vage ? gedachte omtrent de eigenlijke intriguc in mijn hoofd. Daarentegen staat allereerst, vast de iiluai8,in binnen- of buitenland, waar het verhaal spelen zal (en die ik zoo goed als altijd zelf door persoonlijk bezoek ken), benevens een deel van de personen, die ciin zullen optreden, waaronder . mijn vaste medewerkers" . om 't zoo eens uit te drukken: Gcoffrey Oill, Hendriks met vrouw en pleegdochter, Van Panhuis (Denhenbcrg-serie), May (May-serie). Deze telkens terugkomende figuren zijn louter aan mijn fantasie ontleend. Daarentegen, zijn er onder'de bij-personen zeer vele, die niet alleen naar het leven ge nomen zijn, maar ook werkelijk ge daan hebben, wat ik ze in mijn boeken laat doen. Ik heb dan ook wel eens een klein binnenpretje, wanneer ik zooals onlangs in een critiek over een , van mijn nieuwste boeken te Ie/ krijg, dat zekere daarin voorkomen Kebuui'tonisscn nu toch werkelijk tmn-aarwhijnlijk zijn, terwijl diezelf gebeurtenissen inderdaad hebb plaats gehad, juist zooals ik ze vert Want laat mij hier tevens zegg« dat, nevens ve.lo gefantaseerde t heurtciü-sen. ik herhaaldelijk din>: beschrijf, die inderdaad hebben plat gehad, zooals ze beschreven wordt Xiet altijd zet ik dan een noot ,.li torisoh" onderaan de bladziji Daarom zeker heeft men reeds men maal dingen, die inderdaad gebeu zijn. als onwaarschijnlijk" gekwuli. ficeerd. Kr gebeuren mér onwaar. schijnlijke" dingen dan vele hcei-n. die achter schrijftafels zitten, «.?in nemen. Kceron wij nu terug tot het oou.-n. Wik. waarop ik mij zelf achter »-<-n schrijftafel zet on mijn roman begin. Ik heb don gelijk gezegd - niet meer dan een zeer vaag denkbeeld omtrent het te schtijveu boek in mijn hoofd. Van een ..ki>ite schets" irt gn-ii sprake. Alleen w<-»'t ik. [wattr het bn-k .spelen zal en op \\vlk p-bied van de mis daad, het betrekking zal hebbon (zeen «u. vorij, valsclic uw ?> tors. brandstichting. diefstal, e.d.). Ik begin met mijn vaste m e d e wer ker s".'Dat kan «>ok niet anders, want n van hen (.Mr. Hendriks, Van Panhuis) vertelt mijn verhalen. Nu komen langzamerhand de bijporsonon opzetten, naai mat <? /.ij noodig zijn. Xooals gezegd zijn v. l.» daarvan aan het werkelijke l«^-n ontleend, maar anderen roep ik ??!?? voorschijn» omdat zij op een bepnulil oogenblik noodig zijn. Wat er I»!«T met hen gebeuren zal, weet op h.-i oogenblik, waarop zij ontstaan «Kschrijver evenmin' als de lezer. Laat mij een paar sprekende v- ???!?? beelden geven van wat ik hier bed'.. I. In een van mijn boeken ..IHMedeplichtigen" wandelen , .Mr." Hendriks en zijn vriend, de Engelf-lie detective G. G., door het Fassn dal in Tïtol. Er moet op dat oogenblik i<'t* gebeuren, want anders wordt het 'v«-rhaal eentonig. Daarom laat ik uit ????« bosch iemand op den weg treden »-n voor de twee uit loopen. Wie die iemand is, weet ik zelf nog niet. Wat hij doen zal evenmin. Maar, nu h j «-r eenmaal is, moet, hij verder leven.... En hij /«??/ verder, gaat een hoofdrol in het boek spelen en wordt de. lijfsmokkelaar" van Hendriks. Die ont wikkeling is voor den schrijver <-en even groote verrassing als voor di-n lezer. '???'??'./> In den eersten detective-roman. 'Hi-n ik schreef: ,.De man uit Frankrijk ' -* moet, bij den overtocht van ('nlais naar' Dover, iemand in hot )«-vi-n worden geroepen, omdat Lord dalc iomand hebben moet om mr" praten. Daarom ontstond de Lord Luwden. Maar ook deze..*'* <*r nu, moet Verder leven, wordt in M book een van do hoofdpersonen ''« later nog in een tweede ook. Daarvan was mij niets bekend t«>cn ik hem voor don lezer deed verschijnenAldus vertooncn deze boeken, w ik pleeg to .noemen zelfgroei",vormen als 't ware een stam, wauri op vooruit' niet te bepalen -oogi blikken zijtakken voor den <1 komen. Het komt er nu vooral aan, dat de schrijver niet langs z«" zijtak afdwaalt en daar ?zitten bij maar den stam blijft volgen: alle op die wijze >blijft de eenheid in l boek bewaard. - . Aldus wordt de schrijver gevm (ik gebruik hier opzettelijk den 1> «leven vorm).naar een slot, dat _ dikwijls zelf niet voorzien heeft. De vraag, wie ,,de sohuldige" is, blijft nu en dan voor henizolven heel laag verborgen. Want do vraagt ukken, dio hij stelt, zijn soms oplosbi>ar op verschillende [manieren. Een .Vmsterdamsche hooglceraar gebruikte in ijn boeken om zijn leerlingen logisch te leeren denken. Het vraagstuk werd opgegeven, de oplossing moest ge vonden worden. En het kwam voor, dat een oplossing werd . aangegeven, anders dan dio, welke de schrijver eraan gegeven had, maar niettemin juist! Daar tegenover staat, dat er lezers et-woest zijn, die beweerden, dat zij n eds op blz. 50 de oplossing gevonden bidden, terwijl de schrijver zelf daar omtrent op {blz. 100 nog in het on zekere verkeerde. Het is niet zouder betcekenis, do vraag te stellen, of het voor een goeden detective-roman noodig is, dat de lozer tot het laatst toe in twijfel ver keert omtrent den schuldige". Naar mijn inzien is dit geen bepaald vereischte. En ikzelf heb herhaaldelijk boeken geschreven, waarin ik reeds van den aanvang af opzettelijk dóórschemeren liet, waar de schuldige te zoeken was. Men moet dan wil liet book blijven boeien er voor zorgen, dat, al weet. men wie schuldig is, do beweegredenen tot de daad of .üi'lore daarmee samenhangende om..''nnUigtieiien geheim blijven, zoodat do spanning niet verloren gaat dio bij dergelijke boeken onmisbaar is. Men hoeft hier to doen rnet twee verschil. Imide wijzen om de stof to behandelen. Het oordeel over wat waarschijnlijk on wat onwaarschijnlijk is, loopt bij '? orschillende menschen nog al uiteen, ?anneer het gaat om de beoordeeling an den inhoud van een boek van het i.'toctive-gcnro. Wanneer men zijn lint eens opsteken wilde bij de werke'jke hoeders van orde en veiligheid in >ns land en andere landen, dan zou mei spoedig tot de overtuiging komen, dater op het gebied van de misdaad <Un:civ gebeuren, die mér dan on» K-on schijnlijk, ilio tongcloo/lijk schij nen. Niettemin vermijd ik in mijn loekoi, zooveel ik kan. alles wat den doorsioê-mensch inderdaad onwaar-' -«??hijnljk schijnen moet. '??Wan* <ssfon «ie*1 komt nu do botmten£» «fie in .de oogen van velen v beslist over de boven opgeworpen vraag Kunst, kunst of gén kunst ik houd wel degelijk rekenschap niet den smaak van het beschaafde publiek. Daarom vermijd ik excessen op het punt van bloed-vergieten of grove griezeligheid. Ook werk ik niet mot valluiken, draaiende paneelen en dergelijke hulpmiddelen.... Wel verre dus van als Kunstenaar alleen voor de Kunst te werken, met souvereine minachting voor wat het publiek verlangt en gaarne leest zie ik het publiek tot op zekere hoogte naar de oogen, hetgeen natuurlijk, uit een artistiek oogpunt beschouwd, minderwaardig is. Een ander gevolg van deze minderwaardige eigenschap ligt in de wijze, waarop ik do omgeving kies, waarin mijn boeken spelen. Ik weet, hoe genoeglijk men het vindt, wanneer men in een boek de beschrijving terugvindt van een stad, een dorp, een geheele streek, die men zelf bezocht heeft en die men bij do lectuur als 't ware voor zijn oogen ziet herrijzen. Daarom ben ik in mijn beschrijvingen van landschappen, ste den, in 't algemeen van do omgeving, waarin zich de gebcurtenisnen uit mijn boeken afspelen, nog al eens uitvoerig. Terwijl de verhalen gefantaseerd zijn, is do omgeving, waarin zij spelen dit nin.or hoogst zelden, en juist dat is con .'«in de oorwilcc-n. irriai<om r* tusschen mijn lezers en mij zoo'n prettige verhouding is ontstaan; Herhaaldelijk bereiken , mij brief kaarten uit verschillende plaat sim, die in mijn boeken voorkomen, met do groeten aan Mr. Hendriks . en zijn vrouw uit liet een of andere oord. dat men zich-uit mijn verhalen herinnert. Kv wordt dan wel eens bij geschreven: ..liet is alles juist, zoouls u't beschreven hebt" of. iets dergelijks. De schrijvers of schrijfsters van dkv kaarten zijn mij meestal persoonlijk onbekend; maar ik zie er een bewijs in van het werkelijk bestaan x-an dien onzichtbaren band, die zich tusschon de lezers en mij ge vormd heeft. Wanneer ik verder uit voerige mededeel inge n wilde dot>n uit de vele brieven, die ik uit don kring van mijn lezers krijg, zou mij dit te ver voeren. Alleen dit ne: du»» cor respondentie is afkomstig uit alle standen der maatschappij; de schrijINHOUD i- -3. H. \V. van I.oon, Het tiicurae Amerika. M. K., Beschouwing over de vcrkicsing. -?\Vccktroinpet. 4?5. Dr. l'. H. Uittcr Jr.. c nood der mijne». C. van Stt-ciuk-n-n Jr.. A/ilitarisntie der burgerluchtvaart. 6?7. C., van \Vesscm. (.iooisch poppentooneel, Alb. Ht-lman. Terugkeer naar de herinnering. l*. Hazi-veld. Het lastige potje. 8?-*). l'olgar. \Veenen, voorjaar 1955 H. van l.oon. Minister Mandin. L. J. Jordaun. Bioscopy. 10?11. Mr. B. C. G., Kxecutie van landelijke eigendommen. Ik zeg. 12?13. Mf- H. Scholtc, Scheme ring en toekomst. ? H. M. G. Kervel. De schoonheid der kleine dingen. ? A. IMasschacrt, Dr. Breditis tachtig jaar. 14?15. ll*<i/ i's roem.3 16?17. Mr. X. S. Corry Tendeloo. H 'elke winst bracht de vrouwenbeweging ?~*~ De mode van morgen. J. Riemcns- Keurslag, Converseeten. Kinderboeken. 18?19. C. A. Klaasse, De Kngelsche begrooting. ~ Aral. Diplomatie om de gedekte tafel. jo. Hcnr. van ICijk. Hoe het hoogere zegeviert over het lagere. l*. C., Maatschappij voor AW. Letterkunde: 22?23. Melis Stoke. Oude tijden kecren terug. Schaken. ? C. v. S.. ..The American Kagle".?Swacn, Catastrophe. 24?25. De Kleine Krant. Het Kladschrif l van Jantje. Alida Zeven boom. Croquanle crotjuetjes. Charivaria. vers eii schrijfster-s varieeren in leef tijd * van 15 tot 00 jaar en dikwijls worden mij op deze wijze wenken en raadgevingen gegeven, die van grooto waarde voor mij zijn, mede omdat het op zoo vriendschappelijke wijze ge schiedt on niet met het gevoel van vanzelf-sprekende superioriteit, dat som mige gelukkig lang niet alle! critici aan den dag leggen. % r v* * Ten slotto wil ik nog een opmerking maken, die rnen misschien vreemd zal vinden, maar die toch van cenïg be lang is, in verband met het doel, waar mede, naar mijn inzien, detective-?romp"»-' wf»J doenlijk ook ceschroven moeten worden.Dat zij behooren tot wut men tegeiv woordig amusementslectuur" noemt, is in do meeste gevallen niet te ont kennen. Sommigu menschen zien daarin een soort van erkenning van minderwaardigheid. Ten onrechte: amusement w niet per se minder waardig en in de tegenwoordige don kere tijden is het een hulpmiddel om het hoofd boven water to houden. Maar, ook in verband mot do om standigheid, dat detective-romans dik wijls aan veel te jonge kinderen tor lezing worden gegeven, is hot. wenschelijk, dat men bij het schrijven van dergelijke boeken zich niet ertoe ver leiden laat. do misdaad in aantrekkelijken vorm te'gieten. Dit geschiedt door hen, die hun helden zoeken onder de gentlemen"Blieven en -op lichters en do ongerechtigheden van die helden dan op 'n zoo smakelijke manier voorstellen, alsof men ze ter navolging wil aanprijzen. Maar even gevaarlijk misschien nog gevaarlijker.?lijkt het mij, den misdadiger steeds als een zedelijk monster voor te stellen. Het komt mij voor, dat men nooit óók niet in detective-romans uit hot oog ver liezen moot, dat de misdadiger on/e gevallen broeder is en dat menigeen veeleer door zwakheid dan door aan geboren boosheid valt. Maar deze zienswijze heb ik den detective, dien ikzelf in het leven heb geroepen (Geoffrey Gill. G.G.), ge vormd; hij is onverbiddelijk tegenover do misdaad, maar in den misdadiger ziet hij in de eerste plaats den oiujelukkigcn mcdemcnseli. Men heeft dit van zekere zijde onmogelijk en sentimenteel genoemd. ? Ik kan het niet inzien.... Kn ik bon er voor mijwlveu van overtuigd, dat de sympathie, die d«'figuur van G.G. Jn zoovele 'kringen. gewekt heeft en waarvan het bestaan door mijn'? correspondentie bewezen wordt, juist daaraan is toe te schrijven. dat hij in allo .omstandigheden een gevoelig mensch blijft, ook- al is hij gedwongen tot onverbiddelijke streng heid. Het bewustzijn, dat ook in den mis dadiger nog goede eigenschappen wo nen kunnen en dat hot doel van de straf zijn moe,t. deze op to wekken en aan te kweeken, roepe'do detective roman bij den lezer wakker. Of wij, wab den aard onzer, straffen bctrcftvui zoo ver zijn. is.een'tweede vraag.... i met Paschen? ? ... _ . _ , , ( '....- ? - ? . . ? ? '? ? ?' . ' , ' . ? ' 28 pagina's interessante, belangrijke lectuur voor thuis en in den trein, voor U en Uw gezin Hoe ontstaat een detective-roman ? door Ivans ^^ '?'"<? . . . ? ''' ' ? Militarisatie voor de 'burgerluchtvaart door C. v, Steenderen V-W -V' In het volgende nummer begint' het Haagsche -.Detective Feuilleton van lvan$ , MMMMMMMMMMMMMMMMHpMMW' *' " * ' . ' , ' ' ' t . ^ ? ' .' ' ? ? ,.', " ? ' ' ' . . ' ' t ' ? ' : . ' ' ' ' ' ; . ' ''.,.';?' Losse nummers bij alle kiosken en bij den boekhandel ' . , - ' ' ' , * i Abonnementsprijs tot 31 Dec. 1935 fl 6.75 a 20 cent ie enuj) n onderDuju kloim lat hu ' URE, iet u « u ee.j e* ,1 k/, , r fdi zot f* eo d(-r di tlo. p» ocl lij, det vet «u «/ n en in ar t.' Ie Ji r. ?e s f AC. 7t DE GROENE No. 3070 PAG. 27 DE GROENE No. 3020 'f; i '-"'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl