Historisch Archief 1877-1940
Hoe ontstaan detective-romans?
IVANS
Teekeningen Th. Ortmann
EU /ijn critici, die in het ont
staan van een detective-roman
e?n eitteuaardigi» overeenstem
ming ontdekt hebben met de kook
kunst, zooals onze brave huismoeders
die uit haar kookboeken kennen.
,,Men neemt 'n moord, 'n groot
aantal onwaarschijnlijkheden, 'n beetje
peper, overgiet dit alles rijkelijk met
'n aftreksel van schijn-logica, schudt
deze ingrediënten goed dooreen en giet
het geheel over in een puddingvoim,
dien men in den warmen oven plaatst.
Na vijf minuten is de detective-roman
dan genietbaar voor hen, die van dezen
kost houden."
Ik zal niet ontkennen, dat er detec
tive-verhalen bij do vleet.zijn, die «»p
deze of een dergelijke wijze wolden
toebereid.
Maar er zijn er ook, die op andere
manieren tot stand komen. .
Voordat ik omtrent die andere ma
nieren het een en ander mededeel,
mort mij even de opmerking van het
halt. dat men het in zekere litteraire
kringen den detective-schrijver nog
maar steeds kwalijk schijnt te nemen,
dat hij geen Kunst, met een groote K,
levert. Ik kan natuurlijk alleen voor
mijzelven spreken en verklaren, dat
ik mij dat ook nooit verbeeld heb.
Mijn kunst?met 'n kleine k be
staat /i/erin, dat ik in dezen zwarten
tijd, de menschen wit de put tracht
te, halen, hun iets voorzet, dat aan
hun zorgvollo' en droevige gedachten
een andere richting geeft en dat hen
'n oogenblik haalt uit de drukkende
atmosfeer, waarin zij leven.
Kn blijkens de stapels brieven, die
ik krijg, is mijn streven in dit opzicht
.niet vergeefsch. Er bestaat een zekere
vertrouwelijke band tusschen mijn
lezers en mij; en in den loop van de
jaren verslapt die niet. Dat is voor mij
de hoofdzaak; en of mijn boeken
Kunst of kunst of heelemddl geen
kunst zijn, laat mij daarnevens koud.
ik weet, dat zij aan menigeen opbeuiing
verschaft hebben in booze tijden en
dat mijn lezers dikwijls mijn vrienden
worden, al kou ik ze niet persoonlijk.
j .Hoe ontstaat nu zulk een boek.... ?
1 Ik vrees, dat de wijze, waarop dit
geschiedt, wel weer zeer onartistiek
zal zijn. Maar omdat
de vraag mij zoo dik
wijls gesteld wordt «n
omdat de Redactie van
'dit* blad mij wel in
de gelegenheid stellen
wil. hieromtrent het
een en ander mede te
doelen, wil ik daarover
gaarne iets vertellen.
Er zijn vele metho
den, volgens welke
.men werken kan. Het
is mij niet onbekend, dat beroemde
detective-schrrjvers de methode, die
ik Volg, niet'zouden kunnen toepassen,
terwijl ik de hunne niet, toepassen kan.
Laat mij een voorbeeld geven.
Velen werken van achteren naar
voren", zooals men dat pleegt te noe
men. Dat wil zeggen: zij gaan uit van
de oplossing en werken dan, in tijds
orde, achteruit. Dientengevolge heb
ben zij in hun gedachten eerst, het
feit en leiden dan "uit dat feit de
oorzaak af. .Er zifc, in deze wijze van
werken een wiskundig element: men
staat als 't ware telkens voor een feit,
dat men bewijzen moet. En zoo'n
bewijs schept weer de noodzakelijkheid
de daarin genoemde feiten eveneens
te bewezen. Zoo werkt men terug tot
op hét oogenblik, -waarop de aller
eerste kiemen voor bet geval, 'dat men
wenscht te vertellen, gelegd werden.
Het komt ei- nu op aan in de/e
chronologische, rij van feiten de plaats
te bepalen, waar men met /ijn ver
haal aanvangen zal. Wat daarna n
voorafgaat, is de voorgeschiedenis.
Van de keuze van deze plaats hangt
zeer veel af met betrokking tot de
spanning, waarin men den lezer
brengt.
Persoonlijk heb ik deze wijze van
werken ns willen tocpa?8i*n. Maar
ilit is een absolute mislukking ge
worden: het verhaal is nor.it voor
elkaar gekomen, want ik kón aldus
niet werken.
Kn daarom heb ik het later ook
nooit meer beproefd.
Bekend is het verder, dut enkele
voel-golezen detecti
ve-schrijvers -spe
ciaal Amerikaanscho
? er een soort van
bockonfabriek op na
hielden. Zij beperk
ten zich tot het aan
geven van den loop
van het verhaal en
de beschrijving van
de daarin optredende
personen. Ken aantal
ondergeschikten be
lastten zich dan niet
de uitwerking, die later aan het oor
deel vanden schrijver"onderworpen
werd. die daarin de doorhem noodig
geoordeelde veranderingen aanbracht.
Het spreekt vanzelf, dat iemand.
die deze methode toepast, over 'u
aardig kapitaal t je beschikken moet
«ui zijn fabii-'k" op gaiux te houden.
Xoo iets is voor dvii Xedeilundschen
detective-schrijver niet weggelegd. Kn
dat is maar gelukkig ook. Want, al
heeft men ook niet. de pretentie
Kunst te leveren, de zooeven be
schreven bockcnfabiiok hoeft niets
aantrekkelijks, ook voor den meest
eenvoudigcn verteller, die toch in
ieder geval er prijs op zal blijven
stellen, zijn persoonlijken stempel op
zijn eigen werk te drukken.
De wijze, waarop ik zeJf mijn boe- ?
ken samenstel, i« oen geheel andere en
staat tegenover de methode, die ik
zooeven het van achteren naar
voren"-werken noemde.
Deze laatste brengt
mee. dat men de
geheele geschiedenis, die
'ine.li vertellen zal, in
zijn hoofd heeft, of
zelfs?schetsmatig
op papier, voordat men
met zijn verhaal be
gint.
Bij mijn methode
is dat in het geheel
niet het geval. Hoog
stens heb ik in den
aanvang een zber vage ?
gedachte omtrent de eigenlijke intriguc
in mijn hoofd. Daarentegen staat
allereerst, vast de iiluai8,in binnen- of
buitenland, waar het verhaal spelen
zal (en die ik zoo goed als altijd zelf
door persoonlijk bezoek ken), benevens
een deel van de personen, die ciin
zullen optreden, waaronder . mijn
vaste medewerkers" . om 't zoo
eens uit te drukken: Gcoffrey Oill,
Hendriks met vrouw en pleegdochter,
Van Panhuis (Denhenbcrg-serie), May
(May-serie). Deze telkens
terugkomende figuren zijn louter aan mijn
fantasie ontleend. Daarentegen, zijn
er onder'de bij-personen zeer vele,
die niet alleen naar het leven ge
nomen zijn, maar ook werkelijk ge
daan hebben, wat ik ze in mijn boeken
laat doen. Ik heb dan ook wel eens
een klein binnenpretje, wanneer ik
zooals onlangs in een critiek over een
,
van mijn nieuwste boeken te Ie/
krijg, dat zekere daarin voorkomen
Kebuui'tonisscn nu toch werkelijk
tmn-aarwhijnlijk zijn, terwijl diezelf
gebeurtenissen inderdaad hebb
plaats gehad, juist zooals ik ze vert
Want laat mij hier tevens zegg«
dat, nevens ve.lo gefantaseerde t
heurtciü-sen. ik herhaaldelijk din>:
beschrijf, die inderdaad hebben plat
gehad, zooals ze beschreven wordt
Xiet altijd zet ik dan een noot ,.li
torisoh" onderaan de bladziji
Daarom zeker heeft men reeds men
maal dingen, die inderdaad gebeu
zijn. als onwaarschijnlijk" gekwuli.
ficeerd. Kr gebeuren mér onwaar.
schijnlijke" dingen dan vele hcei-n.
die achter schrijftafels zitten, «.?in
nemen.
Kceron wij nu terug tot het oou.-n.
Wik. waarop ik mij zelf achter »-<-n
schrijftafel zet on mijn roman begin.
Ik heb don gelijk gezegd - niet
meer dan een zeer vaag denkbeeld
omtrent het te schtijveu boek in mijn
hoofd. Van een
..ki>ite schets" irt gn-ii
sprake. Alleen w<-»'t
ik. [wattr het bn-k
.spelen zal en op \\vlk
p-bied van de mis
daad, het betrekking
zal hebbon (zeen «u.
vorij, valsclic uw ?>
tors. brandstichting.
diefstal, e.d.).
Ik begin met mijn
vaste m e d e wer
ker s".'Dat kan «>ok
niet anders, want n van hen (.Mr.
Hendriks, Van Panhuis) vertelt mijn
verhalen. Nu komen langzamerhand
de bijporsonon opzetten, naai mat <? /.ij
noodig zijn. Xooals gezegd zijn v. l.»
daarvan aan het werkelijke l«^-n
ontleend, maar anderen roep ik ??!??
voorschijn» omdat zij op een bepnulil
oogenblik noodig zijn. Wat er I»!«T
met hen gebeuren zal, weet op h.-i
oogenblik, waarop zij ontstaan
«Kschrijver evenmin' als de lezer.
Laat mij een paar sprekende v- ???!??
beelden geven van wat ik hier bed'.. I.
In een van mijn boeken
..IHMedeplichtigen" wandelen , .Mr."
Hendriks en zijn vriend, de Engelf-lie
detective G. G., door het Fassn dal
in Tïtol. Er moet op dat oogenblik i<'t*
gebeuren, want anders wordt het
'v«-rhaal eentonig. Daarom laat ik uit ????«
bosch iemand op den weg treden »-n
voor de twee uit loopen. Wie die
iemand is, weet ik zelf nog niet. Wat
hij doen zal evenmin. Maar, nu h j «-r
eenmaal is, moet, hij verder leven....
En hij /«??/ verder, gaat een hoofdrol
in het boek spelen en wordt de.
lijfsmokkelaar" van Hendriks. Die ont
wikkeling is voor den schrijver <-en
even groote verrassing als voor di-n
lezer. '???'??'./>
In den eersten detective-roman. 'Hi-n
ik schreef: ,.De man uit Frankrijk ' -*
moet, bij den overtocht van ('nlais
naar' Dover, iemand in hot )«-vi-n
worden geroepen, omdat Lord
dalc iomand hebben moet om mr"
praten. Daarom ontstond de
Lord Luwden. Maar ook deze..*'* <*r
nu, moet Verder leven, wordt in M
book een van do hoofdpersonen ''«
later nog in een tweede ook.
Daarvan was mij niets bekend t«>cn
ik hem voor don lezer deed
verschijnenAldus vertooncn deze boeken, w
ik pleeg to .noemen
zelfgroei",vormen als 't ware een stam, wauri
op vooruit' niet te bepalen -oogi
blikken zijtakken voor den <1
komen. Het komt er nu vooral
aan, dat de schrijver niet langs z«"
zijtak afdwaalt en daar ?zitten bij
maar den stam blijft volgen: alle
op die wijze >blijft de eenheid in l
boek bewaard. - .
Aldus wordt de schrijver gevm
(ik gebruik hier opzettelijk den 1>
«leven vorm).naar een slot, dat _
dikwijls zelf niet voorzien heeft.
De vraag, wie ,,de sohuldige" is,
blijft nu en dan voor henizolven heel
laag verborgen. Want do
vraagt ukken, dio hij stelt, zijn soms
oplosbi>ar op verschillende [manieren. Een
.Vmsterdamsche hooglceraar gebruikte
in ijn boeken om zijn leerlingen logisch
te leeren denken. Het vraagstuk werd
opgegeven, de oplossing moest ge
vonden worden. En het kwam voor,
dat een oplossing werd . aangegeven,
anders dan dio, welke de schrijver
eraan gegeven had, maar niettemin
juist!
Daar tegenover staat, dat er lezers
et-woest zijn, die beweerden, dat zij
n eds op blz. 50 de oplossing gevonden
bidden, terwijl de schrijver zelf daar
omtrent op {blz. 100 nog in het on
zekere verkeerde.
Het is niet zouder betcekenis, do
vraag te stellen, of het voor een goeden
detective-roman noodig is, dat de
lozer tot het laatst toe in twijfel ver
keert omtrent den schuldige".
Naar mijn inzien is dit geen bepaald
vereischte. En ikzelf heb herhaaldelijk
boeken geschreven, waarin ik reeds
van den aanvang af opzettelijk
dóórschemeren liet, waar de schuldige te
zoeken was. Men moet dan wil
liet book blijven boeien er voor
zorgen, dat, al weet. men wie schuldig
is, do beweegredenen tot de daad of
.üi'lore daarmee samenhangende
om..''nnUigtieiien geheim blijven, zoodat
do spanning niet verloren gaat dio bij
dergelijke boeken onmisbaar is. Men
hoeft hier to doen rnet twee verschil.
Imide wijzen om de stof to behandelen.
Het oordeel over wat waarschijnlijk
on wat onwaarschijnlijk is, loopt bij
'? orschillende menschen nog al uiteen,
?anneer het gaat om de beoordeeling
an den inhoud van een boek van het
i.'toctive-gcnro. Wanneer men zijn
lint eens opsteken wilde bij de
werke'jke hoeders van orde en veiligheid
in >ns land en andere landen, dan zou
mei spoedig tot de overtuiging komen,
dater op het gebied van de misdaad
<Un:civ gebeuren, die mér dan on»
K-on schijnlijk, ilio tongcloo/lijk schij
nen. Niettemin vermijd ik in mijn
loekoi, zooveel ik kan. alles wat den
doorsioê-mensch inderdaad onwaar-'
-«??hijnljk schijnen moet.
'??Wan* <ssfon «ie*1 komt nu do
botmten£» «fie in .de oogen van velen
v
beslist over de boven opgeworpen
vraag Kunst, kunst of gén kunst
ik houd wel degelijk rekenschap
niet den smaak van het beschaafde
publiek. Daarom vermijd ik excessen
op het punt van bloed-vergieten of
grove griezeligheid. Ook werk ik niet
mot valluiken, draaiende paneelen en
dergelijke hulpmiddelen....
Wel verre dus van als Kunstenaar
alleen voor de Kunst te werken, met
souvereine minachting voor wat het
publiek verlangt en gaarne leest
zie ik het publiek tot op zekere hoogte
naar de oogen, hetgeen natuurlijk,
uit een artistiek oogpunt beschouwd,
minderwaardig is.
Een ander gevolg van deze
minderwaardige eigenschap ligt in de wijze,
waarop ik do omgeving kies, waarin
mijn boeken spelen.
Ik weet, hoe genoeglijk men het
vindt, wanneer men in een boek de
beschrijving terugvindt van een stad,
een dorp, een geheele streek, die men
zelf bezocht heeft en die men bij do
lectuur als 't ware voor zijn oogen
ziet herrijzen. Daarom ben ik in mijn
beschrijvingen van landschappen, ste
den, in 't algemeen van do omgeving,
waarin zich de gebcurtenisnen uit mijn
boeken afspelen, nog al eens uitvoerig.
Terwijl de verhalen gefantaseerd zijn,
is do omgeving, waarin zij spelen dit
nin.or hoogst zelden, en juist dat is
con .'«in de oorwilcc-n. irriai<om r*
tusschen mijn lezers en mij zoo'n
prettige verhouding is ontstaan;
Herhaaldelijk bereiken , mij brief
kaarten uit verschillende plaat sim, die
in mijn boeken voorkomen, met do
groeten aan Mr. Hendriks . en zijn
vrouw uit liet een of andere oord. dat
men zich-uit mijn verhalen herinnert.
Kv wordt dan wel eens bij geschreven:
..liet is alles juist, zoouls u't beschreven
hebt" of. iets dergelijks. De schrijvers
of schrijfsters van dkv kaarten zijn mij
meestal persoonlijk onbekend; maar
ik zie er een bewijs in van het werkelijk
bestaan x-an dien onzichtbaren band,
die zich tusschon de lezers en mij ge
vormd heeft. Wanneer ik verder uit
voerige mededeel inge n wilde dot>n uit
de vele brieven, die ik uit don kring
van mijn lezers krijg, zou mij dit te
ver voeren. Alleen dit ne: du»» cor
respondentie is afkomstig uit alle
standen der maatschappij; de
schrijINHOUD
i- -3. H. \V. van I.oon, Het tiicurae Amerika. M. K., Beschouwing over de
vcrkicsing. -?\Vccktroinpet. 4?5. Dr. l'. H. Uittcr Jr.. c nood der mijne».
C. van Stt-ciuk-n-n Jr.. A/ilitarisntie der burgerluchtvaart. 6?7. C., van \Vesscm.
(.iooisch poppentooneel, Alb. Ht-lman. Terugkeer naar de herinnering.
l*. Hazi-veld. Het lastige potje. 8?-*). l'olgar. \Veenen, voorjaar 1955 H. van
l.oon. Minister Mandin. L. J. Jordaun. Bioscopy. 10?11. Mr. B. C. G.,
Kxecutie van landelijke eigendommen. Ik zeg. 12?13. Mf- H. Scholtc, Scheme
ring en toekomst. ? H. M. G. Kervel. De schoonheid der kleine dingen. ? A.
IMasschacrt, Dr. Breditis tachtig jaar. 14?15. ll*<i/ i's roem.3 16?17. Mr. X. S. Corry
Tendeloo. H 'elke winst bracht de vrouwenbeweging ?~*~ De mode van morgen.
J. Riemcns- Keurslag, Converseeten. Kinderboeken. 18?19. C. A. Klaasse,
De Kngelsche begrooting. ~ Aral. Diplomatie om de gedekte tafel. jo. Hcnr. van
ICijk. Hoe het hoogere zegeviert over het lagere. l*. C., Maatschappij voor AW.
Letterkunde: 22?23. Melis Stoke. Oude tijden kecren terug. Schaken. ? C. v. S..
..The American Kagle".?Swacn, Catastrophe. 24?25. De Kleine Krant. Het
Kladschrif l van Jantje. Alida Zeven boom. Croquanle crotjuetjes. Charivaria.
vers eii schrijfster-s varieeren in leef
tijd * van 15 tot 00 jaar en dikwijls
worden mij op deze wijze wenken en
raadgevingen gegeven, die van grooto
waarde voor mij zijn, mede omdat het
op zoo vriendschappelijke wijze ge
schiedt on niet met het gevoel van
vanzelf-sprekende superioriteit, dat som
mige gelukkig lang niet alle!
critici aan den dag leggen. %
r v* *
Ten slotto wil ik nog een opmerking
maken, die rnen misschien vreemd zal
vinden, maar die toch van cenïg be
lang is, in verband met het doel, waar
mede, naar mijn inzien,
detective-?romp"»-' wf»J doenlijk ook ceschroven
moeten
worden.Dat zij behooren tot wut men tegeiv
woordig amusementslectuur" noemt,
is in do meeste gevallen niet te ont
kennen. Sommigu menschen zien
daarin een soort van erkenning van
minderwaardigheid. Ten onrechte:
amusement w niet per se minder
waardig en in de tegenwoordige don
kere tijden is het een hulpmiddel om
het hoofd boven water to houden.
Maar, ook in verband mot do om
standigheid, dat detective-romans dik
wijls aan veel te jonge kinderen tor
lezing worden gegeven, is hot.
wenschelijk, dat men bij het schrijven van
dergelijke boeken zich niet ertoe ver
leiden laat. do misdaad in
aantrekkelijken vorm te'gieten. Dit geschiedt
door hen, die hun helden zoeken
onder de gentlemen"Blieven en -op
lichters en do ongerechtigheden van
die helden dan op 'n zoo smakelijke
manier voorstellen, alsof men ze ter
navolging wil aanprijzen.
Maar even gevaarlijk misschien
nog gevaarlijker.?lijkt het mij, den
misdadiger steeds als een zedelijk
monster voor te stellen. Het komt mij
voor, dat men nooit óók niet in
detective-romans uit hot oog ver
liezen moot, dat de misdadiger on/e
gevallen broeder is en dat menigeen
veeleer door zwakheid dan door aan
geboren boosheid valt.
Maar deze zienswijze heb ik den
detective, dien ikzelf in het leven heb
geroepen (Geoffrey Gill. G.G.), ge
vormd; hij is onverbiddelijk tegenover
do misdaad, maar in den misdadiger
ziet hij in de eerste plaats den
oiujelukkigcn mcdemcnseli.
Men heeft dit van zekere zijde
onmogelijk en sentimenteel genoemd.
? Ik kan het niet inzien....
Kn ik bon er voor mijwlveu van
overtuigd, dat de sympathie, die
d«'figuur van G.G. Jn zoovele 'kringen.
gewekt heeft en waarvan het bestaan
door mijn'? correspondentie bewezen
wordt, juist daaraan is toe te schrijven.
dat hij in allo .omstandigheden een
gevoelig mensch blijft, ook- al is hij
gedwongen tot onverbiddelijke streng
heid.
Het bewustzijn, dat ook in den mis
dadiger nog goede eigenschappen wo
nen kunnen en dat hot doel van de
straf zijn moe,t. deze op to wekken
en aan te kweeken, roepe'do detective
roman bij den lezer wakker.
Of wij, wab den aard onzer, straffen
bctrcftvui zoo ver zijn. is.een'tweede
vraag....
i
met Paschen?
? ... _ . _ , , (
'....- ? - ? . . ? ? '? ? ?' . ' , ' . ? '
28 pagina's interessante, belangrijke lectuur
voor thuis en in den trein, voor U en Uw gezin
Hoe ontstaat een detective-roman ? door Ivans
^^ '?'"<? . . . ? ''' ' ?
Militarisatie voor de 'burgerluchtvaart door C. v, Steenderen
V-W -V'
In het volgende nummer begint' het Haagsche -.Detective
Feuilleton van lvan$ ,
MMMMMMMMMMMMMMMMHpMMW' *' " * ' . ' , ' ' ' t . ^ ? ' .' ' ? ? ,.', " ? ' '
' . . ' ' t ' ? ' : . ' ' ' ' ' ; . ' ''.,.';?'
Losse nummers bij alle kiosken en bij den boekhandel
' . , - ' ' ' , * i
Abonnementsprijs tot
31 Dec. 1935 fl 6.75
a 20
cent
ie
enuj)
n
onderDuju
kloim
lat hu
' URE,
iet u
« u
ee.j
e* ,1
k/,
, r
fdi
zot
f*
eo
d(-r
di
tlo.
p»
ocl
lij,
det
vet
«u
«/
n
en
in
ar
t.'
Ie
Ji
r.
?e
s
f AC. 7t DE GROENE No. 3070
PAG. 27 DE GROENE No. 3020
'f;
i '-"'