De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1935 4 mei pagina 4

4 mei 1935 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

r; r Fransche literatuur f-a t Van en over AndréMaurois P. ROOSENBURG HET verkeer met V aurois b van hoog gehalte. Hij is een voorname geest, een goed mensch, scherpzinnig, gevoelig en zeer begaafd. Consciëntieus bovendien, men vindt geen slordig heden in zijn werk. De gave te boeien is hem in sterke mate eigen, ook oppervlakkige lezers moeten zich voldaan voelen als zij zich door hem een ver haal hebben laten vertellen. Hij is een schrijver met' groote omlagen, een gevierd, een bemind man. In het juweeltje, dat Roueu" tot titel heeft, spreekt hij over zichzelf. Hij is dan veertig gewor den, vergelekt zich met den jongen en jongeling, die op het Rouaansche lycée school heeft gegaan en en noemt zich Exactement Ie contraire d'un révolte", een goed teamlid met meer belangstel ling in de actie dan in het doel der actie en un tendre". Exactement Ie contraire d'un révolte", juist het tegendeel van een opstandige, het geval is zeldzaam genoeg in de schryversbent. Wij liggen in den regel overhoop óf met ons zelf, óf met de samenleving, Of met beiden en vinden daarin onze behoefte tot uiting. Niet aldus Maurois. In zijn Sentiments et Coutumes", vijf voor drachten die hij in verschillende plaatsen heeft gehouden, spreekt hij onder den niet zeer juisten titel Le Métier el la Cité" over den tegenwoordigen staat onzer gemeenschap. Zijn oordeel is nietmalsch,. maar zijn critiek is redelijk, gematigd en getuigt vooral van politiek inzicht en economisch besef. Hij toont zich een geschoold, scherp waarnemer. Z^jn enquêtes in Noord-Amerika, in Engeland zijn hem ongetwijfeld van dienst geweest evenals zijn groote belezenheid. Zijn beschrijving van den toestand van do industrie tegen het einde der vorige eeuw moge ietwat optimistisch zijn (het wai de tijd, waarin zijn familie, de wolwevcrs Ilcrzog (uit geweken Elzassers na den oorlog van 1870) prospereerde door noest werken t?n verstandig, voor zichtig beleid), hij heeft geen ongelijk als hij zegt, dat de industrieeleu van dien tijd hun onderne mingen, meestal hun eigendom, zelf leidden en overzagen en dat zij een achterstand bij de bank als een schande beschouwden. Bit mecanisme heeft enigen tijd goed geloopen. Voeg hierbij het algemeene kiesrecht, dat de groote massa rustig hield door het gevoel zijn rechtmatig deel te hebben aan de macht en men krijgt over het algemeen een gezonden, e venwicht igen toestand. Welke fac toren hetiben dezen verbroken? ,Vier, antwoordt Maurois. ' De technische uitvindingen, betoogt hij, hebben niet alleen het economische regime verstoord, maar hebben de overheid over geheel nieuwe middelen tot handhaving der orde doen beschikken (vlieg tuigen en tanks). Verder kan een partijleider of een regeeringshoofd door de draadlooze on de ciriemu AndréMaurois over de partijen heen zich tot de menigte wenden. In de tweede plaats heeft de combinatie van het algemeene stemrecht met de geweldige uitbreiding der staatebemoeiing de f inantiöele demagogie ten gevolge gehad. De parlementen, die de openbare uitgaven behooren te beperken, jagen ze op. Ten derde heeft de corruptie haar verderfelijke rol gespeeld in het publieke zoowel als ha het eco nomische leven. Maurois maakt zeer juiste opmer kingen over het geld met geld verdienen, anders gezegd het gegok aan de beurs, bevorderd door de uitbreiding en concentratie der naamlooze ven nootschappen. En tenslotte in pollticls wat hij in tegenstelling met de orthodoxe séparation des pouvoirs" noemt la coufusion des pouvoirs." De volksafgevaardig den controleeren veel minder de ministers dan dat zij hen achternaloopen om gunsten voor hun kiezers. De bewindvoerders worden op hun beurt op alle mogelijke manieren belemmerd rustig en met uit zicht op.de toekomst te werken. Maurois herinnert er aan, dat een goede honderd jaar geleden de crisis in Engeland tenminste even ernstig was als de tegenwoordige en zegt, als Macauly toen: ook deze ellende komen we te boven» De menschheid gedraagt zich goed en ordelijk, zoolang zij hard en geregeld werkt; in perioden van te grooteu en vooral te snel verworven voorspoed taakt zij van de kook. Verwondert het u, dat Maurois, zonder de be zwaren van het gildensysteem te onderschatten, overwinning onzer moeilijkheden verwacht in de richting eener corporatieve organisatie en wel voor Frankrijk zonder slaafsche navolging van het Italiaansche, het Russische en het Duitsche voorbeeld? Dit vraagstuk zal," schrijft hij op gelost worden en men kan voorspellen, dat de op lossing noch communistisch, noch kapitalistisch zal zijn, maar aan beide leerstellingen elementen zal ontleeuen. Op dezelfde wijze zal de oplossing van het politieke conflict noch zuiver democratisch, noch zuiver autoritair zijn." Optimist ondanks alles ZIEHIER de gedachtengang van een man, die, al ziet bij de bezwaren van den toestand zeer wel hi, een optimist verdient te heeten. Optimistisch, beredeneerd optimistisch zijn ook du overdenkingen, die hij ons mededeelt over het huwelijk, ouders en kinderen, de vriendschap en het geluk. Hij zoekt en vindt de elementen, die den duur verzekeren. Aan de traditioneele geloof, hoop en liefde voegt hij toe trouw en vertrouwen, alles wat de dagen van gisteren en heden aan die van morgen bindt. Voor hem als voor het Vaticaan is de tijd de factor die bevestigt, vermeerdert en verbetert. Men vindt in de uitingen van dezen in vete opzichten bevoorrechte een groote mate van dankbaarheid voor hetgeen hem ten deel is gevallen» Het feit is te zeldzaam om het niet met zekeren nadruk te vermelden. Zijn romans, zal men hier op antwoorden, zijn niet optimistisch. Clünate", Le Cercle de Familie", zelfs L'Jnstinct du Bonheur" met zijn fijne ironie '4Jn niet bepaald vrooüjke lectuur. Neen, zeker niet. Hoe dit dan te rijmen met Maurois' persoonlijke opvattingen? Het antwoord hierop luidt, dat romanfiguren met de persoonlijke opvattingen van den schrijver niets te maken hebben. Het zijn demonen, die uit hem zijn ontstaan, maar verder hun eigen leven hebben. Zij komen uit een ander zielsgebied dan bewuste overuigingen. Maurois heeft ons medege deeld, dat hij vast van plan was Thérèse Desr|Ueroux een christelijken dood te laten sterven. Thérèse heeft ervoor bedankt. Denkt u, dat Mau rois daar iets aan doen kan? Hij zelf gelooft nog dat het komt omdat hij geen priesterfiguur heeft kunnen scheppen, in staat om Thérèse te redden. Illusie l Het zit in Thérèse zelt en niemand anders. Maurois zooals hij met zijn opvattingen en over tuigingen door het leven gaat is veel gemakkelijker 'te ontdekken in zijn mooie boek over Lyautey, in Les Silences du Colonel Bramble", Les Discours du Docteur O'Orady", in La Vie do Disraëli" enz. dan in zijn psychologische romans. In Sentiments et Coutumes" geeft hij zich zonder voorbehoud. Men kan terecht van meening zijn; dat deze.voor drachten te rijk aan inhoud zijn om door den hoorder ' behoorlijk Verwerkt te worden» Een reden te meer voor hoorders en nict-hborders om dit boek te lezen on to overdenken. PAG. 6 DE GROENE N* mi GEDOOFD LICHT H. W. J. M. Keuls: De dansende lamp (De Vrije Bladen, 2; Roze n beek en Venemans, Hilversum) TU8SOHEN de helder-sluimerende geheim zinnigheid van Buning's eerste verzen en Bloem's gedichten met hun droefgeestig eu noodlottig accent verschijnt de poëzie van Keuls als werk, dat van de eene de edele bekoring en de diepe verzonkenheid, van de andere de levenswijze bitterheid mist. Deze gebreken, dit tekort aan stijgkracht, accent en bezwerenden toon, treft ons bij Keuls in de eerste plaats. Pas daarna, denkend over de mogelijke oorzaken van wat ons onbevre digd laat, beseffen wij, dat .al deze gedichten een persoonlijke, scherp bepaalde levensbeschouwing ontberen, waardoor wel vele verzen afzonderlijk een zekere aantrekkelijkheid bezitten, maar waar door een bundel als geheel iets vaags en wezenloos behoudt. Keuls is meer een dichterlijk gevoelig mensch met het vermogen begaafd en met den drang bezield om zijn aandoeningen en lotsgewaar wordingen onder woorden te brengen, die zich door milden toon en wazige mijmersfeer onderscheiden, dan een geboren dichter in dien zin, dat de taai kracht hem noopt eigen vormende kracht aan haat te meten en dat de energieën van de taal ook de zwakste gevoelens van den dichter het eigenaardig definitieve verleenen, waardoor gedichten open baringen worden van leven, hetzij in jubelende ver heffing, hetzij in wijze bezinning. Een gedicht van Keuls nu heeft niets verrassends, omdat zijn we reld, van karakter weinig indrukwekkend, wordt neergelegd in een bijna steeds conventioneele taa'* die week en teeder maar nooit stralend of veer krachtig is. Bij vergelijking Van den bundel Om de stilte*" (1924) met deze uit 1035, constateert men zelfs en onmiskenbare inzinking. De glans, dien de woordei uit eerstgenoemden bundel nog wel bezaten, i hier verdoft; de ijle bekoring van verzen als ,,1' Fluitspeler" mist men in dezen bundel. End goede gedichten uit Om de stilte" vindt uien tri als het ware in andere niet verbeterde redact terug. Zij drukken dezelfde onrust van het har de zalige vergetelheid in den droom, het onsti baar verlangen naar den dood als bevrijder en h»" zelfde geloof in God, rustig en gelijkmatig, zondkrampachtigheid of verterende hartstocht, in w. verzorgden vorm uit. Enkele fragmenten treffen dieper, hknns blo* ? Schilderkunst DE DWAASHEID aarzelend en langzaam het gedicht naar eeu sterker en doordringender toon toe open (blz. 8, Ie terzine; blz. 10, beide terzinen; blz. 15, Ie terzine). In het bijzonder wil ik wijzen op het gedicht Geluk, ik heb uw naam bewaard....", waarvan met name de laatste drie strofen met vaste hand en in war men toon, met grooter poëtische bewogenheid en beheersching dan elders, zijn geschreven. Ook de Kwatrijnen zijn, als altijd bij Keuls, het beste, meest gevormde gedeelte van zijn werk. De klas sieke regel, waarnaar zulk een kwatrijn moet wor den gecomponeerd, de geringe speelruimte die het voor romantische vervagingen biedt, dwingt juist ven dichter als Keuls, die weinig poëtische finali teit van nature meebrengt, tot een zoo streng mo gelijke vormgeving. Vooral de nummers IV, VIII, XV zijn prachtig geslaagd, terwijl de laatste der reeks, XXII, een uiterst merkwaardige visie ont hult op de religieuse verhouding van den dichter tot het Godsbegrip en een tragisch besef van het leven in Gods hand" openbaart, zoo onherroepelijk geformuleerd, dat men niet begrijpt, dat deze levensbeschouwing niet ten grondslag heeft gelegen aan heel zijn dichterlijke werkzaamheid. Zulk een ?H>rapronkelrjke gedachte in'zulk een duidelgken vorm uitgedrukt zoekt men tevergeefs in de overige erzen, die dezen bundel vullen. D. A. M. BINNENDIJK. IN KORT BESTEK C. J. Kelk: Schillers Wilhelm Teil (Bigot en van Ro«um, Amsterdam) OP hut omslag staat Schiller: Wilhelm Teil". Maar het is Kelk's bewerking van Hchüler's rama, voor marionetten en dat was juister en antrekkelijker aangekondigd. Want Schiller'n ???11 zal niemand meer willen lezen, zelfs niet in ?rtaling, maar deze Teil van Kelk moet men l /-en. Het is Kelk bijzonder goed gelukt- >r eeu l -werking voor een poppenspel van to maken. >'.'U moet lang zoeken voor men in dezen 'l «H van Schiller een regel van Schiller tegenl> «int en dan wordt hij nog gezegd door den n >rid van Kelk. wat heel watr vermakelijker k inkt. Men leze dezen Teil van Kelk en wanneer d t- spel ooit opgevoerd wordt duur de poppen «l u ga men het zien: men heeft een gouden H, ond eraan ! DER PRIJSVRAGEN ».jll. ALB1RT WANNEER ik niet reeds lang o veil u l was van de dwaasheid van prijsvra; > als die uu voor het standbeeld vun Koningin-Moeder, dan zou wat daarvoor ingezden werd, mij zeker overtuigd,hebbcn van de nu' loosheid, van de schade en dat het maar een scl> i beginsel is, waarvan daar wordt uitgegaan. Laat ik u dat uitleggen. In een land als !.>?> onze zijn een aantal beeldhouwers bekend van '-i«c ge met enigen goeden wil kunt veronderstel' n. dat zij tot het maken van een gedenkteeken »!H gevraagd werd eenigszins in staat zouden Ik bedoel hiermee niet alleen natuurlij k de off k beeldhouwers. Te meenen, dat naast deze bekbeeldhouwers nog ergens een onbekende stille i in ons land zou huizen, is het nóodeloos verwarvan een wonder; dat door een prijsvraag plotseling zulk een verborgen wonder zou onthi ? ?'"? is niets dan een onfrissche phantasie. Wij h«-''»'» dus een aantal bekende beeldhouwers, die in ""? merking zouden kunnen komen door huïi v ??<?" ' en door hun kunde. .Vanzelf vallen voor eeii be paald vraagstuk als dit monument is, een ai' 'tal der mogelijkheden uit, terwijl, tegenwoordig, ''°r hun politieke gezindheid een aantal beeldhou' «?'»* zich van zelf van mededinging onthouden. VV zien dus dat het getal der aangewezenen voor < ulk beeld van zelf beperkter is dan reeds zou genv ;?'«<» worden. Het is dus geen heksentoer, wil men^ uit angst toch nog iets als een prijsvraag, een S tal vast to stellen voorloopig en dit aan het werk to '">?' PLASSCHAERT zetten. Liever zuu ik zien, beter zou ik echter vinde: dat door een bevoegde commissie in-éns de bv> Idhoüwer werd aangewezen. Want wat bereiken wij dan, waarschrjulijkerwijs ten minste! Dat ?!<?>?! beeldhouwer met alle macht en met alle tot-vjjding ieta zou beginnen dat hem zóó eervol HI-I l opgedragen, terwijl tevens de commissie zich «'w ReUJk verantwoordelijk zou gevoelen, lic zoudl bit *? tegen dit alles aan kunnen voeren, dat toch uil- steeds uau denzelfden beeldhouwer ieta kon wui leii opgedragen. i)it geval zou zich alleen v«x.-doen, wanneer iedere opdracht van denzelfden jwr-i zou zijn en er slechte n beeldhouwer zich in < -n land of in n gebied zuu bevinden; uil is ?*« hypothetisch geval t-u kan verwaarloosd *or leh. Ik ben dus voorstander van een ontoid ielUJke opdracht aan n beeldhouwer of aan &n bouwmeester, enz. De onfrissche factoren, die i ij mededingen van zelf bij mehschen ontstaan, faiiuen dan niet optreden, de zuiverheid der xchi'pping blijft zooveel mogelijk ongerept!-En *at wordt omgaan? De Ridderzaal in den Haag V<>1 Met ónmooglijke ontwerpen kon u het duidelijk mak' 11. .De veelheid der inzendingen daar ging '*safc u met een veelheid van armoe, met een *«br< K aan begrip, wat een gedenkteeken moet zijn. w f-.ïar er bij een groot getal inzenders weinig Plastisch besef was en misschien nog minder stisch kunnen, hebben ze het gezocht in het der leege beelden met feitelijk nog leeger even leege architektonische (?) vormen. TIJDGENOOTEN Te«k«ning voor De Groene van Ch. Roelofsz Het is i-uu wonderlijk nlleguer geworden vun allerlei onkunde, van een niet-gewensehteu ijver ?m ook van overbodig»; eerzucht. l)eze prijsvraag is eeu verspilling vaa energie en van gips gebleken te .zjju eu daarenboven heeft- hij god-weut-hueveel verwachtingen opgewekt, die beter niet waren opgewekt. Een prijsvraag als déze geeft den mede dingers, een aantal mededingers altijd het gevoel van eeu loterij, je kunt uuuit welen of je niet het groote lot toL'i'ulliy 'ttvkt. Zulke toevalligheid zuu een heel leven nog kunnen verknoeien daarbij. laaien wc dus niet dit soort prijsvragen voort zetten, maar zo vuur goed afschaffen eu liever, beurtelings, de werkelijk geschikteu telkens eeu kans geven! Daar zullen we beter bij varen; een hoop ijdcltuitcrij zal worden vermeden; is er een deskundige commissie benoemd voor het kiezen, telken*, van den cnen beeldhouwer, dun ia stipt en strak haar verantwoordelijkheid betrokken in hel geval. ' ' . .'?'. .. ' ?. ' . ''?;'?'?? Dit alles leek mg noudigcr hier neer te schrijven dan déeigenaardigheden der keuze, dei* eindelijk» keuze bij het gunnen van het standbeeld .der Koningin-Moodt-r t»; bespreken. Wat ik voorstel/ toch is essentieeler. ?"'"..'?' LATE BLOEI Tentoonstelling Noe, bij . ?'?? van Deventer, Oen Haag Er zijn meiwehen die laat .traan Hrhildeien. Wij hebben in Holland het alombekende van Vincen*; wij hebben het geval bij Wiege'sma, dat eon ge deeld leven is, gedeeltelijk dokteren, gedeeltelijk schilderen ut' nauwkeuriger gezegd, bij beurten schilderen, bij beurten dokteren; wij hóbb-m nu het weer anders saamgesteldc geval'van dr. Noé, den chirurg uit don Haag, die vroeg wou gaan schilderen, ns schilderde, toen gestremd, maar daarom toch niet* bedwongen, laat opeens de PAG. 7 DE GROENE Noi 3022 lust niet uitfi'i' weerstond en toeh beguu te schil deren eu uu bij van Deventer laat zien, wat hij in dii> nieuwe periode voltooide. Natuurlijk kan een bespreking van dit latere werk slechts «ieii voorloopige zijn eu zal, zuu Xuévoort gaat met schilderen, een latere beuordeeliug meer klem van i*edeneu hebbeu. Bij latere schilders-treden toch allerlei dingen en toestanden op, ? waarvan niet dadelijk te zeggen, is, tenminste bij de meesten. .hoevui' zij gevoerd zullen'\yorduii. BU' groote persoonlijke bekendheid is eeu oordeel dadelijk ze kerder, maar tut nu toe ontbreekt inij dtv.o pursoonlijke bekendheid met Xoé. Wij yindeu bij liem, na het eei-st e schilderij tju van lang geloên, waar' 01*11. zi'keiv ? yi»rtiioüwëlyk.-' lieid met de verf reeds duidelijk was, een aantal schilderijen (landschap en ook figuur), die uit liet hoofd geschilderd zijn en daardoor zich onmiddellijk een bepaalde nheid verwierven. Deze werken en werkjes bezitten, dat kan niet anders, een aantal geestelijke rijpheden, gevolg van den leeftijd, dio bij een jong schilder niet 'aanwezig kunnen zïjn. Zij vertoöwm e«m v«>rboelding, dh» niet tevreden met het lialvf, eer in liet! psychische, experimen- ? teert, ineer dan het enkel-visiua'le (?) to gebruiken. ofschoon steeds het besef (latent?) aanwezig is. dat schilderen dient om problemen schïldcrktiniitiH op .te lossen. Wanneer ik do algemeene geaardheid van dit werk «uu moeten definieeren, zou ik dien aard moeten bepalen met het woord romantisch" in dien zin, dut onwillekeurig gestreefd is naar de gemeenzaamheid der verschijningen onderling. en dat alles gevoeld werd in n levend verband. dat zóó veel mogelijk werd uitgedrukt in een. duis tere kleur, hier en daar doorvlaagd vun licht. Ik geloof, dat niet deze bepalingen, voorzichtig maar niet angstig, is aangegeven, wat wij reeds in dit werk van Noékunnen vinden. Het is genoeg om naar een vervolg benieuwd te zijn. PLASSCHAERT r\i Jteklei» Cat hij BE, den lei u d« u e,i e« i «i.. k;, i '«?eifdt zoi l' e»? dei di .no. "pii acl m» de; W ?-eu '«'i in eu m ar r. ?o a ?t ? i'i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl